Besluit van de Autoriteit Consument en Markt van 24 april 2025, definitieve besluit tot wijziging van de voorwaarden als bedoeld in artikelen 27 en 31 van de Elektriciteitswet 1998 betreffende wijzigingen van het gecontracteerd transportvermogen

Zaaknummer: ACM/22/180691

De Autoriteit Consument en Markt,

Gelet op artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998;

Besluit

ARTIKEL I

De Begrippencode elektriciteit wordt gewijzigd als volgt:

A

Het begrip ‘Aansluitcapaciteit’ wordt gewijzigd, luidende:

Aansluitcapaciteit:

De door een aangeslotene gevraagde en door de netbeheerder ter beschikking gestelde capaciteit op een aansluiting, bij een grootverbruikaansluiting aangeduid met het schijnbaar vermogen (VA) en bij een kleinverbruikaansluiting met de doorlaatwaarde;

B

In het begrip ‘Bedrijfstijd (BT)’ wordt na ‘gecontracteerd transportvermogen’ ingevoegd ‘voor afname’.

C

Het begrip ‘Doorlaatwaarde’ wordt op alfabetische volgorde ingevoegd, luidende:

Doorlaatwaarde:

Aanduiding van aansluitcapaciteit van een aansluiting kleiner dan of gelijk aan 3x80A op een laagspanningsnet aangeduid als het aantal beschikbaar gestelde fasen vermenigvuldigd met de nominale waarde van de overstroombeveiliging per fase;

D

Het begrip ‘Gecontracteerd transportvermogen’ wordt gewijzigd, luidende:

Gecontracteerd transportvermogen:

Het vermogen, onderscheiden naar afname van het net en invoeding op het net, dat een aangeslotene maximaal op zijn aansluiting mag gebruiken en dat gelijk is aan of kleiner is dan de waarde van de aansluitcapaciteit, rekening houdend met de in het desbetreffende net gebruikelijke arbeidsfactor;

E

In het begrip ‘Profielcategorie (PC)’ wordt na ‘gecontracteerd transportvermogen’ ingevoegd ‘voor afname dan wel invoeding’.

ARTIKEL II

De Meetcode elektriciteit wordt gewijzigd als volgt:

A

Na artikel 1.1.5 wordt een nieuw artikel toegevoegd, luidende:

  • 1.1.6. Waar in deze code ‘gecontracteerd transportvermogen’ staat, wordt per aansluiting de hoogste waarde van het gecontracteerd transportvermogen voor afname of het gecontracteerd transportvermogen voor invoeding bedoeld, tenzij één van beide specifiek is aangeduid.

B

In artikel 2.4.2, onderdeel a, wordt ‘vermogen’ vervangen door ‘transportvermogen’.

C

In artikel 2.4.3 wordt ‘gecontracteerde vermogen’ vervangen door ‘gecontracteerd transportvermogen’.

D

In artikel 2.4.4 wordt ‘vermogen’ vervangen door ‘transportvermogen’.

E

Artikel 4.1.1.1 wordt gewijzigd als volgt:

1. ‘met de op’ wordt vervangen door ‘met het op’.

2. ‘transportcapaciteit’ vervangen door ‘transportvermogen’.

F

Artikel 6.3.2 vervalt.

G

Artikel B1.1 wordt gewijzigd als volgt:

1. ‘gecontracteerde vermogen’ wordt drie maal vervangen door ‘gecontracteerd transportvermogen’.

2. In de tabellen wordt ‘Gecontracteerd vermogen’ twee maal vervangen door ‘Gecontracteerd transportvermogen’.

H

Artikel B1.2 wordt gewijzigd als volgt:

1. ‘gecontracteerde vermogen’ wordt drie maal vervangen door ‘gecontracteerd transportvermogen’.

2. In de tabel wordt ‘Gecontracteerd vermogen’ vervangen door ‘Gecontracteerd transportvermogen’.

I

In artikel B1.4 wordt ‘gecontracteerde vermogen’ twee maal vervangen door ‘gecontracteerd transportvermogen’.

J

Artikel B1.7 wordt gewijzigd als volgt:

1. ‘gecontracteerde vermogen’ wordt twee maal vervangen door ‘gecontracteerd transportvermogen’.

2. In beide tabellen wordt ‘Gecontracteerd vermogen’ twee maal vervangen door ‘Gecontracteerd transportvermogen’.

3. ‘gecontracteerde vermogen(Pc)’ wordt vervangen door ‘gecontracteerd transportvermogen (Pc)’.

K

Artikel B1.8 wordt gewijzigd als volgt:

1. ‘gecontracteerde vermogen’ wordt drie maal vervangen door ‘gecontracteerd transportvermogen’.

2. In de tabel wordt ‘Gecontracteerd vermogen’ vervangen door ‘Gecontracteerd transportvermogen’.

L

In artikel B1.10 wordt ‘gecontracteerde vermogen’ tweemaal vervangen door ‘gecontracteerd transportvermogen’.

M

De artikelen B3.2.2.4 en B3.2.6.3 worden telkens ‘het het gecontracteerd vermogen’ vervangen door ‘het gecontracteerd transportvermogen’.

N

In de artikelen B3.2.5.1, B3.2.5.3, B3.2.6.1, B3.2.6.5, B3.2.6.7, en B3.2.6.9 wordt ‘vermogen’ telkens vervangen door ‘transportvermogen’.

O

In artikelen B3.3.3.6 en B3.4.3.6 wordt ‘gecontracteerde vermogen’ twee maal vervangen door ‘gecontracteerd transportvermogen’.

P

In Tabel B: De nauwkeurigheidsklassen van de meetmiddelen van een meetinrichting bij een aansluiting op hoogspanningsniveau, wordt ‘Gecontracteerd vermogen’ vervangen door ‘Gecontracteerd transportvermogen’.

ARTIKEL III

De Netcode elektriciteit wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 2.2 vervalt.

B

In artikel 2.26 wordt ‘vermogen’ vervangen door ‘transportvermogen voor afname of invoeding’.

C

Artikel 7.1, tweede lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. Na ‘tot een hoeveelheid ter grootte van’ wordt ingevoegd ‘de doorlaatwaarde of’.

2. ‘en beschikbaar gestelde vermogen’ wordt vervangen door ‘transport vermogen voor afname of voor invoeding, met inachtneming van paragraaf 7.4’.

D

Na artikel 7.13 worden vier nieuwe artikelen toegevoegd, luidende:

Artikel 7.14

  • 1. Waar in deze paragraaf ‘gecontracteerd transportvermogen’ staat, wordt zowel het gecontracteerd transportvermogen voor afname als het gecontracteerd transportvermogen voor invoeding bedoeld, tenzij één van beide specifiek is aangeduid.

  • 2. De netbeheerder en de aangeslotene die beschikt over een grootverbruikaansluiting komen het gecontracteerd transportvermogen overeen en leggen dit vast in (een bijlage bij) de aansluit- en transportovereenkomst.

  • 3. Het gecontracteerd transportvermogen wordt aangepast overeenkomstig de bepalingen in deze paragraaf.

Artikel 7.15

  • 1. Voor aansluitingen die behoren tot een tariefcategorie als bedoeld in artikel 3.7.1, onderdelen a tot en met c, van de Tarievencode elektriciteit geldt dat bij overschrijding van het gecontracteerd transportvermogen voor afname in de normale bedrijfstoestand het gecontracteerd transportvermogen voor afname wordt aangepast naar de waarde van de overschrijding. De nieuwe waarde geldt voor het gehele kalenderjaar waarin de overschrijding zich voordoet.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, past de netbeheerder het gecontracteerd transportvermogen voor afname behorende bij aansluitingen als bedoeld in het eerste lid maximaal eenmaal per jaar naar boven of beneden aan, indien de aangeslotene hier op redelijke gronden om verzoekt, bijvoorbeeld naar aanleiding van sterk gewijzigde omstandigheden bij de verbruiker die vooraf niet in redelijkheid hadden kunnen worden voorzien. De netbeheerder kan nadere onderbouwing van de aangegeven gronden voor het verzoek verlangen. De nieuwe waarde gaat ten vroegste in op de eerste dag van de kalendermaand die volgt op de maand waarin het verzoek is gedaan.

  • 3. Het eerste lid of een aanpassing naar boven als bedoeld in het tweede lid, is niet toegestaan indien de aansluiting zich bevindt in een congestiegebied voor dezelfde energierichting als bedoeld in artikel 9.9, eerste lid.

Artikel 7.16

  • 1. Voor aansluitingen die behoren tot een tariefcategorie als bedoeld in artikel 3.7.1, onderdelen d en e, van de Tarievencode elektriciteit, geldt dat bij overschrijding van het gecontracteerd transportvermogen voor afname het gecontracteerd transportvermogen voor afname wordt aangepast naar de waarde van de overschrijding. De nieuwe waarde geldt vanaf de eerste dag van de kalendermaand waarin de overschrijding zich voordoet.

  • 2. Indien de aangeslotene hier om verzoekt, past de netbeheerder het gecontracteerd transportvermogen voor afname naar boven of beneden aan, waarbij geldt dat de nieuwe waarde ten vroegste ingaat op de eerste dag van de kalendermaand die volgt op de maand waarin het verzoek is gedaan maar voor een verlaging niet eerder ingaat dan twaalf maanden na de laatst opgetreden aanpassing naar boven van het gecontracteerd transportvermogen.

  • 3. Indien binnen twaalf maanden na een verzoek om aanpassing van het gecontracteerd transportvermogen voor afname naar beneden een overschrijding van de verlaagde waarde plaatsvindt, wordt het gecontracteerd transportvermogen voor afname aangepast naar de waarde van de overschrijding. Deze waarde geldt met terugwerkende kracht vanaf de eerste dag van de kalendermaand waarin de hiervoor bedoelde aanpassing naar beneden heeft plaatsgevonden.

  • 4. Onverminderd het bepaalde in het eerste en het tweede lid past de netbeheerder binnen twaalf maanden na de verhoging het gecontracteerd transportvermogen voor afname behorende bij aansluitingen als bedoeld in het eerste lid naar beneden aan, indien de aangeslotene hier op redelijke gronden om verzoekt, bijvoorbeeld naar aanleiding van sterk gewijzigde omstandigheden bij de verbruiker die vooraf niet in redelijkheid hadden kunnen worden voorzien. De netbeheerder kan nadere onderbouwing van de aangegeven gronden voor het verzoek verlangen. De nieuwe waarde gaat ten vroegste in op de eerste dag van de kalendermaand die volgt op de maand waarin het verzoek is gedaan.

  • 5. Het eerste lid of een aanpassing naar boven als bedoeld in het tweede, derde of vierde lid is niet toegestaan indien de aansluiting zich bevindt in een congestiegebied voor dezelfde energierichting als bedoeld in artikel 9.9, eerste lid.

Artikel 7.17

De netbeheerder past het gecontracteerd transportvermogen voor invoeding omhoog of omlaag aan indien

  • a. de aangeslotene hier om verzoekt; en

  • b. in geval van een aanpassing naar boven, overeenkomstig paragraaf 9.2 blijkt dat de beschikbare transportcapaciteit toereikend is voor de gewenste verhoging.

D

In artikel 8.8, eerste lid, onderdeel c, subonderdeel 5, wordt tweemaal ‘kWgecontracteerd’ vervangen door ‘kW van de hoogste waarde van het gecontracteerd transportvermogen voor afname of het gecontracteerd transportvermogen voor invoeding’.

E

In artikel 9.1, derde lid, komt te vervallen ‘en beschikbaar gesteld’.

F

In artikel 9.5, tweede lid, onderdeel b, wordt na ‘transportvermogen’ ingevoegd ‘voor afname of voor invoeding’.

G

In artikel 9.7, eerste lid, wordt ‘capaciteit van de aansluitingen’ vervangen door ‘gecontracteerde transportvermogens voor afname en voor invoeding en de van toepassing zijnde doorlaatwaardes’.

H

Artikel 9.11, vierde lid onderdeel b, wordt ‘transportvermogen’ vervangen door ‘gecontracteerde transportvermogen voor afname en voor invoeding’.

I

Artikel 9.43 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het vierde lid, onderdeel b, vervalt ‘en beschikbaar gesteld’.

2. In het vierde lid, onderdeel b, wordt na ‘transportvermogen’ ingevoegd ‘voor afname of voor invoeding’.

J

Artikel 11.3 wordt ‘de gecontracteerde transportvermogens’ vervangen door ‘de per aansluiting grootste waarde van het gecontracteerd transportvermogen voor afname en het gecontracteerde transportvermogens voor invoeding’.

K

In artikel 13.14, derde lid, wordt ‘met een gecontracteerd en beschikbaar gesteld vermogen’ vervangen door ‘die beschikken over een verbruiksinstallatie met een maximaal af te nemen werkzaam vermogen’.

L

In artikel 13.24 eerste lid wordt ‘gecontracteerd transportvermogen’ vervangen door ‘maximaal af te nemen werkzaam vermogen’.

M

Bijlage 12 bij artikel 9.1, eerste lid: capaciteitsbeperking product, wordt gewijzigd als volgt:

1. In artikel 1 wordt ‘gecontracteerde en beschikbaar gestelde’ vervangen door ‘gecontracteerd’.

2. In artikel 1 wordt na ‘transportvermogen’ ingevoegd ‘voor afname of voor invoeding’.

ARTIKEL IV

De Tarievencode elektriciteit wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 2.4.2 wordt ‘stelen’ vervangen door ‘stellen’.

B

In artikel 3.1.3 wordt ‘transportvermogen’ vervangen door ‘gecontracteerd transportvermogen voor afname’.

C

In artikel 3.3.3 wordt ‘vermogen’ vervangen door ‘transportvermogen voor afname’.

D

In artikel 3.7.1 wordt ‘artikel 3.2.5’ vervangen door ‘artikel 3.2.4 en 3.2.5’.

E

In artikel 3.7.2, de onderdelen a tot en met e, wordt vijfmaal na ‘transportvermogen’ ingevoegd ‘voor afname’.

F

Artikel 3.7.3 wordt gewijzigd, luidende:

  • 3.7.3 De grenzen genoemd in 3.7.2 komen overeen met de grenzen in de tabel in 2.3.3c. De verdeling van de aangeslotenen over de categorieën voor het gecontracteerd transportvermogen voor afname als bedoeld in artikel 3.7.2 kan echter afwijken van die voor de gewenste aansluitcapaciteit als bedoeld in artikel 2.3.3 in die zin dat aangeslotenen voor het gecontracteerd transportvermogen voor afname op verzoek van de aangeslotene in een lagere categorie kunnen worden ingedeeld dan voor de gewenste aansluitcapaciteit.

G

Artikel 3.7.4 komt te vervallen.

H

De artikelen 3.7.5, 3.7.5a, 3.7.9, 3.7.10 en 3.7.12 worden telkens gewijzigd als volgt:

1. In de aanhef wordt ‘zijn:’ vervangen door ‘zijn voor afname:’.

2. In onderdeel a wordt na ‘transportvermogen’ ingevoegd ‘voor afname’.

I

Artikel 3.7.6 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste ‘gecontracteerde transportvermogen’ wordt vervangen door ‘gecontracteerd transportvermogen voor afname’.

2. ‘Bij overschrijding wordt het gecontracteerde transportvermogen aangepast en geldt de nieuwe waarde voor het gehele kalenderjaar waarin de overschrijding zich voordoet. Dit is alleen van toepassing wanneer de verschillende netaansluitpunten van een aangeslotene in de normale bedrijfstoestand operationeel zijn.’ komt te vervallen.

J

Artikel 3.7.7 vervalt.

K

Artikel 3.7.11 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de aanhef wordt ‘gecontracteerde transportvermogen’ vervangen door ‘gecontracteerd transportvermogen voor afname’.

2. In de aanhef komt ‘Deze waarde wordt aangepast in de navolgende gevallen:’ te vervallen.

3. De onderdelen a, b en c komen te vervallen.

ARTIKEL V

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 april 2025

Autoriteit Consument en Markt, namens deze: M.R. Leijten bestuurslid

Als u rechtstreeks belanghebbende bent, kunt u tegen dit besluit beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Het postadres is: College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA Den Haag. Het beroepschrift moet binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt zijn ontvangen. Het beroepschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht bevatten. Voorts moet het beroepschrift de gronden van het beroep bevatten en dient een afschrift van het bestreden besluit te worden meegezonden.

TOELICHTING

1 Samenvatting

  • 1. Met dit besluit wijzigt de Autoriteit Consument en Markt (hierna: de ACM) de voorwaarden voor het vaststellen en wijzigen van het gecontracteerd transportvermogen voor grootverbruik aansluitingen op een elektriciteitsnet. Dit gecontracteerd transportvermogen bepaalt hoeveel vermogen de grootverbruiker mag transporteren over het net. Iedere grootverbruiker komt dit vermogen overeen met zijn netbeheerder en legt dit vast in een aansluit- en transportovereenkomst (hierna: ATO). Het voornaamste doel van deze wijziging is dat aangeslotenen in congestiegebieden hun gecontracteerd transportvermogen niet meer kunnen aanpassen door de overeengekomen waarde te overschrijden, maar een aanvraag moeten doen als zij meer transportrechten willen verkrijgen. Dit zorgt voor een gelijke behandeling van aangeslotenen en toekomstig aangeslotenen binnen een congestiegebied. Daarnaast worden de overige regels over het vaststellen en wijzigen van het gecontracteerd transportvermogen verduidelijkt, aangevuld en verplaatst waar dat nodig is.

2 Aanleiding en gevolgde procedure

  • 2. De ACM stelt op grond van artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet) regelgeving vast voor de energiemarkt. Dit besluit is tot stand gekomen op basis van een voorstel van de gezamenlijke netbeheerders dat de ACM op 4 november 2022 heeft ontvangen. Met dit voorstel willen de gezamenlijke netbeheerders de voorwaarden aanpassen voor het vaststellen en wijzigen van het gecontracteerd transportvermogen.

  • 3. De ACM heeft op 26 september 2023 een informatieverzoek aan Netbeheer Nederland verzonden met het verzoek om bepaalde onderdelen uit het codevoorstel nader toe te lichten. De ACM heeft op 23 oktober 2023 de antwoorden op het informatieverzoek van Netbeheer Nederland ontvangen.

  • 4. Als onderdeel van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure heeft de ACM het ontwerpbesluit en de bijbehorende stukken ter inzage gelegd en gepubliceerd op haar internetpagina. De terinzagelegging is gemeld in de Staatscourant van 28 december 2023. De ACM heeft belanghebbenden in de gelegenheid gesteld binnen zes weken hun zienswijzen op het ontwerpbesluit kenbaar te maken. Netbeheer Nederland, de Vereniging voor Energie en Water (hierna: VEMW), de Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland N.V. (hierna: EPZ) en N.V. Nederlandse Gasunie (hierna: Gasunie) hebben een zienswijze ingediend.

  • 5. De ACM heeft bij de publicatie van het ontwerpbesluit de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen niet op grond van artikel 3:15, tweede lid, van de Awb voor een ieder opengesteld. Dat betekent dat een partij die een zienswijze indient in beginsel moet kwalificeren als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Awb. De ACM constateert echter dat EPZ en Gasunie bij dit codebesluit formeel geen belanghebbende zijn in de zin van de Awb. Zij hebben vanuit hun rol als (grootverbruiker) afnemer op het elektriciteitsnet ten opzichte van andere afnemers een onvoldoende persoonlijk (onderscheidend) en rechtstreeks betrokken belang bij het besluit. In beginsel moet de ACM hun zienswijze daarom niet-ontvankelijk verklaren en kan hun zienswijze niet behandeld worden. Maar de ACM zal de zienswijzen van EPZ en Gasunie ambtshalve toch meenemen bij dit codebesluit omdat de ACM hun reactie nuttig vindt voor de toelichting op het dictum. Dit dictum zelf wijzigt overigens als gevolg van de zienswijze niet. Voor de goede orde merkt de ACM verder op dat Netbeheer Nederland en VEMW wel als belanghebbende kwalificeren.

  • 6. Naar aanleiding van de zienswijzen en gesprekken daarover heeft de ACM op 29 oktober 2024 aan Netbeheer Nederland een wijzigingsopdracht gestuurd.1 Netbeheer Nederland heeft op 2 december 2024 een gewijzigd voorstel ingediend.2 De ACM heeft de wijzigingsopdracht en de reactie van Netbeheer Nederland daarop op haar website gepubliceerd.

  • 7. De ACM is van mening dat het voorstel geen technische voorschriften bevat bedoeld in Richtlijn 2015/1535. Om die reden zijn de voorwaarden in dit besluit niet in ontwerp ter notificatie aan de Europese Commissie aangeboden.

3 Beoordeling van het codewijzigingsvoorstel

3.1 Procedureel

  • 8. De ACM constateert dat het voorstel op 6 oktober 2022 in een overleg met representatieve organisaties is besproken. In het voorstel is een verslag opgenomen van dit overleg en de indieners hebben in het voorstel aangegeven welke conclusies zij hebben verbonden aan de zienswijzen die organisaties naar voren hebben gebracht. Naar het oordeel van de ACM voldoet het voorstel daarmee aan de vereisten zoals bedoeld in artikel 33, eerste en tweede lid van de E-wet.

3.2 Inhoudelijk

  • 9. De ACM stelt vast dat het codewijzigingsvoorstel de voorwaarden voor het gecontracteerd transportvermogen op verschillende onderdelen wijzigt. De wijzigingen met dit besluit zien daarom op (de verduidelijking van) definities, de wijze waarop het gecontracteerd transportvermogen wordt vastgelegd en gewijzigd, verduidelijking van de codetekst, het verplaatsen van bepalingen van de Tarievencode elektriciteit (hierna: Tarievencode) naar de Netcode elektriciteit (hierna: Netcode) en het schrappen van overbodige bepalingen. De ACM licht hieronder de wijzigingen per onderdeel toe.

3.2.1 Definities
  • 10. De ACM past de definities aan voor ‘gecontracteerd transportvermogen’ en ‘aansluitcapaciteit’, zodat uit de energiecodes duidelijker volgt wat bedoeld wordt met deze begrippen. Ook is met de nieuwe definities het onderscheid tussen deze twee begrippen duidelijker.

  • 11. In de huidige Begrippencode elektriciteit (hierna: Begrippencode) wordt het gecontracteerd transportvermogen gedefinieerd als het vermogen dat een aangeslotene maximaal op enig moment in het jaar verwacht nodig te hebben. Deze definitie kan onterecht de indruk wekken dat een aangeslotene zijn gecontracteerd transportvermogen meteen moet aanpassen als hij in een gegeven jaar minder transport nodig denkt te hebben dan voorheen.3 Daarom verwijdert de ACM in de nieuwe definitie van gecontracteerd transportvermogen de beschrijving ‘het verwachte netgebruik’ en koppelt het gecontracteerd transportvermogen direct aan het transportrecht. Hoewel artikel 7.1, tweede lid, van de huidige Netcode al bepaalt dat een aangeslotene een vast transportrecht heeft ter grootte van het gecontracteerd transportvermogen, wil de ACM met de definitiewijziging in de Begrippencode verder verduidelijken dat het gecontracteerd transportvermogen gelinkt is aan het vaste transportrecht van een aangeslotene. Daarnaast verduidelijkt de ACM met deze definitie dat het gecontracteerd transportvermogen moet worden onderscheiden naar verbruik en invoeding. Ook volgt uit de nieuwe definitie dat het gecontracteerd transportvermogen niet hoger mag zijn dan de aansluitcapaciteit, waarbij rekening wordt gehouden met de arbeidsfactor.

  • 12. Verder verwijdert de ACM in de definitie van de aansluitcapaciteit de verwijzing naar transportvermogen. In plaats daarvan volgt uit de definitie dat het om de capaciteit van het schijnbare vermogen van de aansluiting gaat.

  • 13. Tot slot voegt de ACM een definitie toe voor het begrip doorlaatwaarde. Hoewel dit begrip al veelvuldig in de codes voorkomt, was het nog niet opgenomen in de Begrippencode. De definitiebepaling van ‘doorlaatwaarde’ beschrijft voor aansluitingen kleiner dan of gelijk aan 3x80A dat dit de maximale elektrische stroom betreft die door de aansluiting kan vloeien.

3.2.2 Vaststellen en wijzigen van gecontracteerd transportvermogen
  • 14. De ACM verbetert met dit codebesluit de systematiek van de regels over het vaststellen en wijzigen van het gecontracteerd transportvermogen door deze te verwijderen uit de Tarievencode en ze op één logische plek samen te voegen, namelijk in de Netcode. Hoewel er onderlinge samenhang bestaat tussen de energiecodes, bevat de Netcode de voorwaarden over hoe netbeheerders en afnemers zich tegenover elkaar gedragen wanneer het gaat over het gebruik van het net en de voorwaarden over (het uitvoeren van) het recht van transport terwijl de Tarievencode de voorwaarden bevat over de berekening van de tarieven voor aangeslotenen op een net. De regels die de ACM toevoegt aan paragraaf 7.4 van de Netcode betreffen de artikelen 7.14 tot en met 7.17.

  • 15. Momenteel hebben nog niet alle aangeslotenen een waarde voor het gecontracteerd transportvermogen opgenomen in de ATO die zij hebben afgesloten met een netbeheerder. Daardoor is niet altijd duidelijk wat de omvang van hun transportvermogen is. De in het initiële codewijzigingsvoorstel voorgestelde en geconsulteerde overgangsbepaling voor deze situatie, artikel 15.6 van de Netcode, neemt de ACM niet over in dit codebesluit. De ACM vindt dat deze overgangsbepaling een te grote afbreuk deed aan de rechtszekerheid van aangeslotenen die in de ATO met de netbeheerder nog geen gecontracteerd transportvermogen zijn overeengekomen. Daarom heeft de ACM Netbeheer Nederland per wijzigingsopdracht van 29 oktober 2024 verzocht om de overgangsbepaling zo te wijzigen dat aangeslotenen in deze situatie effectief gebruik kunnen blijven maken van hun transportrecht. Netbeheer Nederland stelt in haar reactie van 2 december 2024 aan de ACM hierover voor om deze overgangsbepaling in zijn geheel te laten vervallen. De ACM is het hiermee eens waardoor het voorgestelde artikel 15.6 van de Netcode geen onderdeel meer is van het codebesluit. Aangeslotenen die nog geen gecontracteerd transportvermogen voor invoeding of afname overeen zijn gekomen met de netbeheerder, kunnen in individuele gevallen hierover met elkaar in overleg treden.

  • 16. Om onduidelijkheid en discussie tussen de aangeslotene en netbeheerder in de toekomst over de omvang van het gecontracteerd transportvermogen weg te nemen, voegt de ACM artikel 7.14, tweede lid, toe aan de Netcode. Deze bepaling schrijft voor dat de aangeslotene en de netbeheerder een waarde voor het gecontracteerd transportvermogen overeenkomen en deze vastleggen in (een bijlage bij) de ATO. Het derde lid van artikel 7.14 van de Netcode bepaalt daarnaast dat het gecontracteerd transportvermogen wijzigt indien overeenkomstig de andere bepalingen in paragraaf 7.4 de waarde van het gecontracteerd transportvermogen hoger of lager wordt. De ACM merkt hierbij – wellicht ten overvloede – op dat indien een dergelijke wijziging in het gecontracteerd transportvermogen plaatsvindt, de netbeheerder (de bevestiging van) deze wijziging iedere keer dient vast te leggen in (een bijlage bij) de ATO en de aangeslotene hierover per brief of mail informeert.

  • 17. In de Tarievencode stonden nog regels over het wijzigen van het gecontracteerd transportvermogen. Hoewel het gecontracteerd transportvermogen belangrijke informatie is voor een netbeheerder om te bepalen wat de hoogte van het tarief is dat een aangeslotene moet betalen, is de Tarievencode niet de meest logische plek voor regels om het gecontracteerd transportvermogen te wijzigen. Zoals uitgelegd onder randnummer 13, horen voorwaarden die zien op het wijzigen van transportrechten thuis in de Netcode. De ACM laat daarom de bepalingen in de Tarievencode die hier over gaan vervallen en verplaatst ze – in aangepaste vorm – naar artikel 7.15, eerste tot en met derde lid en naar artikel 7.16, eerste, tweede en vijfde lid van de Netcode. Het betreft de (oude) artikelen 3.7.6, 3.7.7 en 3.7.11 van de Tarievencode. De ACM licht hierna verder toe op welke wijze deze bepalingen (aangepast) terugkomen in de Netcode.

  • 18. Artikel 3.7.7 van de Tarievencode bepaalde dat in het geval een grootverbruiker verzocht om een verhoging of verlaging van het gecontracteerd transportvermogen, de netbeheerder moest toetsen of er sprake was van sterk gewijzigde omstandigheden bij de grootverbruiker die vooraf niet in redelijkheid had kunnen worden voorzien. De ACM meent dat deze formulering de indruk kan wekken dat een aangeslotene zijn gecontracteerd transportvermogen alleen in uitzonderlijke gevallen kan aanpassen en dat hij zich richting de netbeheerder moet verantwoorden over zijn voorgenomen gedragswijziging, ongeacht of dit consequenties heeft voor de netbeheerder. Ook bevatte deze tekst een aantal vage en moeilijk te kwalificeren criteria zoals ‘sterk gewijzigde’ en ‘niet in redelijkheid te voorzien’. Dit codewijzigingsbesluit wijzigt de formulering zodat duidelijk is dat een aangeslotene zijn gecontracteerd transportvermogen kan aanpassen als hij daar om redelijke gronden op verzoekt. Het staat een aangeslotene dan in principe vrij om zonder verder motivatie een verhoging of verlaging van zijn gecontracteerd transportvermogen aan de netbeheerder te vragen. Dat geeft de netbeheerder meer ruimte om het verzoek goed te keuren. De netbeheerder kan wel om een nadere motivering vragen indien hij vermoedt dat de verhoging of verlaging consequenties zal hebben. Artikel 3.7.7 van de Tarievencode vervalt en komt in aangepaste vorm terug in artikel 7.15, tweede lid, van de Netcode.

  • 19. De artikelen 3.7.6 en 3.7.11 van de Tarievencode bepaalden dat een overschrijding van het gecontracteerd transportvermogen in alle gevallen leidden tot een automatische verhoging hiervan. Het gevolg hiervan was dat met elke overschrijding van het gecontracteerd transportvermogen het transportrecht ook automatisch werd verhoogd. Hoewel deze manier van het verhogen van het gecontracteerd transportvermogen vroeger goed werkte (in een tijd zonder enige vorm van transportschaarste), is deze handelwijze in de huidige tijd niet meer werkbaar en onwenselijk geworden. Tegenwoordig heeft bijna heel Nederland last van (dreigende) transportschaarste, wat betekent dat netbeheerders onvoldoende transportcapaciteit beschikbaar hebben om iedere aangeslotene die zijn gecontracteerd transportvermogen overschrijdt automatisch meer te geven. Ook bemoeilijkt deze manier van verhogen van gecontracteerd transportvermogen de toepassing van de spelregels voor congestiemanagement. Daarom voegt de ACM een bepaling aan de Netcode toe die regelt dat de automatische verhoging van het gecontracteerd transportvermogen niet (meer) mogelijk is bij een aansluiting in een congestiegebied. Een verhoging van het gecontracteerd transportvermogen in een congestiegebied is daarom alleen nog maar mogelijk wanneer de aangeslotene de netbeheerder hierom verzoekt zoals volgt uit artikel 9.6 van de Netcode. De netbeheerder zal dit transportverzoek vervolgens, net als alle andere transportverzoeken, behandelen op volgorde van de regels van hoofdstuk 7 en 9 van de Netcode. De ACM acht deze wijziging van belang voor een objectieve, transparante en niet discriminatoire verdeling van de schaarse transportcapaciteit in (dreigende) congestiegebieden. De regels over het verhogen van het gecontracteerd transportvermogen worden verwijderd uit artikel 3.7.6 en 3.7.11 van de Tarievencode en komen (in aangepaste) vorm terug in de Netcode in de artikelen 7.15, derde lid en 7.16, vijfde lid.

  • 20. De oude Netcode bood de netbeheerder geen ruimte om het gecontracteerd transportvermogen van een aangeslotene binnen twaalf maanden na de laatste verhoging weer te verlagen als de aangeslotene daar om verzocht. Dit codewijzigingsbesluit geeft de netbeheerder deze ruimte wel. Een verlaging van het gecontracteerd transportvermogen kan eerder dan twaalf maanden na de laatste verhoging ingaan als de aangeslotene daar op redelijke gronden om verzoekt. De toegevoegde bepaling staat in artikel 7.16, vierde lid, van de Netcode.

  • 21. De bestaande bepalingen in de Tarievencode over het wijzigen van het gecontracteerd transportvermogen gingen tot nu toe enkel over afname en waren dus niet gespecificeerd naar invoeding. Dit codewijzigingsbesluit brengt daar verandering in. Niet alle regels over het wijzigen van het gecontracteerd transportvermogen voor afname passen goed bij het wijzigen van het gecontracteerd transportvermogen voor invoeding. Invoeders betalen (momenteel) geen (transport)tarief, waardoor er nu reden is om een verlaging meteen in te laten gaan in plaats van pas twaalf maanden na de laatste verhoging zoals bij afname het geval is. Daarom voegt de ACM regels toe aan de Netcode die specifiek zien op het wijzigen van het gecontracteerd transportvermogen voor invoeding. De nieuwe bepalingen staan in artikel 7.17 van de Netcode.

3.2.3 Verduidelijkingen van de codetekst
  • 22. Verder wordt met dit codebesluit het begrip ‘gecontracteerd transportvermogen’ op een eenduidige wijze vermeld in de Tarievencode elektriciteit, Netcode en Meetcode elektriciteit. Op veel plekken in deze codes werd voor ‘gecontracteerd transportvermogen’ verschillende benamingen gehanteerd terwijl hetzelfde bedoeld wordt.

3.2.4 Overige wijzigingen
  • 23. Ook worden overige wijzigingen in de codes aangepast. Het gaat daarbij om het vervallen van artikel 2.2 van de Netcode omdat deze bepaling niet meer gebruikt wordt. Daarnaast komt artikel 6.2.3 van de Meetcode elektriciteit te vervallen. Dit betreft een overgangsbepaling voor een oud type meetinrichting die al lange tijd niet meer nieuw geplaatst worden en in de loop van tijd vrijwel allemaal verdwenen zijn.

  • 24. Tot slot heeft de ACM de grammatica, spelling en interpunctie in het codevoorstel waar nodig gecorrigeerd in het besluit. Daarnaast heeft de ACM ook uit eigen beweging enkele tekstuele aanpassingen gedaan om de codebepalingen te verduidelijken.

3.2.5 Conclusie
  • 25. De ACM komt tot het oordeel dat de wijzigingen die Netbeheer Nederland voorstelt en de aanpassingen die de ACM door de zienswijzen en het gewijzigde voorstel heeft doorgevoerd, niet in strijd zijn met de belangen, regels en eisen bedoeld in artikel 36, eerste en tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998.

4 Reactie op ontvangen zienswijzen

4.1.1 Onbedoelde inhoudelijke wijziging

  • 26. Netbeheer Nederland geeft aan dat door een fout in het codewijzigingsvoorstel in het ontwerpbesluit een onbedoeld inhoudelijk verschil is ontstaan tussen het huidige artikel 3.7.11, onderdeel c, van de Tarievencode elektriciteit en het vervangende artikel 7.16, derde lid, van de Netcode. Beide bepalingen gaan over de situatie waarbij een aangeslotene zijn gecontracteerd transportvermogen heeft verlaagd en vervolgens binnen twaalf maanden deze waarde toch weer overschrijdt. Netbeheer Nederland wijst erop dat in het huidige artikel 3.7.11, onderdeel c, van de Tarievencode de nieuwe hoge waarde met terugwerkende kracht geldt vanaf het moment van de verlaging. In het vervangende artikel 7.16, derde lid, van de Netcode staat dat de nieuwe hoge waarde zou gelden vanaf het moment van de overschrijding. Netbeheer Nederland geeft aan dat zij deze inhoudelijke wijziging niet heeft beoogd en verzoekt om de tekst van artikel 7.16, derde lid, van de Netcode zo aan te passen dat deze onbedoelde inhoudelijke wijziging ongedaan wordt gemaakt. Netbeheer Nederland stelt voor om in het derde lid het woord ‘overschrijding’ in de laatste zin te vervangen door ‘hiervoor bedoelde aanpassing naar beneden’.

Reactie ACM

  • 27. De ACM volgt de toelichting van Netbeheer Nederland en past de tekst in de laatste zin van het derde lid van artikel 7.16 van de Netcode aan zoals voorgesteld door Netbeheer Nederland.

4.1.2 Automatische verhoging gecontracteerd transportvermogen in congestiegebieden

  • 28. VEMW, Gasunie en EPZ maken bezwaar tegen het vervallen van de automatische verhoging van het gecontracteerd transportvermogen bij overschrijding indien het een congestiegebied betreft. Zij merken op dat aangeslotenen in een congestiegebied door deze wijziging niet meer zeker kunnen zijn dat het extra benodigde transportvermogen beschikbaar zal zijn wanneer zij het gecontracteerd transportvermogen overschrijden. VEMW, Gasunie en EPZ geven aan dat dit aangeslotenen prikkelt om meer transportvermogen te contracteren dan zij daadwerkelijk verwachten nodig te hebben, om zo incidenteel piekgebruik in uitzonderlijke situaties te kunnen opvangen. Dit terwijl een deel van het transportvermogen niet of nauwelijks gebruikt zal worden. Zij wijzen erop dat hierdoor de congestie zal toenemen.

Reactie ACM

  • 29. Door transportschaarste op het elektriciteitsnet kan de netbeheerder momenteel op veel plekken in Nederland niet aan alle transportverzoeken voldoen. Een aangeslotene die verzoekt om (extra) transportvermogen, is er in congestiegebieden niet zeker van dat het gevraagde transportvermogen direct beschikbaar is. Indien er geen of onvoldoende transportcapaciteit beschikbaar is, komt het transportverzoek in de wachtrij. Wanneer op een later moment weer transportvermogen beschikbaar komt, kent de netbeheerder dit volgens de (voorrangs)regels van de Netcode toe aan de partijen in wachtrij.4 De ACM vindt het belangrijk dat nieuw beschikbaar gekomen transportvermogen op een non-discriminatoire en transparante manier aan aangeslotenen met een openstaand transportverzoek wordt toegewezen. Daarom vindt de ACM het maatschappelijk onwenselijk dat reeds aangesloten partijen de wachtrij kunnen omzeilen door op enig moment meer transportvermogen te gebruiken dan zij gecontracteerd hebben. Daarmee dringen ze namelijk voor op partijen die al eerder een transportverzoek hebben ingediend en al langere tijd wachten op transportvermogen. Daarbij komt dat toekomstige aangeslotenen niet de mogelijkheid hebben om het gecontracteerd transportvermogen te overschrijden, omdat ze nog geen toegang hebben tot het net. De oude systematiek gaf reeds aangeslotenen in congestiegebieden dus een oneerlijk en onevenredig voordeel ten opzichte van toekomstige aangeslotenen bij het verkrijgen van transportvermogen.

  • 30. De ACM is verder van mening dat wanneer een aangeslotene incidenteel en op onvoorspelbare momenten transportcapaciteit denkt nodig te hebben, de daarvoor benodigde transportcapaciteit vooraf gecontracteerd dient te worden. De netbeheerder moet daar in zijn capaciteitsplanning namelijk rekening mee kunnen houden. Als een aangeslotene de benodigde transportcapaciteit voor incidentele piekbelasting niet contracteert, geeft de netbeheerder mogelijk meer transportcapaciteit uit dan in werkelijkheid beschikbaar is. Dit is onwenselijk omdat hierdoor de veiligheid en betrouwbaarheid van het elektriciteitsnet in gevaar kan komen. Aanvullend merkt de ACM op dat netbeheerders bij de berekening van de netbelasting uit dienen te gaan van de verwachte fysieke netbelasting en dat zij de netbelasting dus niet alleen baseren op het gecontracteerd transportvermogen. Het deel van het gecontracteerd transportvermogen dat een aangeslotene gebruikt om incidentele piekbelasting op te vangen, gaat dus niet volledig ten koste van de ruimte op het net voor andere aangeslotenen. De ACM kan zich daarom niet vinden in het standpunt van VEMW, Gasunie en EPZ dat het contracteren van incidenteel piekgebruik de congestie zal verergeren.

  • 31. De ACM begrijpt dat de wijziging een verslechtering inhoudt voor aangeslotenen die niet volledig gebruik maken van hun aansluitcapaciteit omdat de aangeslotenen hun gecontracteerd transportvermogen, en daarmee hun transportrecht, in een congestiegebied niet meer automatisch kunnen verhogen door dit vermogen te overschrijden. Desalniettemin weegt dit belang van individuele aangeslotenen in een congestiegebied, volgens de ACM, minder zwaar dan de publieke belangen om het nog beschikbare transportvermogen op een eerlijke, niet discriminatoire manier te verdelen over andere (toekomstig) aangeslotenen die al langer op transportvermogen wachten en zoveel mogelijk van hen ook toegang te geven tot het net. De zienswijzen leiden daarom niet tot een wijziging van het codebesluit.

4.1.3 Definitie gecontracteerd transportvermogen

  • 32. VEMW merkt op dat het ontwerpcodebesluit een aanvullende omschrijving toevoegt aan de Begrippencode bij de definitie van ‘gecontracteerd transportvermogen’. De huidige omschrijving van ‘gecontracteerd transportvermogen’ in de Begrippencode is ‘het vermogen dat een aangeslotene redelijkerwijs verwacht maximaal op enig moment in het jaar nodig te hebben op zijn aansluiting’. Volgens VEMW is het problematisch dat dit wordt gecombineerd met de zinsnede ‘een aangeslotene met de netbeheerder overeenkomt en in (een bijlage bij) de aansluit- en transportovereenkomst wordt vastgelegd”. Door deze bepalingen te combineren moet een aangeslotene jaarlijks aangeven welk vermogen hij redelijkerwijs verwacht maximaal nodig te hebben, hetgeen vervolgens in de ATO moet worden vastgelegd. Dit leidt er volgens VEMW toe dat een aangeslotene een deel van zijn transportvermogen in moet leveren wanneer die in een bepaald jaar minder verwacht nodig te hebben dan het jaar ervoor. Wanneer deze aangeslotene het daaropvolgende jaar weer zijn maximale transportvermogen nodig heeft, zal hij een nieuwe aanvraag bij de netbeheerder moeten doen, met het risico dat hij het extra transportvermogen niet krijgt door bijvoorbeeld (dreigende) netcongestie. Volgens VEMW wordt een aangeslotene daardoor gedwongen om elk jaar het maximale transportvermogen te contracteren en te gebruiken om te zorgen dat hij het recht niet verliest om maximaal gebruik te maken van de transportcapaciteit waarvoor zijn aansluiting is ontworpen en waarvoor hij heeft betaald. Als gevolg daarvan wordt de beschikbare capaciteit niet optimaal aan de markt ter beschikking gesteld.

Reactie ACM

  • 33. De ACM begrijpt dat de voorgestelde definitie van gecontracteerd transportvermogen voor de Begrippencode de verwachting kan wekken dat een aangeslotene jaarlijks zijn transportrecht in de ATO moet veranderen op basis van wat hij dat jaar verwacht nodig te hebben. Het doel van de nieuwe definitie is om de beschrijving van het gecontracteerd transportvermogen te verduidelijken en te laten aansluiten bij de huidige tijd. De zinsnede ‘op enig moment in het jaar’ voegt niets toe en, zoals blijkt uit de zienswijze van VEMW, veroorzaakt enkel onduidelijkheid. Verder is de ACM van mening dat de zinsnede ‘dat een aangeslotene redelijkerwijs verwacht [...] nodig te hebben op zijn aansluiting’ ook niet meer past bij de huidige systematiek van de codes. Voorwaarden over het vaststellen van het gecontracteerd transportvermogen staan namelijk beschreven in hoofdstuk 7 en hoofdstuk 9 van de Netcode en horen naar hun aard niet thuis in de Begrippencode die gaat over definities.

  • 34. Naar aanleiding van de zienswijze van VEMW verandert de ACM de definitie van het gecontracteerd transportvermogen in de Begrippencode naar ‘het vermogen, onderscheiden naar afname van het net en invoeding op het net, dat een aangeslotene maximaal op zijn aansluiting mag gebruiken en dat gelijk is aan of kleiner is dan de waarde van de aansluitcapaciteit, rekening houdend met de in het desbetreffende net gebruikelijke arbeidsfactor.’

4.1.4 Voorrang vitale processen

  • 35. Gasunie geeft aan dat de voorgestelde artikelen 7.15 en 7.16 van de Netcode vergaande beperkingen met zich meebrengen voor aangeslotenen. Zij stelt dat het cruciaal is dat deze beperkingen niet leiden tot grote nadelige effecten op de vitale processen die door entiteiten van Gasunie worden gefaciliteerd en dat de aansluit- en transportzekerheid geborgd blijft voor deze processen. Gasunie stelt daarom voor dat aansluitingen voor het faciliteren van vitale processen voorrang moeten krijgen op aansluitingen van niet-vitale processen.

Reactie ACM

  • 36. De ACM is het eens met Gasunie dat indien sprake is van transportschaarste, partijen die een groot algemeen belang dienen bij hun aanvraag om transportcapaciteit voorrang moeten kunnen krijgen boven andere partijen. Hiervoor heeft de ACM een prioriteringskader opgesteld in het codebesluit prioriteringsruimte transportverzoeken5 dat op 1 oktober 2024 in werking is getreden. Dat staat echter los van het onderhavige codebesluit. Voor de volledigheid wijst de ACM er nog op dat het codebesluit prioriteringsruimte transportverzoeken enkel regelt dat partijen die een groot algemeen belang dienen, voorrang krijgen met hun transportverzoek. Hoe netbeheerders dienen te handelen bij aansluitverzoeken (waar VEMW in haar zienswijze ook op wijst) heeft de ACM niet in een codebesluit vastgelegd, maar volgt uit de huidige wet- en regelgeving.6 De zienswijze leidt niet tot een wijziging van het codebesluit.

4.1.5 Relatie tussen codebesluit gecontracteerd transportvermogen en codebesluit niet gebruikte transportrechten

  • 37. Gasunie geeft aan dat het codebesluit niet gebruikte transportrechten (oftewel ‘Gebruik Op Tijd Of Raak het Kwijt, hierna: GOTORK) een uitzonderingsbepaling heeft voor transportcapaciteit ten behoeve van vitale processen en dat haar entiteiten onder deze uitzonderingsbepaling vallen. Dit betekent dat het gecontracteerd transportvermogen van Gasunie niet kan worden teruggenomen. Gasunie stelt voor om net zoals bij het GOTORK-besluit ook in deze codewijzing over gecontracteerd transportvermogen een uitzondering op te nemen waardoor het voor partijen die bijdragen aan vitale processen mogelijk blijft om ook binnen congestiegebieden in geval van incidenteel piekgebruik het gecontracteerd transportvermogen automatisch te kunnen verhogen.

  • 38. VEMW geeft aan dat het onduidelijk is hoe dit ontwerpbesluit zich verhoudt tot het codebesluit GOTORK. Zij geeft aan dat in zowel dit ontwerpbesluit als in het GOTORK-besluit de rechten van aangeslotenen komen te vervallen, of worden ingetrokken waardoor de gecontracteerde transportcapaciteit verminderd wordt. Volgens VEMW zijn er in het geval van GOTORK waarborgen ingeregeld om de rechtspositie van de aangeslotene te bewaken. Omdat in dit ontwerpbesluit deze waarborgen ontbreken, kan er zonder meer inbreuk worden gemaakt op de rechten van de aangeslotene waardoor deze komen te vervallen, aldus VEMW.

Reactie ACM

  • 39. Codebesluit GOTORK7 geeft netbeheerders de mogelijkheid om ongebruikt gecontracteerd transportvermogen van aangeslotenen te beperken en beschikbaar te stellen aan andere netgebruikers, zonder dat een aangeslotene hierom verzocht heeft. Daarmee vormt het (inderdaad) een beperking van bestaande transportrechten. In het onderhavige codebesluit wordt niet getornd aan bestaande transportrechten. Hier worden enkel de bepalingen over het verkrijgen van extra transportvermogen aangepast. Zo kan een aangeslotene in een congestiegebied niet langer (automatisch) meer transportvermogen verkrijgen door zijn gecontracteerd transportvermogen te overschrijden, maar moet hij daarvoor (net zoals iedere andere netgebruiker) een aanvraag indienen bij de netbeheerder die volgens de regels van hoofdstuk 7 en 9 van de Netcode bepaalt of de aangeslotene het transportrecht kan krijgen. De ACM is van oordeel dat daarmee de schaarse transportcapaciteit eerlijker verdeeld wordt over alle (toekomstig) aangeslotenen. De ACM acht waarborgen zoals bij codebesluit GOTORK waar aangeslotenen aanspraak op kunnen maken, of een uitzondering voor aangeslotenen die bijdragen aan vitale processen, hier niet noodzakelijk.

4.1.6 Datum inwerkingtreding

  • 40. EPZ geeft aan dat alle aangeslotenen voor 2024 hun gecontracteerd transportvermogen al hebben vastgelegd op basis van de actuele Netcode. Als gevolg daarvan zou deze codewijziging op zijn vroegst in werking kunnen treden op 1 januari 2025.

Reactie ACM

  • 41. De ACM begrijpt dat een wijziging in de regels van het gecontracteerd transportvermogen invloed kan hebben op de (maximale) hoeveelheid transportvermogen die partijen willen contracteren na de inwerkingtreding van dit besluit. Echter staat het partijen vrij om na de inwerkingtreding van dit codebesluit een andere hoeveelheid transportvermogen te contracteren. De ACM merkt daarbij op dat het in congestiegebieden (in veel gevallen) al niet meer mogelijk is meer transportvermogen te contracteren, waardoor een eventuele overgangstermijn weinig zin heeft.

4.1.7 Beoordeling verlaging

  • 42. Artikel 7.16, vierde lid, van de Netcode legt een nieuwe procedure vast voor wanneer een aangeslotene verzoekt om het gecontracteerd transportvermogen naar beneden aan te passen. Hieruit volgt dat er sprake moet zijn van redelijke gronden, bijvoorbeeld naar aanleiding van sterk gewijzigde omstandigheden bij de verbruiker die vooraf niet in redelijkheid hadden kunnen worden voorzien. VEMW stelt dat deze bepaling te onduidelijk is. Er zijn namelijk geen kaders vastgelegd die invulling geven aan de begrippen ‘redelijke gronden’, ‘sterk gewijzigde omstandigheden’ of ‘redelijkheid’. Dit is volgens VEMW problematisch omdat het aan de netbeheerder is om te beoordelen of nadere onderbouwing van de gronden nodig is. VEMW verzoekt de ACM dan ook om duidelijke kaders te stellen waaraan artikel 7.16, vierde lid getoetst kan worden, om te voorkomen dat de netbeheerder zelf standaarden moet gaan stellen.

Reactie ACM

  • 43. De ACM is het eens met VEMW dat het in het ontwerpcodebesluit voorgestelde artikel 7.16, vierde lid van de Netcode voor onduidelijkheid zorgt. Artikel 7.16, vierde lid, van de Netcode moet namelijk een nuancering en verruiming zijn van (het met dit codebesluit nieuw toegevoegde) artikel 7.16, tweede lid van de Netcode.8 Het tweede lid bepaalt dat de netbeheerder het gecontracteerd transportvermogen van een aangeslotene verlaagt wanneer de aangeslotene daarom verzoekt, waarbij de nieuwe waarde niet eerder ingaat dan twaalf maanden na de laatste verhoging van het gecontracteerd transportvermogen. De bedoeling van het vierde lid is dat een netbeheerder de mogelijkheid heeft om de nieuwe waarde eerder dan binnen twaalf maanden in te laten gaan indien de aangeslotene daar op redelijke gronden om verzoekt. De ACM constateert dat dit niet duidelijk uit het vierde lid van artikel 7.16 van de Netcode volgt. Zij voegt daarom de zinsnede ‘binnen twaalf maanden na de verhoging’ toe aan de eerste zin van artikel 7.16, vierde lid, van de Netcode om dit te verduidelijken tussen ‘aansluitingen als bedoeld in het eerste lid’ en ‘naar beneden aan’.

  • 44. De ACM ziet verder, anders dan VEMW meent, geen aanleiding om deze bepaling, met de toegevoegde verduidelijking, verder te verduidelijken voor de begrippen die VEMW noemt. De bepaling betreft immers een verruiming van de huidige voorwaarden en een tegemoetkoming voor aangeslotenen die hun gecontracteerde transportvermogen sneller willen verlagen. Een nadere invulling van begrippen zoals ‘redelijke gronden’ en ‘sterk gewijzigde omstandigheden’ zou immers de ruimte die een aangeslotene heeft om hierom te vragen alleen maar beperken.

4.1.8 Overgangsbepaling

  • 45. VEMW geeft aan dat de voorgestelde overgangsbepaling in artikel 15.6 van de Netcode een grote inbreuk maakt op de rechten van aangeslotenen terwijl een dergelijke bepaling de bestaande rechten van aangeslotenen zou moeten respecteren. VEMW geeft aan dat het eerste lid een zeer nadelige invloed op de business case van aangeslotenen kan hebben. Anders dan volgt uit het eerste lid, is volgens VEMW de hoogste waarde gedurende een onbalansperiode in de voorgaande 24 maanden geen goede indicatie van de benodigde transportcapaciteit in de toekomst. VEMW geeft als voorbeeld dat een aangeslotene geïnvesteerd kan hebben in duurzame opwek op basis van de aanname dat de benodigde capaciteit gecontracteerd is. De businesscase voor deze investering vervalt wanneer de gecontracteerde transportcapaciteit op grond van het eerste lid van artikel 15.6 van de Netcode komt te vervallen. Verder kan de waarde van het gecontracteerd transportvermogen in de voorgaande 24 maanden ook lager uitvallen door het gebruik van eigen opwek. Daarnaast stelt VEMW dat artikel 15.6, tweede lid, van de Netcode een nog grotere inbreuk maakt op de rechten van aangeslotenen omdat dit de netbeheerder toestaat in een congestiegebied eenzijdig het transportvermogen van de aangeslotene te bepalen. Het bestaande recht op transportvermogen waarop aangeslotenen investeringsbeslissingen hebben genomen komt hiermee geheel te vervallen. Volgens VEMW is dit in strijd met de rechtszekerheid waar een overgangsrechtelijke bepaling aan moet voldoen.

Reactie ACM

  • 46. De ACM volgt de zienswijze van VEMW dat de voorgestelde overgangsbepaling geen recht doet aan de bestaande transportrechten van aangeslotenen. De ACM heeft Netbeheer Nederland daarom een opdracht gegeven om een (of meerdere) concrete waarborg(en) op te nemen in de overgangsbepaling, zodat een aangeslotene effectief gebruik kan blijven maken van zijn transportrecht in het geval het gecontracteerd transportvermogen voor afname of invoeding nog niet is overeengekomen met de netbeheerder, zowel binnen als buiten een congestiegebied. Netbeheer Nederland heeft daaraan gehoor gegeven door het in het codewijzigingsvoorstel voorgestelde artikel 15.6 van de Netcode in z’n geheel te laten vervallen. De ACM volgt dit voorstel. Vanwege de grote verschillen die er tussen ATO’s van aangeslotenen kunnen zijn, is de ACM van mening dat één algemene overgangsbepaling niet werkbaar is. De netbeheerder en aangeslotene kunnen daarom in individuele gevallen met elkaar in overleg treden over de omvang van het transportrecht. Zo kunnen aangeslotenen effectief gebruik blijven maken van hun transportrecht in het geval het gecontracteerd transportvermogen voor afname of invoeding nog niet is overeengekomen met de netbeheerder.


X Noot
1

Zie de brief van de ACM van 29 oktober 2024 met kenmerk ACM/UIT/629695 ‘Wijzigingsopdracht codevoorstel GTV’.

X Noot
2

Zie de brief van Netbeheer Nederland van 2 december 2024 met kenmerk BR-2024-2125 ‘Reactie wijzigingsopdracht ACM/UIT/629695 bij codevoorstel GTV’.

X Noot
3

De ACM wijst erop dat een netbeheerder binnen congestiegebieden ongebruikte transportcapaciteit uiteindelijk wel kan beperken, indien wordt vastgesteld dat de transportcapaciteit niet volledig gebruikt zal worden binnen een termijn van ten minste twaalf maanden. Op een aantal situaties is deze bepaling niet van toepassing, waaronder aansluitingen ten behoeve van vitale processen en aansluitingen waarvoor de aangeslotene aantoont dat het gecontracteerd transportvermogen incidenteel en onverwacht moet kunnen worden aangesproken voor vanuit de technische veiligheid van de installatie onvermijdelijke belastingen. Zie artikel 7.13 en codewijzigingsbesluit GOTORK van 16 april 2024, met kenmerk ACM/22/180812.

X Noot
4

Zie artikel 7.0b van de Netcode.

X Noot
5

Codebesluit ‘prioriteringsruimte transportverzoeken’ van 12 april 2024, vindplaats https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-12928.html. Op het moment van publicatie van onderhavig codewijzigingsbesluit is het codebesluit ‘prioritering transportverzoeken’ vernietigd door het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) (ECLI:NL:CBB:2025:145). Het CBb heeft daarbij de voorlopige voorziening getroffen dat het prioriteringskader blijft gelden tot 1 januari 2026. Vanwege het grote maatschappelijke belang van het prioriteringskader is de ACM daarnaast bezig met het vaststellen van een nieuw kader dat vanaf 1 januari 2026 gaat gelden.

X Noot
6

Namelijk dat netbeheerders aansluitverzoeken non-discriminatoir moeten behandelen en de aansluiting binnen een vastgestelde maximum termijn dienen te realiseren.

X Noot
8

Het voorgestelde artikel 7.16, tweede lid, van de Netcode staat al in de huidige Tarievencode onder artikel 3.7.11, onderdeel a en wordt met deze codewijziging verplaatst naar de Netcode.

Naar boven