Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 5 juli 2023, nr. WJZ/33416874, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2023 in verband met de invoering van een subsidiemodule voor de verbetering van de energie-efficiëntie van vissersvaartuigen en een technische verbetering

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 2, eerste lid, 4, aanhef en onderdelen a, b, d en h, 5, eerste en tweede lid, 15, 16, 17, eerste lid, onderdeel a, en vierde lid, 19, tweede en derde lid, 25, 30, vierde en vijfde lid, 34, eerste lid, en 50, tweede, vierde en zevende lid, van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1 wordt in de alfabetische volgorde een begrip met bijbehorende omschrijving ingevoegd, luidende:

groepsvrijstellingsverordening visserij:

verordening (EU) 2022/2473 van de Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2022, L 327);.

B

Artikel 1.7, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt na ‘het landbouwsteunkader’ ingevoegd ‘, respectievelijk de groepsvrijstellingsverordening visserij’.

2. In onderdeel a wordt na ‘het landbouwsteunkader’ ingevoegd ‘, respectievelijk artikel 7, eerste lid, van de groepsvrijstellingsverordening visserij’.

3. In onderdeel b wordt na ‘het landbouwsteunkader’ ingevoegd ‘, respectievelijk artikel 7, derde lid, van de groepsvrijstellingsverordening visserij’.

4. In onderdeel c wordt na ‘het landbouwsteunkader’ ingevoegd ‘, respectievelijk artikel 7, vierde lid, van de groepsvrijstellingsverordening visserij’.

C

Artikel 1.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het vierde tot en met tiende lid tot vijfde tot en met elfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. Indien een subsidie die op grond van deze regeling wordt verleend, staatssteun bevat die door de groepsvrijstellingsverordening visserij wordt gerechtvaardigd, maakt de minister binnen zes maanden na de datum van subsidieverlening de volgende gegevens bekend:

    • a. de gegevens, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdelen a en b, van de groepsvrijstellingsverordening visserij; en

    • b. de gegevens, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de groepsvrijstellingsverordening visserij, voor zover de individuele steun meer bedraagt dan € 10.000.

2. In het elfde lid (nieuw) wordt ‘eerste tot en met negende lid’ vervangen door ‘eerste tot en met tiende lid’.

D

In titel 2.1 wordt na artikel 2.1.2 een nieuw artikel toegevoegd:

Artikel 2.1.3. Subsidievoorwaarde groepsvrijstellingsverordening visserij

  • 1. Indien een subsidie die op grond van deze regeling wordt verleend, staatssteun bevat die door de groepsvrijstellingsverordening visserij wordt gerechtvaardigd, vindt de subsidieverlening uitsluitend plaats indien de subsidieaanvrager de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid naleeft.

  • 2. Indien de subsidieaanvrager de in het eerste lid bedoelde regels niet naleeft, wordt de subsidie geheel of gedeeltelijk teruggevorderd, in verhouding tot de ernst van de inbreuk.

E

In artikel 2.5.5, tweede lid, wordt ‘die al dan niet betrekking hebben op landbouwinnovatie of aanvullende investeringen’ vervangen door ‘die al dan niet betrekking hebben op landbouwinnovatie, aanvullende investeringen of omschakeling’.

F

Na titel 2.20 wordt een titel ingevoegd, luidende:

Titel 2.21 Verbetering energie-efficiëntie van vissersvaartuigen

Artikel 2.21.1. Begripsomschrijvingen

In deze titel wordt verstaan onder:

eigenaar van een vissersvaartuig:

micro-, kleine of middelgrote onderneming als bedoeld in de groepsvrijstellingsverordening visserij die het eigendom heeft van een vissersvaartuig en onder wiens naam het in het register, bedoeld in artikel 4 van het Besluit registratie vissersvaartuigen 1998, is ingeschreven;

vissersvaartuig:

vissersvaartuig als bedoeld in artikel 4, eerste lid, punt 4, van verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PbEU 2013, L 354), dat is ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 4 van het Besluit registratie vissersvaartuigen 1998.

Artikel 2.21.2. Subsidieaanvraag

De minister verleent op aanvraag subsidie aan de eigenaar van een vissersvaartuig voor het verbeteren van de energie-efficiëntie van een vissersvaartuig met de maatregelen, bedoeld in artikel 27, tweede lid, onderdeel a, van de groepsvrijstellingsverordening visserij.

Artikel 2.21.3. Hoogte subsidie
  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten.

  • 2. De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 1.250.000 per eigenaar van een vissersvaartuig.

Artikel 2.21.4. Subsidiabele kosten

De kosten, bedoeld in artikel 27, vierde lid, onder i, ii en iii, van de groepsvrijstellingsverordening visserij, met uitzondering van de kosten van vistuigen, komen voor een subsidie in aanmerking.

Artikel 2.21.5. Verdeling subsidieplafond

De minister verdeelt het subsidieplafond op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 2.21.6. Realisatietermijn

De termijn, bedoeld in artikel 23, onderdeel b, van het besluit, is twee jaar.

Artikel 2.21.7. Afwijzingsgronden

Onverminderd de artikelen 22 en 23 van het besluit beslist de minister afwijzend op een aanvraag tot subsidieverlening indien:

  • a. het vissersvaartuig op het moment van indiening van de aanvraag niet behoort tot segment MFL1 of MFL2, bedoeld in de Uitvoeringsregeling zeevisserij;

  • b. sprake is van verrichtingen of activiteiten als bedoeld in artikel 1, derde lid, onderdeel e, van de groepsvrijstellingsverordening visserij;

  • c. de aanvrager activiteiten heeft verricht als bedoeld in artikel 1, derde lid, onderdeel f, van de groepsvrijstellingsverordening visserij;

  • d. de subsidiabele kosten in aanmerking komen of kwamen voor een subsidie als bedoeld in artikel 3.3.2, eerste lid, van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021;

  • e. er aan de eigenaar van een vissersvaartuig ten behoeve van een vissersvaartuig reeds een subsidie als bedoeld in artikel 2.21.2 voor dezelfde soort maatregel is verstrekt.

Artikel 2.21.8. Verplichtingen subsidieontvanger

Indien subsidie is verstrekt voor een vissersvaartuig en het vissersvaartuig binnen vijf jaar na de datum van de laatste betaling naar buiten de Europese Unie wordt overgedragen of omgevlagd, wordt de beschikking tot subsidievaststelling onverminderd artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht ingetrokken of ten nadele van de subsidieontvanger gewijzigd.

Artikel 2.21.9. Informatieverplichtingen

Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend met gebruikmaking van een middel dat hiervoor door de minister beschikbaar wordt gesteld en bevat in ieder geval:

  • a. gegevens over de eigenaar van een vissersvaartuig, waaronder de naam van de eigenaar van een vissersvaartuig, of er sprake is van een micro-, kleine en middelgrote onderneming, het nummer waarmee de onderneming is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel, het post- en bezoekadres en rekeningnummer;

  • b. gegevens over de contactpersoon bij de eigenaar van een vissersvaartuig, waaronder de naam, het telefoonnummer en het e-mailadres;

  • c. het CFR-nummer, bedoeld in artikel 2, onderdeel l, van uitvoeringsverordening (EU) 2017/218 van de Commissie van 6 februari 2017 inzake het vissersvlootregister van de Unie (PbEU 2017, L 34), van het vissersvaartuig ten behoeve waarvan de subsidie wordt aangevraagd;

  • d. een plan met daarin een beschrijving van de uit te voeren maatregelen en de beoogde planning;

  • e. een begroting van de kosten van de uit te uit te voeren maatregelen, voorzien van een gespecificeerde offerte.

Artikel 2.21.10. Aanvraag subsidievaststelling
  • 1. Onverminderd artikel 50, tweede lid, van het besluit gaat de aanvraag tot subsidievaststelling vergezeld van een afschrift van de factuur en het betalingsbewijs van de ten behoeve van de subsidiabele activiteit gemaakte en betaalde kosten.

  • 2. In afwijking van artikel 50, tweede lid, onderdeel c, van het besluit behoeft de aanvraag niet vergezeld te gaan van een controleverklaring.

Artikel 2.21.11. Staatssteun

De subsidie, bedoeld in artikel 2.21.1, bevat staatssteun en wordt gerechtvaardigd door artikel 27 van de groepsvrijstellingsverordening visserij.

Artikel 2.21.12. Vervaltermijn

Deze titel vervalt met ingang van 1 juli 2028, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verleend.

G

In artikel 3, onderdeel e, van bijlage 2.5.1 wordt ‘die voldoet aan de criteria van artikel 6’ vervangen door ‘die voldoet aan de criteria van de artikelen 6 en 7, derde en vierde lid’.

ARTIKEL II

In de tabel behorende bij artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2023 wordt na de rij van titel 2.20 een rij ingevoegd, luidende:

Titel 2.21: Verbetering energie-efficiëntie van vissersvaartuigen

     

22-08-2023 t/m 21-11-2023

€ 20.000.000

ARTIKEL III

In artikel 16, tweede lid, van de Subsidieregeling Nationaal Groeifonds wordt ‘1.8, eerste en negende lid’ vervangen door ‘1.8, eerste en elfde lid’.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel I, onderdelen E en G, terug tot en met 1 juli 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 5 juli 2023

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: RNES) en van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2023. Er wordt een subsidiemodule (Verbetering energie-efficiëntie van vissersvaartuigen) voor de visserij toegevoegd aan de RNES. Op grond van deze subsidiemodule kunnen eigenaren van vissersvaartuigen subsidie aanvragen voor investeringen die leiden tot een verbetering van de energie-efficiëntie van hun vissersvaartuigen. Tevens is een technische verbetering doorgevoerd in de titel Borgstelling MKB-landbouwkredieten en in de Subsidieregeling Nationaal Groeifonds.

2. Aanleiding en doel

De Nederlandse visserij zit in een transitiefase richting een meer duurzame en robuuste sector. Voor deze transitie zal de nodige innovatie moeten plaatsvinden, maar innovatie kost tijd. Om ervoor te zorgen dat de visserijsector nu al start met verduurzaming en om daarnaast de sector minder kwetsbaar te maken voor stijgende brandstofprijzen, wordt de subsidiemodule Verbetering energie-efficiëntie van vissersvaartuigen (hierna: de subsidiemodule) beschikbaar gesteld. Het doel van de subsidiemodule is om de visserijsector te ondersteunen bij de aanschaf en installatie van onderdelen aan vissersvaartuigen die leiden tot verhoging van de energie-efficiëntie of tot vermindering van de uitstoot van verontreinigende stoffen of broeikasgassen.

De specifieke doelgroep voor deze regeling zijn de eigenaren van vissersvaartuigen die zich bevinden in de vlootsegmenten MFL1 en MFL2. In deze vlootsegmenten bevinden zich onder andere de kottervissers en de garnalenvissers. Bij deze vissers is de noodzaak om te verduurzamen het hoogst, zij verbruiken namelijk de meeste brandstof. Vanwege dit hoge brandstofverbruik is bij deze vissers ook de meeste impact te behalen op het gebied van verduurzaming.

De onderhavige regeling is opgesteld op basis van artikel 27 van de groepsvrijstellingsverordening visserij (verordening (EU) 2022/24731).

3. Hoofdlijnen subsidiemodule

De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten. Per onderneming die aanvraagt is een maximaal subsidiebedrag van € 1.250.000 beschikbaar.

Binnen deze subsidiemodule zijn de maatregelen subsidiabel die genoemd staan in artikel 27, vierde lid, onder i en ii, van de groepsvrijstellingsverordening visserij, onder de daar en in het tweede lid beschreven voorwaarden. De voor subsidie in aanmerking komende kosten zijn de kosten van aanschaf en installatie van de volgende zaken, mits ze leiden tot een verhoging van de energie-efficiëntie of vermindering van de uitstoot van verontreinigende stoffen of broeikasgassen:

  • energie-efficiënte propellers, inclusief aandrijfassen;

  • katalysatoren;

  • energie-efficiënte generatoren;

  • econometers, brandstofbeheerssystemen en monitoringsystemen;

  • straalpijpen;

  • boegschroeven;

  • aandrijvingsonderdelen op hernieuwbare energie;

  • stabiliteitsmechanismen;

  • niet-toxische aangroeiwerende middelen;

  • maatregelen om de stuurinrichting om de roeractiviteit te verminderen; en

  • proeven in stromingstanks.

Daarnaast zijn de kosten subsidiabel die gemaakt worden voor de verbouwing van een vissersvaartuig ten behoeve van de overschakeling van gesleept vistuig naar een ander gesleept tuig, of naar een alternatief tuig, onder artikel 27, vierde lid, onder iii, van de groepsvrijstellingsverordening visserij. De kosten die gemaakt worden voor de aanschaf van vistuigen (zoals netten) zijn niet subsidiabel.2 Vistuigen zijn slijtagegevoelig en zijn essentieel voor de bedrijfsvoering, ongeacht of hiervoor subsidie beschikbaar is. Met andere woorden, dit zijn reguliere bedrijfskosten. De uitsluiting van deze kosten past ook binnen de bedoeling van artikel 27, vierde lid, van de groepsvrijstellingsverordening visserij. Daarin is namelijk bepaald dat alleen de extra kosten in aanmerking komen en dat kosten in verband met het basisonderhoud van de romp (eveneens reguliere bedrijfskosten) niet in aanmerking komen voor steun. Dit past ook in de bredere voorwaarde van artikel 14, onderdeel b, van de groepsvrijstellingsverordening visserij dat operationele kosten niet voor subsidie in aanmerking komen.

Kosten voor de aankoop en installatie van een SCR-katalysator zijn in geval van een aanvraag door houders van vergunningen voor het vangen van garnalen niet subsidiabel. De reden hiervoor is dat die specifieke doelgroep onder de subsidiemodule ‘Investeringen in SCR-katalysatoren’ uit de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021 de mogelijkheid heeft (gehad) om subsidie aan te vragen.

Met deze subsidieregeling kan elke onderneming zelf de inschatting maken van de benodigde maatregelen binnen de voornoemde mogelijkheden ter verbetering van de energie-efficiëntie van het vissersvaartuig.

Om steun te mogen verlenen op basis van de groepsvrijstellingsverordening visserij moet voldaan worden aan diverse voorwaarden uit die verordening. Zo is het bijvoorbeeld alleen mogelijk om subsidie te verstrekken aan vaartuigen die in de twee kalenderjaren voorafgaand aan het jaar van indiening van de steunaanvraag gedurende ten minste zestig dagen per jaar visserijactiviteiten hebben verricht (artikel 1, derde lid, onderdeel e, onder xii, van de groepsvrijstellingsverordening visserij).

4. Staatssteun

Deze subsidiemodule bevat staatssteun die wordt gerechtvaardigd door artikel 27 van de groepsvrijstellingsverordening visserij, voor zover de aanvrager een micro-, kleine of middelgrote onderneming (KMO) is die actief is in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten. De subsidiemodule is in overeenstemming met de voorwaarden van de groepsvrijstellingsverordening visserij.

De steun gaat naar vissers die brandstofbesparende maatregelen nemen om hun vaartuigen energie-efficiënter te maken. De steun, die is bekostigd met overheidsmiddelen afkomstig uit het Klimaatfonds, dekt de investeringskosten van de vissers die worden gemaakt als onderdeel van hun visserijactiviteiten, die economisch van aard zijn. Deze visserijondernemingen verkrijgen hiermee een voordeel in de zin van financiering die anders moeilijk te krijgen zou zijn geweest. De steun is ook selectief van aard, omdat hij alleen naar vissers gaat die bepaalde energiebesparende maatregelen nemen die in aanmerking komen binnen de subsidiemodule. De gedekte kosten worden gemaakt door vergelijkbare vissers in andere lidstaten van de Europese Unie die soortgelijke energiebesparende maatregelen nemen. Dit betekent dat de Nederlandse vissers door de steun in een betere financiële positie komen dan hun concurrenten binnen de Europese Unie die deze kosten zelf moeten betalen. Daardoor is er sprake van een mogelijke invloed op de handel tussen landen in de interne Europese markt.

Om de voorgaande redenen is het aannemelijk dat de steun die in het kader van deze regeling wordt verleend, als staatssteun kwalificeert. De steun is echter te rechtvaardigen met toepassing van artikel 27 van de groepsvrijstellingsverordening visserij.

Op basis van artikel 27 van de groepsvrijstellingsverordening visserij is steun om de energie-efficiëntie te verbeteren en de gevolgen van klimaatverandering te matigen verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, derde lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU). Ook is de steun vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, derde lid, van het VWEU, indien wordt voldaan aan de voorwaarden die daaraan zijn gesteld. Het gaat daarbij overeenkomstig het tweede lid, onderdeel a, van artikel 27 van de groepsvrijstellingsverordening visserij, om investeringen in maatregelen of uitrusting die de energie-efficiëntie van de vissersvaartuigen verhogen.

Bovendien zorgen de gestelde eisen in de onderhavige regeling en het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: Kaderbesluit) ervoor dat de subsidie verleend wordt in overeenstemming met de eisen uit de voormelde artikelen van de groepsvrijstellingsverordening visserij, inclusief de subsidiabele kosten, en dat wordt voldaan aan de eisen met betrekking tot transparantie, stimulerend effect en cumulatie. Ook blijft onderhavige regeling binnen de daarvoor geldende drempels voor aanmelding van de steun en de maximum steunintensiteit van 50%. Binnen twintig werkdagen na de inwerkingtreding van deze regeling zal een kennisgeving aan de Europese Commissie worden gedaan, conform artikel 11, tweede lid, van de groepsvrijstellingsverordening visserij.

5. Regeldruk

Het aanvraagformulier voor de regeling zal eenvoudig zijn, daarom is de verwachting dat de administratieve lasten voor de aanvragers per aanvraag 14 uur á € 60,– bedragen. Uitgaande van 15 tot 30 aanvragen zullen de geschatte totale administratieve lasten voor het bedrijfsleven derhalve € 11.700,– tot € 23.400,– bedragen. Er zijn geen inhoudelijke nalevingskosten verbonden aan deze regeling.

Het Adviescollege Toetsing Regeldruk heeft deze regeling niet geselecteerd voor formele advisering, omdat deze geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

6. Uitvoering

De uitvoering van de subsidiemodule is in handen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO), onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. RVO heeft de regeling getoetst op de doelmatigheid en de gebruiksvriendelijkheid voor subsidie-aanvragers en RVO. Deze wijzigingsregeling wordt uitvoerbaar en handhaafbaar geacht.

II. Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A tot en met D

Aan artikel 1.1 van de RNES is een begripsbepaling toegevoegd van verordening (EU) 2022/2473. Deze toevoeging heeft plaatsgevonden omdat er in de subsidiemodule (onderdeel F) verwijzingen naar de desbetreffende Europese verordening staan.

In artikel 1.7 van de RNES is van de mogelijkheid in artikel 4, onderdeel h, van het Kaderbesluit gebruik gemaakt om bij ministeriële regeling nadere regels te stellen over onderwerpen die, in afwijking van of in aanvulling op de regels van het Kaderbesluit, nadere regeling behoeven op basis van een Europees steunkader.

Zo was in artikel 1.7 al opgenomen op welke wijze de in aanmerking komende kosten berekend worden, voor zover subsidie wordt verstrekt die onder de algemene groepsvrijstellingsverordening en de groepsvrijstellingsverordening landbouw, het landbouwsteunkader, het O&O&I-steunkader en het milieu- en energiesteunkader. Er is nu voor gezorgd dat dit ook duidelijk is voor de gevallen waarin subsidie wordt verleend op grond van de groepsvrijstellingsverordening visserij.

In de diverse Europese steunkaders die voor subsidieverlening op grond van de RNES van belang zijn, bevinden zich bekendmakingsverplichtingen voor de lidstaten van de Europese Unie die bij het verlenen van staatssteun in acht genomen moeten worden. In artikel 1.8 van de RNES zijn bepalingen opgenomen die ervoor zorgen dat aan deze verplichtingen uit de diverse Europese steunkaders voldaan wordt. Aan de diverse verplichtingen is een bekendmakingsverplichting toegevoegd in geval de subsidie staatssteun bevat die gerechtvaardigd wordt door de groepsvrijstellingsverordening visserij.

In het nieuwe artikel 2.1.3 van de RNES is een algemene subsidievoorwaarde opgenomen dat de aanvrager moet handelen in overeenstemming met de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid. Deze voorwaarde vloeit voort uit artikel 4, tweede lid, van de groepsvrijstellingsverordening visserij.

Onderdelen E en G

De wijzigingen in deze onderdelen zijn eerder in de titel Borgstelling MKB-landbouwkredieten doorgevoerd3 en waren op 1 januari 2022 in werking getreden. Hierbij was ervan uitgegaan dat in de titel de eerdere uitbreiding voor de MKB-visserij- en aquacultuurkredieten vanwege het coronavirus niet meer zou gelden. Deze uitbreiding was echter op 21 december 2021 tot 1 juli 2022 verlengd en bij die verlenging had rekening moeten worden gehouden met de eerdere wijzigingen van 8 december 2021. Per abuis is dit niet gebeurd, waardoor die wijzigingen per 1 juli 2022 zijn vervallen. Met de onderhavige onderdelen is dit hersteld.

Hiermee wordt het (weer) mogelijk om een apart subsidieplafond voor omschakeling naar duurzame landbouwbedrijfsvoering of biologische landbouw vast te stellen. Tevens hoeft er voor een omschakelkrediet naar biologische landbouw of naar duurzame landbouwbedrijfsvoering geen tekort aan zekerheden (meer) te zijn om in aanmerking te komen voor een landbouwborgstellingskrediet.

Onderdeel F

Met dit onderdeel is een nieuwe titel (subsidiemodule) opgenomen in de RNES. Hieronder worden de artikelen afzonderlijk toegelicht.

Artikel 2.21.1

In dit artikel zijn de begripsbepalingen opgenomen die van belang zijn voor de subsidiemodule. In de begripsomschrijving van ‘eigenaar van een vissersvaartuig’ is aangesloten bij de begripsomschrijving van ‘kleine, middelgrote en micro-ondernemingen’ uit de groepsvrijstellingsverordening visserij. In bijlage I van de groepsvrijststellingsverordening visserij worden de criteria beschreven waaraan kleine, middelgrote en micro-ondernemingen moeten voldoen om als zodanig aangemerkt te worden. Deze sluiten blijkens overweging 27 van de groepsvrijstellingsverordening visserij aan bij de algemene en breed toegepaste criteria uit Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PbEU 2003, L 124). Daarnaast moet het desbetreffende vissersvaartuig waarvoor subsidie wordt aangevraagd zijn ingeschreven in het visserijregister onder de naam van de desbetreffende onderneming.

Artikelen 2.21.2 en 2.21.4

Subsidie kan slechts worden aangevraagd door een visserijonderneming die een (ingeschreven) vissersvaartuig in eigendom heeft. Investeringen die zijn gedaan voordat een aanvraag om subsidie is ingediend, komen niet voor subsidie in aanmerking. Welke kosten wel in aanmerking komen, zijn toegelicht in paragraaf 3 van het algemeen deel van deze toelichting.

Artikel 2.21.3

Voor deze subsidiemodule bedraagt de subsidie 50 procent van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 1.250.000 per onderneming. Dit percentage en bedrag zijn in overeenstemming met de maximale steun(intensiteit), genoemd in artikel 27, vijfde lid, van de groepsvrijstellingsverordening visserij, en de maximale steun, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de groepsvrijstellingsverordening visserij.

Artikel 2.21.5

Dit artikel bepaalt op welke wijze het subsidieplafond wordt verdeeld. De verdeling vindt plaats op basis van volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Hierover stelt artikel 27 van het Kaderbesluit regels. Dit betekent dat de aanvraag die het eerst is binnengekomen, het eerst voor subsidie in aanmerking komt, uiteraard met inachtneming van het maximale subsidiebedrag. Wanneer de ingediende aanvraag onvolledig is, krijgt de aanvrager de mogelijkheid de ontbrekende stukken alsnog aan te leveren. De datum waarop de aanvraag volledig is, is de datum van binnenkomst. Er vindt loting plaats om de volgorde te bepalen als er meerdere aanvragen worden ingediend op de dag dat het subsidieplafond wordt overschreden, en er onduidelijkheid is over het tijdstip van ontvangst van die aanvragen.

Artikel 2.21.6

Dit artikel bepaalt de realisatietermijn van de gesubsidieerde projecten. Met betrekking tot deze subsidiemodule bedraagt de realisatietermijn maximaal twee jaar. Dit betekent dat het desbetreffende project twee jaar na de subsidieverlening gerealiseerd moet kunnen zijn. Indien uit het bij de subsidieaanvraag aangeleverde plan blijkt dat de maatregelen niet uiterlijk binnen twee jaar gerealiseerd zouden kunnen worden, wordt de subsidieaanvraag afgewezen. De grondslag om deze subsidie af te wijzen, staat in artikel 23, onderdeel b, van het Kaderbesluit.

Artikel 2.21.7

Dit artikel bevat de specifieke afwijzingsgronden. Deze gronden gelden in aanvulling op de algemene afwijzingsgronden in de artikelen 22 en 23 van het Kaderbesluit.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit beslist afwijzend op een aanvraag tot subsidieverlening wanneer één van de in artikel 2.21.7 opgesomde afwijzingsgronden van toepassing is.

In onderdeel a is opgenomen dat de aanvraag wordt afgewezen als de eigenaar van het vissersvaartuig niet behoort tot de doelgroep van de subsidiemodule, omdat het vissersvaartuig niet behoort tot het segment MFL1 of MFL2.

In de onderdelen b en c is invulling gegeven aan specifieke vereisten uit de groepsvrijstellingsverordening visserij, die bepalen dat ondernemingen bij of na het verrichten van sommige verrichtingen of activiteiten niet voor steun in aanmerking komen.

In onderdeel d is opgenomen dat, indien het gaat om een investering in een zogenoemde SCR-katalysator waarvoor op grond van artikel 3.3.2 van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021 al een subsidie verkregen kon worden, de aanvraag voor subsidie binnen de onderhavige subsidiemodule wordt afgewezen.

Een aanvraag wordt op grond onderdeel e afgewezen, indien ten aanzien van de betreffende subsidieaanvrager al een subsidie voor een zelfde maatregel en ten behoeve van hetzelfde vissersvaartuig is verleend, overeenkomstig artikel 27, derde lid, van de groepsvrijstellingsverordening visserij.

Artikel 2.21.8

In artikel 14 van de groepsvrijstellingsverordening visserij zijn algemene voorwaarden opgenomen voor steun voor het bevorderen van duurzame visserij en van het herstel en de instandhouding van aquatische biologische rijkdommen. Die voorwaarden zijn ook van toepassing op de onderhavige steun. De voorwaarde in artikel 14, onderdeel a, van de groepsvrijstellingsverordening visserij is geoperationaliseerd in de onderhavige regeling. Deze houdt in dat een vissersvaartuig waarvoor een subsidie is verleend niet binnen vijf jaar na de laatste betaling buiten de Europese Unie mag worden overgedragen of omgevlagd.

De algemene voorwaarde in artikel 14, onderdeel b, van de groepsvrijstellingsverordening visserij dat operationele kosten niet voor subsidie in aanmerking komen, is al voldoende afgedekt door artikel 2.21.4 van de RNES in samenhang met artikel 27, vierde lid, onder i, ii en iii, van de groepsvrijstellingsverordening visserij, waarmee de subsidiabele kosten limitatief zijn beschreven.

Artikel 2.21.9

In dit artikel zijn informatieverplichtingen opgenomen ten aanzien van de gegevens die de subsidieaanvraag moet bevatten of waarvan deze vergezeld dient te gaan. Een aanvraag tot subsidieverlening wordt ingediend met gebruikmaking van een middel dat door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit beschikbaar wordt gesteld. Het betreft veelal elektronische formulieren die via RVO beschikbaar worden gesteld. Uit artikel 6, tweede lid, van de groepsvrijstellingsverordening visserij volgt welke gegevens met de aanvraag tot subsidieverlening in ieder geval meegezonden dienen te worden. Met artikel 2.21.9 wordt hieraan uitvoering gegeven. Zo zal beschreven moeten worden welke maatregelen uitgevoerd gaan worden, wat de tijdsplanning van uitvoering van die werkzaamheden is en wat de begroting van de kosten is.

Artikel 2.21.10

De aanvraag tot subsidievaststelling dient vergezeld te gaan van facturen en betaalbewijzen van de ten behoeve van de subsidiabele activiteiten gemaakte en betaalde kosten (onderdeel a). Op deze wijze kan vastgesteld worden dat de subsidieontvanger de subsidiabele activiteiten daadwerkelijk heeft uitgevoerd.

Daarnaast dienen ook de in artikel 50, tweede lid, van het Kaderbesluit vereiste bescheiden meegestuurd te worden. In dat kader kan ook een inspectierapport van de Inspectie Leefomgeving en Transport worden gestuurd, waaruit blijkt dat wijzigingen aan een vissersvaartuig overeenkomstig de geldende regelgeving zijn. Een controleverklaring als bedoeld in artikel 50, tweede lid, onderdeel c, van het Kaderbesluit hoeft niet meegestuurd te worden. Hiermee is invulling gegeven aan artikel 50, zevende lid, van het Kaderbesluit.

Artikel 2.21.11

Dit artikel bepaalt dat de subsidie, bedoeld in artikel 2.21.2, eerste lid, staatssteun bevat. Deze staatssteun wordt gerechtvaardigd op grond van de groepsvrijstellingsverordening visserij.

Artikel 2.21.12

In artikel 4.10, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016 is bepaald dat subsidieregelingen een vervaltermijn van maximaal vijf jaren bevatten. Artikel 2.21.12 geeft invulling aan voormelde bepaling.

Artikel II

Dit artikel strekt tot wijziging van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2023, om de openstelling en het subsidieplafond van de nieuwe subsidiemodule te regelen. Met deze wijziging wordt de subsidiemodule opengesteld van 22 augustus 2023 tot en met 21 november 2023. De openstelling vangt aan op 22 augustus 2023 om 09:00 uur en eindigt op 21 november om 17:00 uur. Het subsidieplafond voor deze openstelling bedraagt € 20.000.000.

Artikel III

Dit betreft een technische wijziging ten gevolge van de toevoeging van een nieuw lid aan artikel 1.8 van de RNES (zie artikel I, onderdeel C).

Artikel IV

De inwerkingtreding van deze regeling wijkt af van de systematiek van vaste verandermomenten. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd omdat de doelgroep van de subsidiemodule gebaat is bij spoedige inwerkingtreding. Ten aanzien van artikel I, onderdelen E en G, wordt terugwerkende kracht verleend, zoals hiervoor in de artikelsgewijze toelichting op die onderdelen is toegelicht.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema


X Noot
1

Verordening (EU) 2022/2473 van de Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2022, L 327).

X Noot
2

Voor zover in de praktijk onduidelijkheid ontstaat over wat hieronder concreet kan worden verstaan, kan worden gekeken naar de definitie van vistuig in artikel 3 van Richtlijn (EU) 2019/904 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu (PbEU 2019, L 155): elk voorwerp of onderdeel van een werktuig dat wordt gebruikt in de visserij of de aquacultuur om in zee levende organismen af te zonderen, te vangen of te kweken, of dat op het zeeoppervlak drijft en wordt uitgezet met als doel dergelijke in zee levende organismen aan te trekken, te vangen of te kweken.

Naar boven