Besluit van de Autoriteit Consument en Markt van 29 november 2022, ACM/UIT/587681 tot wijziging van de voorwaarden als bedoeld in artikel 31 en artikel 54, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 12b en artikel 22, eerste lid, van de Gaswet betreffende gasaansluitinggegevens voor de meetverantwoordelijke, uitbreiding van meetcorrectierapport en aanpassing van bepaling standaardjaarafname en standaardjaarinvoeding

De Autoriteit Consument en Markt,

Gelet op artikel 36 en artikel 55 van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 12f en artikel 23 van de Gaswet;

Besluit

ARTIKEL I

De Informatiecode elektriciteit en gas wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 2.11.5 wordt gewijzigd als volgt:

1) In onderdeel f wordt na ‘aansluiting’ ingevoegd ‘waaronder of de meter zich in de geregelde of ongeregelde druk bevindt en wat de waarde van de druk is’.

2) Na onderdeel g wordt een nieuwe zin ingevoegd, luidende: ‘In afwijking van paragraaf 9.1 vindt deze informatie-uitwisseling niet plaats via het geautomatiseerde berichtenverkeer.’

B

Artikelen 6.2.2.15 tot en met 6.2.2.16h vervallen.

C

Na artikel 6.2.2.8 wordt een paragraaftitel ingevoegd, luidende:

6.2.3 Correctie na onjuiste meetgegevens

D

Na paragraaftitel 6.2.3 worden vijf artikelen ingevoegd, luidende:

6.2.3.1

Bij een constatering dat de meetgegevens onjuist zijn nadat de gegevens, bedoeld in 6.1.1.3 of 6.2.2.6 tot en met 6.2.2.8, verstuurd zijn en de werkelijke hoeveelheid met het net uitgewisselde energie te achterhalen is, verstrekt de meetverantwoordelijke een meetcorrectierapport aan de aangeslotene(n) binnen tien werkdagen nadat de onvolkomenheid geconstateerd is.

6.2.3.2

In het meetcorrectierapport neemt de meetverantwoordelijke, per periode waarvoor de betrokken programmaverantwoordelijke, leverancier of netbeheerder gezamenlijk verantwoordelijk zijn, tenminste de volgende gegevens op:

  • a. de eerder gecommuniceerde hoeveelheid met het net uitgewisselde energie per desbetreffende verbruiksperiode(n);

  • b. de nieuw bepaalde hoeveelheid met het net uitgewisselde energie in de verbruiksperiode(n) bedoeld onder a;

  • c. de periode dat de meting onjuist is geweest, en

  • d. de oorzaak van de onvolkomenheid en de genomen maatregelen.

6.2.3.3

De meetverantwoordelijke stuurt binnen tien werkdagen nadat de onvolkomenheid is geconstateerd de gegevens bedoeld in 6.2.3.2 aan de programmaverantwoordelijke(n), leverancier(s) of netbeheerder(s) per periode waarvoor deze gezamenlijk verantwoordelijk zijn.

6.2.3.4

De meetverantwoordelijke verzendt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk vijf werkdagen nadat het bericht bedoeld in 6.2.3.3 is verstuurd aan de netbeheerder(s) of programmaverantwoordelijke(n) per verbruiksperiode een meetdatabericht, bedoeld in 6.1.1.3 of 6.2.2.6 tot en met 6.2.2.8, met de nieuwe meetgegevens.

6.2.3.5

De netbeheerder(s) verwerkt of verwerken, op basis van paragraaf 6.3.12 en artikel 10.17 onderdeel 12 van de Netcode elektriciteit, het (de) verkregen meetdatabericht(en) met nieuwe meetgegevens bedoeld in 6.2.3.4 met dien verstande dat dit zo spoedig mogelijk doch binnen vijf werkdagen na ontvangst van de nieuwe meetgegevens geschiedt.

E

Na artikel 6.2.3.5 wordt een paragraaftitel ingevoegd, luidende:

6.2.4 Schatting na onjuiste meetgegevens

F

Na paragraaftitel 6.2.4 worden tien artikelen ingevoegd, luidende:

6.2.4.1

Bij een constatering dat de meetgegevens onjuist zijn nadat de meetgegevens, bedoeld in 6.1.1.3 of 6.2.2.6 tot en met 6.2.2.8, verstuurd zijn en de werkelijke hoeveelheid met het net uitgewisselde energie niet meer te achterhalen is, verstrekt de meetverantwoordelijke een meetcorrectierapport aan de aangeslotene(n) binnen tien werkdagen nadat de onvolkomenheid geconstateerd is.

6.2.4.2

In het meetcorrectierapport neemt de meetverantwoordelijke, per periode waarvoor de betrokken programmaverantwoordelijke, leverancier en netbeheerder gezamenlijk verantwoordelijk zijn, tenminste de volgende gegevens op:

  • a. de eerder gecommuniceerde hoeveelheid met het net uitgewisselde energie per desbetreffende verbruiksperiode(n);

  • b. de nieuwe, door schatting, bepaalde hoeveelheid met het net uitgewisselde energie in de verbruiksperiode(n) bedoeld onder a;

  • c. de periode dat de meting onjuist is geweest en

  • d. de oorzaak van de onvolkomenheid en de genomen maatregelen.

6.2.4.3

De meetverantwoordelijke stuurt binnen tien werkdagen nadat de onvolkomenheid is geconstateerd de gegevens bedoeld in 6.2.4.2 aan de programmaverantwoordelijke(n), leverancier(s) en netbeheerder(s) per periode waarvoor deze gezamenlijk verantwoordelijk zijn.

6.2.4.4

Als er binnen tien werkdagen na ontvangst van de in 6.2.4.1 of 6.2.4.3 bedoelde gegevens geen reactie is gekomen van de betrokken aangeslotene(n), netbeheerder(s), meetverantwoordelijke(n), programmaverantwoordelijke(n) of leverancier(s), dan stuurt de meetverantwoordelijke zo spoedig mogelijk doch uiterlijk vijf werkdagen daarna aan de netbeheerder(s) of programmaverantwoordelijke(n) per verbruiksperiode een meetdatabericht, bedoeld in 6.1.1.3 of 6.2.2.6 tot en met 6.2.2.8, met de nieuwe meetgegevens.

6.2.4.5

Een betrokken partij die een overleg wenst tussen aangeslotene(n), netbeheerder(s), meetverantwoordelijke(n), programmaverantwoordelijke(n) en leverancier(s) om overeenstemming te bereiken over een schatting van de werkelijke met het net uitgewisselde energie, verzoekt binnen tien werkdagen na ontvangst van de in 6.2.4.1 of 6.2.4.3 bedoelde gegevens, aan de meetverantwoordelijke dit overleg te organiseren.

6.2.4.6

De meetverantwoordelijke organiseert het overleg bedoeld in 6.2.4.5, dat binnen een maand na ontvangst van het verzoek tot overleg, dient plaats te vinden.

6.2.4.7

Als er binnen drie maanden na verstrekking van de gegevens, bedoeld in 6.2.4.3, geen overeenstemming is bereikt tussen de betrokken partijen over de te hanteren energiehoeveelheden, dan beslist of beslissen de netbeheerder(s) binnen één werkdag nadien over de te communiceren nieuwe energiehoeveelheden en verzendt of verzenden deze aan de meetverantwoordelijke.

6.2.4.8

Indien de op basis van 6.2.4.5 of 6.2.4.7 vastgestelde energiehoeveelheid afwijkt van de hoeveelheid bedoeld in 6.2.4.2, verzendt de meetverantwoordelijke, binnen vijf werkdagen na vaststelling, een nieuw meetcorrectierapport aan de aangeslotene(n) en een bericht als bedoeld in 6.2.4.3 aan de programmaverantwoordelijke(n), leverancier(s) en netbeheerder(s), per periode waarvoor de betreffende partij verantwoordelijk is.

6.2.4.9

De meetverantwoordelijke verzendt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vijf werkdagen na het versturen van het bericht bedoeld in 6.2.4.8 aan de netbeheerder(s) of programmaverantwoordelijke(n) per verbruiksperiode een meetdatabericht, bedoeld in 6.1.1.3 of 6.2.2.6 tot en met 6.2.2.8, met de nieuwe meetgegevens.

6.2.4.10

De netbeheerder(s) verwerkt of verwerken, op basis van paragraaf 6.3.12 en artikel 10.17 onderdeel 12 van de Netcode elektriciteit, het (de) verkregen meetdatabericht(en) met nieuwe meetgegevens bedoeld in 6.2.4.4 of 6.2.4.9 met dien verstande dat dit zo spoedig mogelijk doch uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst van de nieuwe meetgegevens geschiedt.

G

Artikelen 6.4.2.17 tot en met 6.4.2.20 vervallen.

H

Artikel 6.4.2.21 wordt vernummerd naar 6.4.2.17.

I

Na artikel 6.4.2.17 wordt een paragraaftitel ingevoegd, luidende:

6.4.3 Correctie na onjuiste meetgegevens

J

Na paragraaftitel 6.4.3 worden zes artikelen ingevoegd, luidende:

6.4.3.1

Bij een constatering dat de meetgegevens onjuist zijn, nadat de meetgegevens, bedoeld in 6.1.1.3 of 6.4.2.11, verstuurd zijn en de werkelijke hoeveelheid met het net uitgewisselde volume [m3(n)] te achterhalen is, verstrekt de meetverantwoordelijke een meetcorrectierapport aan de aangeslotene(n) binnen tien werkdagen nadat de onvolkomenheid geconstateerd is.

6.4.3.2

Bij een constatering na de termijn, bedoeld in 6.4.2.8, dat de meetgegevens, bedoeld in 6.4.2.4 of 6.4.2.7, onjuist zijn en de werkelijke hoeveelheid met het net uitgewisselde volume [m3(n)] te achterhalen is, verstrekt de meetverantwoordelijke een meetcorrectierapport aan de aangeslotene(n) binnen tien werkdagen nadat de onvolkomenheid geconstateerd is.

6.4.3.3

In het meetcorrectierapport bedoeld in 6.4.3.1 of 6.4.3.2 neemt de meetverantwoordelijke, per periode waarvoor de betrokken programmaverantwoordelijke, leverancier en netbeheerder gezamenlijk verantwoordelijk zijn, tenminste de volgende gegevens op:

  • a. het eerder gecommuniceerde met het net uitgewisselde volume [m3(n)] per desbetreffende verbruiksperiode(n);

  • b. het nieuw bepaalde met het net uitgewisselde volume [m3(n)] in de verbruiksperiode(n) bedoeld onder a;

  • c. de periode dat de meting onjuist is geweest en

  • d. de oorzaak van de onvolkomenheid en de genomen maatregelen.

6.4.3.4

De meetverantwoordelijke stuurt binnen tien werkdagen nadat de onvolkomenheid is geconstateerd de gegevens bedoeld in 6.4.3.3 aan de programmaverantwoordelijke(n), leverancier(s) en netbeheerder(s) per periode waarvoor deze gezamenlijk verantwoordelijk zijn.

6.4.3.5

Onjuiste meetgegevens veroorzaakt door een onvolkomenheid in het volumeherleidingsinstrument of het niet juist toepassen van de herleidingmethode worden conform het bepaalde in 6.4.3.1 tot en met 6.4.3.4 behandeld.

6.4.3.6

De meetverantwoordelijke verzendt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk vijf werkdagen nadat het bericht als bedoeld in 6.4.3.3 is verstuurd aan de netbeheerder, per verbruiksperiode een meetdatabericht, bedoeld in 6.1.1.3, 6.4.2.4 of 6.4.2.11, met de nieuwe meetgegevens.

K

Na artikel 6.4.3.6 wordt een paragraaftitel ingevoegd, luidende:

6.4.4 Schatting na onjuiste meetgegevens

L

Na paragraaftitel 6.4.4 worden tien artikelen ingevoegd, luidende:

6.4.4.1

Bij een constatering dat de meetgegevens onjuist zijn door een onvolkomenheid aan de gasmeter, nadat de meetgegevens bedoeld in 6.1.1.3 of 6.4.2.11, verstuurd zijn en het werkelijke met het net uitgewisselde volume [m3(n)] niet meer te achterhalen is, verstrekt de meetverantwoordelijke een meetcorrectierapport aan de aangeslotene(n) binnen tien werkdagen nadat de onvolkomenheid geconstateerd is.

6.4.4.2

Bij een constatering na de termijn, bedoeld in 6.4.2.8, dat de meetgegevens, bedoeld in 6.4.2.4 of 6.4.2.7, onjuist zijn door een onvolkomenheid aan de gasmeter en het werkelijke met het net uitgewisselde volume [m3(n)] niet meer te achterhalen is, verstrekt de meetverantwoordelijke een meetcorrectierapport aan de aangeslotene(n) binnen tien werkdagen nadat de onvolkomenheid geconstateerd is.

6.4.4.3

In het meetcorrectierapport bedoeld in 6.4.4.1 of 6.4.4.2 neemt de meetverantwoordelijke, per periode waarvoor de betrokken programmaverantwoordelijke, leverancier en netbeheerder gezamenlijk verantwoordelijk zijn, tenminste de volgende gegevens op:

  • a. het eerder gecommuniceerde met het net uitgewisselde volume [m3(n)] per desbetreffende verbruiksperiode(n);

  • b. het nieuw, door schatting, bepaalde met het net uitgewisselde volume [m3(n)] in de verbruiksperiode(n) bedoeld onder a;

  • c. de periode dat de meting onjuist is geweest en

  • d. de oorzaak van de onvolkomenheid en de genomen maatregelen.

6.4.4.4

De meetverantwoordelijke stuurt binnen tien werkdagen nadat de onvolkomenheid is geconstateerd de gegevens bedoeld in 6.4.4.3 aan de programmaverantwoordelijke(n), leverancier(s) en netbeheerder(s) per periode waarvoor deze gezamenlijk verantwoordelijk zijn.

6.4.4.5

Als er binnen tien werkdagen na ontvangst van de in 6.4.4.1, 6.4.4.2 of 6.4.4.4 bedoelde gegevens geen reactie is gekomen van de betrokken aangeslotene(n), netbeheerder(s), meetverantwoordelijke(n), programmaverantwoordelijke(n) of leverancier(s), is (zijn) het (de) nieuw, door schatting, bepaalde volume(s) [m3(n)], bedoeld in 6.4.4.3 onderdeel b, geaccepteerd.

6.4.4.6

Een betrokken partij die een overleg wenst tussen aangeslotene(n), netbeheerder(s), meetverantwoordelijke(n), programmaverantwoordelijke(n) en leverancier(s) om overeenstemming te bereiken over de schatting van het vast te stellen gecorrigeerde volume [m3(n)], verzoekt de meetverantwoordelijke binnen tien werkdagen na ontvangst van de in 6.4.4.1, 6.4.4.2 of 6.4.4.4 bedoelde gegevens dit overleg te organiseren.

6.4.4.7

De meetverantwoordelijke organiseert het overleg bedoeld in 6.4.4.6, dat binnen een maand na ontvangst van een verzoek tot overleg, dient plaats te vinden.

6.4.4.8

Als er binnen drie maanden na verstrekking van de gegevens, bedoeld in 6.4.4.3, geen overeenstemming is bereikt tussen de betrokken partijen over het te hanteren volume [m3(n)], dan beslist of beslissen de netbeheerder(s), binnen één werkdag nadien, over het te communiceren nieuwe volume [m3(n)] en verzendt of verzenden deze aan de meetverantwoordelijke.

6.4.4.9

Indien het, op basis van 6.4.4.7 of 6.4.4.8 vastgestelde volume [m3(n)], afwijkt van het volume bedoeld in 6.4.4.3, verzendt de meetverantwoordelijke binnen vijf werkdagen na vaststelling een nieuw meetcorrectierapport of een bericht als bedoeld in 6.4.4.3, aan de aangeslotene(n), programmaverantwoordelijke(n), leverancier(s) of netbeheerder(s), per periode waarvoor de betreffende partij verantwoordelijk is.

6.4.4.10

Indien de nieuwe meetgegevens bedoeld in 6.4.4.5, 6.4.4.6 of 6.4.4.8 zijn geaccepteerd, overeengekomen of vastgesteld, verzendt de meetverantwoordelijke zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vijf werkdagen, aan de netbeheerder per verbruiksperiode een meetdatabericht, bedoeld in 6.1.1.3, 6.4.2.4 of 6.4.2.11, met de nieuwe meetgegevens.

M

Na artikel 6.4.4.10 wordt een paragraaftitel ingevoegd, luidende:

6.4.5 Verwerking van nieuw vastgestelde meetgegevens

N

Na paragraaftitel 6.4.5 worden drie artikelen ingevoegd, luidende:

6.4.5.1

De netbeheerder beschouwt de nieuwe meetgegevens bedoeld in 6.4.3.6 en 6.4.4.10 als definitieve meetgegevens en verwerkt deze, na toepassing van de calorische correctie, indien mogelijk in de reconciliatie.

6.4.5.2

De netbeheerder verzendt, in geval van 6.1.1.3 of 6.4.2.11, de calorisch gecorrigeerde nieuwe meetgegevens [m3(n;35,17)], op basis van paragraaf 6.5.2, aan de leverancier(s) met dien verstande dat dit zo spoedig mogelijk doch uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst van de nieuwe meetgegevens geschiedt.

6.4.5.3

De netbeheerder verzendt, ingeval van een telemetriegrootverbruik aansluiting, de calorisch gecorrigeerde nieuwe meetgegevens [m3(n;35,17)], op basis van artikel 2.6.1 Allocatiecode gas, aan de leverancier(s) en programmaverantwoordelijk(n). In afwijking van paragraaf 9.1 vindt de informatie-uitwisseling na de tiende werkdag van de vierde maand na de maand waarop de nieuwe meetgegevens betrekking hebben niet plaats via het geautomatiseerde berichtenverkeer.

O

Artikel B1.3.1 van Bijlage 1 wordt gewijzigd als volgt:

1) de tekst na ‘E4A,’ vervalt;

2) na ‘E4A,’ wordt ingevoegd:

‘door toepassing van de volgende formule:

Waarbij:

  • Einddatum de kalenderdag betreft voorafgaand aan de kalenderdag waar de laatste afgelezen of uitgelezen stand betrekking op heeft.

  • Begindatum een kalenderdag betreft waar er sprake is van een afgelezen of uitgelezen stand die, minimaal 345 dagen voor de einddatum ligt.

  • Volume het gemeten volume betreft in de periode van de begindatum tot en met de einddatum

  • ER = Energierichting, zijnde afname of invoeding

  • TP = Tariefperiode, zijnde normaal- of laaguren.

  • Profielfracties: De op de aansluiting van toepassing zijnde profielen. In geval van ontbreken van dynamische profielen worden de vooraf vastgestelde standaardprofielen gebruikt.

  • In het geval van profielcategorieën E1A of E2A, er voor de profielfracties geen onderscheid wordt gemaakt naar tariefperiode.’

P

Na artikel B1.3.1 van Bijlage 1 worden drie nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

B1.3.1a

Indien er, op grond van bijlage 15 van de Netcode elektriciteit sprake is van een wijziging van profielcategorie E1A of E2A naar één van de andere profielcategorieën, als vermeld in B1.3.1, dan worden de gesommeerde standaardjaarinvoeding respectievelijk standaardjaarafname opnieuw verdeeld over normaaluren standaardjaarinvoeding en laaguren standaardjaarinvoeding respectievelijk normaaluren standaardjaarafname en laaguren standaardjaarafname op basis van een jaarlijks te bepalen verhouding per profielcategorie, voor de nieuwe profielcategorie.

B1.3.1b

De in B1.3.1a genoemde verhouding wordt bepaald per profielcategorie, zonder onderscheid naar afnametype, op basis van de gemiddelde verhouding tussen de standaardjaarinvoeding respectievelijk standaardjaarafname per tariefperiode en de som van de standaardjaarinvoeding respectievelijk standaardjaarafname voor beide tariefperiodes van alle actieve aansluitingen in het aansluitingenregister.

B1.3.1.c

Indien er sprake is van een wijziging van profielcategorie als bedoeld in B1.3.1a, wordt pas weer een berekening van het standaardjaarinvoeding of standaardjaarafname op basis van gemeten volume uitgevoerd zodra er sprake is van minimaal twee afgelezen of uitgelezen standen op of na de datum van deze wijziging van profielcategorie. Hierbij moet de begindatum in de berekening zoals beschreven in B1.3.1 op of na de datum van de wijziging van de profielcategorie liggen.

Q

In artikel B1.3.2 van Bijlage 1 wordt de tekst startend met de woorden ‘door de gemeten afname’ tot en met het einde van de artikeltekst vervangen door ‘alsmede de standaardjaarinvoeding of standaardjaarafname van aansluitingen die onder artikel 1, tweede of derde lid van de Elektriciteitswet 1998 vallen, conform de formule in B1.3.1, gebruik makend van de door de meetverantwoordelijke aangeleverde volumes op die aansluiting over de kleinst mogelijke periode van minimaal 345 dagen.’

R

Artikel B1.3.2a van Bijlage 1 wordt gewijzigd als volgt:

1) ‘B1.2.6’ wordt vervangen door: ‘Bijlage 15, artikel 8 van de Netcode elektriciteit’;

2) ‘bestaat uit een positief getal of’ wordt vervangen door: ‘is groter of gelijk aan’;

3) ‘De standaardjaarafname respectievelijk standaardjaarinvoeding bestaat uit een positief getal of nul.’ vervalt.

S

Artikel B1.3.4a van Bijlage 1 komt te luiden:

B1.3.4a

Voor een kleinverbruikaansluiting waarvan het kenmerk, als bedoeld in 2.1.3 onderdeel j, wordt gewijzigd in de waarde die aangeeft dat invoeding mogelijk is, stelt de netbeheerder de standaardjaarinvoeding op 1008 kWh (dit is bepaald door de capaciteit zoals bedoeld in artikel 3.4 van de Netcode elektriciteit te vermenigvuldigen met 1800 bedrijfsuren en daarvan 70% te nemen), wanneer de aansluiting is voorzien van een meetinrichting die afname en invoeding separaat meet, en de standaardjaarinvoeding voor beide tariefperioden nul is.

T

Artikel B1.3.4b vervalt.

U

In artikel B1.3.5 van Bijlage 1 wordt ‘grootverbruikaansluitingen’ vervangen door ‘aansluitingen’ en vervalt ‘met een doorlaatwaarde groter dan 3x80A’.

V

In artikel B1.3.7 van Bijlage 1 wordt gewijzigd als volgt:

1) ‘zowel de normaaluren als de laaguren’ wordt vervangen door: ‘beide tariefperiodes (normaaluren en laaguren)’;

2) ‘en legt deze vast in het aansluitingenregister’ vervalt.

W

Artikel B1.3.7a van Bijlage 1 komt te luiden:

B1.3.7a

Indien een aansluiting beschikt over een meetinrichting met slechts één actief telwerk per leveringsrichting, wordt op basis van de bepaalde verbruiken de standaardjaarafname respectievelijk standaardjaarinvoeding voor normaaluren berekend, en wordt de standaardjaarafname respectievelijk standaardjaarinvoeding voor laaguren op nul gesteld.

X

In artikel B1.3.8 van Bijlage 1 wordt gewijzigd als volgt:

1) ‘B1.3.7b’ wordt vervangen door: ‘B1.3.7’;

2) er wordt een komma ingevoegd achter het eerste woord ‘leverancier’;

3) na ‘heeft vastgesteld’ wordt ingevoegd: ‘, of uiterlijk vijf werkdagen nadat de meetverantwoordelijke een verbruik heeft aangeleverd voor het allocatiepunt’.

Y

Na artikel B1.3.8 van Bijlage 1 wordt een nieuw artikel B1.3.8a ingevoegd, luidende:

B1.3.8a

De netbeheerder stelt de standaardjaarafname en de standaardjaarinvoeding op nul indien uit de methode zoals bedoeld in B1.3.1 tot en met B1.3.7 een negatieve waarde komt.

ARTIKEL II

De Netcode elektriciteit wordt gewijzigd als volgt:

In artikel 10.15, eerste lid, wordt onder e ‘artikel 6.2.2.15’ vervangen door: ‘artikel 6.2.3.1’ en wordt onder f ‘artikel 6.2.2.16’ vervangen door: ‘artikel 6.2.4.1’.

ARTIKEL III

De Meetcode elektriciteit wordt gewijzigd als volgt:

In artikel 1.2.5.8 en artikel 1.2.5.11 wordt ‘6.2.2’ vervangen door: ‘paragraaf 6.2.2’.

ARTIKEL IV

De Allocatiecode gas wordt gewijzigd als volgt:

In artikel B5.6.10 van Bijlage 5 wordt ‘6.4.2.21’ vervangen door: ‘6.4.2.17’.

ARTIKEL V

De Meetcode gas RNB wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 5.3.3 wordt ‘6.4.2.18 of 6.4.2.19’ vervangen door: ‘paragraaf 6.4.4’.

B

In artikel 5.4.1.3 wordt ‘6.4.2.18’ vervangen door: ‘paragraaf 6.4.4’.

ARTIKEL VI

A

Artikel I, onderdeel A van dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na publicatie van de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst.

B

Artikel I, onderdelen B tot en met N, en artikelen II tot en met V van dit besluit treden in werking met ingang van 18 maart 2023.

C

Artikel I, onderdelen O tot en met Y, van dit besluit treden in werking met ingang van 1 april 2023.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 29 november 2022

Autoriteit Consument en Markt, namens deze: C.M.L. Hijmans van den Bergh bestuurslid

Als u rechtstreeks belanghebbende bent, kunt u tegen dit besluit beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Het postadres is: College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA Den Haag. Het beroepschrift moet binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt zijn ontvangen. Het beroepschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht bevatten. Voorts moet het beroepschrift de gronden van het beroep bevatten en dient een afschrift van het bestreden besluit te worden meegezonden.

TOELICHTING

1 Samenvatting

  • 1. Met dit besluit wijzigt de Autoriteit Consument en Markt (hierna: de ACM) de Informatiecode elektriciteit en gas. De wijziging heeft als doel de informatie-uitwisseling tussen meetverantwoordelijken en netbeheerders uit te breiden en de bepaling van de standaardjaarafname en standaardjaarinvoeding van kleinverbruikers nauwkeuriger te maken. Gerelateerd hieraan past de ACM met dit besluit enkele verwijzingen naar de Informatiecode elektriciteit en gas aan, die voorkomen in de Netcode elektriciteit, de Meetcode elektriciteit, de Allocatiecode gas en de Meetcode gas RNB.

  • 2. Het eerste doel wordt bereikt door enerzijds de netbeheerder informatie over het primaire deel van de gas-meetinrichting te kunnen laten verstrekken aan de meetverantwoordelijke, zodat deze een passende offerte kan opstellen voor de aangeslotene. Anderzijds wordt dit doel bereikt door het gebruik van het meetcorrectierapport uit te breiden naar telemetrisch bemeten grootverbruikaansluitingen gas op distributienetten en profiel-grootverbruikaansluitingen gas en elektriciteit, inclusief aansluitingen bedoeld in artikel 1, tweede en derde lid van de Elektriciteitswet 1998.

  • 3. Het tweede doel wordt bereikt door bij de bepaling van standaardjaarafname en standaardjaarinvoeding van kleinverbruikaansluitingen bij de keuze van de verbruiksperiode rekening te houden met de invoeding van elektriciteit in zomermaanden en met een nieuwe, tijdelijke manier van profielallocatie die in een ander besluit1 wordt geregeld.

2 Aanleiding en gevolgde procedure

  • 4. De ACM is op grond van artikel 55 van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 23 van de Gaswet bevoegd regelgeving vast te stellen voor de elektriciteits- en gasmarkt. Deze regelgeving is vastgelegd in de zogenoemde Informatiecode elektriciteit en gas.

  • 5. Dit besluit is tot stand gekomen op basis van een voorstel van de Vereniging Nederlandse EnergieData Uitwisseling (NEDU) dat de ACM op 1 november 2021 heeft ontvangen.2

  • 6. Per e-mail3 van 26 januari 2022 heeft de ACM nadere vragen aan NEDU gesteld, die NEDU per e-mail4 van 10 maart 2022 heeft beantwoord.

  • 7. Op 1 april 2022 heeft de ACM een aanvullend voorstel5 van NEDU ontvangen.

  • 8. Per e-mail6 van 24 mei 2022 heeft de ACM opnieuw vragen gesteld en enkele redactionele en tekstuele wijzigingen voorgelegd aan de opvolger van NEDU, het Marktfaciliteringsforum (MFF). Het MFF heeft per e-mail7 van 7 juli 2022 deze vragen beantwoord en heeft daarbij ingestemd met de redactionele wijzigingen en enkele andere redactionele wijzigingen toegevoegd.

  • 9. Als onderdeel van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure heeft de ACM het ontwerpbesluit en de bijbehorende stukken ter inzage gelegd en gepubliceerd op haar internetpagina. De terinzagelegging is gemeld in de Staatscourant van 10 oktober 2022.8 De ACM heeft belanghebbenden in de gelegenheid gesteld binnen zes weken hun zienswijzen op het ontwerpbesluit kenbaar te maken. De ACM heeft geen zienswijzen ontvangen.

  • 10. De ACM is van mening dat het voorstel geen technische voorschriften bevat bedoeld in Richtlijn 2015/1535. Om die reden zijn de voorwaarden in dit besluit niet in ontwerp ter notificatie aangeboden.

3 Beoordeling

3.1 Procedureel

  • 11. De ACM constateert dat het voorstel op 7 oktober 2021 in een overleg met representatieve organisaties is besproken. In het voorstel is een verslag opgenomen van dit overleg en de indieners hebben in het voorstel aangegeven welke gevolgtrekkingen zij hebben verbonden aan de zienswijzen die organisaties naar voren hebben gebracht. Naar het oordeel van de ACM voldoet het voorstel daarmee aan de vereisten bedoeld in 54, tweede en derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 22, tweede en derde lid, van de Gaswet.

  • 12. De ACM constateert dat het voorstel is ingediend namens een representatief deel van de ondernemingen die zich bezighouden met transporteren, leveren of meten van elektriciteit of gas, zoals artikel 54, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 22, eerste lid van de Gaswet voorschrijven. Dit blijkt uit het feit dat het voorstel is aangenomen in de algemene ledenvergadering van NEDU van 8 september 2021, en dat op dat moment per marktrol binnen NEDU de stemgerechtigde leden het overgrote deel van de markt vertegenwoordigden.

  • 13. In het codevoorstel worden artikelen gewijzigd of ingevoerd, waarbij de verwerking van meetgegevens aan de orde is en daarmee verwerking van persoonsgegevens in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Voor het eerste deel van het codevoorstel heeft NEDU aangegeven welke grondslag in de zin van de AVG de netbeheerder en de meetverantwoordelijke hebben voor het verwerken van de EAN-code van de grootverbruikaansluiting, mocht dat gegeven betrekking hebben op een persoon. Voor het tweede deel van het codevoorstel heeft NEDU aangegeven dat grondslag voor deze verwerking ligt in een wettelijke verplichting op basis van artikel 5 onderdeel c, d en e van de Regeling gegevensbeheer en afdracht. Voor het derde deel van het codevoorstel heeft NEDU aangegeven dat door de voorgestelde wijziging geen andere persoonsgegevens verwerkt gaan worden.

3.2 Inhoudelijk

  • 14. Het codevoorstel beslaat drie onderwerpen, die in de hierna volgende paragrafen worden beoordeeld.

3.2.1 Gasaansluitinggegevens voor de meetverantwoordelijke
  • 15. Dit deel van het codevoorstel ziet de ACM als een uitvloeisel van de wet Voortgang energietransitie (VET). In die wet is het primaire deel van de gas-meetinrichting in het gereguleerde domein van de netbeheerder ondergebracht. Dat maakt het mogelijk dat de informatievoorziening van de netbeheerder aan de meetverantwoordelijke geregeld kan worden. De ACM constateert dat het voorstel de netbeheerder informatie over het primaire deel van de meetinrichting van grootverbruikaansluitingen voor gas laat verstrekken aan de medeverantwoordelijke zodat deze een passende offerte kan opstellen voor de aangeslotene. Voor elektriciteit was deze informatievoorziening al geregeld in de Informatiecode.

3.2.2 Uitbreiding van meetcorrectierapport
  • 16. Middels een recent codebesluit9 is het meetcorrectieproces voor telemetrisch bemeten grootverbruikaansluitingen elektriciteit verbeterd. NEDU geeft aan dat marktpartijen dit proces standaard willen hanteren bij alle telemetrisch bemeten grootverbruikaansluitingen en profielgrootverbruikaansluitingen, inclusief de aansluitingen bedoeld in artikel 1, tweede en derde lid van de Elektriciteitswet 1998. Daarnaast willen de marktpartijen het al bestaande meetcorrectieproces voor telemetrisch bemeten grootverbruikaansluitingen gas zo veel mogelijk in lijn brengen met die voor elektriciteit.

  • 17. Door de beoogde wijziging ontstaat er een eenduidig en uniform proces voor het corrigeren van meetgegevens over een bepaalde periode, met heldere rollen, verantwoordelijkheden en tijdlijnen voor alle betrokkenen. Daar waar mogelijk worden de processen voor elektriciteit en gas gelijkgetrokken.

  • 18. Het meetcorrectieproces bestaat uit een deelproces voor correctie van ‘werkelijke’ meetgegevens en een deelproces voor correctie van geschatte meetgegevens. Beide deelprocessen hebben dezelfde opbouw, waarbij het deelproces voor geschatte meetgegevens de betrokkenen de mogelijkheid tot overleg wordt geboden. Bij grootverbruikaansluitingen gas wordt bij een correctie van herleiding gehandeld alsof het ‘werkelijke’ meetgegevens betreft.

  • 19. De meetverantwoordelijke kan een meetcorrectie doen na een eerder aan de betrokken marktpartijen verstuurd bericht met meetgegevens. Ook kan de meetverantwoordelijke een meetcorrectie doen in het geval dat hij de meetgegevens niet tijdig had aangeleverd en de netbeheerder hierop actie heeft ondernomen. De meetverantwoordelijke kan eveneens een meetcorrectiebericht verzenden als herziening van een eerder verzonden meetcorrectiebericht.

  • 20. De meetverantwoordelijke verzendt het meetcorrectiebericht aan de betreffende marktpartijen en de aangeslotene.

  • 21. Door de verbetering van het meetcorrectieproces krijgen de leveranciers een eenduidige en transparantie communicatie over de door de leverancier toe te passen correctie op eerder verstuurde facturen aan de aangeslotene. De aangeslotene krijgt sneller helderheid over de correctie van de facturen.

3.2.3 Aanpassing van bepaling standaardjaarafname en standaardjaarinvoeding elektriciteit
  • 22. NEDU geeft aan dat zij de bepaling van de standaardjaarafname (SJA) en standaardjaarinvoeding (SJI) elektriciteit om twee redenen verbeterd zou willen zien. Ten eerste wordt in een gelijktijdig door Netbeheer Nederland en NEDU ingediend codevoorstel10 een tijdelijke oplossing voor profielallocatie van allocatiepunten op kleinverbruikaansluitingen elektriciteit voorgesteld. Bij die oplossing worden de profielfracties dynamisch bepaald in plaats van jaarlijks (statisch) en worden voor profielaansluitingen tariefperiodes meegenomen in de profielbepaling. Als gevolg hiervan komt de som van de profielfracties niet meer uit op 1, wat nu wel verondersteld wordt bij de bepaling van SJA en SJI. Daarom stelt NEDU voor om de bepaling van SJA en SJI hierop aan te passen.

  • 23. Ten tweede wordt de afname en invoeding steeds meer afhankelijk van de verschillende seizoenen. De zomermaanden zijn bepalend voor allocatiepunten waarachter zonnepanelen geïnstalleerd zijn en de wintermaanden zijn bepalend voor bijvoorbeeld allocatiepunten horend bij een huishouden dat uitsluitend elektriciteit gebruikt voor de verwarming. Daarom stelt NEDU voor om de minimale periode waarover SJA en SJI bepaald worden, te verlengen van 300 dagen naar 345 dagen, zodat deze periode altijd zomer- en wintermaanden omvat. Een uitzondering is er alleen indien er slechts over een kortere periode meetgegevens bekend zijn. Bij allocatiepunten waar helemaal geen historische meetgegevens bekend zijn, blijft de bepaling van SJA en SJI onveranderd.

  • 24. Door de aanpassing van de bepaling van SJA en SJI verbetert de allocatie die door de netbeheerder wordt uitgevoerd en leidt daardoor tot een betere balancering van het elektriciteitsnet.

3.2.4 Conclusie
  • 25. De ACM is van mening dat de voorgestelde aanpassingen aan de Informatiecode voor de drie onderwerpen leidt tot een verbetering van de processen in de energiemarkt.

  • 26. De wijzigingen die NEDU voorstelt zijn naar het oordeel van de ACM niet in strijd zijn met de belangen, regels en eisen bedoeld in artikel 36, eerste en tweede lid, en artikel 55 van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 12f, eerste en tweede lid, en artikel 23 van de Gaswet.

  • 27. De ACM neemt daarom de voorgestelde wijzigingen over in dit codebesluit.

  • 28. De ACM heeft grammatica, spelling en interpunctie in het codevoorstel waar nodig gecorrigeerd. Daarnaast heeft de ACM enkele tekstuele aanpassingen gedaan om de codebepalingen te verduidelijken, waaronder het toevoegen van een paragraafindeling.

4 Artikelsgewijze toelichting

  • 29. Het artikel dat met Artikel I, onderdeel A wordt gewijzigd, beschrijft de gegevens die de netbeheerder, na controle, op verzoek aan de meetverantwoordelijke toestuurt. Daaraan wordt een specificatie toegevoegd die betrekking heeft op het primaire deel van de meetinrichting. De belangrijkste twee gegevens worden in het artikel genoemd. Ook wordt vermeld dat de informatieverstrekking niet via het geautomatiseerde berichtenverkeer plaatsvindt, omdat het inrichten van zo’n bericht kostbaar is en het aantal opvragingen door meetverantwoordelijken niet in verhouding staat tot die kosten.

  • 30. De artikelen die met Artikel I, onderdeel B komen te vervallen komen vernummerd terug in twee nieuwe paragrafen, die worden toegevoegd met Artikel I, onderdelen B en C, en onderdelen D en E.

  • 31. Artikel I, onderdelen C en D voegen een nieuwe paragraaf 6.2.3 toe waarin voor aansluitingen bedoeld in artikel 1, tweede en derde lid van de Elektriciteitswet 1998 een correctieproces wordt beschreven als onjuiste meetgegevens zijn geconstateerd. Het bestaande correctieproces wordt door de wijzigingen verduidelijkt en verbeterd en zo veel mogelijk in lijn gebracht met die voor elektriciteit. De verbeteringen betreffen een verkorting van de periode voor verzending en voor verwerking van de correctiegegevens en het opnemen van de programmaverantwoordelijken als ontvanger van de berichten.

  • 32. Artikel I, onderdelen E en F voegen een nieuwe paragraaf 6.2.4 toe waarin voor aansluitingen bedoeld in artikel 1, tweede en derde lid van de Elektriciteitswet 1998 een correctieproces wordt beschreven als onjuiste meetgegevens zijn geconstateerd en exacte meetgegevens niet meer te achterhalen zijn. De verbeteringen zijn vergelijkbaar met die van Artikel I, onderdelen C en D.

  • 33. De inhoud van de artikelen genoemd in Artikel I, onderdeel G is verwerkt in de procesbeschrijvingen van paragrafen 6.4.3 en 6.4.4 en kunnen daardoor vervallen. Als gevolg daarvan kan het artikel genoemd in Artikel I, onderdeel H worden vernummerd.

  • 34. Artikel I, onderdelen I en J voegen een nieuwe paragraaf 6.4.3 toe waarin voor telemetrie grootverbruikaansluitingen gas en geprofileerde grootverbruikaansluitingen gas een correctieproces wordt beschreven als onjuiste meetgegevens zijn geconstateerd. Het bestaande correctieproces wordt door de wijzigingen verduidelijkt en verbeterd.

  • 35. Artikel I, onderdelen K en L voegen een nieuwe paragraaf 6.4.4 toe waarin voor telemetrie grootverbruikaansluitingen gas en geprofileerde grootverbruikaansluitingen gas een correctieproces wordt beschreven als onjuiste meetgegevens zijn geconstateerd en exacte meetgegevens niet meer te achterhalen zijn. Het bestaande correctieproces wordt door de wijzigingen verduidelijkt en verbeterd.

  • 36. Artikel I, onderdelen M en N voegen een nieuwe paragraaf 6.4.5 toe waarin voor telemetrie grootverbruikaansluitingen gas en geprofileerde grootverbruikaansluitingen gas wordt beschreven hoe de netbeheerder moet handelen na ontvangst van de gecorrigeerde meetgegevens.

  • 37. Artikel I, onderdeel O past de berekening van standaardjaarafname en standaardjaarinvoeding aan, waarbij de minimale meetperiode wordt vergroot.

  • 38. Artikel I, onderdeel P legt vast hoe net netbeheerder moet omgaan met standaardjaarafname en standaardjaarinvoeding als de profielcategorie van de aansluiting wijzigt.

  • 39. Artikel I, onderdelen Q, R, U, V en X betreffen verduidelijkingen van de artikelteksten en toevoegingen van verwijzingen naar de Netcode elektriciteit.

  • 40. Artikel I, onderdeel S bepaalt dat voor een aansluiting waarop invoeding mogelijk wordt een standaardjaarinvoeding van 1008 kWh aangehouden wordt.

  • 41. Artikel I, onderdeel T vervalt omdat de netbeheerder ook bij een minimale periode standaardjaarafname en standaardjaarinvoeding moet aanpassen, op de manier zoals vastgelegd in artikel B1.3.5.

  • 42. Artikel I, onderdeel W herstelt een kleine omissie in het codebesluit van de ACM van 12 mei 2021 betreffende de aanpassing van de verwerking van meterstanden vanwege de landelijke uitschakeling van het toonfrequent-signaal.11 Daardoor wordt duidelijk hoe de standaardjaarafname vastgelegd wordt van een meetinrichting met slechts één actief telwerk per leveringsrichting.

  • 43. Artikel I, onderdeel Y legt vast hoe een netbeheerder moet omgaan met eventuele negatieve waarden die uit de berekeningen van standaardjaarafname en standaardjaarinvoeding komen. Daardoor hoeft dit niet steeds in de andere artikelen van deze paragraaf worden opgenomen.

  • 44. Artikel II en artikel III bevatten de aanpassingen van de verwijzingen in de Netcode elektriciteit en Meetcode elektriciteit naar de in dit besluit vernummerde paragrafen en artikelen van de Informatiecode.

  • 45. Artikel IV en artikel V bevatten de aanpassingen van de verwijzingen in de Allocatiecode gas en de Meetcode gas RNB naar de in dit besluit vernummerde paragrafen en artikelen van de Informatiecode.

’s-Gravenhage, 29 november 2022

Autoriteit Consument en Markt, namens deze: C.M.L. Hijmans van den Bergh bestuurslid


X Noot
1

Zaaknummer ACM/21/167536.

X Noot
2

ACM/IN/654966.

X Noot
3

ACM/UIT/570383.

X Noot
4

ACM/IN/686412.

X Noot
5

ACM/IN/687847.

X Noot
6

ACM/UIT/577720.

X Noot
7

ACM/IN/704385.

X Noot
10

ACM-zaaknummer ACM/21/167536.

Naar boven