Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Autoriteit Consument en Markt | Staatscourant 2021, 4569 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Autoriteit Consument en Markt | Staatscourant 2021, 4569 | Overig |
De Autoriteit Consument en Markt,
Gelet op artikel 55 van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 23 van de Gaswet;
Besluit
De Informatiecode elektriciteit en gas wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 2.1.5 wordt gewijzigd als volgt:
1. onderdeel h vervalt;
2. onderdeel i komt te luiden:
i. in geval van een gasaansluiting: de aansluitcapaciteit van de aansluiting, aangeduid in m3(n)/uur;
3. na onderdeel i wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
j. in geval van een elektriciteitsaansluiting groter dan 3x80A: de aansluitcapaciteit in kVA.
B
In de artikelen 2.10.5, 3.1.2.9, 3.2.2.6, 3.3.2.8, 3.4.3.7 en 4.4.3.8 en telkens in de artikelen 3.12.2.1, 3.12.2.2, 3.12.2.3 en 3.12.2.4 en in de titels van paragrafen 3.12, 3.12.1, 3.12.2 en 3.12.3 vervalt ‘of verblijfsfunctie of complexbepaling’.
C
Artikel 3.1.2.1, onderdeel f komt te luiden:
f. de mutatiedatum niet ligt vóór de mutatiedatum van een eerder bevestigde leverancierswitchmelding of inhuizingsmelding voor dezelfde aansluiting.
D
Artikel 3.1.2.4, onderdeel f, sub 6, komt te luiden:
6° de mutatiedatum van de switchmelding ligt vóór de mutatiedatum van een eerder bevestigde switchmelding of inhuizingsmelding;
E
Na artikel 3.1.2.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
F
Na artikel 3.1.2.9 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
G
Artikel 3.2.2.1 wordt gewijzigd als volgt:
1. in onderdeel d vervalt ‘of dezelfde’;
2. onderdeel e komt te luiden:
e. de uithuizingsmelding is ingediend door:
i de in het aansluitingenregister vermelde leverancier, of
ii bij een aansluiting zonder geregistreerde leverancier: de leverancier van een bevestigde inhuizing met dezelfde mutatiedatum.
H
Artikel 3.3.1.1 sub h vervalt.
I
Artikel 3.3.2.1, onderdeel f komt te luiden:
f. de mutatiedatum niet ligt vóór de mutatiedatum van een eerder bevestigde leverancierswitchmelding of inhuizingsmelding voor dezelfde aansluiting.
J
Artikel 3.3.2.3, onderdeel e, sub 6, komt te luiden:
6° de mutatiedatum van de inhuizingsmelding ligt vóór de mutatiedatum van een eerder bevestigde inhuizingsmelding of leverancierswitchmelding.
K
Na artikel 3.3.2.5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
L
Na artikel 3.3.2.8 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
M
Na artikel 3.5.2.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
N
Na artikel 3.6.3.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Uiterlijk drie werkdagen na ontvangst van de melding bulk PV-switch en direct na het bericht als bedoeld in 3.6.3.6 verzendt de netbeheerder voor de aansluitingen waarbij alle controles, bedoeld in 3.6.3.1, een positief resultaat opleveren aan de nieuwe programmaverantwoordelijke een bericht met de gegevens bedoeld in bijlage 7.1.
O
Artikel 3.7.1 onderdeel d vervalt.
P
Artikel 3.12.1.1 wordt gewijzigd als volgt:
1. De aanhef van het artikel komt te luiden: ‘De leverancier stuurt een melding wijzigen naam op de werkdag voor de beoogde wijziging naar de regionale netbeheerder, indien de registratie van de naam van de aangeslotene wijzigt zonder dat hiervoor een nieuw leveringscontract wordt aangegaan. De melding wijzigen naam bevat de volgende gegevens:’;
2. Onderdeel c vervalt;
3. Onderdeel d komt te luiden:
d. de gewijzigde naam van de aangeslotene;
Q
Artikel 3.12.3.2 vervalt.
R
In artikel 3.14.2.1 wordt ‘van de uithuizing’ vervangen door ‘van de procedure’.
S
Artikel 4.1.2.1, onderdeel f komt te luiden:
f. de mutatiedatum niet ligt vóór de mutatiedatum van een eerder bevestigde leverancierswitchmelding of inhuizingsmelding voor dezelfde aansluiting;
T
Artikel 4.1.2.4, onderdeel f, sub 6, komt te luiden:
6° de mutatiedatum van de switchmelding ligt vóór de mutatiedatum van een eerder bevestigde switchmelding of inhuizingsmelding;
U
Na artikel 4.1.2.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
V
Artikel 4.1.2.10 komt te luiden:
W
Na artikel 4.1.2.10 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
X
Artikel 4.2.2.1 wordt gewijzigd als volgt:
1. in onderdeel d vervalt ‘of dezelfde’;
2. onderdeel e komt te luiden:
e. de uithuizingsmelding is ingediend door:
i de in het aansluitingenregister vermelde leverancier, of
ii bij een aansluiting zonder geregistreerde leverancier; de leverancier van een bevestigde inhuizing met dezelfde mutatiedatum;
Y
Artikel 4.2.2.7 komt te luiden:
Z
Artikel 4.3.1.1 sub h vervalt.
AA
Artikel 4.3.2.1 wordt gewijzigd als volgt:
1. in onderdeel d wordt ‘het moment van inhuizen’ vervangen door ‘de inhuizingsdatum’;
2. onderdeel g komt te luiden:
g. de mutatiedatum van de melding niet ligt vóór de mutatiedatum van een eerder bevestigde, leverancierswitchmelding of inhuizingsmelding voor dezelfde EAN-code;
AB
Artikel 4.3.2.3, onderdeel e, sub 6, komt te luiden:
6° de mutatiedatum van de inhuizingsmelding ligt vóór de mutatiedatum van een eerder bevestigde inhuizingsmelding of leverancierswitchmelding;
AC
Na artikel 4.3.2.5 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
AD
Artikel 4.3.2.9 komt te luiden:
AE
Na artikel 4.3.2.9 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
AF
Na artikel 4.5.2.6 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
AG
Artikel 4.9.1 sub d vervalt.
AH
Paragraaf 4.13 vervalt.
AI
Na paragraaf 4.15 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
Onder een onterechte switch van leverancier wordt verstaan de uitvoering van de procedure, bedoeld in paragraaf 4.1, op een aansluiting waarvoor geen leveringsovereenkomst voor de desbetreffende periode tot stand is gekomen tussen de aangeslotene en de leverancier die de switchmelding heeft ingediend.
De leverancier, die constateert dat er vermoedelijk sprake is van een onterechte switch van leverancier voor een aansluiting waarop, op het moment van indienen van de switchmelding een leverancier is geregistreerd in het aansluitingenregister, neemt hierover binnen één werkdag contact op met de andere betrokken leverancier. In afwijking van paragraaf 9.1 vindt deze informatie-uitwisseling niet plaats via het geautomatiseerde berichtenverkeer.
De leverancier die de in 4.16.1.2 bedoelde melding heeft ontvangen, reageert binnen vijf werkdagen en geeft daarbij aan of al dan niet sprake is van een onterechte switch van leverancier. In afwijking van paragraaf 9.1 vindt deze informatie-uitwisseling niet plaats via het geautomatiseerde berichtenverkeer.
Indien de leverancier bedoeld in 4.16.1.2 de onterechte switch van leverancier bevestigt, dient de leverancier, die voor de desbetreffende aansluiting uit het aansluitingenregister is of zal worden verwijderd, zo snel mogelijk, maar uiterlijk één werkdag na die bevestiging ter correctie een switchmelding in overeenkomstig paragraaf 4.1, waarbij de mutatiedatum gebaseerd wordt op de kortst mogelijke termijn van indienen van de mutatie, genoemd in 4.1.1
Indien de switchmelding, die de leverancier bedoeld in 4.16.1.4 ter correctie indient, uiterlijk vijf werkdagen voor de mutatiedatum van de onterechte switchmelding wordt ingediend, hanteert de leverancier als mutatiedatum de mutatiedatum van de onterechte switchmelding.
De leverancier, die constateert dat er sprake is van een onterechte switch van leverancier voor een aansluiting waarop, op moment van indienen van de switchmelding geen leverancier is geregistreerd in het aansluitingenregister of op moment van constatering geen rechtsgeldige overeenkomst meer bestaat bij de andere leverancier, neemt hierover binnen één werkdag contact op met de netbeheerder. In afwijking van paragraaf 9.1 vindt deze informatie-uitwisseling niet plaats via het geautomatiseerde berichtenverkeer.
Onder een onterechte uithuizing wordt verstaan de uitvoering van de procedure, bedoeld in paragraaf 4.2, waarbij de aangeslotene niet daadwerkelijk de aansluiting heeft verlaten.
De leverancier, die constateert dat er sprake is van een onterechte uithuizing op een aansluiting, dient zo snel mogelijk, maar uiterlijk één werkdag nadien ter correctie een inhuizingsmelding in overeenkomstig paragraaf 4.3, waarbij de mutatiedatum gebaseerd wordt op de kortst mogelijke termijn van indienen van de mutatie, genoemd in 4.3.1.
Onder een onterechte inhuizing wordt verstaan de uitvoering van de procedure, bedoeld in paragraaf 4.3, waarbij de veronderstelde aangeslotene niet daadwerkelijk op de aansluiting is ingehuisd dan wel dat er op de mutatiedatum geen leveringsovereenkomst voor de desbetreffende aansluiting tussen de aangeslotene en de leverancier bestaat.
De leverancier die constateert dat er sprake is van een onterechte inhuizing op een aansluiting waarop geen leverancier is geregistreerd in het aansluitingenregister of waarvan de leveringsovereenkomst ondertussen is geëindigd, dient zo snel mogelijk, maar uiterlijk één werkdag na die constatering ter correctie een uithuizingsmelding in overeenkomstig paragraaf 4.2. waarbij de mutatiedatum gebaseerd wordt op de kortst mogelijke termijn van indienen van de mutatie, genoemd in 4.2.1.
De leverancier, die de uithuizingsmelding ter correctie heeft ingediend, informeert de netbeheerder hierover. In afwijking van paragraaf 9.1 vindt deze informatie-uitwisseling niet plaats via het geautomatiseerde berichtenverkeer.
De leverancier die constateert dat er vermoedelijk sprake is van een onterechte inhuizing op een aansluiting, waarop een leverancier is geregistreerd in het aansluitingenregister, neemt hierover binnen één werkdag contact op met de andere betrokken leverancier. In afwijking van paragraaf 9.1 vindt deze informatie-uitwisseling niet plaats via het geautomatiseerde berichtenverkeer.
De leverancier die de in 4.16.3.4 bedoelde melding heeft ontvangen, reageert binnen vijf werkdagen en geeft daarbij aan of al dan niet sprake is van een onterechte inhuizing. In afwijking van paragraaf 9.1 vindt deze informatie-uitwisseling niet plaats via het geautomatiseerde berichtenverkeer.
Indien de leverancier bedoeld in 4.16.3.5 de onterechte inhuizingsmelding bevestigt, dient de leverancier die voor de betreffende aansluiting uit het aansluitingenregister is verwijderd, zo snel mogelijk, maar uiterlijk één werkdag na die bevestiging een inhuizingsmelding in ter correctie overeenkomstig paragraaf 4.3 waarbij de mutatiedatum gebaseerd wordt op de kortst mogelijke termijn van indienen van de mutatie, genoemd in 4.3.1.
Onder een onterechte eindelevering wordt verstaan de onbedoelde uitvoering van de procedure, bedoeld in paragraaf 4.4.
De leverancier die constateert dat er sprake is van een onterechte eindelevering meldt dit onmiddellijk aan de netbeheerder. In afwijking van paragraaf 9.1 vindt deze informatie-uitwisseling niet plaats via het geautomatiseerde berichtenverkeer.
Onder een onterechte switch van programmaverantwoordelijke wordt verstaan:
I. het op een aansluiting onbedoeld uitvoeren van de procedure, bedoeld in paragraaf 4.5, of
II. het in de switchmelding bedoeld in 4.1.1.1, onderdeel e of in de inhuizingsmelding bedoeld in 4.3.1.1, onderdeel g, doorgeven van een bedrijfs-EAN-code van een andere programmaverantwoordelijke dan is beoogd.
De leverancier of programmaverantwoordelijke, die constateert dat er sprake is van een onterechte switch van programmaverantwoordelijke, neemt hierover binnen één werkdag contact op met de betrokken leverancier of programmaverantwoordelijken. In afwijking van paragraaf 9.1 vindt deze informatie-uitwisseling niet plaats via het geautomatiseerde berichtenverkeer.
AJ
Na artikel 5.3.5.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
AK
Artikel 6.2.2.15 komt te luiden:
Bij een constatering van onjuiste meetgegevens meer dan tien werkdagen na de maand waarop de meetgegevens betrekking hebben, door een onvolkomenheid aan de meetinrichting of bij het verzamelen van meetgegevens, verstrekt de meetverantwoordelijke een meetcorrectierapport aan de aangeslotene(n) binnen tien werkdagen na de maand waarin de onvolkomenheid geconstateerd is.
AL
Na artikel 6.2.2.15 worden vier artikelen ingevoegd, luidende:
AM
Artikel 6.2.2.16 wordt gewijzigd als volgt:
Bij een constatering van onjuiste meetgegevens in het allocatieproces, meer dan tien werkdagen na de maand waarop de meetgegevens betrekking hebben, door een onvolkomenheid aan de meetinrichting en indien de werkelijke hoeveelheid met het net uitgewisselde energie niet meer te achterhalen is, verstrekt de meetverantwoordelijke een meetcorrectierapport aan de aangeslotene(n) binnen tien werkdagen na de maand waarin de onvolkomenheid geconstateerd is.
AN
Na artikel 6.2.2.16 worden acht artikelen ingevoegd, luidende:
Een betrokken partij die een overleg wenst tussen aangeslotene(n), netbeheerder(s), meetverantwoordelijke(n), programmaverantwoordelijke(n) en leverancier(s) met als doel overeenstemming te bereiken over een schatting van de werkelijke met het net uitgewisselde energie, verzoekt binnen tien werkdagen aan de meetverantwoordelijke dit overleg te organiseren.
AO
Artikel 6.3.2.1 wordt gewijzigd als volgt:
1. in de aanhef wordt ‘volledigheid’ vervangen door ‘volledigheid en plausibiliteit’;
2. in onderdeel b wordt ‘capaciteit’ vervangen door ‘aansluitcapaciteit’.
AP
Na paragraaf 6.8 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
Indien de in 4.16.5 bedoelde correctie leidt tot een toewijzing van verbruik dat niet behoort tot de betreffende programmaverantwoordelijke, verrekenen de leverancier en programmaverantwoordelijke of de betrokken programmaverantwoordelijken de toegewezen verbruiken tot maximaal het verbruik voor een periode als bedoeld in artikel 28 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of artikel 307, eerste lid, van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
Indien het te verrekenen verbruik boven 1000 kWh of 500 m3 uitkomt en het te verrekenen verbruik niet meer beslaat dan een periode als bedoeld in artikel 28 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of artikel 307, eerste lid, van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, verrekenen de betrokken leveranciers of de leverancier en netbeheerder de toegewezen verbruiken ingeval:
I. de in 4.16.1 tot en met 4.16.4 bedoelde correctiemelding leidt tot een toewijzing van netverliezen, of
II. de in 4.16.1 tot en met 4.16.4 bedoelde correctiemelding leidt tot een toewijzing van verbruik aan de leverancier die verantwoordelijk is voor de periode van de levering na de onterechte uitvoering van de procedure als bedoeld in paragraaf 4.1 tot en met paragraaf 4.4, of
III. het te vroeg uitvoeren van de procedure als bedoeld in paragraaf 4.2 leidt tot een toewijzing van netverlies, of
IV. het te laat uitvoeren van de procedure als bedoeld in paragraaf 4.3 leidt tot een toewijzing van netverlies.
De verrekeningen als bedoeld in paragraaf 6.9.1 vinden plaats overeenkomstig het proces in paragraaf 6.9.2.
Ten behoeve van de verrekening als bedoeld 6.9.2.1 en op verzoek van de belanghebbende leverancier, verstrekt de netbeheerder de bedrijfsgegevens van de leverancier of de programmaverantwoordelijke betreffende de periodes van levering waartoe de te verrekenen verbruiken behoren.
De belanghebbende leverancier, programmaverantwoordelijke of netbeheerder initieert het verrekenen door een verrekenverzoek bij de betrokken wederpartij in te dienen.
Het verrekenverzoek bevat de volgende gegevens:
a. de EAN-code van de aansluiting;
b. het type melding als bedoeld in paragraaf 4.16;
c. de mutatiedatum behorende bij de melding;
d. periode waarop de beoogde verrekening betrekking heeft;
e. de vastgestelde standen, indien aanwezig;
f. de gehanteerde correctie standen, indien aanwezig;
g. het te verrekenen verbruik, als volgt op te geven:
1° per richting: afname of invoeding;
2° per telwerk: normaal of laaguren;
3° bij een periode die meerdere kalendermaanden beslaat: per kalendermaand;
h. het te hanteren tarief per kWh respectievelijk m3 behorende bij de periode van levering een verbruik wordt toegewezen zoals bedoeld in paragraaf 6.9.1;
i. een toelichting op het verzoek tot verrekening.
Het te hanteren tarief bedoeld in 6.9.2.4, onderdeel h, is per maand als volgt bepaald:
i. Voor afname elektriciteit: de gepubliceerde Tennet-reconciliatieprijzen van de maand waartoe het te verrekenen verbruik behoort * 80%;
ii. Voor invoeding elektriciteit: de gepubliceerde Tennet-reconciliatieprijzen van de maand waartoe het te verrekenen verbruik behoort * 120%;
iii. Voor afname gas: de gepubliceerde GTS-Neutrale gas-reconciliatieprijs van de maand waartoe het te verrekenen verbruik behoort * 80%;
iv. Voor invoeding gas: de gepubliceerde GTS-Neutrale gas-reconciliatieprijs van de maand waartoe het te verrekenen verbruik behoort * 120%.
Bij verrekening op grond van 6.9.1.1 of 6.9.1.2, onderdelen III en IV, wordt het te hanteren tarief bedoeld in 6.9.2.4, onderdeel h, per maand als volgt bepaald:
i. Voor elektriciteit: de gepubliceerde Tennet-reconciliatieprijzen van de maand waarover verrekend wordt;
ii. Voor gas: de gepubliceerde GTS-Neutrale gas-reconciliatieprijs van de maand waarover verrekend wordt.
De wederpartij accepteert het verrekenverzoek tenzij de wederpartij uiterlijk binnen één maand het verzoek gemotiveerd afwijst met vermelding van één of meer van de volgende redenen:
a. er is op grond van paragraaf 6.9.1 geen verplichting tot verrekening;
b. het verzoek is onvolledig;
c. de wederpartij is niet akkoord met het te verrekenen verbruik en stelt een alternatief verbruik voor;
d. de wederpartij is niet akkoord met te hanteren tarief en stelt een alternatief tarief voor;
e. de wederpartij is niet akkoord met de maximale te verrekenen periode;
f. de wederpartij is geen leverancier in voorgaande periode van levering;
g. het te verrekenen verbruik is minder dan 1000 kWh of 500 m3.
De verzoekende marktpartij accepteert de ontvangen afwijzing, tenzij hij binnen tien werkdagen:
a. een nieuw verzoek indient gelet op 6.9.2.7 onderdeel b, of
b. in overleg treedt met de wederpartij gelet op 6.9.2.7 onderdelen c, d, e en f.
Het overleg bedoeld in 6.9.2.8, onderdeel b leidt tot:
a. een nieuw verzoek zoals bedoeld in 6.9.2.4 met het overeengekomen te verrekenen verbruik of te hanteren tarief;
b. een geschilbeslechting door een derde ter vaststelling van het te verrekenen verbruik of het te hanteren tarief;
c. het beëindigen van het verrekenproces voor betreffende aansluiting door de marktpartij als bedoeld in 6.9.2.3.
De leverancier, programmaverantwoordelijke of netbeheerder die recht heeft op vergoeding van de kosten, neemt maandelijks de verrekeningen van de voorgaande maand op in één verrekenfactuur tenzij anders overeengekomen. De verrekenfactuur bevat per verrekening de volgende gegevens:
a. EAN-code van de desbetreffende aansluiting;
b. het overeengekomen of vastgestelde te verrekenen verbruik;
c. het overeengekomen of vastgestelde te hanteren tarief;
d. het totaalbedrag van de verrekening.
De wederpartij accepteert de verrekenfactuur binnen een maand na ontvangst, tenzij hij de factuur binnen tien werkdagen gemotiveerd afwijst.
AQ
Artikel 8.1.6 komt te luiden:
1. De gezamenlijke regionale netbeheerders stellen per afnemerscategorie voor kleinverbruikers zoals genoemd in de Tarievencode elektriciteit en Tarievencode gas een vijfcijferige tariefcode vast.
2. De gezamenlijke regionale netbeheerders stellen de onder 1 bedoelde tariefcodes online beschikbaar aan de leveranciers.
3. De regionale netbeheerder stelt per afnemerscategorie voor kleinverbruikers zoals genoemd in de Tarievencode elektriciteit en Tarievencode gas een capaciteitstariefcode vast in de vorm van een EAN-code. De capaciteitstariefcode bestaat uit de landcode, zijn vijfcijferige bedrijfscode, de bij de afnemerscategorie horende tariefcode zoals bepaald in onderdeel a en het controlegetal.
4. De regionale netbeheerder stelt de onder 3 bedoelde capaciteitstariefcodes online beschikbaar aan de leveranciers.
5. De regionale netbeheerder bepaalt het nettarief per dag met vier decimalen achter de komma per afnemerscategorie voor kleinverbruikers zoals genoemd in de Tarievencode elektriciteit en Tarievencode gas.
6. De regionale netbeheerder informeert leveranciers middels het elektronisch berichtenverkeer over het onder 5 bedoelde tarief met de capaciteitstariefcode zoals bedoeld in onder 2.
AR
Artikel B3.2.4 komt te luiden als volgt:
AS
Na artikel B3.2.4 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
AT
Bijlage 4 vervalt.
AU
Artikel B7.1 van Bijlage 7 komt te luiden als volgt:
De netbeheerder verstrekt op grond van 2.2.1, 2.2.2, 2.2.3, 2.2a.4, 2.2b.4, 2.2c.4, 2.2d.4, 3.1.2.6a, 3.3.2.5a, 3.5.2.6a, 3.6.3.6a, 4.1.2.6a, 4.3.2.5a of 4.5.2.6a de gegevens betreffende kleinverbruikaansluitingen of grootverbruikaansluitingen aan leveranciers, programmaverantwoordelijken of meetverantwoordelijken, zoals aangegeven in onderstaande tabel:
Artikel 2.2a.4 |
Artikel 2.2a.4 |
Artikel 2.2b.4 |
Artikel 2.2c.4 |
Artikel 2.2d.4, 2.2.1 |
Artikel 2.2d.4, 2.2.2 |
Artikel 2.2d.4, 2.2.1, 2.2.2, 2.2.3 |
Artikel 3.1.2.6a, 3.3.2.5a, 3.5.2.6a, 3.6.3.6a, 4.1.2.6a, 4.3.2.5a, 4.5.2.6a |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Betreft grootverbruikaansluiting (GV) / kleinverbruikaansluiting (KV) |
KV |
GV |
KV |
KV |
KV |
KV |
GV |
KV/GV |
||
Verstrekking aan leverancier |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
||||
Verstrekking aan programmaverantwoordelijke |
x |
x |
x |
|||||||
Verstrekking aan meetverantwoordelijke |
x |
|||||||||
Artikel 2.1.3 |
a |
de naam van de aangeslotene met wie de aansluit- en transportovereenkomst is gesloten; |
||||||||
b |
de EAN-code van de aansluiting; |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|
c |
de EAN-code van het netgebied waarin de aansluiting zich bevindt; |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|
d |
de bedrijfs-EAN-code van de netbeheerder; |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|
e |
de adresgegevens behorend bij het overdrachtspunt van de aansluiting; |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|||
f |
de identificatie van de actuele leverancier behorende bij de desbetreffende aansluiting (bedrijfs-EAN-code); |
x |
x |
x |
||||||
g |
de identificatie van de actuele programmaverantwoordelijke op de desbetreffende aansluiting (bedrijfs-EAN-code); |
x |
x |
x |
||||||
h |
een kenmerk dat de fysieke status van de aansluiting weergeeft; |
x |
x |
x |
x |
x |
||||
i |
een kenmerk dat de administratieve status van de aansluiting weergeeft; |
x |
x |
x |
x |
|||||
j |
een kenmerk dat de leveringsrichting op de aansluiting weergeeft; |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
||
l |
de aanduiding of de aansluiting behoort tot de categorie grootverbruik, kleinverbruik of artikel 1 lid 2 of lid 3 van de Elektriciteitswet 1998; |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|
p |
de wijze waarop de desbetreffende aansluiting wordt bemeten; |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|||
q |
de profielcategorie voor elektriciteit respectievelijk de afnamecategorie voor gas die van toepassing is op de desbetreffende aansluiting; |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
||
r |
in geval van aansluitingen waarbij de allocatie met behulp van profielen plaatsvindt: het standaardjaarverbruik, in geval van een elektriciteitsaansluiting onderscheiden naar normaaluren en laaguren indien de aansluiting over een meetinrichting met telwerken voor normaaluren en laaguren beschikt; |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|||
s |
een kenmerk dat de allocatiemethode op de aansluiting weergeeft; |
x |
x |
x |
x |
|||||
t |
de EAN-codes van de secundaire allocatiepunten die aan de aansluiting zijn toegekend; |
x |
x |
x |
x |
|||||
u |
in geval van een secundair allocatiepunt: de EAN-code van het bijbehorende primaire allocatiepunt; |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|||
v |
[gereserveerd] |
x |
x |
|||||||
w |
de aanduiding of het een elektriciteits- of gasaansluiting betreft; |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|
x |
indien de netbeheerder hierover beschikt: een nadere duiding omtrent de locatie van het overdrachtspunt van de aansluiting; |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|||
y |
indien de netbeheerder hierover beschikt: BAG-nummeridentificatie zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel d van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen. |
x |
x |
x |
x |
x |
x |
|||
Artikel 2.1.4 |
a |
de capaciteitstariefcode; |
x |
x |
x |
|||||
b |
in geval van een aansluiting die is voorzien van een kleinverbruikmeetinrichting die op afstand uitleesbaar is: een kenmerk dat weergeeft of de aangeslotene de mogelijkheid om op afstand uit te lezen administratief heeft laten uitzetten; |
x |
x |
x |
||||||
d |
het identificatienummer van de meetinrichting; |
x 1 |
x |
x |
||||||
e |
in geval van een gasaansluiting: een kenmerk dat weergeeft of de meting door de kleinverbruikmeetinrichting wordt gecorrigeerd voor temperatuur; |
x |
x |
|||||||
f |
per telwerk van de meetinrichting, bedoeld onder d, de volgende gegevens: |
|||||||||
f1 |
in geval van elektriciteit: de telwerkindicatie; |
x |
x |
|||||||
f2 |
in geval van elektriciteit en uitsluitend voor een niet op afstand uitleesbare meetinrichting: of dit het telwerk normaal of het telwerk laag of een combinatie daarvan betreft; |
x |
x |
|||||||
f3 |
in geval van elektriciteit en uitsluitend voor een niet op afstand uitleesbare meetinrichting: de energierichting van het telwerk; |
x |
x |
|||||||
f5 |
het aantal posities voor de komma; |
x |
x |
|||||||
f6 |
de vermenigvuldigingsfactor; |
x |
x |
|||||||
g |
in geval van een aansluiting die is voorzien van een kleinverbruikmeetinrichting die op afstand uitleesbaar is: een kenmerk dat weergeeft of de kleinverbruikmeetinrichting gelet op externe factoren van technische aard al dan niet op afstand uitleesbaar is; |
x |
x |
x |
||||||
h |
een kenmerk dat weergeeft of de kleinverbruikmeetinrichting al dan niet op afstand uitleesbaar is. |
x |
x |
x |
||||||
Artikel 2.1.5 |
a |
de bedrijfs-EAN-code van de meetverantwoordelijke dan wel, indien sprake is van een aansluiting waarbij op grond van 2.1.3.5 van de Netcode elektriciteit geen comptabele meetinrichting aanwezig is of indien sprake is van een aansluiting zoals bedoeld in B3.4.7, de bedrijfs-EAN-code van de netbeheerder; |
x |
|||||||
b |
in geval van aansluitingen waarbij eenmaal per jaar het verbruik wordt bepaald: de maand waarin de verbruiksbepaling plaatsvindt; |
x |
||||||||
c |
in geval van een elektriciteitsaansluiting groter dan 3x80A: het op de aansluiting gecontracteerde transportvermogen [kW]; |
x |
||||||||
d |
in geval van aansluitingen van telemetriegrootverbruikers gas: het jaarverbruik telemetriegrootverbruikers (uitgedrukt in m3(n;35,17)); |
x |
||||||||
e |
in geval van aansluitingen van telemetriegrootverbruikers gas: het maxverbruik (uitgedrukt in m3(n;35,17)/uur). |
x |
||||||||
f |
in geval van een elektriciteitsaansluiting waarachter zich een of meer elektriciteitsproductie-installaties bevinden: de aard van die elektriciteitsproductie-installaties aangeduid met de primaire energiebron; |
x |
||||||||
g |
in geval van een elektriciteitsaansluiting tot en met 3x80A: de doorlaatwaarde van de aansluiting, aangeduid als het aantal beschikbaar gestelde fasen vermenigvuldigd met de nominale waarde van de overstroombeveiliging per fase. |
x |
||||||||
i |
in geval van een gasaansluiting: de aansluitcapaciteit van de aansluiting, aangeduid in m3(n)/uur; |
x |
||||||||
j |
in geval van een elektriciteitsaansluiting groter dan 3x80A: de aansluitcapaciteit in kVA. |
x |
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 25 januari 2021
Autoriteit Consument en Markt, namens deze: C.M.L. Hijmans van den Bergh bestuurslid
Als u rechtstreeks belanghebbende bent, kunt u tegen dit besluit beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Het postadres is: College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA Den Haag. Het beroepschrift moet binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt zijn ontvangen. Het beroepschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht bevatten. Voorts moet het beroepschrift de gronden van het beroep bevatten en dient een afschrift van het bestreden besluit te worden meegezonden.
1. Met dit codebesluit wijzigt de Autoriteit Consument en Markt (hierna: de ACM) de regelgeving voor de elektriciteitsmarkt en gasmarkt. Het gaat om regelgeving die op grond van artikel 55 van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: Elektriciteitswet) en artikel 23 van de Gaswet is vastgelegd in de Informatiecode elektriciteit en gas (hierna: Informatiecode). De ACM neemt dit besluit op basis van een vijftal voorstellen hiertoe van de Vereniging Nederlandse EnergieData Uitwisseling (NEDU). Vier van de vijf voorstellen hebben te maken met de veranderingen die de energiebedrijven verenigd in NEDU eind 2020 willen doorvoeren in hun ICT-systemen om de onderlinge informatie-uitwisseling te verbeteren, de zogenoemde Sectorrelease 2020. Het vijfde voorstel is een verzameling van kleinere verbeteringen in de tekst van de Informatiecode.
2. De ACM is op grond van artikel 55 van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: Elektriciteitswet) en de artikel 23 van de Gaswet bevoegd regelgeving vast te stellen voor de elektriciteits- en gasmarkt. Deze regelgeving is vastgelegd in de zogenoemde Informatiecode elektriciteit en gas.
3. Dit besluit is tot stand gekomen op basis van een vijftal voorstellen van Vereniging Nederlandse EnergieData Uitwisseling (NEDU).
4. Met het eerste voorstel over correctieprocessen bij grootverbruikaansluitingen1 beoogt NEDU de correctieprocessen die leveranciers onderling hanteren bij grootverbruikersaansluitingen te verbeteren.
5. Het tweede voorstel over het opnemen van de aansluitcapaciteit voor grootverbruikaansluitingen in het aansluitingenregister2 is bedoeld om de controle op de plausibiliteit van de meetgegevens van grootverbruikersaansluitingen te verbeteren.
6. In het derde voorstel3 wordt het proces voor overleg verbeterd in het geval een meetverantwoordelijke een meetfout constateert bij een grootverbruikaansluiting elektriciteit.
7. In het vierde voorstel4 worden in een inhuizing- of switchprocedure in een eerder stadium gegevens verstrekt aan de programmaverantwoordelijke zodat deze al bij de eerste dag van levering een beter energieprogramma kan indienen.
8. Het vijfde voorstel5 bestaat uit een verzameling kleinere verbeteringen aan de Informatiecode.
9. De ACM heeft naar aanleiding van de uitspraak6 van het College van Beroep voor het bedrijfsleven van 14 januari 2020 op 2 april 2020 een brief7 aan NEDU gestuurd. In deze brief verzocht de ACM NEDU om een schriftelijk overzicht te geven van alle nieuwe en aan te passen artikelen die in de vijf codevoorstellen worden genoemd, en om bij elk van die artikelen aan te geven welke grondslag voor de betreffende verwerking van persoonsgegevens de betreffende verwerkingsverantwoordelijke heeft in de zin van de Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG).
10. De ACM heeft op 2 juni 2020 een antwoordbrief8 van NEDU ontvangen over de AVG-grondslagen voor de verwerkingen van persoonsgegevens die in de vijf codevoorstellen aan de orde komen. Op 6 november 2020 heeft de ACM een update9 van deze brief ontvangen.
11. Als onderdeel van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure heeft de ACM het ontwerpbesluit en de bijbehorende stukken ter inzage gelegd en gepubliceerd op haar internetpagina. De terinzagelegging is op 20 november 2020 gemeld in de Staatscourant. De ACM heeft belanghebbenden in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen op het ontwerp kenbaar te maken tot uiterlijk op 15 januari 2021.
12. De ACM heeft geen zienswijzen ontvangen op het ontwerpbesluit.
13. De ACM is van mening dat de voorstellen van NEDU geen nieuwe technische voorschriften bevat als bedoeld in de Notificatierichtlijn. Evenmin is er sprake van nieuwe diensten die aangemeld moeten worden in het kader van de Dienstenrichtlijn. Om die reden zijn de voorwaarden in dit besluit niet in ontwerp ter notificatie aangeboden.
14. De ACM constateert dat de vijf voorstellen in een overleg met representatieve organisaties zijn besproken. In elk voorstel is een verslag opgenomen van dit overleg. De indieners hebben – indien van toepassing – in het voorstel aangegeven welke gevolgtrekkingen zij hebben verbonden aan de zienswijzen die organisaties naar voren hebben gebracht. Naar het oordeel van de ACM voldoen de voorstellen daarmee aan de vereisten bedoeld in artikel 54, tweede en derde lid, van de Elektriciteitswet en artikel 22, tweede en derde lid van de Gaswet.
15. De ACM constateert dat de vijf voorstellen zijn ingediend namens een representatief deel van de ondernemingen die zich bezighouden met transporteren, leveren of meten van elektriciteit of gas, zoals artikel 54, eerste lid van de Elektriciteitswet voorschrijft. Dit blijkt uit het feit dat de voorstellen zijn aangenomen in een algemene ledenvergadering van NEDU en dat op dat moment per marktrol binnen NEDU de stemgerechtigde leden het overgrote deel van de markt vertegenwoordigden.
16. In enkele van de vijf voorstellen worden artikelen gewijzigd of ingevoerd, waarbij de verwerking van persoonsgegevens in de zin van de AVG aan de orde is. NEDU heeft aangegeven dat de desbetreffende verwerkingsverantwoordelijken voor deze verwerkingen een grondslag hebben als bedoeld in artikel 6 AVG.
17. Het voorstel beoogt de correctieprocessen die leveranciers onderling hanteren bij grootverbruikersaansluitingen te verbeteren. Een correctieproces is bijvoorbeeld nodig als een aansluiting bij vergissing of op onjuiste datum naar een andere leverancier blijkt overgezet, waardoor het energieverbruik van de betreffende klant aan de verkeerde leverancier wordt toegerekend. Een van de verbeteringen is het verduidelijken van de afhandeling van correcties en de wijze van verrekenen van het verkeerd toegerekende energieverbruik vast te leggen.
18. De ACM is van mening dat het codevoorstel over correctieprocessen bij grootverbruikaansluitingen10 bijdraagt aan een beter correctie- en verrekenproces tussen ondernemingen in de elektriciteits- en gasmarkt ingeval er sprake is van een onterechte wijziging bij een grootverbruikaansluiting.
19. De aanpassing van de werkwijze van de correctie- en verrekenprocessen draagt volgens de ACM bij aan het sneller afhandelen van eventuele onterechte of niet tijdig overgezette aansluitingen. Het onderling verrekenen draagt bij aan betere financiële afhandeling tussen ondernemingen in de elektriciteits- en gasmarkt.
20. De ACM komt tot het oordeel dat de wijzigingen in dit voorstel niet in strijd zijn met de belangen, regels en eisen bedoeld in artikel 55 van de Elektriciteitswet en artikel 23 van de Gaswet.
21. Het doel van de wijziging is om de kwaliteit van meetdata van grootverbruikersaansluitingen te verbeteren. Hiertoe stelt NEDU voor om in het centraal aansluitingenregister (CAR) het bestaande veld voor de aansluitcapaciteit gas voor grootverbruikers aan te passen en een veld voor de aansluitcapaciteit voor een grootverbruikaansluiting elektriciteit groter dan 3x80A toe te voegen. Netbeheerders, leveranciers en programmaverantwoordelijken kunnen daarmee de plausibiliteit van meetdata controleren. Daarnaast kunnen meetverantwoordelijken met deze informatie in het CAR een nauwkeuriger aanbod voor een meetinrichting doen aan de grootverbruiker.
22. De ACM is van mening dat het codevoorstel bijdraagt aan een verbeterde controle op de plausibiliteit van de meetgegevens van grootverbruikaansluitingen.
23. De ACM komt tot het oordeel dat de wijzigingen in dit voorstel niet in strijd zijn met de belangen, regels en eisen bedoeld in artikel 55 van de Elektriciteitswet en artikel 23 van de Gaswet.
24. Met dit voorstel wordt beoogd het proces te verbeteren bij meetfouten in het grootverbruik elektriciteit. Dit proces wordt verbeterd door een nieuw bericht in het berichtenverkeer te implementeren, waarmee de meetverantwoordelijke met alle marktpartijen kan communiceren over meetcorrecties.
25. De ACM is van mening dat het codevoorstel bijdraagt aan een uniformering en verbetering van het proces na constatering van een meetfout bij grootverbruik van elektriciteit. Dit schept meer duidelijkheid voor alle betrokken partijen.
26. De ACM komt tot het oordeel dat de wijzigingen in dit voorstel niet in strijd zijn met de belangen, regels en eisen bedoeld in artikel 55 van de Elektriciteitswet.
27. Met het voorstel over informatieverstrekking aan programmaverantwoordelijke wil NEDU de informatievoorziening rondom het inhuizings- en switchproces verbeteren voor de programmaverantwoordelijke bij kleinverbruikaansluitingen. De programmaverantwoordelijke is verantwoordelijk voor het indienen van energieprogramma. Wanneer de programmaverantwoordelijke te maken krijgt met een nieuwe klant, heeft hij van te voren niet de volledige informatie. Door bepaalde informatie van een aansluiting al voorafgaand aan de levering van energie beschikbaar te stellen voor de nieuwe programmaverantwoordelijke, kan deze zijn taak beter uitvoeren.
28. De ACM is van mening dat het voorstel leidt tot een beter functioneren van het systeem van nominatie, allocatie en reconciliatie, doordat de programmaverantwoordelijke beter in staat wordt gesteld om een goed programma in te dienen.
29. De ACM komt tot het oordeel dat de wijzigingen in dit voorstel niet in strijd zijn met de belangen, regels en eisen bedoeld in artikel 55 van de Elektriciteitswet en artikel 23 van de Gaswet.
30. Het doel van het voorstel is de Informatiecode in lijn te brengen met de praktijk, enkele procedurele knelpunten weg te nemen en enkele processen zoals vastgelegd in de Informatiecode te vereenvoudigen.
31. NEDU stelt in het voorstel voor om (i) de bepalingen over de uitwisseling van de indicatie verblijfsfunctie en complexbepaling te verwijderen, (ii) het proces voor niet tijdig of onjuist geregistreerde metermutaties bij kleinverbruik te formaliseren, (iii) het proces om capaciteitscodes aan te maken en te laten vervallen te vereenvoudigen, en (iv) de berekening van het standaardjaar te wijzigen.
32. De ACM is van mening dat het codevoorstel bijdraagt aan verbetering van de manier waarop de voorwaarden voor gegevensuitwisseling in de Informatiecode zijn vastgelegd. Daarmee schept het meer duidelijkheid voor alle betrokken partijen.
33. De ACM komt tot het oordeel dat de wijzigingen in dit voorstel niet in strijd zijn met de belangen, regels en eisen bedoeld in artikel 55 van de Elektriciteitswet en artikel 23 van de Gaswet.
34. De ACM heeft grammatica, spelling en interpunctie in het codevoorstel waar nodig gecorrigeerd. Daarnaast heeft de ACM enkele tekstuele aanpassingen gedaan om de codebepalingen te verduidelijken.
35. De wijziging in dit artikel verruimt het accepteren van de mutatiedatum zodat er een snellere correctie van een foutieve mutatie kan plaatsvinden
36. De wijziging brengt de terminologie in lijn met de terminologie die elders in de Informatiecode wordt gehanteerd.
37. De twee nieuw ingevoerde artikelen regelen de annulering van de eerder ingediende switchmelding en berichtgeving aan betrokken partijen, in het geval er al een switchmelding is ingediend voor dezelfde mutatiedatum, die voldoet aan de gestelde eisen in 3.1.2.1 onderdeel f.
38. De gewijzigde tekst maakt het mogelijk dat een foutieve inhuizingsmelding op een leverancierloze aansluiting op de mutatiedatum kan worden geannuleerd.
39. De wijzigingen in deze artikelen zijn vergelijkbaar met de wijziging van artikelen 3.1.2.1., 3.1.2.4., 3.1.2.10, 3.1.2.11 zoals toegelicht in C, D en F. Met het verschil dat het in I, J en L gaat om een procedure inhuizing kleinverbruik.
40. De wijzigingen in deze artikelen zijn vergelijkbaar met de wijziging van artikelen 3.1.2.1., 3.1.2.4., 3.1.2.10, 3.1.2.11 zoals toegelicht in C, D en F. Met het verschil dat het in S, T en W gaat om een procedure switch van leverancier grootverbruik.
41. . De wijziging van dit artikel is vergelijkbaar met de wijziging van artikel 3.2.2.1. zoals toegelicht in onderdeel G. Met het verschil dat het in dit artikel gaat om de procedure uithuizing grootverbruik.
42. De wijziging van dit artikel is vergelijkbaar met de wijziging van artikel 3.1.2.1. zoals toegelicht in onderdeel C. Met het verschil dat het in dit artikel gaat om de procedure inhuizing grootverbruik. Tevens specificeert de gewijzigde tekst dat in dit artikel inhuizingsdatum wordt bedoelt.
43. De wijziging van dit artikel is vergelijkbaar met de wijziging van artikel 3.1.2. zoals toegelicht in onderdeel D. Met het verschil dat het in dit artikel gaat om de procedure inhuizing grootverbruik.
44. De wijziging in dit artikel brengt de terminologie in lijn met de terminologie die elders in de Informatiecode wordt gehanteerd. Daarbij wordt een nieuw artikel ingevoerd waarin de procedure switch van leverancier wordt meegenomen.
45. De wijzigingen in deze artikelen zijn vergelijkbaar met de wijziging van artikelen 3.1.2.10 en 3.1.2.11 zoals toegelicht in onderdeel F. Met het verschil dat het in AE gaat om een procedure inhuizing grootverbruik.
46. De nieuwe paragraaf 4.16 is van belang om de correctieprocessen te beschrijven in het geval van een foutieve mutatie in de procedures switch van leverancier, inhuizing, uithuizing, einde levering of switch van programmaverantwoordelijke.
47. De nieuwe paragraaf 6.9 bevat de procedure voor het verrekenen van de gevolgen die ontstaan zijn doordat verbruik door de fout bij aan de verkeerde partij is gebracht.
48. . De wijziging in dit artikel brengt de terminologie in lijn met de terminologie die elders in de Informatiecode wordt gehanteerd. Daarbij wordt dit artikel van toepassing verklaard op alle grootverbruikaansluitingen gas en wordt het aansluitingenregister uitgebreid met een veld voor elektriciteitsaansluitingen groter dan 3x80A.
49. De wijziging in dit artikel specificeert dat de genoemde controle een controle op plausibiliteit betreft. Daarbij is onder AC de terminologie in lijn gebracht met de terminologie die elders in de Informatiecode wordt gehanteerd.
50. In deze bijlage worden de aanpassingen die voort komen uit onderdeel A verwerkt.
51. Met de wijziging van artikel 6.2.2.15 wordt dit artikel ten dele herschreven en ten dele uitgesplitst in onderdelen a t/m d (zie artikel 1 onderdeel AL). In het nieuwe artikel 6.2.2.15 wordt het meetcorrectierapport geïntroduceerd.
52. Artikel 6.2.2.15a beschrijft de inhoud van het meetcorrectierapport.
53. Artikel 6.2.2.15b bepaalt dat de meetverantwoordelijke de informatie uit het meetcorrectierapport moet toezenden aan de betrokken programmaverantwoordelijke(n), leverancier(s) en netbeheerder(s) en binnen welke termijn dit dient te gebeuren.
54. Artikel 6.2.2.15c stelt de termijn vast waarbinnen de meetverantwoordelijke een bericht over de meetcorrectie aan de betrokken netbeheerder(s) dient te verzenden.
55. Artikel 6.2.2.15d stelt de termijn voor verwerking van het bericht over de meetcorrectie door de netbeheerder.
56. Met de wijziging van artikel 6.2.2.16 wordt dit artikel ten dele herschreven en ten dele uitgesplitst in onderdelen a t/m h (zie artikel 1 onderdeel AN). In het nieuwe artikel 6.2.2.15 wordt het meetcorrectierapport geïntroduceerd.
57. Artikel 6.2.2.16a beschrijft de inhoud van het meetcorrectierapport.
58. Artikel 6.2.2.16b bepaalt dat de meetverantwoordelijke de informatie uit het meetcorrectierapport moet toezenden aan de betrokken programmaverantwoordelijke(n), leverancier(s) en netbeheerder(s) en binnen welke termijn dit dient te gebeuren.
59. Artikel 6.2.2.16c bepaalt dat indien in de genoemde termijn geen reacties van betrokkenen op het meetcorrectierapport komen, de meetverantwoordelijke na afloop van de termijn een bericht over de meetgegevens aan de netbeheerder(s) dient te verzenden.
60. Artikel 6.2.2.16d bepaalt dat een betrokken partij binnen de genoemde termijn de meetverantwoordelijke kan verzoeken een overleg te organiseren tussen de aangeslotene(n), netbeheerder(s), meetverantwoordelijke(n), programmaverantwoordelijke(n) en leverancier(s).
61. Artikel 6.2.2.16e bepaalt dat het in artikel 6.2.2.16d genoemde overleg binnen een maand dient plaats te vinden.
62. Artikel 6.2.2.16f bepaalt dat indien betrokken partijen er niet binnen drie maanden na het informatiebericht over de meetcorrectie in slagen om overeenstemming te bereiken over het door de meetverantwoordelijke te communiceren volume, de netbeheerder hierover een beslissing neemt.
63. Artikel 6.2.2.16g stelt de termijn vast waarbinnen de meetverantwoordelijke een bericht aan de netbeheerder(s) dient te sturen met de maandmeetgegevens die zijn vastgesteld of overeengekomen op grond van artikel 6.2.2.16c, 6.2.2.16d of 6.2.2.16f.
64. Artikel 6.2.2.16h stelt de termijn voor verwerking van het bericht met maandmeetgegevens over de meetcorrectie door de netbeheerder.
65. Artikel 3.2.1.6a bepaalt dat de netbeheerder de in de bijlage vermelde gegevens binnen de genoemde termijn aan de nieuwe programmaverantwoordelijke dient te verzenden bij een switch van een kleinverbruiker ten behoeve van het opstellen van een energieprogramma.
66. Artikel 3.3.2.5a bepaalt dat de netbeheerder de in de bijlage vermelde gegevens binnen de genoemde termijn aan de nieuwe programmaverantwoordelijke dient te verzenden bij een inhuizing van een kleinverbruiker ten behoeve van het opstellen van een energieprogramma.
67. Artikel 3.5.2.6a bepaalt dat de netbeheerder de in de bijlage vermelde gegevens binnen de genoemde termijn aan de nieuwe programmaverantwoordelijke dient te verzenden bij een switch van een individuele kleinverbruiker ten behoeve van het opstellen van een energieprogramma.
68, Artikel 3.6.3.6a bepaalt dat de netbeheerder de in de bijlage vermelde gegevens binnen de genoemde termijn aan de nieuwe programmaverantwoordelijke dient te verzenden bij een switch van een groep kleinverbruikers ten behoeve van het opstellen van een energieprogramma.
69. Artikel 4.1.2.6a bepaalt dat de netbeheerder de in de bijlage vermelde gegevens binnen de genoemde termijn aan de nieuwe programmaverantwoordelijke dient te verzenden bij een switch van een grootverbruiker ten behoeve van het opstellen van een energieprogramma.
70. Artikel 4.3.2.5a bepaalt dat de netbeheerder de in de bijlage vermelde gegevens binnen de genoemde termijn aan de nieuwe programmaverantwoordelijke dient te verzenden bij een inhuizing van een grootverbruiker ten behoeve van het opstellen van een energieprogramma.
71. Artikel 4.5.2.6a bepaalt dat de netbeheerder de in de bijlage vermelde gegevens binnen de genoemde termijn aan de nieuwe programmaverantwoordelijke dient te verzenden bij een switch van een grootverbruiker ten behoeve van het opstellen van een energieprogramma.
72. Bijlage B7.1 wordt aangepast door de aan de programmaverantwoordelijke te verzenden gegevens toe te voegen.
73. Met de wijziging van artikel 2.1.5 vervalt de uitwisseling van de verblijfsfunctie en complexbepaling. Deze gegevens worden niet meer uitgewisseld omdat er geen noodzaak is voor de verwerking van deze gegevens. Met het vervallen van de verblijfsfunctie en complexbepaling, kan de verwijzing hiernaar in alle artikelen en paragraaftitels en in de tabel in Bijlage B7 vervallen.
74. Daarnaast wordt sub c van dit artikel geschrapt. Hierdoor worden sub d en sub e 1 plaats naar voren geschoven en vervalt sub e.
75. Het nieuw ingevoerde artikel bepaalt dat de regionale netbeheerder de mutatiedatum in plaats van de opnamedatum vermeldt wanneer deze gegevens voortkomen uit een mutatieproces die is opgesomd in artikel 5.3.5.3, bij f, onder 1° en 2°.
76. De twee nieuw ingevoerde artikelen regelen de referentieperiode welke relevant is voor de bepaling van de fracties van het standaardprofiel. Tevens is deze periode aangepast naar een voortschrijdende periode van maximaal 30 jaar.
77. De bijlage is niet meer nodig doordat de gezamenlijke regionale netbeheerders de door hen in gebruik zijnde tariefcodes centraal publiceren.
’s-Gravenhage, 25 januari 2021
Autoriteit Consument en Markt, namens deze: C.M.L. Hijmans van den Bergh bestuurslid
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2021-4569.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.