Bestuursovereenkomst Lob van Gennep

Zaaknummer: 2022-Z4121

Documentnummer: WLDOC-419950788-535

Inhoudsopgave

Artikel 1.

Definities

2

Artikel 2.

Doel Bestuursovereenkomst

3

Artikel 3.

Scope van het Project

3

Artikel 4.

Verplichtingen van Partijen

4

Artikel 5.

Planning

5

Artikel 6.

Financiële afspraken

5

Artikel 7.

Sturing en organisatie

7

Artikel 8.

Vooruitblik Realisatiefase en gebruiks- en beheerfase

7

Artikel 9.

Communicatie

8

Artikel 10.

Aanvullen en/of wijzigen van de Bestuursovereenkomst

8

Artikel 11.

Toetredingsregeling

8

Artikel 12.

Geschillen

8

Artikel 13.

Inwerkingtreding en beëindiging

8

Artikel 14.

Publicatie

9

Artikel 15.

Toepasselijk recht

9

Artikel 16.

Ongeldigheid

9

Artikel 17.

Ontbinding

9

Artikel 18.

Onvoorziene omstandigheden

9

Bijlagen

10

 

Bijlage 1

Voorkeursbeslissing Lob van Gennep

11

Bijlage 2

Scope Kaderrichtlijn Water-maatregel Milsbeekse uiterwaard

12

Partijen

  • 1. Waterschap Limburg, zetelend te Roermond,

    en (voor zover het haar publiekrechtelijke bevoegdheden betreft) het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg, handelend als bestuursorgaan, vertegenwoordigd door dagelijks bestuurslid J.H.G.M. Teeuwen, daartoe gevolmachtigd door de dijkgraaf, handelend ter uitvoering van het besluit van het Dagelijks Bestuur van 18-01-2022,

    hierna aangeduid als: ‘Waterschap Limburg’;

  • 2. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat,

    rechtsgeldige vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, zetelend te ’s-Gravenhage, tevens handelend als bestuursorgaan, vertegenwoordigd door Minister M.G.J. Harbers,

    hierna aangeduid als: ‘het Rijk’ of ‘Minister’;

  • 3. Provincie Limburg, zetelend te Maastricht, en (voor zover het haar publiekrechtelijke bevoegdheden betreft) het college van gedeputeerde staten van de provincie Limburg, handelend als bestuursorgaan, vertegenwoordigd door gedeputeerde C.W.J.M. Roefs, daartoe gemachtigd door de commissaris van de Koning, ter uitvoering van het besluit van gedeputeerde staten van Limburg d.d. 22-02-2022,

    Hierna aangeduid als: ‘Provincie Limburg’;

  • 4. Provincie Noord-Brabant, zetelend te ‘s Hertogenbosch,

    en (voor zover het haar publiekrechtelijke bevoegdheden betreft) het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant, handelend als bestuursorgaan, vertegenwoordigd door gedeputeerde H.I. Roijackers, daartoe gemachtigd door de commissaris van de Koning, ter uitvoering van het besluit van gedeputeerde staten van Noord-Brabant d.d. 22-02-2022,

    hierna aangeduid als: ‘Provincie Noord-Brabant’

  • 5. Provincie Gelderland, zetelend te Arnhem,

    en (voor zover het haar publiekrechtelijke bevoegdheden betreft) het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland, handelend als bestuursorgaan, vertegenwoordigd door gedeputeerde P. van ’t Hoog, daartoe gevolmachtigd door de commissaris van de Koning, ter uitvoering van het besluit van gedeputeerde staten van Gelderland d.d. 15-02-2022,

    hierna aangeduid als: ‘Provincie Gelderland’;

  • 6. Waterschap Aa en Maas, zetelend te Den Bosch,

    en (voor zover het haar publiekrechtelijke bevoegdheden betreft) het dagelijks bestuur van het Waterschap Aa en Maas, vertegenwoordigd door dagelijks bestuurslid P.M.J. van Dijk, gevolmachtigd door de dijkgraaf, ter uitvoering van het besluit van het Dagelijks Bestuur van 01-02-2022,

    hierna aangeduid als: ‘Waterschap Aa en Maas’;

  • 7. Gemeente Gennep, gevestigd in Gennep,

    en (voor zover het haar publiekrechtelijke bevoegdheden betreft) het college van burgemeester en wethouders van gemeente Gennep, vertegenwoordigd door wethouder R.T.M. Peperzak, daartoe gevolmachtigd door de burgemeester, ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 7-12-2021,

    hierna aangeduid als: ‘gemeente Gennep’;

  • 8. Gemeente Mook en Middelaar, gevestigd in Mook,

    en (voor zover het haar publiekrechtelijke bevoegdheden betreft) het college van burgemeester en wethouders van gemeente Mook en Middelaar, vertegenwoordigd door wethouder G. Wienhoven, daartoe gevolmachtigd door de burgemeester, ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 25-01-2022,

    hierna aangeduid als: ‘gemeente Mook en Middelaar’.

Alle partijen worden hierna gezamenlijk aangeduid als: ‘Partijen’.

Elke partij afzonderlijk, hierna te noemen: ‘Partij’.

Nemen het volgende in aanmerking

  • Op 21 november 2018 hebben Rijk en regionale overheden in het Bestuurlijk Overleg MIRT besloten een verkenning te starten voor het project Lob van Gennep. En in aansluiting daarop heeft de Minister op 23 april 2019 een startbeslissing voor de verkenning Lob van Gennep genomen.

  • De verkenning is door Rijk en regionale overheden gezamenlijk uitgevoerd onder aansturing van een Stuurgroep waarin Rijk, provincies Limburg, Noord-Brabant en Gelderland, Waterschappen Limburg en Aa en Maas en gemeenten Gennep en Mook en Middelaar deelnemen.

  • De Minister heeft op 20 april 2020 een voorkeursbeslissing genomen voor het programma aan maatregelen die bijdragen aan de Kaderrichtlijn Water-doelen, waar de Milsbeekse uiterwaard onderdeel van is.

  • De verkenning heeft, overeenkomstig het advies van de Stuurgroep aan de Minister, geresulteerd in een voorkeursbeslissing van de Minister in maart 2022. Deze voorkeursbeslissing is als bijlage 1 bij deze Bestuursovereenkomst gevoegd.

  • Het in de voorkeursbeslissing opgenomen alternatief ‘Reguliere Dijken’, inclusief de Kaderrichtlijn Water maatregel Milsbeekse uiterwaard, betreft een integraal vormgegeven alternatief waarin zowel maatregelen opgenomen zijn ter verbetering van de waterveiligheid alsmede maatregelen ter verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.

  • Partijen willen gezamenlijk uitvoering geven aan de voorkeursbeslissingen. Met de uitvoering van het Project willen Partijen de volgende doelen voor de Lob van Gennep realiseren: het verbeteren van de hoogwaterbescherming in de Lob van Gennep (conform de wettelijke norm met een overstromingskans van 1:300 per jaar) het verbeteren van de waterbergende functie (om bij extreem hoog water te zorgen voor een waterstandsverlaging stroomafwaarts) en het versterken van de ruimtelijke kwaliteit. Tevens willen Partijen bijdragen aan de doelen van de Kaderrichtlijn Water, om de kwaliteit van het oppervlaktewater en het grondwater te waarborgen.

  • Partijen wensen hun samenwerking, zoals die in de verkenningsfase heeft plaatsgevonden, in de planuitwerkings- en realisatiefase te continueren en leggen de daarbij behorende afspraken in deze overeenkomst vast. Partijen hebben met de samenwerking voor ogen om zoveel mogelijk integraal en efficiënt te werken, werk met werk te maken en een voor burgers inzichtelijk proces te doorlopen.

  • Partijen voorzien dat er nog een aanvullende Uitvoeringsovereenkomst dient te komen, waarin nadere afspraken worden overeengekomen voor de realisatiefase en de daarop aansluitende beheerfase.

Komen het volgende overeen

Artikel 1. Definities

In deze Bestuursovereenkomst wordt verstaan onder:

a. Bestuursovereenkomst:

Deze bestuursovereenkomst inclusief bijlagen.

b. Budget:

Het budget waarvoor Partijen zich, overeenkomstig artikel 6 van deze Bestuursovereenkomst, inspannen om het Project te realiseren. Dit budget omvat de financiële bijdragen van Partijen voor het geheel van de verkenning, planuitwerking en realisatie.

c. Planuitwerkingsfase:

De fase waarin Partijen de Voorkeursbeslissing Lob van Gennep en de Kaderrichtlijn Water-maatregel Milsbeekse Uiterwaarde nader uitwerken. Deze fase eindigt als de voor de realisatie van het Project Lob van Gennep benodigde publiekrechtelijke besluiten zijn vastgesteld.

d. Project:

Het Project betreft het geheel aan maatregelen, voorzieningen en werkzaamheden dat onderdeel is van de voorbereiding, uitwerking en realisatie van de Voorkeursbeslissing Lob van Gennep en de Kaderrichtlijn Water-maatregel Milsbeekse uiterwaard.

e. Projectbesluit:

Publiekrechtelijk besluit op grond waarvan realisatie van een deel van het Project kan plaatsvinden. Het betreft een Projectbesluit op basis van de Omgevingswet (voorheen Projectplan Waterwet).

f. Projectorganisatie:

De projectorganisatie die wordt ingesteld op grond van artikel 7 in deze Bestuursovereenkomst en die onder aansturing van de Stuurgroep de werkzaamheden voor het project uitvoert.

g. Realisatiefase:

De fase waarin de aanbesteding van het Project of onderdelen daarvan plaatsvindt en waarin met de op basis daarvan gecontracteerde marktpartij(en) het Project wordt gerealiseerd.

h Stuurgroep:

De Stuurgroep die wordt ingesteld op grond van artikel 7 in deze Bestuursovereenkomst en sturing geeft aan het project.

i Uitvoeringsbesluiten:

Publiekrechtelijk besluit op grond waarvan realisatie van een deel van het Project kan plaatsvinden. Het betreft een projectbesluit, wijziging omgevingsplan of een omgevingsvergunning op basis van de Omgevingswet.

j. Voorkeursbeslissing Lob van Gennep:

Beslissing van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van maart 2022, waarmee de verkenningsfase Lob van Gennep is afgerond. De voorkeursbeslissing is als bijlage 1 bij deze overeenkomst gevoegd, waarbij de maatregelen voor het Project Lob van Gennep zijn beschreven in hoofdstuk 4 en weergegeven op de kaart in bijlage 3.

k Voorkeursbeslissing KRW:

Beslissing van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 20 april 2020 ten aanzien van het programma van maatregelen die bijdragen aan de Kaderrichtlijn Water-doelen, waar de Milsbeekse uiterwaard onderdeel van is.

Artikel 2. Doel Bestuursovereenkomst

Doel van deze Bestuursovereenkomst is afspraken vast te leggen over de samenwerking en bekostiging van de verdere planuitwerking en realisatie van het Project. Partijen werken samen om binnen ruimtelijke en financiële kaders het Project uit te werken en te realiseren.

Artikel 3. Scope van het Project

Tot de scope van het Project behoren:

  • a. de maatregelen zoals weergegeven in hoofdstuk 4 en bijlage 3 van de Voorkeursbeslissing Lob van Gennep (bijlage 1 bij de Bestuursovereenkomst);

  • b. de compenserende en mitigerende maatregelen die voorvloeien uit de maatregelen als bedoeld in onderdeel a;

  • c. de maatregelen ter uitvoering van de Kaderrichtlijn Water-maatregel Milsbeekse uiterwaard (bijlage 2 bij de Bestuursovereenkomst).

Artikel 4. Verplichtingen van Partijen

  • 1. Dit artikel is niet van toepassing op de Provincies Noord-Brabant en Gelderland en Waterschap Aa en Maas, met uitzondering van lid 8.

  • 2. Partijen stellen, in onderling overleg, voldoende (personele) capaciteit ter beschikking voor het doorlopen van de planuitwerkings- en realisatiefase, zodanig dat tijdig en binnen de afgestemde planning:

    • a. Besluitvorming kan plaatsvinden;

    • b. Procedures op elkaar afgestemd kunnen worden, zodat de besluiten en vergunningen tegelijkertijd ter inzage liggen;

    • c. Afstemming kan plaatsvinden over nadere detaillering van ontwerpen;

    • d. Adequate projectcommunicatie kan plaatsvinden.

  • 3. Iedere Partij draagt binnen zijn eigen (wettelijke) taken, (wettelijke) verantwoordelijkheden en (wettelijke) bevoegdheden bij aan de werkzaamheden gedurende en ten behoeve van de Planuitwerkings- en Realisatiefase en zet daarvoor de benodigde eigen capaciteit en/of middelen om niet in.

  • 4. Partijen spannen zich in om publiekrechtelijke en privaatrechtelijke medewerking voortvarend te verkrijgen en/of te verlenen, onverminderd de publieke (wettelijke) taken en verantwoordelijkheden van Partijen, met inachtneming van wettelijke procedures en beginselen van behoorlijk bestuur.

  • 5. Partijen hanteren de voor het Project wettelijk voorgeschreven procedure(s), waarbij zo mogelijk wordt geanticipeerd op aanstaande nieuwe wet- of regelgeving zoals de Omgevingswet. Er wordt gedacht aan de volgende publiekrechtelijke besluiten: Projectbesluiten, inclusief coördinatie en goedkeuring, Wijziging omgevingsplan, Ontgrondingenvergunning, Vergunning Wet natuurbescherming en overige (publiekrechtelijke) besluiten/toestemmingen voor zover benodigd om het Project te realiseren.

  • 6. Het Rijk zal in personele zin bijdragen aan de procesafstemming over de Kaderrichtlijn Water-maatregel Milsbeekse Uiterwaard. Dit omvat afstemming over en inbreng van kennis voor een passende technische uitwerking van de Kaderrichtlijn Water-maatregel, de planprocedure en technische uitwerking, het voorbereiden van aanbesteding(en) en bijdragen aan het tot uitvoering brengen van de grondverwerving, door medewerking te verlenen aan en actief te participeren in het team grondverwerving (door een vertegenwoordiging vanuit Rijkswaterstaat).

  • 7. Partijen spreken af om de compensatieopgave voor natuur en landschap ten behoeve van de projectbesluiten, wijziging van het omgevingsplan en overige publiekrechtelijke besluiten, binnen het grondgebied van beide bij de Bestuursovereenkomst betrokken gemeenten te realiseren, conform een op te stellen integraal compensatieplan. Specifiek voor de te compenseren natuur uit het (huidige) Natuurnetwerk Limburg geldt een inspanningsverplichting om die compensatieopgave binnen het grondgebied van beide betrokken gemeenten te realiseren en dit mogelijk te maken door op basis van de geldende wet- en regelgeving het Natuurnetwerk Limburg binnen het genoemde grondgebied aan te passen.

  • 8. Partijen informeren elkaar structureel over initiatieven en (voortgang van) werkzaamheden die zij met betrekking tot maatregelen uit de Voorkeursbeslissing Lob van Gennep en de Kaderrichtlijn Water-maatregel Milsbeekse uiterwaard ontplooien. Ook informeren Partijen elkaar over initiatieven en werkzaamheden die geen onderdeel zijn van het Project, maar wel bijdragen aan of een raakvlak hebben met het Project.

  • 9. De gronden worden door de Partij verworven, en op naam gesteld bij het passeren van de notariële akten, wiens taak op de betreffende grond wordt uitgevoerd. De te verwerven gronden en gerealiseerde onderdelen blijven bij de betreffende Partij in eigendom en beheer. De voorbereiding van het verwerven van gronden vindt plaats door de projectorganisatie. Partijen bekijken tijdig en ruim voorafgaand aan oplevering en overdracht op gebiedsniveau naar het efficiënt beheer van de gronden en objecten die opgeleverd worden.

  • 10. De in de Bestuursovereenkomst omschreven verplichtingen van Partijen laten de publiekrechtelijke verantwoordelijkheid en bevoegdheden van Partijen onverlet.

Artikel 5. Planning

  • 1. Partijen streven ernaar dat:

    • a. in 2024 de publiekrechtelijk besluiten worden genomen op grond waarvan de realisatie van het Project kan plaatsvinden;

    • b. de maatregelen die nodig zijn om te voldoen aan de wettelijke waterveiligheidsnorm in 2026 zijn uitgevoerd;

    • c. de oplevering van de werkzaamheden conform de Voorkeursbeslissing Lob van Gennep en overdracht naar de beheerorganisaties in 2027 plaatsvindt;

    • d. de Kaderrichtlijn Water-maatregel Milsbeekse uiterwaard uiterlijk in 2027 is uitgevoerd en overgedragen aan de beheerorganisatie Rijkswaterstaat.

  • 2. De Stuurgroep kan besluiten om van de planning van de in lid 1 van dit artikel genoemde mijlpalen af te wijken, indien hier zwaarwegende argumenten voor zijn. Zwaarwegende argumenten kunnen bijvoorbeeld zijn; een substantiële kostenbesparing en of een substantiële vermindering van overlast voor de omgeving.

  • 3. De in dit artikel onder lid 2 genoemde afwijking kan alleen als de afwijking is goedgekeurd in de Stuurgroep en in overeenstemming blijft met de relevante landelijke programma’s (zoals HWBP), Europese richtlijnen (zoals KRW) en relevante financiële kaders.

Artikel 6. Financiële afspraken

  • 1. Het Budget voor het Project bedraagt € 180,3 miljoen, inclusief BTW.

  • 2. Partijen dragen financieel bij aan het Budget conform onderstaande tabel. Voor Provincies Noord-Brabant, Gelderland en Limburg en Waterschap Aa en Maas geldt dat deze Partijen hun financiële bijdragen ten tijde van ondertekening van de Bestuursovereenkomst ter beschikking hebben gesteld.

    Partij

    Bijdrage [mln.]

    Landelijke HWBP – 90% dijkversterking (waterschappen en Rijk)

    141,0

    Waterschap Limburg – 10% dijkversterking

    15,8

    Waterschap Limburg – beekherstel

    1,2

    Landelijke HWBP – vermeden kosten dijkversterking

    0,9

    Waterschap Aa en Maas – vermeden kosten dijkversterking

    0,1

    Het Rijk

    14,0

    Het Rijk, Kaderrichtlijn Water-maatregel Milsbeekse uiterwaard

    4,3

    Provincie Noord-Brabant

    0,4

    Provincie Gelderland

    0,1

    Provincie Limburg

    1,3

    Gemeente Gennep

    0,9

    Gemeente Mook en Middelaar

    0,3

    Totaal

    180,3

  • 3. Met het ondertekenen van deze Bestuursovereenkomst spreken het Rijk en Waterschap Limburg als alliantiepartners in het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma het volgende af:

    • a. de dijkversterking die onderdeel is van de Voorkeursbeslissing Lob van Gennep blijft opgenomen in de landelijke programmering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma;

    • b. de financiële bijdrage van het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma is bestemd voor de subsidiabele kosten in het kader van hoogwaterbescherming;

    • c. de omvang van de financiële bijdrage van het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma voor de dijkversterking wordt vastgesteld overeenkomstig de geldende HWBP-subsidieregels.

  • 4. Partijen spreken het volgende af over indexering van financiële bijdragen aan het Budget:

    • a. Het prijspeil van de in de Bestuursovereenkomst genoemde bedragen is januari 2021.

    • b. Het nog openstaande deel van de financiële bijdragen zoals genoemd in lid 2, worden jaarlijks geïndexeerd met de prijscompensatie op basis van de Index Bruto Overheidsinvesteringen, zoals gehanteerd door de Minister van Financiën, voor de eerste maal per 1 januari 2022.

  • 5. Voor de onderdelen van de scope zoals beschreven in artikel 3 onderdelen a en b komen de kosten van verkenning, planuitwerking en realisatie ten laste van het Budget. Voor de scope zoals beschreven in artikel 3 onderdeel c, komen alleen de kosten van planuitwerking en realisatie ten laste van het Budget. De kosten die ten laste komen van het Budget omvatten onder andere de kosten voor onderzoeken, producten, diensten, de Projectorganisatie, de verwerving van de benodigde gronden en de uiteindelijke realisatie van het werk of werken.

  • 6. De kosten voor de (wettelijke) taken en verantwoordelijkheden komen voor rekening van de Partij die bevoegd is voor de uitoefening van de betreffende taak.

  • 7. Een Partij of Partijen kunnen een aanvullende bestelling ten aanzien van de in artikel 3 benoemde scope doen. Bij een dergelijke aanvullende bestelling is er sprake van een verhoging van de financiële bijdrage zoals genoemd in lid 2, van de betreffende Partij die de aanvullende bestelling doet. Voor het doen van een aanvullende bestelling is instemming van de Stuurgroep benodigd. Hierna vindt aanpassing plaats van artikel 3 en lid 1 en 2 van dit artikel.

  • 8. De financiële bijdragen zoals genoemd in lid 2, zullen gedurende de uitvoering van elke fase van het Project door Partijen beschikbaar worden gesteld op zodanige wijze dat de voortgang van het Project geen hinder ondervindt. Partijen maken ten aanzien van het beschikbaar stellen van de financiële bijdragen nadere afspraken over het tijdstip en de wijze van beschikbaar stellen van de gelden. Denk aan het verstrekken van een voorschot door iedere Partij bij aanvang van een projectfase.

  • 9 Bij project Lob van Gennep is mogelijk voorfinanciering aan de orde, omdat sprake kan zijn van een mismatch tussen het moment van inkomsten (financiële bijdragen) en uitgaven. Indien de Projectorganisatie een indicatie heeft dat zich een eventuele mismatch zou kunnen voordoen, treden Partijen in de stuurgroep met elkaar in overleg. Partijen onderzoeken dan verschillende opties om de eventuele dreigende mismatch op te heffen. Een van de opties is dat Partijen gebruik maken van het aanbod van Provincie Noord-Brabant bij de start van het Project, zoals is vastgelegd in de Startbeslissing Lob van Gennep (april 2019), om in voorkomend geval te voorzien in een voorfinancieringsconstructie om tijdelijk financiële middelen ter beschikking te stellen. In voorkomend geval maken Partijen op dat moment afspraken over de inrichting van de voorfinanciering, de wijze en het moment van terugbetalen en de kosten die hiermee gemoeid zijn.

  • 10. Indien blijkt dat het Budget overschreden dreigt te worden of niet toereikend is, maakt de Projectorganisatie dit zo spoedig mogelijk kenbaar aan de Stuurgroep. Partijen zullen in onderling overleg een oplossing hiervoor zoeken. Besluitvorming over een eventuele of dreigende overschrijding van het Budget vindt plaats in de Stuurgroep. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:

    • a. Partijen zoeken eerst naar een oplossing die naar verwachting wel binnen Budget kan worden gerealiseerd. Dit kan betekenen dat Partijen zoeken naar functionele heroverwegingen, waaronder versoberingen in scope of het vinden van kostenbesparingen;

    • b. Op het moment dat het niet mogelijk blijkt om binnen Budget een voor Partijen acceptabele oplossing te vinden, spannen Partijen zich in om een aanvullende financiële bijdrage te leveren, zodat het Project kan worden gerealiseerd.

  • 11. De financiële afspraken uit dit artikel zullen bij het nemen van het Projectbesluit zo nodig worden herijkt en vastgelegd in een Uitvoeringsovereenkomst voor de Realisatiefase.

  • 12. Eventuele meevallende kosten vallen toe aan de risicoreservering voor het Project. De risicoreservering is onderdeel van het Budget en bestemd voor het vermijden, mitigeren of opvangen van risico’s.

  • 13. Indien na oplevering en overdracht van het Project blijkt dat het Budget meer dan toereikend is, omdat de werkelijke kosten lager uitvallen dan begroot is, dan vloeien resterende middelen op het moment dat de Bestuursovereenkomst eindigt, terug naar Partijen in dezelfde verhouding zoals is aangegeven in lid 2.

Artikel 7. Sturing en organisatie

  • 1. Partijen stellen een Stuurgroep in, die drie tot vier keer per jaar bijeen komt of zoveel vaker als nodig is.

  • 2. Besluitvorming binnen de Stuurgroep vindt plaats op basis van consensus.

  • 3. In de Stuurgroep nemen de volgende partijen deel: Waterschap Limburg, het Rijk, de Provincie Limburg, de gmeente Gennep en de gemeente Mook en Middelaar. De volgende partijen nemen als agenda-lid deel aan de Stuurgroep: de Provincie Noord-Brabant, de Provincie Gelderland en Waterschap Aa en Maas.

  • 4. Waterschap Limburg treedt namens de samenwerkende overheden op als trekker van de planuitwerking en realisatie van het project. Waterschap Limburg verzorgt vanuit die rol tevens de administratieve organisatie en treedt op als aanbestedende dienst voor het verstrekken van opdrachten.

  • 5. Partijen stellen een Projectorganisatie in voor de realisatie van het Project en de uitvoering van de Bestuursovereenkomst. Dit omvat onder andere de voorbereiding van besluitvorming door de Stuurgroep en de benodigde publiekrechtelijke besluiten. De Projectorganisatie wordt ingericht op basis van een in de Stuurgroep behandeld plan van aanpak, dat passend is voor de fase waarin het project zich bevindt.

  • 6. De Projectorganisatie voert de werkzaamheden uit onder aansturing van de Stuurgroep.

  • 7. De Projectorganisatie stelt voortgangsrapportages op in een frequentie die aansluit op de voortgangsrapportages van het HWBP van Waterschap Limburg.

  • 8. Naast de verstrekking van de voortgangsrapportages zullen Partijen elkaar onverwijld tussentijds schriftelijk op de hoogte brengen van ontwikkelingen met betrekking tot een onderwerp waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft, en die van wezenlijk belang kunnen zijn voor de nakoming van de Bestuursovereenkomst.

Artikel 8. Vooruitblik Realisatiefase en gebruiks- en beheerfase

  • 1. Bij de faseovergang van planuitwerking naar realisatie zullen Partijen een Uitvoeringsovereenkomst opstellen, waarin zij nadere afspraken maken over de realisatiefase en de daarop aansluitende beheerfase. Hierin worden onder andere nadere afspraken vastgelegd over de overdracht van opgeleverde objecten naar de betreffende beheerorganisaties.

  • 2. Gronden die in bezit zijn bij Partijen en voor de realisatie van het Project tijdelijk benodigde gronden, worden om niet tijdelijk ter beschikking gesteld aan de uitvoerende Partij, voor zover dit past binnen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid.

  • 3. Ten aanzien van het huidig en toekomstig beheer en onderhoud van gronden, objecten en functies in het plangebied spreken Partijen het volgende af:

    • a. Elke Partij is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud en bijbehorende beheerskosten van objecten, waarop vanuit een wettelijke taak en/of vanuit grondeigendom de verplichting tot beheer en onderhoud bij de betreffende Partij ligt;

    • b. Voor objecten waarvan de functie wijzigt of wordt aangepast als gevolg van het Project, zullen Partijen gedurende de Planuitwerkingsfase en uiterlijk bij de start van de Realisatiefase nadere afspraken met betrekking tot het beheer en onderhoud maken;

    • c. In aanvulling op lid 3b vindt voor objecten waarvan de functie wijzigt of wordt aangepast in de functie ‘natuur’, nader overleg plaats met de provincie Limburg over de wijze waarop de functie ‘natuur’ wordt vastgelegd.

    • d. De kosten voor beheer en onderhoud maken geen onderdeel uit van de projectkosten.

Artikel 9. Communicatie

Partijen treden afzonderlijk en gezamenlijk in het kader van het Project op als één geheel. In de externe communicatie wordt geen onderscheid gemaakt tussen Partijen tenzij dit procedureel of op andere wijze wenselijk of wettelijk noodzakelijk is zoals bij de terinzagelegging en vaststelling van publiekrechtelijke besluiten.

Artikel 10. Aanvullen en/of wijzigen van de Bestuursovereenkomst

  • 1. Iedere Partij kan een verzoek tot wijziging van de Bestuursovereenkomst doen.

  • 2. De Stuurgroep beslist over het verzoek tot wijziging en vereist vervolgens instemming van elk dagelijks bestuur van Partijen.

  • 3. De Bestuursovereenkomst kan slechts schriftelijk worden gewijzigd.

Artikel 11. Toetredingsregeling

  • 1. Teneinde de doelstellingen van deze Bestuursovereenkomst mogelijk te maken, bestaat voor Partijen de mogelijkheid om gedurende de looptijd van de Bestuursovereenkomst derden als partij toe te laten treden. Een toetredende partij dient de verplichtingen die voor haar uit de bestuursovereenkomst voortvloeien, te aanvaarden.

  • 2. Een toetredende partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend aan Waterschap Limburg. Dit verzoek wordt voorgelegd aan de Stuurgroep. Als deze heeft ingestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van Partij bij de Bestuursovereenkomst en gelden voor die partij de voor haar uit de Bestuursovereenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen.

  • 3. Het verzoek tot toetreding en de verklaring tot instemming worden door Partijen ondertekend en als addendum aan de Bestuursovereenkomst gehecht.

Artikel 12. Geschillen

  • 1. Partijen proberen eventuele geschillen over de uitvoering van de Bestuursovereenkomst, in eerste instantie in onderling overleg op te lossen, waarbij Partijen niet tussentijds met derden communiceren over het geschil. Een geschil is aanwezig indien één der Partijen dat stelt en dit schriftelijk aan de andere Partijen heeft medegedeeld.

  • 2. Een Partij kan besluiten om een geschil aan de Stuurgroep voor te leggen indien Partijen dit niet conform lid 1 hebben kunnen oplossen.

  • 3. Indien Partijen niet binnen 3 maanden na melding van een geschil over de uitvoering van deze Bestuursovereenkomst dit onderling hebben kunnen oplossen conform lid 1, het niet is voorgelegd aan de Stuurgroep conform lid 2 of dit laatste niet tot een oplossing heeft geleid, staat het ieder van de Partijen vrij het geschil voor te leggen aan de rechtbank Limburg.

Artikel 13. Inwerkingtreding en beëindiging

Deze Bestuursovereenkomst treedt in werking op de dag dat alle Partijen deze hebben ondertekend en eindigt op het moment dat door Partijen aan alle verplichtingen uit hoofde van deze Bestuursovereenkomst is voldaan.

Artikel 14. Publicatie

  • 1. Binnen vijftien werkdagen na ondertekening van de Bestuursovereenkomst wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant.

  • 2. Bij wijzigingen in de Bestuursovereenkomst vindt het eerste lid overeenkomstige toepassing.

  • 3. Toetreding, opzegging of ontbinding van de Bestuursovereenkomst wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

Artikel 15. Toepasselijk recht

Op deze Bestuursovereenkomst is Nederlands recht van toepassing.

Artikel 16. Ongeldigheid

Als een bepaling van de Bestuursovereenkomst in enige mate als nietig, vernietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins als niet-bindend moet worden beschouwd, wordt die bepaling, voor zover nodig, uit de Bestuursovereenkomst verwijderd en vervangen door een bepaling die wél bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de niet-geldige bepaling zoveel als mogelijk benadert. Het overige deel van de Bestuursovereenkomst blijft in een dergelijke situatie ongewijzigd, tenzij dit redelijkerwijs niet mogelijk is.

Artikel 17. Ontbinding

  • 1. Elk van de Partijen kan de Bestuursovereenkomst door middel van een aangetekend schrijven buiten rechte geheel of gedeeltelijk ontbinden:

    • a. Indien een andere Partij haar verplichtingen uit de Bestuursovereenkomst niet, of niet deugdelijk nakomt en de niet-nakoming van een zodanige aard is dat deze een ontbinding rechtvaardigt, één en ander als bedoeld in artikel 6:265 e.v. van het Burgerlijk Wetboek;

    • b. Indien een van de Partijen ten gevolge van overmacht blijvend haar verplichtingen op grond van deze Bestuursovereenkomst niet kan nakomen, hebben de andere Partijen het recht deze Bestuursovereenkomst door middel van een aangetekend schrijven met onmiddellijke ingang buiten rechte geheel of gedeeltelijk te ontbinden.

  • 2. Onder overmacht wordt in ieder geval niet verstaan: gebrek aan personeel, stakingen, ziekte van personeel en tekortschieten van ingeschakelde derden.

Artikel 18. Onvoorziene omstandigheden

  • 1. De Partij, aan wiens zijde een onvoorziene omstandigheid opkomt, is gehouden de Partijen daarvan onmiddellijk schriftelijk in kennis te stellen en in overleg te treden om de ontstane situatie en de consequenties daarvan te beperken en zo mogelijk in onderling overleg op te lossen in de geest van deze Bestuursovereenkomst.

  • 2. Als zich een onvoorziene omstandigheid voordoet, die met zich brengt dat ongewijzigde uitvoering van (enige bepaling van) deze Bestuursovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet (meer) kan worden geëist, is elke Partij gerechtigd de Bestuursovereenkomst op te zeggen.

  • 3. Als een onvoorziene omstandigheid ertoe leidt dat de uitvoering van de Bestuursovereenkomst niet of althans niet op de door Partijen bij het aangaan van de Bestuursovereenkomst voorgestane wijze kan worden uitgevoerd, bezien Partijen of deze Bestuursovereenkomst wijziging ofwel (gedeeltelijke) beëindiging behoeft.

    Bijlagen

    • 1. Voorkeursbeslissing Lob van Gennep, inclusief bijlagen 1, 2 en 3

    • 2. Scope Kaderrichtlijn Water-maatregel Milsbeekse uiterwaard

    Deze bijlagen maken onderdeel uit van deze Bestuursovereenkomst. Ingeval van strijdigheid tussen het bepaalde in een bijlage en de Bestuursovereenkomst, prevaleert de overeenkomst.

Deze Bestuursovereenkomst is in achtvoud ondertekend.

Het Rijk, voor deze: M.G.J. Harbers

Den Haag, 14 juni 2022

Waterschap Limburg, voor deze J.H.G.M. Teeuwen

Groesbeek, 9 mei 2022

Provincie Limburg, voor deze: C.W.J.M. Roefs

Groesbeek, 9 mei 2022

Provincie Brabant, voor deze: H.I. Roijackers

’s-Hertogenbosch, 17 mei 2022

Provincie Gelderland, voor deze: P. van ’t Hoog

Groesbeek, 9 mei 2022

Waterschap Aa en Maas, voor deze: P.M.J. van Dijk

Groesbeek, 9 mei 2022

Gemeente Gennep, voor deze: R.T.M. Peperzak

Groesbeek, 9 mei 2022

Gemeente Mook en Middelaar, voor deze: G. Wienhoven

Groesbeek, 9 mei 2022

BIJLAGE 1 VOORKEURSBESLISSING LOB VAN GENNEP

Voorkeursbeslissing Lob van Gennep, maart 2022

BIJLAGE 2 SCOPE KADERRICHTLIJN WATER-MAATREGEL MILSBEEKSE UITERWAARD

Partijen spreken af om de scope van de Kaderrichtlijn Water-maatregel Milsbeekse uiterwaard toe te voegen aan het project Lob van Gennep. In de Bestuursovereenkomst is de scope van het project beschreven en wordt in artikel 3 sub c verwezen naar deze bijlage, die de scope van de Kaderrichtlijn Water-maatregel Milsbeekse uiterwaard nader specificeert.

De maatregel dient invulling te geven aan de Kaderrichtlijn Water-doelen om de kwaliteit van het oppervlaktewater en het grondwater te waarborgen. De in de Planuitwerkingsfase nader uit te werken maatregelen en in de Realisatiefase uit te voeren maatregelen geeft daartoe invulling aan de KRW opgave voor het Maaswatersysteem. Deze maatregel behelst de aanleg van kwelgeulen, de aanleg van een ondiep watersysteem (geulen) met natuurlijke oevers aangetakt aan de Maas (strang) en het ontstenen van de oevers.

Het resultaat is een heringericht plangebied van circa 13,8 hectare en de realisatie van circa 1,9 km geulen. Onderstaande figuren geven het plangebied, schetsontwerp en principe profiel weer voor de Kaderrichtlijn Water-maatregel Milsbeekse uiterwaard, zoals die november 2021 zijn overeengekomen bij de toevoeging aan het project Lob van Gennep. Dit vormt het uitgangspunt en startpunt voor de verdere planuitwerking en realisatie van deze KRW-maatregel. Figuur 1:Het plangebied voor de Kaderrichtlijn Water-maatregel Milsbeekse uiterwaard

Figuur 1:Het plangebied voor de Kaderrichtlijn Water-maatregel Milsbeekse uiterwaard

Figuur 2: Schetsontwerp Kaderrichtlijn Water-maatregel Milsbeekse Uiterwaard

Figuur 2: Schetsontwerp Kaderrichtlijn Water-maatregel Milsbeekse Uiterwaard

Figuur 3: Principeprofiel Kaderrichtlijn Water-maatregel Milsbeekse Uiterwaard

Figuur 3: Principeprofiel Kaderrichtlijn Water-maatregel Milsbeekse Uiterwaard

Naar boven