Wijziging van het Instellingsbesluit Adviescommissie stralingsbescherming en (her)benoeming van de voorzitter en andere leden

Nummer IENM/BSK-2017/3580

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Handelende in overeenstemming met de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Instellingsbesluit Adviescommissie stralingsbescherming;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 3, tweede lid, van het Instellingsbesluit Adviescommissie stralingsbescherming wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin wordt ‘termijn van drie jaar’ gewijzigd in: termijn van ten hoogste drie jaar.

2. Na de eerste volzin wordt een zin ingevoegd, luidende: De voorzitter en andere leden kunnen worden herbenoemd.

ARTIKEL II

  • 1. Voor de duur van één jaar wordt met ingang van 1 januari 2017 benoemd tot lid, tevens voorzitter: de heer R.C.G.M. Smetsers, te Amersfoort.

  • 2. Voor de duur van één jaar worden met ingang van 1 januari 2017 herbenoemd tot andere leden:

    • a. mevrouw S. Geers-van Gemeren, te Waddinxveen;

    • b. de heer S. van Dullemen, te Leiden;

    • c. de heer A.J.M. Gerritsen, te Oegstgeest;

    • d. de heer R.G.C. Janssen, te Delft;

    • e. de heer M.J. van Til, te Woerdense Verlaat;

    • f. de heer B.R. Vermeer, te Den Haag.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag ná de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2017.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

TOELICHTING

Inleiding en aanleiding

De Adviescommissie stralingsbescherming is een commissie die is ingesteld om de Ministers van Infrastructuur en Milieu, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Sociale Zaken en Werkgelegenheid, te adviseren over de borging van deskundigheid op het gebied van toepassingen met ioniserende straling (Besluit van 29 november 2013, Stcrt. 9 december 2013, nr. 34416). Per 1 januari 2017 is de zittingstermijn van de voorzitter en de andere leden verstreken. De andere leden worden herbenoemd voor de periode van één jaar. Tevens zal voor deze periode een nieuwe voorzitter worden benoemd. In dit jaar zal het functioneren van de adviescommissie worden geëvalueerd door een onafhankelijk extern bureau. Het voorliggende besluit bevat de (her)benoemingen (artikel II) en een tweetal aanvullingen in artikel 3, tweede lid, van het Instellingsbesluit, waardoor wordt verduidelijkt dat herbenoeming mogelijk is en dat (her)benoemingen ook voor een periode korter dan drie jaar mogelijk zijn (artikel I).

Borging van deskundigheid

Op 1 januari 2014 is de Uitvoeringsregeling stralingsbescherming EZ (hierna: Uitvoeringsregeling) van kracht geworden. Een belangrijk onderdeel van de Uitvoeringsregeling is de borging van de stralingsdeskundigheid. Deze borging bestaat uit de registratie van stralingsbeschermingsdeskundigen en de erkenning van opleidingen voor deze deskundigen. De uitvoering daarvan wordt verzorgd door de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS).

Met het beleidsveld is afgesproken dat zij betrokken worden bij de beleidsontwikkeling en uitvoering van dit stelsel. Om gevolg te geven aan deze wens is de Adviescommissie stralingsbescherming ingesteld. Leden van de commissie zijn afkomstig van VNO/NCW/MKB, FNV/CNV, College van Opleiders Stralingsbescherming, Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra/Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen en de Nederlandse Vereniging voor Stralingshygiëne. De ministeries van IenM, SZW en VWS sturen een waarnemer. Met de ministeries van SZW en VWS is overeenstemming over de evaluatie en het voor een jaar benoemen van de leden en de voorzitter.

Effecten

Het besluit betreft een technische aanpassing van het Instellingsbesluit en een aantal herbenoemingen. Het besluit heeft geen gevolgen voor de administratieve lastendruk van burgers of bedrijven noch voor de nalevingskosten. Er zijn geen andere effecten voor bedrijven of burgers noch milieueffecten.

Inwerkingtreding

In verband met het verstrijken van het tijdvak van drie jaar voor de benoemingen per 1 januari 2017 treedt het besluit zo spoedig mogelijk in werking en werkt het terug tot en met 1 januari 2017. Hierbij wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten (invoeringstermijn en vast verandermoment) teneinde maatschappelijk nadeel te voorkomen (belang van continuïteit van de borging van deskundigheid). Tevens wordt aan de wijziging van het Instellingsbesluit en de (her)benoemingen terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2017 verleend, om dezelfde reden.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven