Besluit van de Minister van Economische Zaken van 29 november 2013, nr. WJZ / 13192135, houdende instelling van de adviescommissie Stralingsbescherming

De Minister van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescommissies en commissies;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Economische Zaken;

b. de ministers:

de Minister van Economische Zaken, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

c. commissie:

Adviescommissie stralingsbescherming;

d. besluit:

Besluit stralingsbescherming;

e. uitvoeringsregeling:

Uitvoeringsregeling stralingsbescherming EZ;

f. stralingsbeschermingsopleidingen:

opleidingen van erkende instellingen als bedoeld in artikel 7f, eerste lid, van het besluit.

Artikel 2

  • 1. Er is een Adviescommissie stralingsbescherming.

  • 2. De commissie heeft tot taak de ministers te adviseren over:

    • a. de registratie, herregistratie of buitengewone registratie van stralingsbeschermingsdeskundigen, bedoeld in artikel 3.2 van de uitvoeringsregeling;

    • b. het Registratieschema stralingsbeschermingsdeskundigen;

    • c. het document Aanwijzing van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland bij de registratie van stralingsbeschermingsdeskundigen;

    • d. erkenningseisen en kwaliteitscriteria voor stralingsbeschermingsopleidingen;

    • e. eindtermen voor stralingsbeschermingsopleidingen;

    • f. criteria voor de erkenning van buitenlandse diploma’s, certificaten en andere getuigschriften van deskundigheid op het gebied van stralingsbescherming.

Artikel 3

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste vijf en ten hoogste zes andere leden.

  • 2. De voorzitter en de andere leden worden door de minister benoemd voor een termijn van drie jaar. De voorzitter en de andere leden kunnen door de minister worden geschorst en ontslagen.

Artikel 4

  • 1. De commissie stelt haar eigen werkwijze schriftelijk vast.

  • 2. De minister voorziet in het secretariaat van de commissie.

  • 3. De ministers kunnen waarnemers aanwijzen, die het recht hebben de vergaderingen van de commissie bij te wonen.

  • 4. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie bewaard in het archief van dat ministerie.

  • 5. De commissie verstrekt desgevraagd aan de ministers de voor de uitoefening van hun taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 5

  • 1. De voorzitter van de commissie ontvangt een vergoeding per vergadering van € 300.

  • 2. De andere leden van de commissie ontvangen een vergoeding per vergadering van € 150.

Artikel 6

Ter gelegenheid van de instelling van de commissie worden voor een periode van drie jaar tot lid van de commissie benoemd:

  • a. de heer dr. A.S. Keverling Buisman, te Schoorl, tevens voorzitter;

  • b. de heer drs. S. van Dulleman, te Leiden;

  • c. mevrouw S. Geers-Van Gemeren, te Waddinxveen;

  • d. de heer ing. A.J.M. Gerritsen, te Oegstgeest;

  • e. de heer R.G.C. Janssen, te Rotterdam;

  • f. de heer M.J. van Til, te Woerdense Verlaat;

  • g. de heer drs. B.R. Vermeer, te Den Haag.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Adviescommissie stralingsbescherming.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

’s-Gravenhage, 29 november 2013

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp.

TOELICHTING

I. Algemeen

Met de organisaties VNO/NCW/MKB, FNV/CNV, College van Opleiders Stralingsbescherming, Nederlandse Vereniging voor Stralingshygiëne, Nederlandse Federatie van Universiteiten en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen is afgesproken dat zij betrokken zullen zijn bij de ontwikkeling en de uitvoering van het beleid inzake stralingsbescherming. Om hieraan gevolg te geven, wordt de Adviescommissie stralingsbescherming ingesteld. Deze commissie adviseert de Ministers van Economische Zaken, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de borging van deskundigheid op het gebied van toepassingen met ioniserende straling. In deze commissie nemen partijen zitting die een rol spelen op dit terrein. De leden zijn afkomstig van de volgende organisaties: VNO/NCW/MKB, FNV/CNV, College van Opleiders Stralingsbescherming, Nederlandse Vereniging voor Stralingshygiëne, Nederlandse Federatie van Universiteiten en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen.

II. Artikelgewijs

Artikel 1

Met stralingsbeschermingsopleidingen worden opleidingen bedoeld die door de Ministers van Economische Zaken, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport worden erkend. In de praktijk betreft dit opleidingen die zijn erkend ingevolge de Tijdelijke regeling erkenningen opleidingen deskundigen radioactieve stoffen en toestellen en de Regeling erkenningen opleidingen deskundigen radioactieve stoffen en toestellen 1993.

Artikel 2

De commissie heeft tot taak te adviseren op verschillende terreinen van stralingsbescherming. De in de onderdelen b en c genoemde documenten, het Registratieschema stralingsbeschermingsdeskundigen en het document Aanwijzing van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland bij de registratie van stralingsbeschermingsdeskundigen, vinden hun grondslag in het kwaliteitsborgingsysteem zoals dat wordt gebruikt in het certificatiestelsel van beroepen ingevolge de Arbeidsomstandighedenwet.

Artikel 4

De commissie stelt een huishoudelijk reglement vast waarin de werkwijze wordt beschreven. Het secretariaat wordt verzorgd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken.

De Ministers van Economische Zaken, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kunnen ambtenaren aanwijzen die als waarnemer functioneren.

In het vijfde lid, is geregeld dat de betrokken Ministers inlichtingen kunnen inwinnen die van belang zijn voor de uitvoering van hun beleidsverantwoordelijkheid op het gebeid van ioniserende straling. De Minister van Economische Zaken heeft nog een aanvullende bevoegdheid die verband houdt met zijn beheersverantwoordelijkheid voor dit stelsel.

Artikel 5

Dit artikel regelt de vergoeding voor de voorzitter en de leden van de commissie. De hoogte van de vergoeding blijft binnen de maxima op grond van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking op de dag dat de aanpassing van het Besluit stralingsbescherming (Stb. 2013, 33), de Uitvoeringsregeling stralingsbescherming EZ en de Regeling stralingsbescherming werknemers 2014 in werking treden. Dit is op 1 januari 2014.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp.

Naar boven