28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 643 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 december 2020

Bij brief van 13 november 2020 bent u geïnformeerd over het kabinetsbesluit om te komen tot een eenmalig en tijdelijk verbod op eindejaarsvuurwerk tijdens de komende jaarwisseling (Kamerstuk 28 684, nr. 640). Dit in verband met de situatie rond COVID-19 en meer in het bijzonder de noodzaak van het ontlasten van de zorg en handhaving. Gelet op de cijfers in het kader van de verspreiding van het verloop van het Coronavirus in de afgelopen weken is de noodzaak om de zorg bij de jaarwisseling te ontlasten onverminderd groot.

Deze brief is daarop een vervolg. In deze brief informeren wij uw Kamer over de realisatie van het aangekondigde eenmalige en tijdelijke vuurwerkverbod, de hiermee samenhangende tegemoetkoming en het contact met de branche hierover. Hierbij staan zorgvuldigheid en de benodigde snelheid bij realisatie voorop. Daarnaast informeren wij uw Kamer over de praktische stappen rondom het zorg dragen voor voldoende opslagcapaciteit wordt ingegaan op de handhaving van het verbod. Ook informeren wij uw Kamer over het verloop van het kort geding dat op 3 december heeft plaatsgevonden. De op 24 november door de Eerste Kamer gestelde vragen over het verbod op het vervoer van vuurwerk worden met deze brief tevens beantwoord. Op 30 november jl. heeft de Eerste Kamer schriftelijke vragen gesteld. De beantwoording hiervan wordt zo spoedig mogelijk naar de Eerste Kamer verzonden.

Stand van zaken eenmalig en tijdelijk vuurwerkverbod

Op maandag 14 december 2020 wordt de wijziging van het Vuurwerkbesluit gepubliceerd, waarna deze vervolgens op dinsdag 15 december in werking treedt. Daarmee is het eenmalige en tijdelijke vuurwerkverbod voor komende jaarwisseling een feit.

De wijziging van het Vuurwerkbesluit heeft voorgelegen bij de Afdeling Advisering van de Raad van State, het (spoed)advies is eind november ontvangen. De technische notificatie bij de Europese Commissie heeft op 2 december 2020 geleid tot goedkeuring van de spoedprocedure. Daarmee zijn alle stappen doorlopen om het eenmalige verbod definitief te bekrachtigen.

Op basis van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid is de wijziging van het Vuurwerkbesluit gerealiseerd. Door genoemde wet is afgezien van de normaliter verplichte voorpublicatie, voorhang en nahang bij een wijziging van het Vuurwerkbesluit. Anders was deze aanpassing niet op tijd te realiseren. Hieronder wordt inhoudelijk toegelicht hoe het eenmalige en tijdelijke vuurwerkverbod voor komende jaarwisseling is vormgegeven in het Vuurwerkbesluit.

De verkoop van consumentenvuurwerk is op basis van de bestaande regelgeving het hele jaar verboden, met uitzondering van de drie dagen voor de jaarwisseling (artikel 2.3.2 van het Vuurwerkbesluit). Met de wijziging van het Vuurwerkbesluit wordt deze uitzondering geschrapt. Daarmee is de verkoop van het consumentenvuurwerk rondom de jaarwisseling verboden voor dit jaar.

Het tot ontbranding brengen van consumentenvuurwerk is op basis van de bestaande regelgeving verboden, met uitzondering van het tijdstip tussen 31 december 18.00 uur en 1 januari 02.00 uur. Met de wijziging wordt ook deze uitzondering tijdelijk geschrapt, waardoor het tijdens de komende jaarwisseling verboden is om consumentenvuurwerk tot ontbranding te brengen. Door het verkoop- en afsteekverbod is het particulieren ook niet toegestaan om vuurwerk voorhanden te hebben, behalve maximum 25 kg consumentenvuurwerk op een voor het publiek niet toegankelijke plaats, zoals in huis, de schuur of garage (artikel 1.2.4, eerste en tweede lid, van het Vuurwerkbesluit).

In het belang van de handhaafbaarheid van het verkoop- en afsteekverbod mogen particulieren dit jaar evenmin vuurwerk vervoeren (artikel 1.2.4 van het Vuurwerkbesluit). Immers, als de aanvoer van vuurwerk vanuit andere landen niet kan worden tegengehouden, zal het verbod minder effectief zijn. Voor het begrip vervoer wordt in het Vuurwerkbesluit aangesloten bij de definitie daarvan in artikel 2, eerste lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen. Dit betekent onder meer dat ook het laten staan van een vervoermiddel met daarin vuurwerk onder het begrip vervoer valt. Het vervoersverbod gaat in op de dag van inwerkingtreding van het besluit en geldt tot en met 1 januari 2021. Op 2 januari 2021 komt het Vuurwerkbesluit ten aanzien van verkoop, ontsteking en vervoer vervolgens weer te luiden zoals dit luidde voor inwerkingtreding van de hiervoor genoemde wijzigingen. Hiermee is dus bij wet geborgd dat de wijziging een eenmalig en tijdelijk karakter heeft.

Het vuurwerkverbod voor de jaarwisseling 2020–2021 geldt niet voor het zogeheten fop- en schertsvuurwerk, zoals sterretjes of knalerwten. Dat betreft het vuurwerk dat wegens het geringe veiligheidsrisico het hele jaar door mag worden verkocht en afgestoken door iedereen vanaf 12 jaar. In de Europese Pyrorichtlijn is vastgelegd dat lidstaten omwille van openbare orde of gezondheid en veiligheid (uitsluitend) het gebruik en/of de verkoop van vuurwerk kunnen verbieden voor de categorieën vuurwerk F2 en F3.

Handhaving

Dit jaar wordt weer stevig ingezet op de opsporing van illegaal vuurwerk. Tot eind november heeft de politie in Nederland zo’n 45 duizend kilo vuurwerk in beslag genomen. In dezelfde periode vorig jaar was dat nog zo’n 30 duizend kilo. Door samenwerking met de Duitse justitie is daarnaast vlak over de grens met Duitsland 50 duizend kilo vuurwerk bestemd voor de Nederlandse markt in beslag genomen en zijn enkele Nederlandse verdachten aangehouden.

De politie zet in opdracht van het openbaar ministerie op verschillende manieren in op de opsporing van vuurwerk. De politie ziet dat de handel op de sociale media toeneemt en treedt daar tegen op. Bijvoorbeeld door, op basis van eigen informatie en op basis van de opbrengst van een hackaton samen met experts van buiten de politie, informatie gestuurd op zoek te gaan naar aanbieders van vuurwerk. Daarnaast controleert de politie auto’s in de grensgebieden op illegaal vuurwerk dat Nederland wordt ingebracht. Omdat ook het vervoeren van consumentenvuurwerk tot 25kg tijdelijk niet wordt toegestaan kan de politie makkelijker in bijvoorbeeld kofferbakken van auto’s controleren. Niet toegestaan vuurwerk wordt daarbij direct in beslag genomen. Overtredingen van het vuurwerkbesluit zijn misdrijven en worden opgenomen in de justitiële documentatie. De hoogte van de sanctie hangt af van het vergrijp en begint bij een boete van 100 euro. Het afsteken van vuurwerk wordt beboet met 250 euro.

De afgelopen jaren is de afvoer van illegaal vuurwerk verder geprofessionaliseerd. Het hele jaar door is een ADR-vervoerder op afroep van de politie beschikbaar om illegaal vuurwerk veilig af te voeren. In de laatste maanden van het jaar is deze beschikbaarheid inmiddels geïntensiveerd zodat vuurwerk snel vanaf de plaats delict kan worden opgehaald.

In de lokale driehoeken worden afspraken gemaakt over de inzet op straat rondom de jaarwisseling van de politie en buitengewoon opsporingsambtenaren. Vanwege het tijdelijk vuurwerkverbod wordt de handhaving op afsteken van vuurwerk eenvoudiger: afgezien van het eenvoudige categorie F1 vuurwerk is afsteken van vuurwerk en het voorhanden hebben van vuurwerk in een voor publiek toegankelijke plaats de komende jaarwisseling verboden.

De verwachting is dat door het tijdelijk vuurwerkverbod minder kleine incidenten plaatsvinden waardoor meer capaciteit beschikbaar zal zijn voor het optreden tegen misbruik van vuurwerk en verstoringen van de openbare orde. De politie constateerde al voor afkondiging van het tijdelijk vuurwerkverbod een toename van vuurwerkincidenten, mogelijk mede als gevolg van onvrede onder een deel van de bevolking over de Covid-19 maatregelen. De politie is in het voorjaar begonnen met de voorbereidingen op de jaarwisseling. Bij de recente incidenten in Roosendaal, Arnhem en Urk worden ook verschillende bestuurlijke instrumenten ingezet zoals noodverordeningen en gebiedsverboden. Wij hebben u over de bestuurlijke mogelijkheden geïnformeerd per brief van 5 juni 20201 over de jaarwisseling. Dergelijke bestuurlijke maatregelen zijn onmisbaar in het handhaven van de openbare orde en helpen, naast de klassieke strafrechtelijke aanpak, enorm bij de aanpak en het voorkomen van vuurwerkproblematiek. De Minister van JenV overlegt regelmatig over de jaarwisseling met burgemeesters in het Veiligheidsberaad, het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie, en met de VNG in het Strategisch Beraad Veiligheid.

Opslagcapaciteit

Per saldo is ons beeld dat er voldoende opslagcapaciteit is. Dat vergt wel dat alle partijen in de sector samenwerken om hier optimaal gebruik van te maken. In 2019 is volgens gegevens van de Douane ongeveer 10 miljoen kg consumentenvuurwerk ingevoerd in Nederland. De import cijfers van 2020 laten een vergelijkbaar beeld zien als in 2019. De importeurs hebben aangegeven gezamenlijk te beschikken over een opslagcapaciteit van bijna 13 miljoen kg consumentenvuurwerk. De importeurs hebben aangegeven bereid te zijn om samen te werken om zo optimaal mogelijk de voorraad te verdelen over de huidige opslaglocaties in Nederland. Meerdere importeurs maken ook gebruik van opslagcapaciteit op locaties in Duitsland en zijn bezig met uitbreiding hiervan. Op basis van deze informatie is onze verwachting dat er voldoende opslagcapaciteit beschikbaar is om de voorraden consumentenvuurwerk voor de eindejaarsverkoop 2020 op te slaan. Bij de opslaglocaties wordt steeds gehandeld volgens de geldende regelgeving inzake het veilig opslaan van vuurwerk. Eventuele restantvoorraden kunnen door de rijksoverheid waar dat nodig blijkt, als tijdelijke overbrugging worden opgeslagen op de opslaglocatie Ulicoten2 in de gemeente Baarle Nassau.

Tegemoetkoming branche

Een tijdelijk vuurwerkverbod heeft een grote impact op de vuurwerkbranche. Daarom heeft het kabinet een tegemoetkoming voor de branche toegezegd. De regering stelt voor het totale pakket aan maatregelen voor de branche een bedrag van circa 40 miljoen euro ter beschikking (dit is inclusief de extra uitgaven voor de bestaande coronasteunmaatregelen en uitvoeringskosten). De verdere invulling bovenop de bestaande coronaregelingen worden nader uitgewerkt via een specifieke regeling voor de branche. Het van belang dat deze regeling past binnen het tijdelijke staatssteunkader van de Europese Commissie.

Hieronder wordt ingegaan op de contacten met de branche, de generieke steunpakketten waar de vuurwerkbranche aanspraak op kan maken en op de speciaal voor deze sector ontwikkelde extra tegemoetkoming, gelet op het specifieke karakter van de sector. Er zijn per jaar immers slechts drie toegestane verkoopdagen van vuurwerk; het niet kunnen verkopen op deze dagen betekent dat de volgende verkoopdagen een jaar later zijn. Daarnaast zijn er gelet op de veiligheid ook specifieke eisen voor de opslag van vuurwerk.

Contact met de branche

Om de gevolgen voor van de vuurwerkbranche in kaart te brengen, maar ook om zicht te krijgen op de aard en omvang van de extra kosten, is de voorbije weken intensief en herhaaldelijk overleg gevoerd met diverse vertegenwoordigers van de branche. Direct na het kabinetsbesluit zijn de voorzitters van de BPN (Belangenvereniging Pyrotechniek Nederland) en de SVNC (Stichting Vuurwerkdealers Nederlands Consumentenvuurwerk) hiervan telefonisch op de hoogte gesteld. Om goede invulling te geven aan de tegemoetkoming door het Rijk zijn op 17 en 20 november gesprekken gevoerd met de BPN, SVNC, Vuurwerkcheck, en twee vertegenwoordigers namens meerdere detailhandelsbranches, zoals de Tuinbranche Nederland, Inretail en anderen. In deze gesprekken is informatie uitgevraagd over o.a. beschikbaarheid en kosten van opslag en bijbehorend transport, de specifiek voor de vuurwerkbranche geldende financiële gevolgen van het tijdelijke vuurwerkverbod en de mogelijkheden die de bestaande generieke coronasteunmaatregelen bieden. In december hebben nog diverse vervolggesprekken plaatsgevonden waarin dieper is ingegaan op opslag/transport en de branche de eigen kostenberekeningen heeft toegelicht. De SVNC heeft na de zitting van het kort geding (zie hieronder), ook weer deelgenomen aan de gesprekken en informatie gedeeld.

Generieke steunpakketten

De rijksoverheid heeft generieke regelingen beschikbaar gesteld die breed beschikbaar zijn voor alle sectoren die door noodzakelijke maatregelen vanuit het oogpunt van de volksgezondheid worden geraakt3. Deze regelingen ademen mee met de mate waarin een onderneming is geraakt door omzetdaling als gevolg van het tijdelijke vuurwerk verkoopverbod. Deze zijn per direct beschikbaar.

Ondernemers uit de vuurwerkbranche, zowel importeurs als winkeliers, kunnen een beroep doen op de generiek beschikbare regelingen (het coronasteunpakket) die nu al beschikbaar zijn, met name de TVL-, NOW- en Tozo-regelingen. De TVL-regeling biedt in geval van ten minste 30% omzetverlies een subsidie voor vaste lasten, zoals huur, onderhoud en verzekeringen, waarbij ten minste 50% van de vaste kosten van een bedrijf worden gecompenseerd. De TVL-regeling4 is tot en met 29 januari 2021 via de RVO aan te vragen voor het vierde kwartaal van 2020. Door middel van de NOW-regeling5 kan de sector in geval van ten minste 20% omzetverlies tot maximaal 80% van de totale loonsom vergoed krijgen. Aanvragen voor het tijdvak van 1 oktober 2020 tot 1 januari 2021 kunnen tot en met 13 december 2020 bij het UWV worden ingediend. De einddatum is reeds naar de sector gecommuniceerd. De Tozo-regeling6 voorziet daarnaast in een aanvullende uitkering voor levensonderhoud als het inkomen door de coronacrisis tot onder het sociaal minimum daalt en in een lening voor bedrijfskapitaal om liquiditeitsproblemen als gevolg van de coronacrisis op te vangen (maximaal 10.157 euro, 2% rente). Voor de Tozo-regeling kunnen ondernemers terecht bij de gemeente waarin zij staan ingeschreven, gezien de regeling wordt uitgevoerd door gemeenten.

Een belangrijk aandachtspunt voor de sector betreft de (voor)financiering gedurende één jaar, zoals van de reeds gepleegde inkoop of van de benodigde opslagcapaciteit. De sector kan naast de generiek beschikbare regelingen hiervoor gebruik maken van de door de rijksoverheid ondersteunde kredietmogelijkheden, zoals de KKC-regeling, BMKB-C, GO-C en Qredits. Deze verschillende regelingen zijn beschikbaar afhankelijk van de grootte van onderneming. Zo kunnen ondernemers onder de KKC-regeling een lening aanvragen tot maximaal € 50.000 en bij de GO-C regeling een lening van minimaal € 1,5 miljoen tot maximaal € 150 miljoen. Ieder van deze regelingen werken met een garantstelling van de rijksoverheid. De gemiddelde doorlooptijd van kredietaanvragen bij deze regelingen varieert van enkele dagen tot enkele weken.

Aanvullende tegemoetkoming vuurwerksector

Het kabinet komt bovenop het generieke pakket en de ondersteuning in kredietmogelijkheden met een tegemoetkoming voor de kosten van de sector die voortkomen uit het vuurwerkverbod, gelet op het specifieke karakter van de sector. Het tijdelijk vuurwerkverbod heeft tot gevolg dat de niet verkochte voorraden consumentenvuurwerk een jaar lang moeten worden opgeslagen. Het merendeel van het vuurwerk is nog niet uitgeleverd aan winkeliers, hierdoor zitten importeurs met grote voorraden. Bovendien moet extra transport plaatsvinden om maximaal gebruik te kunnen maken van alle beschikbare vuurwerkopslagplaatsen (de ene importeur heeft meer ruimte dan de andere) en zal uitgeweken worden naar extra te huren opslagplaatsen veelal in het buitenland. Voor de extra opslag- en transportkosten van consumentenvuurwerk in 2021 wordt voorzien in een tegemoetkomingsregeling voor met name importeurs. De regeling geeft de importeurs (en mogelijk enkele detaillisten) een vaste vergoeding voor opslag per palleteenheid vuurwerk. Deze vaste vergoeding wordt, indien er bij de importeurs sprake is van noodzakelijk transport, aangevuld met een vaste vergoeding voor de transportkosten (forfaitair bedrag/pallet).

Naast een regeling voor opslag en transport voor met name importeurs, komt er een tegemoetkoming voor winkeliers. Deze tegemoetkoming is gericht op de extra kosten die vuurwerkwinkeliers hebben gemaakt of dienen te maken die specifiek zijn voor vuurwerkwinkels en niet ondervangen worden in het instrumentarium van de generieke steunmaatregelen (TVL/NOW). In tegenstelling tot de TVL, wordt hierbij niet naar het gehele bedrijf gekeken maar enkel naar de vuurwerkomzet (in 2019) waardoor alle vuurwerkverkopende winkeliers in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor de kosten die zij specifiek maken als gevolg van het tijdelijke verbod op eindejaarsvuurwerk.

Tot slot heeft het kabinet gemeend met oog voor de bijzondere situatie van de vuurwerkverkopers, waarbij normaal gesproken alle verkoop voor het hele jaar 2020 in 3 dagen moet plaatsvinden en de korte termijn waarop besluitvorming heeft plaatsgevonden, een algemene forfaitaire bijdrage van € 3.500,– toe te kennen aan deze winkeliers. Hiermee wordt in het bijzonder tegemoet gekomen aan de situatie van de kleinere ondernemers die met deze verkoop aan het einde van het jaar een groot deel van hun inkomsten realiseren. De genoemde regelingen zullen naar verwachting in begin 2021 worden vastgesteld, waarna openstelling kort daarop plaatsvindt.

Met deze bovengenoemde compensatiemaatregelen komt het kabinet tegemoet in de extra kosten die de vuurwerksector dient te maken als gevolg van dit tijdelijke vuurwerkverbod.

Kort geding

Op 3 december 2020 heeft een kort geding plaatsgevonden waarin SVNC het Rijk heeft gedaagd naar aanleiding van de aankondiging van een eenmalig en tijdelijk vuurwerkverbod voor komende jaarwisseling en een tegemoetkoming voor de vuurwerkbranche naar aanleiding daarvan. De voorzieningenrechter heeft op 11 december 2020 haar vonnis gewezen. Daarin stelt zij dat de vordering is afgewezen. Dat betekent dat het vuurwerkverbod, dat voor dit jaar is afgekondigd, in stand kan blijven. De rechter heeft daarnaast benadrukt dat de financiële regeling die de rijksoverheid voorbereidt geen compensatieregeling kan zijn die de winkeliers volledig schadeloos stelt, maar een tegemoetkoming zal betreffen.

Tot slot

De komende jaarwisseling zal anders zijn dan we gewend zijn. We hopen desalniettemin dit jaar zodanig af te sluiten dat het voor iedereen een veilig en gezond begin van 2021 mag betekenen. Daarvoor is ieders hulp en medewerking nodig.

De Staatssecretaris Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Kamerstuk 28 684, nr. 622

X Noot
2

De opslaglocatie Ulicoten is onderdeel van de Dienst Domeinen, waar twintig bunkers beschikbaar zijn voor de opslag van in beslag genomen vuurwerk tot deze wordt vernietigd.

X Noot
3

De onderbouwing en evaluatie van het voorstel is Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Tegemoetkoming Vaste Lasten. Binnen max. 8 weken wordt de aanvraag beoordeeld, bij positief besluit ontvangt de aanvrager binnen 5 werkdagen het voorschot. Na het indienen van de werkelijke omzet wordt vervolgens binnen 16 weken het definitieve bedrag besloten, hetgeen kan betekenen dat de aanvrager geld krijgt of moet terugbetalen.

X Noot
5

Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid. Indien de aanvrager recht heeft op een tegemoetkoming wordt binnen 2 tot 4 weken de eerste betaling gedaan. De tegemoetkoming wordt binnen een periode van ongeveer 3 maanden in 3 keer betaald.

X Noot
6

Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers. Exacte bedrag en doorlooptijd verschillen per gemeente (meestal ongeveer 4 weken tot uitkering van voorschot en max. 8 weken tot besluit).

Naar boven