5 Klimaatakkoord gebouwde omgeving

Aan de orde is het VAO Klimaatakkoord gebouwde omgeving (AO d.d. 12/10).

De voorzitter:

Aan de orde is nu het VAO Klimaatakkoord gebouwde omgeving. Ik geef de heer Koerhuis namens de VVD als eerste spreker het woord.

De heer Koerhuis (VVD):

Voorzitter. De eerste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Amsterdam als experiment binnen de Crisis- en herstelwet lokaal een strengere energie-eis stelt voor nieuwbouwwoningen dan het landelijke bouwbesluit;

overwegende dat door het Amsterdamse experiment geen enkel groot bouwplan meer rondrekent en het woningtekort oploopt;

overwegende dat het woningtekort in Amsterdam het grootst is van heel Nederland;

verzoekt de regering om in de 22ste tranche van de Crisis-en herstelwet het experiment met extra energie-eisen in Amsterdam te beëindigen en zo de rem op de nieuwbouw eraf te halen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Koerhuis en Terpstra. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 595 (32813).

Hoeveel moties heeft u?

De heer Koerhuis (VVD):

Twee.

De voorzitter:

Nog twee. Oké. Ik zie de heer Van der Lee en ik zie mevrouw Dik-Faber. Ik neem aan dat u een korte vraag heeft over de motie.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ja, ik heb toch even een korte vraag. Ten eerste staan er feitelijke onjuistheden in de constateringen, maar goed. Het punt is meer: waarom kiest de VVD hier voor het bevorderen van jojobeleid? Amsterdam, maar ook Zaanstad en Enschede zijn van plan om deze norm volgend jaar onder te brengen in nieuwe wetgeving die ze kunnen toepassen in het kader van de Omgevingswet. Nu voor één jaar even afwijken, is echt wat we gewoon niet kunnen gebruiken bij de toch al moeilijk operatie om de verduurzaming in de gebouwde omgeving vorm te geven. Zie alstublieft af van deze motie.

De heer Koerhuis (VVD):

Zo kennen we GroenLinks weer. Het draait alleen maar om verduurzaming en het woningtekort hoeft niet opgelost te worden, blijkbaar.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Zo kennen we de VVD weer en in het bijzonder de heer Koerhuis. Hij vindt het ontzettend leuk om voor raadslid te spelen. Ik ben heel erg verbaasd over moties die hier worden ingediend over de stad Utrecht of de stad Amsterdam. Waarom wordt de heer Koerhuis niet gewoon raadslid na deze periode? Dat lijkt mij een veel betere oplossing. Naast de feitelijke onjuistheden die in de motie staan — de bouwproductie in Amsterdam is gewoon erg op peil — zou ik de heer Koerhuis dit persoonlijke advies willen meegeven.

De heer Koerhuis (VVD):

Binnen de wet hebben we als Kamer de mogelijkheid om een uitspraak te doen over welke gemeenten wel en niet gebruik kunnen maken van uitzonderingen binnen de Crisis- en herstelwet. Dat is landelijke wetgeving en ik doe binnen die landelijke wetgeving een voorstel.

De voorzitter:

Oké.

De heer Koerhuis (VVD):

Ja. Dan nog over de feitelijke onjuistheid. Het klopt dat de woningbouwproductie nu hoog is. Dat zijn plannen van de vorige colleges. Dat is hoe het werkt in de woningbouw. Helaas duurt dat lang. Ik zie mevrouw Dik-Faber schudden. Ik stel toch voor dat mevrouw Dik-Faber zich verdiept in woningbouw, want dan zal zij zien dat het CPB zelf heeft bericht dat het tussen de vijf en vijftien jaar duurt in dit land voordat woningen gebouwd worden. Dan zal ze zien dat sinds de start van het toch wel linkse college in Amsterdam er nog geen enkel groot bouwplan is rondgekomen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dit is toch wel heel erg sneu: dat je je van argumenten moet bedienen alsof je collega's zich niet in het woondossier verdiepen. Dit raakt echt kant nog wal. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De volgende motie, zou ik zeggen.

De heer Koerhuis (VVD):

Motie twee.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat recent negentien wijken zijn aangewezen voor de tweede tranche van het Programma Aardgasvrije Wijken;

constaterende dat de brief over de toekenning verwijst naar projectplannen en businesscases waar deze toekenningen op gebaseerd zijn;

verzoekt de regering de aanvragen, projectplannen en businesscases van de toegekende projecten en het advies van de Adviescommissie Aardgasvrije Wijken naar de Kamer te sturen voor het begrotingsoverleg wonen en ruimte,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Koerhuis. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 596 (32813).

Mevrouw Van Eijs (D66):

Ik zou de heer Koerhuis willen vragen wat hij daar dan mee gaat doen. Het getuigt toch niet van goed bestuur als wij als Kamer achteraf gaan lopen mieren over gemeenten die heel hard hebben gewerkt om een aanvraag te doen? Die gemeenten zijn hartstikke hard bezig om te zorgen voor verduurzaming, en nu wilt u hun huiswerk gaan overdoen, of wat is de bedoeling?

De heer Koerhuis (VVD):

Volgens mij hebben we als Kamer informatierecht. Ik zou graag deze informatie naar de Kamer willen.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Mijn vraag was: wat gaat u daar dan mee doen? Ik snap dat u die informatie wilt en ik vind het prima om informatie te vragen, maar mijn vraag is: wat gaat u daarmee doen?

De heer Koerhuis (VVD):

Dan moeten we toch afwachten wat erin staat.

De voorzitter:

Nou, de derde motie, zou ik zeggen.

De heer Koerhuis (VVD):

Ja, de derde motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de uitvoering van het Klimaatakkoord voor de gebouwde omgeving grotendeels bij gemeenten ligt;

overwegende dat de Kamer inzicht nodig heeft in de voortgang en de manier waarop aan de randvoorwaarden zoals woonlastenneutraliteit wordt voldaan om haar controlerende taak uit te voeren;

verzoekt de regering minimaal jaarlijks aan de Kamer te rapporteren hoe gemeenten het Klimaatakkoord voor de gebouwde omgeving uitvoeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Koerhuis. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 597 (32813).

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik snap niet helemaal wat het doel van deze motie is. We hebben een Klimaat- en Energieverkenning, waarin voor alle afspraken uit het Klimaatakkoord ieder jaar heel nauwkeurig in kaart gebracht wordt hoe we ervoor staan. Over het afgelopen jaar komt die verkenning toevallig morgen. Waarom nou weer deze aparte motie? Waarom blijven stapelen terwijl die dingen allemaal al naar de Kamer komen?

De heer Koerhuis (VVD):

We hebben in het AO een hele discussie gehad over de verantwoordelijkheid van de minister bij de uitvoering van het Klimaatakkoord voor de gebouwde omgeving. Ik heb in de discussie gemerkt dat de minister vaak heeft gezegd dat die verantwoordelijkheid bij gemeentes ligt. Dat is niet helemaal ons standpunt. Ik vind dat die deels ook bij de minister ligt.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Koerhuis (VVD):

Nog een opmerking richting mevrouw Dik-Faber, als dat mag.

De voorzitter:

Een aardige opmerking, kan dat?

De heer Koerhuis (VVD):

Ja, een aardige, elkaar de hand reikend. Ik wil het best terugnemen over de woningbouw, maar dan vraag ik mevrouw Dik-Faber om toch nog eens te kijken naar de motie, want volgens mij staan er geen feitelijke onjuistheden in. Het was vooral het stukje in de opmerking van mevrouw Dik-Faber dat ik hier feitelijke onjuistheden sta te vertellen waarop ik aansloeg.

De voorzitter:

Goed. Dank u wel, meneer Koerhuis. U moet uw moties meenemen en aan de griffier geven in verband met de coronamaatregelen.

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Beckerman namens de SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

Goedemorgen, voorzitter.

De voorzitter:

Goedemorgen.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik zou na de vorige spreker bijna zeggen "goedemorgen, burgemeester", maar gelukkig zitten we hier nog in de Tweede Kamer.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bij het afgeven van foutieve energielabels huurders weinig mogelijkheden hebben om dit snel te laten corrigeren;

constaterende dat voor huurders de weg naar de Huurcommissie in het geval van een foutief label lang en prijzig kan zijn;

verzoekt de regering het mogelijk te maken voor alle huurders om, bij verdenking van een foutief energielabel, hun energielabel bij de Huurcommissie te laten controleren en de Huurcommissie de bevoegdheid te geven dit label aan te laten passen in het voordeel van de huurder,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 598 (32813).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er in Engeland een eenvoudig en toegankelijk vouchersysteem wordt opgezet genaamd de Green Homes Grant om een zo groot mogelijk draagvlak te creëren onder bewoners;

voorts constaterende dat huishoudens met lage inkomens in Engeland tot €11.000 kunnen krijgen en middeninkomens twee derde van de verduurzamingskosten vergoed krijgen;

verzoekt de regering een onderzoek te doen naar de mogelijkheid om in Nederland een vergelijkbaar systeem te implementeren waarmee huiseigenaren op een zeer laagdrempelige manier hun woning energiezuinig kunnen maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 599 (32813).

Mevrouw Beckerman (SP):

En dan nog een motie, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat 650.000 huishoudens hun energierekening op dit moment niet kunnen betalen;

overwegende dat huurders met slechte energielabels ondanks hun onzuinige huis vaak wél elk jaar huurverhogingen krijgen;

verzoekt de regering om de huurprijzen van woningen met energielabels F en G te bevriezen totdat de huizen goed zijn geïsoleerd en verduurzaamd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 600 (32813).

Mevrouw Beckerman (SP):

En de laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het draagvlak voor het aardgasvrij maken van woningen op dit moment minder dan de helft van de Nederlandse bevolking bedraagt;

constaterende dat woonlastenneutraliteit de grootste blokkade dreigt te worden om het draagvlak te vergroten;

verzoekt de regering woonlastenneutraliteit te garanderen bij het aardgasvrij maken van woningen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 601 (32813).

Mevrouw Beckerman (SP):

Dat was het. Dank u wel.

De voorzitter:

De heer Van der Lee heeft nog een vraag.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Toch even een vraag: wat bedoelt mevrouw Beckerman daar precies mee, woonlastenneutraliteit? Geldt dat dan voor iedere individuele bewoner of voor grote groepen dan wel het gemiddelde? Want als het voor ieder individueel geval gegarandeerd moet worden, kan dat op geen enkel terrein gerealiseerd worden. Dus kan mevrouw Beckerman nog even duiden wat ze hier eigenlijk precies mee bedoelt?

Mevrouw Beckerman (SP):

Vorig jaar, toen het Klimaatakkoord werd gepresenteerd, was dit eigenlijk een van de beloftes die werden gedaan, namelijk dat je er niet op achteruit zou gaan. Aan die belofte wordt al behoorlijk gemorreld, steeds een klein beetje. Nu dreigen veel mensen er wel degelijk op achteruit te gaan. Dat is met name een probleem voor mensen met een laag of gemiddeld inkomen. Bijvoorbeeld het Nibud heeft er sterk op gewezen dat het echt een probleem is voor mensen met een koopwoning en een laag inkomen, als ze straks een dure lening moeten afsluiten waardoor ze in de problemen komen. We zien dat het draagvlak al afneemt. We vinden het daarom heel erg belangrijk ervoor te zorgen dat iedereen mee kan doen.

De voorzitter:

Dank u wel.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ja, dank u wel.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Terpstra namens het CDA.

Mevrouw Beckerman (SP):

Mooie sokken.

De voorzitter:

Inderdaad, ik zie het. De heer Terpstra.

De heer Terpstra (CDA):

Dank u wel, voorzitter. We hebben een aantal weken geleden gesproken over de energietransitie. Het CDA is blij met de voortgang en het CDA staat ook voor een realistische transitie, een haalbare en betaalbare transitie. Daarom is het goed dat het kabinet heeft aangegeven dat het op natuurlijke momenten wil overstappen en dat er meer aandacht komt voor isolatie en hybride mogelijkheden. Dat vinden wij goed.

Daarnaast vinden we dat het zo laagdrempelig mogelijk moet zijn voor mensen om over te kunnen stappen. Daarom hebben wij één motie. Ik moet gelijk vooraf al zeggen dat die erg lijkt op de motie van mevrouw Beckerman. Er zitten enkele verschillen tussen en misschien kunnen we daar straks na afloop toch nog eens even naar kijken, maar ik dien de motie wel in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er in Nederland een wirwar aan subsidies en regelingen bestaat om de eigen woning te verduurzamen;

constaterende dat er in het Verenigd Koninkrijk een eenvoudig en toegankelijk vouchersysteem wordt opgezet, genaamd de Green Homes Grant, om een zo groot mogelijk draagvlak te creëren onder de bewoners;

overwegende dat er een zo breed mogelijk draagvlak gezocht moet worden om de energietransitie in de gebouwde omgeving vorm te geven;

overwegende dat deze verduurzamingssubsidies voor inwoners zo overzichtelijk en toegankelijk mogelijk moeten zijn;

verzoekt de regering een onderzoek te starten naar de effectiviteit en efficiëntie van een vouchersysteem voor het verduurzamen van huizen, uitgaande van het vouchersysteem in het Verenigd Koninkrijk, en dit in het voorjaar van 2021 naar de Kamer te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Terpstra. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 602 (32813).

De heer Terpstra (CDA):

Dat was het, voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Van der Lee namens GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb geen motie, ook omdat wij nog heel recent hebben gesproken over dit onderwerp. Ik ben ook heel blij dat de negentien projecten die financiering krijgen publiek zijn gemaakt. Dan kunnen gemeenten aan de slag en kunnen ook additionele investeringen die daaraan gekoppeld zijn nu van de grond komen.

Ik zou toch in de richting van de heer Koerhuis willen zeggen dat hij — dat verbaast me toch echt — in ieder debat dat ik hem meemaak Thorbecke geweld aandoet, en dan met name het huis van Thorbecke. Dat is een liberale voorganger die erop gewezen heeft dat je ook decentraal verantwoordelijkheden moet beleggen. De VVD is ook in de afgelopen tien jaar de partij geweest die op heel veel terreinen die verantwoordelijkheden decentraal heeft neergelegd. Uitgerekend op dit onderwerp, een hele complexe transitie, blijft hij elke keer zand in de motor gooien en blijft hij elke keer proberen dingen die op lokaal niveau nu uitgewerkt moeten worden met experimenten, al onmiddellijk weer naar het landelijk niveau te tillen. Dat helpt helemaal niemand. En dan ook nog pleiten voor totaal jojobeleid. Die gemeenten zijn echt van plan om met de nieuwe Omgevingswet die norm volgend jaar, of in 2022, weer op te leggen. En dan even in het ene jaartje met die nieuwbouw weer effe wat anders doen, wie helpt dat nou in godsnaam? Dus ik hoop dat hij zijn ideologische voorganger eert en afziet van dit soort toch vervelende … Nou ja, ik zal geen kwalificatie gebruiken die ik in mijn hoofd heb.

Aan de minister nog een oproep, en dat is toch dat de communicatie rond deze transitie echt wel beter moet. Dat geldt ook wel op het niveau van individuele projecten, maar dat ligt op een lokaler niveau. We moeten hiervan leren. Er gaan dus ook dingen mis. In onze medialogica worden de mislukkingen vaak veel groter aangezet dan de dingen die wel goed gaan. Dan is het aan de minister om juist de dingen die wel goed gaan en die we leren ook nadrukkelijker uit te dragen. Ik hoop dat ze daar met meer verve mee aan de slag gaat zodat het draagvlak, ook in deze Kamer, overeind blijft voor een hele complexe transitie. Ik zeg het nog maar even bij, in een transitie krijgt helemaal niemand een absolute garantie. Het is een heel complex proces en wij weten niet hoe dat gaat werken in de praktijk. Dus laten we elkaar ook niet gek maken met het eisen van dingen die niemand, ook als die zelf de bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt, totaal kan waarmaken.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Kops namens de PVV.

De heer Kops (PVV):

Voorzitter. Het aardgasvrij maken van woningen is nog maar net begonnen en nu al één groot drama. In het kader van het Programma Aardgasvrije Wijken hebben inmiddels 27 gemeenten geld gekregen van het Rijk om in zogeheten proeftuinen complete wijken van het gas af te halen. Zo ook in Purmerend, dat maar al te graag als koploper en als eerste stad helemaal gasvrij wilde worden. Maar ja, hoogmoed komt voor de val, want een jaar later is de proeftuin in Purmerend alweer stopgezet vanwege een waslijst aan problemen. Oplopende kosten, gedoe rond de aanleg van een warmtenet, niks haalbaar en betaalbaar zoals de minister altijd beweert.

Volgens de minister moeten we ons er vooral niet heel veel van aantrekken, want zoals zij schrijft, het is voor iedereen nieuw. En het is juist de bedoeling, zo zegt zij, om kennis en ervaring op te doen. Nou ja, op die manier kun je natuurlijk ieder bestuurlijk falen goedpraten. Wat ons betreft kunnen de tot dusverre opgedane kennis en ervaring leiden tot maar één conclusie, en dat is stoppen met die waanzin. Maar nee, de minister kiest nu de financiële vlucht naar voren en wil nóg eens 100 miljoen euro gaan uitrekken voor nóg eens negentien van die vreselijke proeftuinen.

Voorzitter, ik zeg tegen de minister: u kunt nog zoveel geld over de balk gaan smijten, maar het maakt uw eigen klimaatbeleid er echt niet minder rampzalig op. Aardgasvrij wonen, het werkt niet, het lukt niet, het gaat niet, het is nergens goed voor, het is niet te betalen en de mensen willen het niet. Daar past maar één motie bij.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering onmiddellijk te stoppen met het gasvrij maken van woningen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kops. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 603 (32813).

De voorzitter:

Dank u wel. Dan ga ik nu naar mevrouw Van Eijs namens D66.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Dank u wel, voorzitter. Tijdens het algemeen overleg heb ik aandacht gevraagd voor vele manieren om het voor mensen gemakkelijker en ook mogelijk te maken om hun woning te verduurzamen. Daarnaast moet er ook duidelijkheid zijn. Daarom heb ik de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er in het Klimaatakkoord is afgesproken te komen tot een isolatiestandaard die houvast geeft aan mensen die hun woning willen isoleren;

overwegende dat goede isolatie essentieel is om de vraag naar energieverbruik terug te dringen en veelal noodzakelijk voor het toepassen van echt duurzame warmtebronnen;

van mening dat moet worden voorkomen dat door een te lage isolatiestandaard over een aantal jaar mensen opnieuw hun woning moeten isoleren als ze overschakelen naar een duurzame warmtebron;

verzoekt de regering om de isolatiestandaard zodanig uit te werken dat deze aansluit op de best mogelijke toepassing van isolatie, in plaats van wat er gemiddeld in de markt wordt toegepast,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Eijs en Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 604 (32813).

De heer Koerhuis (VVD):

Ik hoor mevrouw Van Eijs praten over zo goed mogelijke isolatie. Dat klinkt bijna als zo duur mogelijk. Dat kan toch niet bedoeld worden, want in het Klimaatakkoord hebben we afgesproken naar isolatiewaardes te streven waarvan we geen spijt kunnen krijgen. Is de D66-fractie het daar nog mee eens?

Mevrouw Van Eijs (D66):

Ik zal dat stukje misschien opnieuw oplezen. Er staat: op de best mogelijke toepassing van isolatie. Dat betekent natuurlijk altijd een balans tussen wat er mogelijk is in een situatie. Soms is het gewoon niet mogelijk om dikker te isoleren, anders te isoleren of moet je rekening houden met vocht. De best mogelijke toepassing van isolatie is wat er staat. Dus niet de duurste en misschien ook niet met de hoogste isolatiewaarde.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Dik-Faber namens de ChristenUnie.

O, het spreekgestoelte gaat uit zichzelf naar beneden. Even kijken …, hij doet het weer. Het woord is aan mevrouw Dik-Faber.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties. Omdat de agenda vanmorgen wat is gaan schuiven, heb ik wat afspraken uit mijn agenda gehaald. Maar ik moet helaas om 12.30 uur bij een andere verplichting zijn, dus ik ga hier op tijd weg.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in het Klimaatakkoord is afgesproken dat het Warmtefonds financiering van het — al dan niet stapsgewijs — fossielvrij maken van de woning van particuliere woningeigenaren zal borgen, ook voor de zogeheten niet-kunners, die vanwege gebrek aan leencapaciteit of schuldenproblematiek hier niet zelf toe in staat zijn;

overwegende dat het Klimaatakkoord daarmee beoogt te bereiken dat iedereen, ongeacht de persoonlijke financiële situatie, naar draagkracht moet kunnen meedoen met de energietransitie en het fossielvrij maken van de gebouwde omgeving en de eigen woning;

verzoekt de regering vanaf de aanvang van het fonds te borgen dat iedere "niet-kunner", dus bijvoorbeeld ook mensen met een negatieve BKR-notering of deelnemer in schuldsanering, voor een financiering van verduurzamingsmaatregelen bij het Warmtefonds terecht moet kunnen, zodat er geen groepen particuliere woningeigenaren ontstaan voor wie het onbereikbaar is om de woning fossielvrij te (laten) maken;

verzoekt tevens de regering de reikwijdte van het fonds vanaf de aanvang niet te beperken tot de zogenaamde proeftuinwijken of door gemeenten voorgestelde collectieven, maar ook bereikbaar te maken voor individuele aanvragen van "niet-kunners",

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dik-Faber en Van Eijs. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 605 (32813).

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie op 14 oktober 2020 haar Renovation Wave Strategy heeft gepubliceerd en woningrenovatie als belangrijke pijler ziet voor economisch herstel;

overwegende dat het niet wenselijk is dat de kosten van het isoleren van woningen bij de huurder komen te liggen;

constaterende dat Nederland vanuit de Recovery and Resilience Facility van het EU-herstelplan een envelop van 5,6 miljard ontvangt, waarvan minimaal 37% besteed moet worden aan duurzaamheid;

constaterende dat Nederland uiterlijk april 2021 een herstelplan moet indienen bij de Europese Commissie voor de Recovery and Resilience Facility en dat de Europese Commissie lidstaten uitnodigt om het verduurzamen van woningen op te nemen in dit herstelplan;

constaterende dat lidstaten met de Recovery and Resilience Facility ook de aanbevelingen uit het Europees semester moeten implementeren en Nederland de aanbeveling heeft gekregen om publieke investeringen naar voren te halen, waaronder ook het uitvoeren van de plannen uit het Klimaatakkoord;

verzoekt de regering om in het uiterlijk april 2021 in te dienen herstelplan een ambitieus isolatieprogramma voor woningen op te nemen, zodat met de middelen uit de Recovery and Resilience Facility een slag gemaakt kan worden in woningisolatie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dik-Faber en Moorlag. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 606 (32813).

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Moorlag namens de PvdA.

De heer Moorlag (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Heel veel mensen zitten in grote onzekerheid als zij investeringen moeten doen in hun woning. Bijvoorbeeld als de cv-ketel is afgeschreven. Ga ik nog een nieuwe cv-ketel aansluiten? Wanneer word ik aangesloten op een warmtenet? Komt hier überhaupt wel een warmtenet? Moet ik kijken naar een andere verwarmingsbron? Wanneer ga ik van het aardgas af? Dit zijn heel ingewikkelde vraagstukken voor mensen. Mijn collega Henk Nijboer heeft er in het algemeen overleg een lans voor gebroken dat de mensen beter toegang moeten krijgen tot advies, hulp en ondersteuning bij het maken van verstandige afwegingen over de investeringen die zij moeten plegen. Je kunt de mensen verwijzen naar een website, maar er zijn ook heel veel laaggeletterde mensen. Er moet echt een faciliteit, een voorziening komen voor mensen die voor deze ingewikkelde vraagstukken staan. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat mensen in grote onzekerheid verkeren over welke verwarmingsbron in hun wijk het aardgas gaat vervangen en op welk tijdstip dat gaat gebeuren;

overwegende dat mensen daardoor voor complexe vragen en afwegingen en besluiten worden geplaatst voor het, al dan niet, doen van nieuwe of vervangingsinvesteringen in verwarmingssystemen;

verzoekt de regering ervoor te zorgen dat mensen laagdrempelig toegang kunnen krijgen tot expertise en advies en hiervoor een voorziening uit te werken met relevante partijen, zoals gemeenten en de Vereniging Eigen Huis, en de Kamer te informeren over de uitwerking,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Moorlag. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 607 (32813).

De heer Moorlag (PvdA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Er zijn dertien moties ingediend. Ik stel vast dat de minister behoefte heeft aan een schorsing van tien minuten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de minister het woord.

Minister Ollongren:

Voorzitter. Mag ik beginnen met het antwoord op de oproep van GroenLinks? De heer Van der Lee, die net komt aangestormd, riep op tot betere communicatie: let op die communicatie. Ik neem dat heel graag mee en ik neem dat ook ter harte. We staan voor een hele complexe opgave, maar dat neemt niet weg dat ik echt heel optimistisch ben over de uitkomst. Optimisme is een morele plicht, weten we tenslotte. Ik denk dat de heer Van der Lee en ik elkaar op dat punt helemaal hebben gevonden, waarvoor dus dank.

Dan kom ik bij de moties. De motie op stuk nr. 595 van de heer Koerhuis gaat over Amsterdam. Daar werd al wat over gezegd bij interruptie. Ik kijk even hoe het procedureel ligt. Er ligt een tranche voor bij uw Kamer. Die tranche gaan we ook met elkaar bespreken, of althans, daar loopt een voorhangprocedure. Ik vind de timing van de motie wat dat betreft dus een beetje gek. Ik zou me kunnen voorstellen dat de heer Koerhuis de motie aanhoudt. In de tussentijd vertrouw ik er dan op dat ze in Amsterdam niet stilzitten. Ik heb begrepen dat Amsterdam in gesprek gaat met de bouwsector. Alle aspecten van het plan kunnen dan worden gewogen. Er wordt bekeken of het allemaal uitvoerbaar is en of het niet leidt tot vertraging van de woningbouwproductie, of tot onnodig dure woningen. Dat speelt zich allemaal af in Amsterdam. Het is ook aan Amsterdam om dat te doen. De geluiden uit Amsterdam, de signalen vanuit de partijen die daar de coalitie vormen, zijn heel positief. Ik geloof dat dat er allemaal constructief uitziet. Maar goed, mijn vraag aan de heer Koerhuis is om de motie dan in ieder geval aan te houden, zodat het hier parallel loopt met de voorhang van de 22ste tranche.

De heer Koerhuis (VVD):

Het is niet aan Amsterdam, want het is landelijke wetgeving en hangt voor aan de Kamer, dus het is aan ons. Het gesprek met de bouwers is er geweest. Alle vier die partijen hebben gezegd: het kan niet, we krijgen al geen bouwplan meer rond en dat wordt alleen maar erger. Volgens mij kan het dus gewoon uit de 22ste tranche en ik wil de motie gewoon in stemming brengen.

De voorzitter:

Goed. Dat is uw recht.

Minister Ollongren:

Zeker. Dat is het recht van ieder Kamerlid, maar dan is het mijn plicht om deze motie ook van een advies te voorzien. Ik moet de motie dan ontraden, voorzitter.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 596 van de heer Koerhuis. Ik dacht dat deze motie eigenlijk vraagt om informatie. Als een Kamerlid informatie wil, dan is mijn stelling, en die van de voorzitter, dat die informatie gewoon verstrekt wordt. Daarvoor is wat mij betreft geen motie nodig. Ik kan de motie dus overnemen, of toezeggen, of wat de heer Koerhuis maar wil.

De voorzitter:

Als u het goed vindt, dan ...

De heer Koerhuis (VVD):

Overnemen is goed.

Minister Ollongren:

Dan doen we dat.

De voorzitter:

Prima.

De motie-Koerhuis (32813, nr. 596) is overgenomen.

Minister Ollongren:

Dan kom ik op de motie op stuk nr. 597. Die motie gaat over het jaarlijks rapporteren aan de Kamer van hoe gemeenten het Klimaatakkoord uitvoeren. Dat was ik sowieso voornemens te doen. Ook deze motie zou ik bereid zijn over te nemen, voorzitter.

De voorzitter:

Oké. Gaat u akkoord met het overnemen van ook deze motie? Heeft niemand bezwaar tegen het overnemen van de motie op stuk nr. 597 van de heer Koerhuis?

De motie-Koerhuis (32813, nr. 597) is overgenomen.

Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 598.

Minister Ollongren:

Ja. Mevrouw Beckerman heeft een motie ingediend over een onderwerp waarover we in het AO ook gesproken hebben. Ik heb toen gesteld dat een oordeel over het label in technische zin niet een taak is voor de huurcommissie. Er is wel toezicht op de experts die het label beoordelen. Het oordeel of de huur als gevolg hiervan te hoog zou zijn, is wel een taak voor de Huurcommissie. Zo is het georganiseerd, dus ik moet die motie ontraden.

De motie op stuk nr. 599 van mevrouw Beckerman vraagt om een onderzoek te doen naar systemen die er elders zijn om woningen op laagdrempelige manieren energiezuinig te maken. Dit is een onderzoeksmotie. We zijn altijd op zoek naar de beste manier om dit te doen, dus ik ben bereid oordeel Kamer te geven.

De motie op stuk nr. 600 is ook van mevrouw Beckerman. Ik zou mevrouw Beckerman kunnen vragen om de motie aan te houden, maar ik weet niet of ze dat wil. Er komt namelijk nog een brief over aanpassingen van huurregelingen en dergelijke. U zou de motie dan daarbij kunnen betrekken. Dat is echter wel een beetje een omslachtige route om vervolgens in een volgende fase de motie vermoedelijk toch te ontraden. Als mevrouw Beckerman dat uitstel van executie op prijs zou stellen, dan zou het kunnen. We kennen elkaar inmiddels wat langer. Het advies is dus aanhouden of ontraden.

Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 601, de laatste motie van mevrouw Beckerman. Het debat ging ook heel erg over de woonlastenneutraliteit. Ik kan niet op individueel niveau garanties daarvoor geven. Het uitgangspunt is wel: haalbaar, betaalbaar. Voor de huurders doen we er alles aan, ook via het Sociaal Huurakkoord, om dat wel voor elkaar te krijgen, maar een garantie gaat net te ver, dus deze motie moet ik ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 602 van de heer Terpstra. Die vraagt iets vergelijkbaars als de andere moties die ik ook oordeel Kamer heb gegeven. Dat wil ik ook bij deze motie doen. We kijken altijd hoe dingen nog beter kunnen. Dat onderzoek zal ik dus doen. Ik laat het oordeel graag aan de Kamer.

Dan de motie op stuk nr. 603 van de heer Kops. Misschien kan ik een misverstand wegnemen. In zijn introductie zei hij dat het project in Purmerend zou zijn stopgezet. Wat Purmerend gedaan heeft, en ook gecommuniceerd is door de lokale bestuurder, de wethouder, is dat er extra tijd voor overleg wordt ingelast. Het is een groot en complex project. Het lijkt me heel goed om problemen op te lossen, zodat je weer een volgende stap kunt zetten. Ik heb daar dus alle begrip voor. Ik vind het zeker geen reden om te doen wat in de motie staat. Ik ontraad de motie dus.

De motie op stuk nr. 604 van mevrouw Van Eijs en mevrouw Dik-Faber gaat over de isolatiestandaard. We moeten inderdaad voorkomen dat het vervolgens opnieuw tot isolatie leidt. Je wilt graag de best mogelijke toepassing. Wat is mogelijk, betaalbaar et cetera? Ik zal met een voorstel komen met een argumentatie langs de lijn die ik net schetste. Ik zal zorgen dat de standaard zo veel als mogelijk — ik citeer — spijtvrij is. Met die toelichting laat ik het oordeel aan de Kamer.

De motie op stuk nr. 605 van mevrouw Dik-Faber en mevrouw Van Eijs vind ik iets ingewikkelder. Zoals het er nu staat, is het wel heel erg moeilijk om dat voor elkaar te krijgen. Dat is echt ingewikkeld. Het heeft heel erg mijn voorkeur om te beginnen met de wijken en daarna te verbreden. Dan denk ik dat we het voor elkaar gaan krijgen. Als we nu al doen wat de motie vraagt … Voor een deel is dat mogelijk, maar voor het andere deel kan ik dat echt niet beloven. Ik hou echt heel erg vast aan die volgorde, zodat we uiteindelijk, op de wat langere termijn, juist kunnen doen wat de indieners graag willen, namelijk zo veel mogelijk mensen hierbij betrekken en helpen. Maar zoals de motie nu geformuleerd is, moet ik die helaas ontraden.

Dan ben ik bij de motie op stuk nr. 606 van mevrouw Dik-Faber. Zij heeft het over het Recovery and Resilience Fund. Het kabinet heeft de Kamer nog niet kunnen informeren over de stappen die we voornemens zijn te zetten in het kader van dat fonds. De Kamer zal daar wel over worden geïnformeerd via de daartoe geëigende kanalen, in dit geval een BNC-fiche. Volgens mij komt dat in november naar uw Kamer. Om daar niet op vooruit te lopen, zou ik mevrouw Dik-Faber willen suggereren om de motie aan te houden, want ik vind de inhoud van de motie op zich heel sympathiek. Natuurlijk zijn er kansen in dat fonds voor renovatie- en isolatieprojecten. Het zou best een logische invulling zijn, maar deze motie komt een beetje vroeg.

O, ik zie meneer Moorlag. Misschien kan hij er iets over zeggen, want mevrouw Dik-Faber moest weg.

De voorzitter:

Ja, ik wilde hem net het woord geven.

Minister Ollongren:

Wat fijn.

De heer Moorlag (PvdA):

We kunnen wachten tot er een BNC-fiche komt en dan kijken wat daarin staat, maar in feite wordt met deze motie uitgesproken wat er in dat BNC-fiche zou moeten komen te staan. Als de Kamer haar kaderstellende rol een beetje serieus neemt, denk ik dat de minister de motie toch wel wat meer zou mogen omarmen.

Minister Ollongren:

Ik heb wel geprobeerd mijn sympathie voor de inhoud uit te spreken. Die wil ik graag nog een keer onderstrepen. De reden waarom ik toch denk dat de motie logischer zou zijn na ontvangst van een BNC-fiche, is dat de motie oproept iets te doen in het in te dienen herstelplan, dus uiterlijk in april 2021. Er is dus amper gelegenheid tussen het moment waarop het BNC-fiche hier op de deurmat landt en het moment waarop er iets moet worden ingediend in Brussel. Ik houd de oproep sowieso in gedachten. Nogmaals mijn verzoek om de motie in ieder geval aan te houden tot na het BNC-fiche.

De voorzitter:

Tot slot, de heer Moorlag.

De heer Moorlag (PvdA):

Mijn motto is: beter rennen door het vuur dan kruipen door het vuur. Het spijt mij dat de minister zegt: dit signaal van de Kamer neem ik niet over.

De voorzitter:

Nee, maar wat gaat u doen?

De heer Moorlag (PvdA):

Ik breng haar in stemming, onder voorbehoud dat ik nog even met mevrouw Dik-Faber ga afstemmen.

De voorzitter:

Dat is goed.

De heer Moorlag (PvdA):

Ja, die is de eerste indiener.

Minister Ollongren:

Nou, dat klinkt hoopvol.

De voorzitter:

U heeft de tijd tot dinsdag.

Minister Ollongren:

Dan de laatste motie, als ik me niet vergis de motie op stuk nr. 607 van de heer Moorlag. Ik vond zijn toelichting heel helder en ik ben het ook helemaal met hem eens: laagdrempelige toegang is heel belangrijk. We zijn daar ook echt mee bezig, maar het kan wellicht nog beter. Als ik dit mag betrekken bij de motie over het nationaal isolatieprogramma, dan ga ik dit proberen te doen en laat ik het oordeel aan de Kamer.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit VAO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties zullen we volgende week dinsdag stemmen. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven