4 Nederlandse inzet inzake nucleaire ontwapening

Aan de orde is het VAO Nederlandse inzet inzake nucleaire ontwapening (AO d.d. 04/10).

De voorzitter:

We gaan nu naar een kort debat. In ons jargon heet dat een VAO. Het is het VAO Nederlandse inzet inzake nucleaire ontwapening. Ik heet de minister van Buitenlandse Zaken van harte welkom en geef mevrouw Ploumen namens de PvdA het woord. De spreektijden zijn twee minuten.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Voorzitter, dank u wel. Ik heb twee moties. Wij gaan heel zuinig om met papier, dus ik heb ze alleen maar dubbelzijdig geprint. Maar ik neem aan dat u daar wel een oplossing voor vindt. Dank u wel.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het regeerakkoord is opgenomen dat het kabinet zich actief inzet voor een kernwapenvrije wereld;

constaterende dat artikel 6 van het non-proliferatieverdrag (NPV) beoogt te komen tot algehele en complete nucleaire ontwapening, met een proces- en een resultaatsverplichting voor elk land, maar nog altijd niet is uitgevoerd;

constaterende dat zowel de kernmachten als de NAVO stellen dat het NPV de hoeksteen is voor hun veiligheids- en ontwapeningsbeleid;

verzoekt de regering maximaal in te zetten op een internationale dialoog met de nucleaire machten over een alomvattende, verifieerbare uitbanning van kernwapens conform artikel 6 NPV en zo invulling te geven aan de toezegging in het regeerakkoord,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ploumen, Van Ojik en Karabulut. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 24 (33694).

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Mijn tweede motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de brief van 21 juni 2018 over de Nederlandse inzet inzake nucleaire ontwapening het kabinet schrijft dat "zolang er nucleaire wapens zijn, nucleaire afschrikking in NAVO-verband een belangrijke rol in het Nederlandse veiligheidsbeleid zal blijven spelen";

overwegende dat de regering daarmee een beleidswijziging doorvoert ten opzichte van de vorige regeringen, die zich hebben ingezet om de rol van kernwapens in (veiligheids-)doctrines juist te verkleinen;

roept de regering op om de rol van kernwapens in het Nederlandse veiligheidsbeleid niet te vergroten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ploumen, Van Ojik en Karabulut. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 25 (33694).

Dank u wel, mevrouw Ploumen. De heer Van Ojik namens GroenLinks.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Voorzitter, dank u wel. Goedemorgen. Na het algemeen overleg waarvan we nu de voortzetting hebben, kwam het bericht dat de Verenigde Staten overwegen om uit het INF-verdrag te stappen. Dat zou een slechte zaak zijn. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Verenigde Staten hebben aangekondigd uit het INF-verdrag, dat middellangeafstandskernwapens indamt, te willen stappen;

constaterende dat dit verdrag heeft gezorgd voor de ontmanteling van 800 Amerikaanse en 1.800 Russische kernwapens;

constaterende dat in de NAVO een gezamenlijke strategie wordt gevolgd ter bevordering van wederzijdse nucleaire ontwapening;

verzoekt de regering zich er in de NAVO voor in te spannen het INF-verdrag in stand te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Ojik, Karabulut en Ploumen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 26 (33694).

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Mijn tweede motie gaat ook over de nucleaire strategie van de Verenigde Staten.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Verenigde Staten een nieuwe nucleaire strategie hebben, waarin het kernwapenarsenaal met circa 960 miljard euro gemoderniseerd wordt;

overwegende dat de drempel voor de inzet van kernwapens door deze strategie dreigt te worden verlaagd;

verzoekt de regering zich er in het kader van het non-proliferatieverdrag voor in te zetten dat stappen die de drempel voor de inzet van kernwapens verlagen, achterwege blijven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Ojik, Karabulut en Ploumen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 27 (33694).

Dank u wel, meneer Van Ojik. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Karabulut namens de SP-fractie.

Mevrouw Karabulut (SP):

Dank, voorzitter. Een kernwapenvrije wereld. Ik geloof dat het kan. Ik geloof dat het moet. En de minister wil het ook, vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het verdrag tot een verbod op kernwapens in 2017 in de VN is vastgesteld en door 122 landen is gesteund en inmiddels door 69 landen ondertekend en door 19 geratificeerd;

voorts constaterende dat Nederland heeft meegedaan aan de onderhandelingen maar tegen het verdrag heeft gestemd;

overwegende dat dit verdrag grote steun geniet onder de Nederlandse bevolking en de International Campaign to Abolish Nuclear Weapons (ICAN) de Nobelprijs voor de vrede heeft ontvangen;

overwegende dat de regering de doelstelling om te komen tot een kernwapenvrije wereld ten volle ondersteunt en dat het illegaal maken van het wapen een van de stappen is die daaraan bij kan dragen;

verzoekt de regering met een plan van aanpak te komen met aanvullende nationale maatregelen die het doel van een kernwapenvrije wereld dichterbij brengen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Karabulut, Ploumen en Van Ojik. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 28 (33694).

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Voorts zijn er afspraken gemaakt tussen ons land en de Amerikanen over plaatsing en onderhoud van Amerikaanse kernwapens in Nederland. Het frappante is dat wij daar bijna niks over weten, ook niet als volksvertegenwoordigers. Transparantie is vereist; daarom de volgende motie. Het zal u niet verbazen dat ook deze motie mede is ondertekend door mevrouw Ploumen van de Partij van de Arbeid en de heer Van Ojik van GroenLinks.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Amerikaanse regering binnenkort een moderniseringsprogramma zal uitvoeren van het kernwapen voor de Nederlandse F-16's;

constaterende de uitspraak van de Tweede Kamer om de vervanger van de F-16, de F-35, geen kernwapentaak te geven;

constaterende dat publieke transparantie over het bilaterale plaatsingsverdrag met de Amerikanen en ook informatie over de modernisering van het kernwapen voor de Nederlandse F-16 tot op heden ontbreekt;

verzoekt de regering inzage te geven in de financiële en militaire infrastructuur van de Nederlandse kernwapentaak,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Karabulut, Ploumen en Van Ojik. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 29 (33694).

De heer Sjoerdsma.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter, dank u wel. Ik wil op drie onderwerpen kort ingaan. Allereerst is dat het INF-verdrag. Collega Van Ojik heeft daarover al terecht gezegd hoe belangrijk dat is geweest. Het heeft gezorgd voor de ontmanteling van 800 Amerikaanse en 1.800 Russische kernwapens. We hebben een strategie voor nucleaire ontwapening, ook binnen de NAVO. Ik zou het zeer zorgwekkend vinden als de Verenigde Staten daar eenzijdig uit zouden willen stappen. Ik ben het helemaal met de Verenigde Staten eens dat Rusland zich niet aan het verdrag houdt, maar dan moeten we er als NAVO-bondgenoten gezamenlijk voor zorgen dat Rusland zich daar wel aan houdt, en niet het verdrag opzeggen. Ik heb daartoe een motie medeondertekend van collega Voordewind, maar we moeten er even voor zorgen dat de verschillende moties bij elkaar komen, want we zijn het volgens mij over de inhoud volledig eens. Wie dan de eerste indiener wordt, moeten de heer Van Ojik en de heer Voordewind maar uitvechten. Ik zie dat het nu wordt geregeld in de zaal, mevrouw de voorzitter. Ik zal me van verder commentaar onthouden.

Het tweede punt dat ik zou willen maken betreft de inzet die deze minister in algemene zin aan de dag legt rond nucleaire ontwapening. Hij geeft invulling aan wat er in het regeerakkoord staat en hij zegt eigenlijk: de belangrijke toetssteen voor mij is de NPV-conferentie die er in 2020 aankomt. Ik ben dat met hem eens. Ik ben ook bereid om daar niet alleen mijn vertrouwen maar ook mijn volledige steun voor uit te spreken. Maar ik hoop wel dat deze minister daar, als hij moet kiezen na alle nucleaireontwapeningsdossiers, ook zijn eigen persoonlijke inzet wil laten zien. Ik vind dat heel belangrijk, want ik verwacht niet al te veel van die conferentie. Maar ik hoop wel op heel veel.

Tot slot transparantie. Daar is net ook al iets over gezegd. Ik vind het heel belangrijk dat Nederland zo transparant als mogelijk is als het gaat om kernwapens. Ik heb eerder gevraagd om de verdragen die daaraan ten grondslag liggen, naar de Kamer te sturen. Dat is toen helaas niet gebeurd. Ik herhaal dat verzoek gewoon totdat het wel gebeurt of totdat het duidelijk is dat die verdragen in andere archieven elders opduiken en bewust openbaar zijn gemaakt.

Ik dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Sjoerdsma. Dan is nu het woord aan de heer Koopmans namens de VVD.

De heer Koopmans (VVD):

Goedemorgen, voorzitter.

De voorzitter:

Goeiemorgen, meneer Koopmans.

De heer Koopmans (VVD):

Voorzitter. De VVD zou ook heel graag een wereld zonder nucleaire wapens zien, maar dan natuurlijk wel op basis van wederkerigheid, want eenzijdige stappen zijn niet realistisch.

Het tweede punt is het INF-verdrag. Daar is al een hoop over gezegd. Ik denk dat wij hier bijna allemaal, misschien wel allemaal, vinden dat dat verdrag enorm belangrijk is voor de veiligheid van Nederland. We willen geen nieuwe wapenwedloop. Het zou heel goed zijn als de minister en de regering zich blijven inzetten voor het behouden en zo mogelijk versterken van dat verdrag.

Tot slot. Ik ben ook heel blij met de toezegging van de minister, gedaan tijdens het AO over nucleaire wapens, om niet alleen te kijken naar deze ouderwetse nucleaire wapens, maar ook naar potentiële nieuwe wapens. Ik noem maar weer even zwermen killerdrones en dat soort dingen. Die hebben mogelijk net zulke vernietigende effecten. Het gaat dus duidelijk om het resultaat, het effect. Daar moeten we ons tegen weren. Ik ben blij dat deze minister zich ervoor gaat inzetten om dat aan banden te leggen.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Voordewind namens de ChristenUnie.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. We hebben een goed debat gehad met de minister. We hebben er wel met teleurstelling van kennisgenomen dat Nederland het VN-verdrag over het verbod op kernwapens niet mee heeft getekend. Ik zou de minister wel willen vragen of hij in gesprek wil gaan met de andere NAVO-landen om te kijken of er een roadmap naar een global zero mogelijk is en ook om het gesprek binnen de NAVO in stand te houden. Het regeerakkoord roept ons ook daartoe op.

Dan twee moties. De eerste gaat inderdaad ook over het INF-verdrag. De heer Van Ojik en ik moeten maar even samen bekijken hoe we dat in elkaar flansen en of dat allebei een prima signaal is. De motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de VS heeft aangegeven zich terug te willen trekken uit het Intermediate-Range Nuclear Forces-verdrag (INF-verdrag) omdat Rusland zich niet houdt aan het INF-verdrag;

overwegende dat de regering vindt dat het INF-verdrag van groot belang is voor de Europese veiligheid en Nederland zeer hecht aan de naleving van dit verdrag door de verdragspartijen;

verzoekt de regering om zich proactief in te zetten voor het behoud van het INF-verdrag en de Kamer verslag te doen van deze inspanningen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind, Koopmans, Sjoerdsma en Van Helvert. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 30 (33694).

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dan mijn laatste motie. Die gaat een beetje over de discussie waarom wij nou niet richting dat VN-kernwapenverbodsverdrag zouden kunnen komen. Daar zouden juridische haken en ogen aan zitten. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat 122 VN-lidstaten overeenstemming hebben bereikt over een VN-verbod op kernwapens en dit verdrag in werking zal treden als 50 VN-lidstaten dit hebben geratificeerd;

constaterende dat uit opiniepeilingen van onder andere het Rode Kruis blijkt dat er brede steun onder de Nederlandse bevolking is voor een Nederlandse handtekening onder dit verdrag;

verzoekt de regering om te werken aan het vergroten van het draagvlak voor dit verdrag onder NAVO-landen;

verzoekt de regering voorts een juridische analyse uit te laten voeren naar de compatibiliteit tussen de bestaande nationale wetgeving en het VN-verdrag en de Kamer te informeren over welke delen van de wetgeving in overeenstemming zijn met het verdrag en waar wijziging van nationale wetgeving noodzakelijk zou moeten zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 31 (33694).

Het is ontzettend rumoerig. Echt, het is niet te verstaan. Ik weet niet of u het gehoord hebt.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ja, collega's, zo redden we de wereld natuurlijk nooit.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Voordewind. We wachten heel even totdat de minister de moties heeft voorbereid. Het duurt ongeveer vijf minuten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de minister.

Minister Blok:

Dank u wel, voorzitter. Het werken aan nucleaire ontwapening is een belangrijk doel van dit kabinet. Tijdens het algemeen overleg heb ik een aantal concrete stappen daartoe geschetst. De heer Sjoerdsma vroeg hoe ik mij daar persoonlijk voor inzet. Ik heb recent met de Poolse collega een artikel gepubliceerd, omdat Polen de volgende gastplaats is voor het NPV, waarin wij onze gezamenlijke inzet schetsen.

Tegen deze achtergrond kom ik met een oordeel over de moties. In de motie op stuk nr. 24, van mevrouw Ploumen en anderen, wordt de regering verzocht maximaal in te zetten op een internationale dialoog met de nucleaire machten over alomvattende, verifieerbare uitbanning van kernwapens, conform artikel 6 NPV, en zo invulling te geven aan de toezegging in het regeerakkoord. De motie is eigenlijk overbodig, want dit staat in het regeerakkoord. Ik vind het natuurlijk fijn als partijen die niet betrokken zijn bij het regeerakkoord er ook wat van vinden, maar het maakt haar wel overbodig.

De voorzitter:

Overbodig betekent ontraden. Dat is het beoordelingskader dat we met elkaar hebben afgesproken. U moet dus echt beoordelen of dat zo is.

Minister Blok:

Ik vind de motie overbodig. Als die wel wordt aangenomen, verandert ons handelen er niet door.

De voorzitter:

Ik wil het toch even duidelijk hebben, want anders hebben we een probleem.

Minister Blok:

Overbodig.

De voorzitter:

En dan? Een beoordelingskader?

Minister Blok:

Dan ontraad ik haar.

De voorzitter:

Oké, dan is dat helder.

Minister Blok:

De motie op stuk nr. 25 roept de regering op om de rol van kernwapens in het Nederlandse veiligheidsbeleid niet te vergroten. Deze motie bevat een onjuistheid. Die zegt namelijk: overwegende dat de regering een beleidswijziging doorvoert ten opzichte van de vorige regeringen. Dat is een opzetje dat mevrouw Ploumen ook tijdens het AO hanteerde. Ik heb aangegeven dat dit gewoon onjuist is. En een motie die een onjuistheid bevat, moet ik ontraden.

In de motie op stuk nr. 26, van de heer Van Ojik en anderen, wordt de regering verzocht zich er in NAVO-verband voor in te spannen het INF-verdrag in stand te houden. Daar zijn twee moties over ingediend. Ik kom straks op de motie van de heer Voordewind. Ik vind het van groot belang dat erop wordt gewezen dat er heel sterke informatie is dat Rusland het INF-verdrag schendt. Dat zit wel in de motie van de heer Voordewind, maar niet in de motie van de heer Van Ojik met anderen. Daarom ontraad ik deze.

De motie op stuk nr. 27, ook van de heer Van Ojik met anderen, verzoekt de regering zich er in het kader van het non-proliferatieverdrag voor in te zetten dat stappen die de drempel voor de inzet van kernwapens verlagen achterwege blijven. Ook hier gaat het mij eigenlijk meer om de overwegingen in de motie, die namelijk aangeven dat modernisering door de Verenigde Staten met zich meebrengt dat er een verlaging van de drempel ontstaat. Ook hier geldt dat de Russische Federatie al een modernisering heeft ingezet en dat niet iedere modernisering een drempelverlaging is. Het kan ook het inbouwen van extra veiligheidsoverwegingen inhouden. Dus omdat ik de motivatie van deze motie eenzijdig en niet precies vind, moet ik ook deze motie ontraden.

De voorzitter:

Een korte opmerking of vraag.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Niet over die tweede motie, maar ...

De voorzitter:

Waarover dan?

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Over de motie op stuk nr. 26, die de minister heeft ontraden omdat er een overweging ontbreekt die stelt dat Rusland het INF-verdrag schendt. Ik zal de motie aanpassen en de overweging erin opnemen, want er is geen enkele reden om het daarover oneens te zijn. Maar ik zal ook met collega Voordewind kijken of we voor de stemming volgende week wellicht onze moties in elkaar kunnen schuiven.

De voorzitter:

Goed, altijd fijn. Dank u wel.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Maar ik zeg de minister toe dat ik de motie zo aanpas dat hij de overweging erin aantreft die hij er graag in wil aantreffen.

De voorzitter:

En dan is het oordeel?

Minister Blok:

Ik zal een oordeel geven over de motie van de heer Voordewind en dan laat ik aan de Kamer over of dat 'm dat gewoon wordt of dat er nog een andere motie komt, maar die moet ik dan even lezen om een definitief oordeel te geven.

Dan de motie ...

De voorzitter:

Op stuk nr. 28.

Minister Blok:

Ja, we zijn inmiddels bij de motie op stuk nr. 28, van mevrouw Karabulut samen met anderen, waarin de regering wordt verzocht met een plan van aanpak te komen met aanvullende nationale maatregelen die het doel van een kernwapenvrije wereld dichterbij brengen. Ik heb in de Kamerbrief en in het algemeen overleg de aanvullende stappen toegelicht die Nederland zet. Wij hebben daarbij inderdaad een duidelijk doel voor ogen. Ik vind het niet voor de hand liggen om daarbovenop nog eens een stappenplan te gaan maken. Dat wekt de suggestie dat er nog concrete maatregelen mogelijk zijn die op dit moment niet in kaart gebracht zouden zijn. Dus deze motie ontraad ik.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 29 ...

De voorzitter:

Een korte opmerking, mevrouw Karabulut.

Mevrouw Karabulut (SP):

Zou de minister het niet nog eens willen heroverwegen, temeer omdat ik al noemde dat er vanuit de samenleving heel veel steun is voor het idee om meer te doen en er ook concrete partijen zijn waar de minister mee om tafel zou kunnen zitten. Misschien kan ik de motie ook nog wel even aanhouden.

Minister Blok:

Het kabinet heeft concrete voorstellen gedaan en het zijn niet alleen voorstellen; we brengen ze ook in actie. Ik vind het niet reëel om te suggereren dat daar haalbare maatregelen bovenop zijn te bedenken. Ik blijf dus bij mijn oordeel ontraden.

De voorzitter:

Tot slot.

Mevrouw Karabulut (SP):

Heeft de minister dan een glazen bol? Er zijn partijen die al jarenlang campagne voeren. Er zijn heel veel specialisten in Nederland. Wij lopen altijd voorop in het werken aan een kernwapenvrije wereld. Ik wil dus toch nog een klemmend beroep doen op de minister om zich wat opener op te stellen. Dan kan ik de motie aanhouden en kan de minister kijken of er wel of niet iets mogelijk is.

Minister Blok:

Mevrouw Karabulut wordt ook niet concreter dan dat er gepraat moet worden en dat er allerlei mensen en organisaties serieuze gedachten over hebben. Dat weet ik en daar overleggen we ook vaak mee, maar de oproep is echt te algemeen en suggereert daarmee dat er dingen mogelijk zouden zijn die nu niet zouden gebeuren. Dus ik blijf bij ontraden.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 29, ook van mevrouw Karabulut samen met anderen, waarin de regering wordt verzocht inzage te geven in de financiële en militaire infrastructuur van de Nederlandse kernwapentaak. Nederland houdt zich aan zijn verdragen en zal dit inzicht dus niet geven. Ook deze ontraad ik.

De voorzitter:

Heel kort, mevrouw Karabulut.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter, heel kort. De minister wil ons als volksvertegenwoordigers die informatie niet geven, maar hoe kan het dan dat op een website van de Amerikanen gewoon het inzicht staat dat de firma ACT Corporation zich bezighoudt met de modernisering van wapenopslagplaatsen en veiligheidssystemen in Volkel? Volkel is van ons. Dus zou de minister, nu het gaat om gebouwen in Volkel, ook de details daarvan aan de Kamer willen doen toekomen?

Minister Blok:

Het feit dat er iets op een website staat, ontslaat Nederland toch niet van de verplichtingen op grond van verdragen?

De voorzitter:

Tot slot.

Mevrouw Karabulut (SP):

Maar de minister gaat er altijd prat op dat hij gaat voor het Nederlands belang en dat het buitenlandbeleid in belang staat van het binnenlandbeleid. Er worden kernwapens gemoderniseerd, die worden onderhouden, de infrastructuur ligt op Volkel en de Amerikanen zeggen zelfs welk privaat bedrijf hiermee belast is. Mogen wij als volksvertegenwoordigers alstublieft ook de basisinformatie krijgen? Hoe moeten wij anders dit allemaal controleren? Stel nou dat er morgen iets gebeurt. Waar waren wij dan?

Minister Blok:

Dit is een debat dat natuurlijk heel vaak gevoerd is. Mevrouw Karabulut doet alsof er hier iets nieuws is. Het feit dat anderen iets suggereren over wel of geen kernwapens op Nederlandse bodem brengt mij niet tot een ander standpunt. Deze informatie zal de regering niet geven, op grond van onze verdragsverplichtingen.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Minister Blok:

Dan kom ik op de motie op stuk nr. 30 van de heer Voordewind, samen met anderen. Deze motie verzoekt de regering zich proactief in te zetten voor het behoud van het INF-verdrag en de Kamer verslag te doen van deze inspanningen. Omdat hier in de overweging wordt aangegeven "constaterende dat de VS heeft aangegeven zich terug te willen trekken uit het Intermediate-range Nuclear Forces-verdrag (INF-verdrag) omdat Rusland zich niet houdt aan het INF-verdrag", wat een heel belangrijke afweging is, kan ik deze motie oordeel Kamer laten.

Dan kom ik op de motie op stuk nr. 31. Die verzoekt de regering een juridische analyse uit te laten voeren naar de compatibiliteit tussen de bestaande nationale wetgeving en het VN-verdrag en de Kamer te informeren over welke delen van de wetgeving in overeenstemming zijn met het verdrag en waar wijziging van nationale wetgeving noodzakelijk is. Mijn voorganger Koenders heeft indertijd een juridische analyse van het kernwapenverbodverdrag aan de Kamer toegestuurd, wat leidde tot de conclusie dat het ondertekenen ervan niet verenigbaar is met de Nederlandse verdragsverplichtingen in het kader van de NAVO. Die conclusie zal nu dezelfde zijn. Dus ik zie geen toegevoegde waarde in een nieuwe juridische analyse want we hebben er al een. Ik ontraad dan ook deze motie.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het eind gekomen van dit VAO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties zullen we volgende week dinsdag stemmen. Dan schors ik nu even de vergadering.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven