18 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik verzoek de leden die niet bij de regeling van werkzaamheden aanwezig hoeven te zijn om de zaal te verlaten.

Op verzoek van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken stel ik voor, het debat over de reactie op het jaarverslag van de Nationale ombudsman over 2015 van de plenaire agenda af te voeren.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 19 mei 2016 te Brussel tot stand gekomen Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag inzake de toetreding van Montenegro (Trb. 2016, 95) (34524);

  • -het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 6 april 2016 te Philipsburg tot stand gekomen Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Franse Republiek inzake maritieme afbakening in het Caribisch gebied (Trb. 2016, 52 en 82) (34515-R2070);

  • -het voorstel van wet van het lid Koşer Kaya tot intrekking van de Zondagswet (34464).

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik:

  • -in de vaste commissie voor Defensie het lid Van der Velde tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • -in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Van der Velde tot lid en het lid Jacobi tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

  • -in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Van der Velde tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Samsom en de leden Asante en Recourt tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

  • -in de vaste commissie voor Volksgezondheid Welzijn en Sport het lid Vermeij tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • -in de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking het lid Günal-Gezer tot lid in de bestaande vacature;

  • -in de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst het lid Marcouch tot lid in de bestaande vacature;

  • -in de vaste commissie voor Economische Zaken het lid Van der Velde tot lid in de bestaande vacature;

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 31765-221; 29398-517.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Nationale veiligheid, crisisbeheersing en brandweerzorg, met als eerste spreker het lid Kooiman namens de SP-fractie.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Mei Li Vos namens de PvdA-fractie.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Voorzitter. Graag verzoek ik om het debat over de mogelijke overname van PostNL door bpost, waar al een meerderheid voor is, vandaag te agenderen. We hebben vernomen dat bpost zijn pogingen om PostNL over te nemen niet zal staken en dat er morgen een gesprek zal plaatsvinden. Wij willen het debat daarom het liefst zo snel mogelijk agenderen. Ik hoop dat ik daar steun voor krijg.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Wij steunen het verzoek. Wat ons betreft zou het debat al om 16.00 uur mogen beginnen als dat mogelijk is.

De heer Remco Bosma (VVD):

We krijgen nog een toekomstvisie op de postmarkt. Die zou dit kwartaal verschijnen. Misschien moeten we een paar dagen wachten en die visie er nog bij betrekken. Wat ons betreft kunnen er dus nog wel een paar dagen tussen zitten.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ik vrees dat we die paar dagen niet hebben. Ik heb vorige week bij de debataanvraag al gezegd dat het in mijn ogen om een vijandig overnamebod gaat. Als de Kamer nog enigszins invloed wil hebben op de gang van zaken, moeten we zo snel mogelijk hierover een politieke uitspraak doen. Ik steun het verzoek om het debat zo ver mogelijk naar voren te halen dus van harte. Wat mij betreft kan het vanmiddag nog aanvangen, als dat past in de agenda.

De heer Graus (PVV):

Wij steunen het verzoek. Het moet zo spoedig mogelijk. Het gaat om een van de grootste particuliere werkgevers van ons land. Het liefst voeren wij het debat dus nog vanmiddag of vanavond.

De heer Verhoeven (D66):

Geen steun, maar als het debat er komt — en het komt er, want er is een meerderheid — zou ik het ook graag om 16.00 uur gepland hebben.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik steun het verzoek om het debat vandaag te voeren zeker, maar mag het om 16.30 uur, zodat het VAO Arbeidsmarktbeleid nog wel kan doorgaan? Dat heeft ook urgentie. Misschien hebben we er een kwartier voor nodig; ik zou graag willen dat het VAO nog doorgang kan vinden. Wat mij betreft beginnen we om 15.45 uur met het VAO, als dat lukt en de minister er is.

De voorzitter:

Mevrouw Mei Li Vos, er is een meerderheid voor uw verzoek, maar het is ontzettend lastig om nu in de agenda te schuiven. Een meerderheid heeft besloten om het debat op een ander tijdstip te voeren, maar ik vind dit voor onze planning — ook omdat mensen van buiten rekening houden met debatten — eigenlijk niet helemaal kunnen. Het is toch ook mogelijk om met spoed een algemeen overleg te houden en dat vervolgens hier plenair af te ronden? Dat is ook een mogelijkheid en dan hoeven we niet met allerlei dingen te schuiven.

De heer Verhoeven (D66):

Ik vind het niet nodig om hierover een debat te houden, want we hebben volgende week donderdag een AO Post. Maar goed, als er mensen zijn die haast hebben en als u zegt dat het niet in de plenaire zaal kan, laten we hier dan morgen een spoed-AO over houden. Ik wil daar ook aan meewerken en wat mij betreft kan dat ook in één uur tijd. Het is volgens mij heel overzichtelijk, dus we kunnen het snel afhandelen. Laten we morgenochtend een spoed-AO van één uur houden. Ik kom daarvoor graag een uurtje eerder naar Den Haag.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Dat mag wel in de krant! Nee hoor, ik maak maar een grapje. Ik pleit er toch voor om dat debat hier vanmiddag plenair te houden, zodat we hierover ook moties kunnen indienen. Ik heb van een heel aantal woordvoerders van Sociale Zaken begrepen dat zij er geen bezwaar tegen hebben als de debatten gewisseld worden. Even voor de goede orde: als de minister van Economische Zaken niet zo flauw was geweest en ons netjes voor de begrotingsbehandeling had geïnformeerd over de stukken die daarover gingen, namelijk de wet die er moet komen om een beschermingsconstructie op te richten voor onder andere kritieke infrastructuurbedrijven, hadden we natuurlijk de kans gehad om dit tijdens de begrotingsbehandeling met hem te bespreken. Maar hij heeft dat niet gedaan en dan krijg je dit soort zaken die dan alsnog met grote spoed besproken moeten worden.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Dit soort zaken, een overname van zo'n belangrijke infrastructuur door een buitenlandse partij, komt niet heel vaak voor. We hebben voor het laatst over zoiets gesproken in 2013. We hadden het toen over KPN. Er is ons toen al wetgeving beloofd, maar die is er nog niet en daarom staan we hier nu weer met elkaar. Ik vind het een heel belangrijk debat en ik zou het dan ook graag plenair willen voeren. Dat verdient het ook. Maar als het VAO nu eerst doorgang moet vinden, kan ik mij voorstellen dat we dat gewoon laten staan. Laten we daarna hierover in debat gaan met minister Kamp.

Mevrouw Tanamal (PvdA):

De PvdA heeft er geen bezwaar tegen als het or-debat van vanmiddag wordt opgeschoven.

De voorzitter:

U bedoelt het debat over de Wet op de ondernemingsraden. Ik kan u allemaal wel weer het woord geven, maar volgens mij is het duidelijk dat een meerderheid dit debat zo snel mogelijk gepland wil hebben. Dat betekent dat wij weer gaan schuiven met andere debatten.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik denk dat het debat over de Wet op de ondernemingsraden niet de hoogste urgentie heeft. Voor mijn partij is het ook een mogelijkheid om op dat moment het debat over de post te voeren.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Voor vanavond staat de behandeling van het Belastingplan gepland. Dat lijkt mij toch ook redelijk belangrijk, want dat gaat over nog veel meer miljardjes dan de KLM. Als dat debat vanavond later start dan 19.30 uur, wil ik een hoofdelijke stemming over het uitstel van het debat over het Belastingplan.

De voorzitter:

Dat klinkt als een dreigement.

De heer Omtzigt (CDA):

We hebben over het Belastingplan al twee WGO's gehad en de regering heeft twee wetten ingetrokken. Er is daardoor wat extra tijd ontstaan, aangezien de monumenten- en scholingsaftrek nu niet behandeld hoeven worden. Als het debat dus een halfuur later start, kan dat prima.

De heer De Graaf (PVV):

De PVV heeft geen bezwaar tegen het uitstellen van het debat over de Wet op de ondernemingsraden.

De voorzitter:

Goed, dan ga ik daarmee rekening houden in de planning. Mevrouw Vos, u hebt toch ook nog iets gezegd over stemmingen?

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

De stemmingen kunnen in principe op donderdag plaatsvinden, maar het is van belang dat we vandaag dat signaal afgeven aan de minister.

De voorzitter:

Goed, dank u wel. Ik geef nu het woord aan de heer Monasch.

De heer Monasch (Monasch):

Voorzitter. Afgelopen week werden wij opgeschrikt — of misschien werden we ook wel niet opgeschrikt — door een uitspraak van Eurocommissaris Timmermans, die namens Nederland in de Europese Commissie zit. Hij zei dat hij burgers niet langer als kinderen wil behandelen, maar ze nu serieus wil gaan nemen. Dat is op zichzelf niet verbazingwekkend voor iemand die de uitslag van het referendum over het Europees Verdrag in 2005, waarvan de Nederlandse bevolking zei: dat willen wij niet …

De voorzitter:

U wilt een debat?

De heer Monasch (Monasch):

… opzij heeft geschoven. Ik wil hierover graag een brief van het kabinet en een debat. Ik wil dat het kabinet in die brief oordeelt of het, in het licht van deze uitspraak, wel verstandig was om hem te benoemen als Nederlandse Eurocommissaris. Ik hoor daarnaast graag of het kabinet bereid is om alles in het werk te stellen om op zoek te gaan naar een vervanger die burgers vanaf het begin serieus neemt.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Steun voor het voorstel.

De heer Omtzigt (CDA):

Het staat een lid van de Kamer, dat een paar jaar geleden de kandidatuur van de heer Timmermans overigens van harte steunde, vrij om deze vragen te stellen. Ik ben zeer benieuwd naar de antwoorden, maar op dit moment hebben we geen behoefte aan een debat, mede omdat er geen directe ontslagrelatie bestaat tussen de Nederlandse regering en de Europese Commissie als een Eurocommissaris eenmaal benoemd is. Dat is misschien wel wenselijk, maar de minister-president kan hem niet ontslaan.

De heer Bisschop (SGP):

Dit waren inderdaad onthullende uitlatingen die de wereld in gezonden werden. Ik zou een schriftelijke appreciatie van het kabinet op prijs stellen. Dan kunnen we daarna altijd nog zien of het zinnig is om een debat te voeren.

Mevrouw Maij (PvdA):

De heer Monasch kan natuurlijk altijd vragen stellen, ook schriftelijk. Dat is het goed recht van ieder Kamerlid. Misschien weet de heer Monasch het nog niet, maar in de komende weken hebben we binnen de commissie voor Europese Zaken een overleg over de Raad Algemene Zaken en een debat over de top. Daar kan hij dit allemaal aansnijden. Ik steun het verzoek om een apart debat dus niet.

De heer Segers (ChristenUnie):

Het is prima als we hierover een brief krijgen. Ik heb geen behoefte aan een speciaal debat.

De heer Verhoeven (D66):

Ik steun het verzoek om een brief, maar niet het verzoek om een debat.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ook ik steun het verzoek om een brief, maar niet het verzoek om een debat.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Hoewel ik verwacht dat de brief veel woorden en weinig inhoud zal bevatten, ben ik toch benieuwd naar de kabinetsappreciatie van deze uitspraken.

De voorzitter:

U steunt het verzoek om een debat niet, maar wilt wel een brief. Mijnheer Omtzigt, u bent al aan het woord geweest.

De heer Omtzigt (CDA):

Ja, dat klopt. Ik vond de suggestie van mevrouw Maij heel goed. Het zou fijn zijn als de brief er maandag is, zodat die bij het debat van volgende week betrokken kan worden.

De voorzitter:

Mijnheer Monasch, u hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat, maar wel voor een brief. Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Kuzu.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Voorzitter. Afgelopen zaterdag was Nederland in de ban van de komst van Sinterklaas. Aan het einde van de dag waren we onthutst over de berichten: 200 antizwartepietdemonstranten zijn op hardhandige wijze opgepakt, er is sprake van een onduidelijk vervaardigd noodbevel in Rotterdam en er zijn stuitende Twitterberichten van de parate eenheid in Rotterdam.

De voorzitter:

U wilt een debat.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Al met al zijn dit genoeg ingrediënten om de minister van Veiligheid en Justitie stevig aan de tand te voelen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

GroenLinks steunt de vrijheid van meningsuiting. Het recht op demonstratie vindt mijn fractie belangrijk, maar wellicht is er een mogelijkheid om dit onderwerp eerder aan te snijden, bijvoorbeeld bij de behandeling van de begroting van Veiligheid en Justitie.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik heb zeker ook behoefte aan een reactie van het kabinet omdat de vrijheid van demonstratie wel degelijk in het geding lijkt; dat lijkt trouwens al langer het geval te zijn. Of het een apart debat moet worden, weet ik nu nog niet, maar ik wil wel zeker een kabinetsreactie.

De heer Van Nispen (SP):

Mensen moeten kunnen demonstreren — dat belangrijke recht hebben ze — maar aan die demonstratie kunnen ook voorwaarden worden verbonden. Ik zou graag een brief willen van het kabinet, waarin het ingaat op de vraag of het belangrijke recht op vrijheid van demonstratie en vrijheid van meningsuiting in dit geval voldoende is gewaarborgd, of dat er te snel naar een noodbevel is gegrepen, zoals hoogleraren in Trouw hebben geopperd. De tweede vraag is of er sprake is geweest van disproportioneel geweld bij de arrestaties. Die vragen zou ik graag beantwoord zien in de brief. Daarna kunnen we dan verder zien.

De heer Bisschop (SGP):

Ik oriënteer me wat breder dan de site www.joop.nl en heb de stellige indruk dat de burgemeester van Rotterdam veel lof en waardering verdient voor de adequate wijze waarop hij een dreigende escalatie heeft voorkomen. Dit lijkt mij een uitstekend punt om bij de behandeling van de begroting van Veiligheid en Justitie aan de orde te stellen. Wat mij betreft is er geen verdere rompslomp nodig.

De heer Recourt (PvdA):

Het is in eerste instantie een lokaal probleem. De PvdA heeft het in Rotterdam al aan de orde gesteld. Daarom steun ik het verzoek om een debat niet. Ik hoorde de heer Van Nispen om een brief vragen. Dat verzoek steun ik wel.

Mevrouw Swinkels (D66):

Ik ben het eens met de vorige spreker. Het lijkt mij niet nodig om hier een apart debat over te voeren, maar ik wil wel graag een schriftelijke reactie van het kabinet.

De heer Segers (ChristenUnie):

Die schriftelijke reactie kunnen we bij de begrotingsbehandeling betrekken. Ik ben dus geen voorstander van een apart debat.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Ook mijn partij steunt het verzoek om een apart debat niet. Op 7 december wordt het AO Politie gehouden. Daarin kan dit onderwerp ook worden besproken.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Daar sluit ik mij graag bij aan. Ik steun het verzoek om een debat niet.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Het zou goed zijn als we die brief dan in ieder geval voor de behandeling van de begroting van Veiligheid en Justitie ontvangen. Ik heb al schriftelijke vragen klaarliggen. Ik zal er een laatste vraag aan toevoegen, namelijk de vraag of dat gaat gebeuren voor de begrotingsbehandeling.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Gesthuizen namens de SP.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. De situatie bij het Europees Octrooibureau loopt steeds erger uit de hand. Er is een social audit uitgevoerd door het EOB. Die zou volgens de staatssecretaris van Economische Zaken op 11 oktober verschijnen. Hij zou dan spoedig een appreciatie van die social audit geven, maar we hebben die appreciatie nog steeds niet ontvangen. Nu vorige week ook de secretaris van de vakbond zomaar ontslagen is bij het EOB, wil ik toch vragen aan de collega's om op korte termijn in een debat hierover met de staatssecretaris van gedachten te wisselen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik steun het verzoek. Wij maken ons grote zorgen over het Europees Octrooibureau. Niet alleen verlenen zij patent op planten en dieren terwijl democratische organen daar nee tegen zeggen. Zij genieten ook juridische immuniteit waardoor het volgens het kabinet niet mogelijk is om in te grijpen. Ik zou graag voorafgaand aan het debat een brief willen waarin het kabinet duidelijk maakt hoe dit instituut wel onder democratische controle kan worden gebracht.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

GroenLinks steunt het verzoek om een debat.

De heer Bisschop (SGP):

Uit aanhoudende berichten blijkt dat hierbij vermoedelijk iets grondig fout is. Ik steun dus van harte het verzoek om een brief en het verzoek om aansluitend daaraan een debat te houden.

De heer Kerstens (PvdA):

Een dikke maand geleden heb ik 350 moedige mensen van het Europees Octrooibureau mogen toespreken. Zij zijn de straat opgegaan om aandacht te vragen voor het schrikbewind — die term gebruik ik — dat daar heerst. Ik heb toegezegd dat ik alles zal doen om hen te helpen. Het steunen van het verzoek van mevrouw Gesthuizen om een debat hoort daar wat mij betreft bij.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Deze kwestie sleept al zo lang. Het is zo belangrijk dat daar een oplossing voor wordt gevonden. Ik steun de brief en de vragen die collega's hierover hebben gesteld. Ik steun zeker ook het debat.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik steun de brief en het debat. Het kan toch niet waar zijn dat dit in Nederland gebeurt op dit moment?

De heer Van Veen (VVD):

Ik heb al geteld. Steun voor een brief is op dit moment voldoende.

Mevrouw Swinkels (D66):

Steun voor het debat.

De voorzitter:

U hebt een meerderheid, mevrouw Gesthuizen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Dat klopt. Als het sneller afgehandeld kan worden in de commissie, dan zullen we het verzoek intrekken.

De voorzitter:

Graag. Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Dik-Faber.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Er schijnt een rapport te zijn van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland waarin staat dat honderden windmolens worden afgebroken vanwege het aflopen van de subsidieperiode en de lage stroomprijzen. In het energieakkoord hebben we afgesproken dat er 6.000 MW op land wordt gerealiseerd, maar als zo veel windmolens worden afgebroken, halen we dat natuurlijk niet. Daarmee komen ook de klimaatdoelen in de knel. Ik wil heel graag een brief van het kabinet met in ieder geval een antwoord op de vraag of het aanvullende afspraken gaat maken met de provincies en de windbranche. Ik wil ook een debat aanvragen. Ik ken de plenaire agenda, dus ik kan er ook mee leven als het wordt samengevoegd met bijvoorbeeld het debat over het energieakkoord dat al is gepland.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik ben blij met deze laatste toevoeging, want we gaan het er waarschijnlijk begin volgend jaar al over hebben. Een brief zou daar dus heel goed bij passen. Het CDA steunt het verzoek om een brief, maar niet het verzoek om een apart debat.

De heer Van Dekken (PvdA):

Ik steun het verzoek om een brief. Als het op de agenda kan van een algemeen overleg, dan is dat heel wenselijk. Ik steun dus ook het verzoek om een debat.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Het is een belangrijk onderwerp. Ik steun het verzoek om een brief. Het lijkt mij dat het zou moeten kunnen passen bij een van de twee grote energiedebatten waar de commissie toe heeft besloten. Ik vind het een te groot onderwerp om alleen in een AO te bespreken. Het verdient echt wel een plenaire behandeling.

Mevrouw Klever (PVV):

Als windmolens na vijftien jaar subsidie nog niet rendabel kunnen zijn, kun je ze inderdaad maar beter afbreken. Wat de PVV betreft geen steun voor een brief en geen steun voor een debat.

De heer Bisschop (SGP):

Dit soort praktijken verdient grondige politieke aandacht. Het druist in tegen de doelstellingen. Ik ben het van harte eens met de brief. Het lijkt mij goed om dat te combineren met een debat rondom energie.

De heer Smaling (SP):

Een brief en graag samenvoegen met het debat dat al gepland is.

De heer Verhoeven (D66):

Ook een brief en samenvoegen.

De voorzitter:

Mevrouw Dik-Faber, er is geen meerderheid, maar wel steun voor het vragen van een brief.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik hoop wel dat er een meerderheid ontstaat — ik kijk even de zaal in — voor het samenvoegen met een ander debat. Dit onderwerp is te belangrijk om in een algemeen overleg aan de orde te stellen.

De voorzitter:

Volgens mij is een meerderheid voorstander van het betrekken van deze kwestie bij een debat dat al op de lijst staat. Het is niet zo dat een en ander wordt samengevoegd, want er is geen meerderheid voor uw aparte verzoek.

De heer Bosman (VVD):

Wij zijn al bezig met het bij elkaar voegen van een aantal debatten. Wat we gaan doen, is die brief betrekken bij het plenaire debat. Zo lossen wij het op. Dat wordt keurig geregeld. Deze week komt er nog een voorstel.

De voorzitter:

Helder.

Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Van Toorenburg namens het CDA.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. 80% van het vandalisme wordt niet meer gemeld bij de politie. Het heeft helemaal geen zin meer, denken onze burgers. Dat is een directe ondermijning van de rechtsstaat. Ik denk dat het belangrijk is om daar zo spoedig mogelijk een debat over te hebben.

Mevrouw Helder (PVV):

Dit is gebaseerd op een rapport van het CBS. Dat komt na een rapport waar de PVV al twee jaar om heeft gevraagd en dat wij eindelijk hebben gekregen bij het AO Politie van 6 oktober. Toen is de kwestie al besproken. Ik heb dus geen behoefte aan een apart debat, maar ik zal dit bij het volgende AO politie zeker weer aan de orde stellen.

Mevrouw Swinkels (D66):

Geen steun voor het debat. Wat mij betreft kan het ook al aanstaande donderdag bij het AO strafrechtelijke onderwerpen.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Geen steun voor een debat.

De heer Bisschop (SGP):

Dit verschijnsel doet zich al heel lang voor. Ik kan me voorstellen dat het kabinet met een reactie op dit bericht komt en dat dat vervolgens bij een overleg of een debat wordt gevoegd.

De heer Segers (ChristenUnie):

Dat lijkt mij een goede lijn. Gewoon een schriftelijke reactie en die dan betrekken bij een eerstkomend debat.

De heer Van Nispen (SP):

Ik zou ook graag een brief van de minister willen. Misschien kunnen we die dan betrekken bij de begrotingsbehandeling. Daar is de kwestie belangrijk genoeg voor.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Steun voor een brief. Ik vond het voorstel van D66 een goede optie.

De heer Recourt (PvdA):

Geen steun voor een debat, wel steun om dit snel in een algemeen overleg aan de orde te stellen.

De voorzitter:

Mevrouw Van Toorenburg, u hebt geen meerderheid voor het houden van een debat.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Gelukkig zijn er nog veel gelegenheden om dit aan de orde te stellen.

De voorzitter:

Zo is dat.

Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Nispen namens de SP.

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Vorige week kregen wij een soort van dreigbrief van de ministers van Veiligheid en Justitie en van Binnenlandse Zaken, waarin het dreigement werd geuit dat, als de Kamer voor bepaalde amendementen zou stemmen, het wetsvoorstel Wet organisatie hoogste bestuursrechtspraak weleens zou kunnen worden ingetrokken. Daarmee is een gekke situatie ontstaan, omdat de regering dreigt de wens van de meerderheid van de Kamer niet uit te voeren. We hebben een week gewacht, maar ik heb in de tussentijd geen brief gezien, dus ook geen intrekkingsbrief van die wet. Het geduld van de SP is in ieder geval op. Ik wil daarom een debat met de ministers van Veiligheid en Justitie en van Binnenlandse Zaken over de ontstane situatie en over hoe nu verder met het wetsvoorstel Wet organisatie hoogste bestuursrechtspraak. Wat deze wet betreft wil ik in ieder geval geen onomkeerbare stappen, dus ook geen intrekkingsbrief.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Volledige steun voor deze terechte debataanvraag. Dit is heel erg merkwaardig. Ik heb het een keer eerder meegemaakt, namelijk toen bij de Mijnbouwwet amendementen en moties van de meerderheid van de Kamer werden genegeerd. Dat kan gewoon niet. We moeten heel snel opheldering hebben, dus steun voor het verzoek om een debat.

Mevrouw Swinkels (D66):

Steun voor het debat, want zoals ik de vorige keer al zei: de rechtspositie van nogal wat mensen hangt hiervan af. Zij moeten duidelijkheid krijgen.

De heer Bisschop (SGP):

Het lijkt mij goed als het kabinet op korte termijn met een schriftelijke reactie komt op de uitslag van de stemming over de amendementen en daarbij aangeeft hoe het zich het vervolgtraject voorstelt. Dan kan de Kamer altijd nog via een procedurevergadering besluiten om eigenstandig stappen te ondernemen. Ik zou op dit moment niet apart een debat willen inplannen.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Er ontstaat zo een heel rare situatie; een soort vacuüm waarin we terechtkomen. Het gaat over onze hoogste rechtscolleges, dus dit kan op deze manier niet. Daarom steun ik het voorstel van de heer Van Nispen van harte.

De heer Taverne (VVD):

Ik vond dat de heer Bisschop wijze woorden sprak. Wij wachten inderdaad nog steeds op een schriftelijke reactie. Laten wij die eerst afwachten. Het kabinet maakt uiteindelijk een eigen afweging. Die zie ik dan graag op schrift. Geen steun dus voor het verzoek om een debat.

De heer Segers (ChristenUnie):

Sowieso steun voor een schriftelijke reactie, maar het lijkt mij ook heel goed om hier in alle openheid over te spreken, want dit vraagt wel een weging van het al dan niet in stemming brengen. Het lijkt mij goed om daar openlijk over te debatteren.

De heer Recourt (PvdA):

Het verzoek om een schriftelijke reactie kan ik steunen. Als die niet tijdig komt, kunnen we overigens gewoon over het wetsvoorstel gaan stemmen, maar dat laat ik nu nog even in het midden. Ik laat ook nog even in het midden of wij daar een debat over moeten voeren. Dat hangt af van het antwoord in die schriftelijke reactie.

De voorzitter:

Mijnheer De Graaf.

De heer De Graaf (PVV):

Volgens mij was mijn buurvrouw eerder.

De voorzitter:

Ja, maar mevrouw Keijzer is net geweest. Bent u wat vergeten, mevrouw Keijzer?

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik vind de ontwijkende actie van de coalitie interessant. Ik wil die schriftelijke reactie dan wel graag uiterlijk binnen een dag of twee ontvangen.

De heer De Graaf (PVV):

Wat ons betreft ook eerst een schriftelijke reactie. Daarna zien wij verder.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Van Nispen (SP):

Er is dus steun voor een schriftelijke reactie. Ik ben het ermee eens dat wij daaraan een termijn verbinden. Dat steun ik dus van harte. Ik vind het wel belangrijk om te zeggen dat die schriftelijke reactie niet mag leiden tot onomkeerbare stappen. Dat moet hier wel worden benadrukt. Daarmee heb ik denk ik even genoeg gezegd.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik maak toch even een punt van orde. Mag ik ervan uitgaan dat de VVD en de PvdA wel steunen dat wij binnen anderhalve dag of zo die reactie krijgen? Ik vind wel dat dit een onderwerp is waarbij het van belang is dat wij er duidelijkheid over krijgen. Wij hebben gestemd over de amendementen. Op verzoek van de regering is besloten om niet over het wetsvoorstel te stemmen. Wij kunnen dit toch niet met elkaar gewoon laten voortgaan? Is daarvoor steun bij de PvdA en de VVD?

De heer Recourt (PvdA):

Ik vind anderhalve dag heel snel, maar binnen een week moet zeker kunnen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Het is intrekken of in stemming brengen. Zo ingewikkeld is het niet. Ik vind dat anderhalf à twee dagen moet kunnen. Het hoeft geen lange brief te worden.

De voorzitter:

De Kamer gaat over de stemmingen.

De heer De Graaf (PVV):

Anderhalve dag is meer dan genoeg.

Mevrouw Swinkels (D66):

Daar heb ik niets aan toe te voegen.

De heer Taverne (VVD):

Het is een heel belangrijk voorstel, dus binnen een week.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De vergadering wordt van 15.50 uur tot 16.00 uur geschorst.

Voorzitter: Elias

Naar boven