Gemeenteblad van Borne
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Borne | Gemeenteblad 2022, 472084 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Borne | Gemeenteblad 2022, 472084 | beleidsregel |
De burgemeester van de gemeente Borne
in overeenstemming met de in het lokale driehoeksoverleg en Basisteam Midden Twente overeengekomen afspraken ten aanzien van drugshandel in woningen en lokalen en de daarbij behorende erven,
vast te stellen de volgende beleidsregels voor het toepassen van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet, onder de naam:
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze beleidsregels wordt verstaan onder;
recidive: als na een eerste overtreding in dezelfde woning of op het daarbij behorende erf of in hetzelfde lokaal of op het daarbij behorende erf een tweede overtreding van de Opiumwet plaatsvindt. Van recidive is tevens sprake indien dezelfde eigenaar, verhuurder, huurder, bewoner of gebruiker van een woning of lokaal reeds eerder in een andere woning of lokaal de Opiumwet heeft overtreden;
Met betrekking tot de omschrijving van het “verkopen, afleveren, treffen van voorbereidingshandelingen, verstrekken dan wel daartoe aanwezig hebben” van harddrugs en softdrugs, wordt aansluiting gezocht bij het gestelde daartoe in de Aanwijzing Opiumwet. Concreet betekent dit dat er sprake is van een overtreding in de zin van dit beleid bij een aangetroffen hoeveelheid zoals die in de Aanwijzing Opiumwet is vastgelegd. De Aanwijzing Opiumwet is als bijlage bij dit beleid gevoegd.
Artikel 3 Reacties op drugshandel of het voorbereiden of bevorderen daarvan in woningen (het voorhanden hebben van een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3, of artikel 11a van de Opiumwet;)
De burgemeester reageert op de hierna vermelde wijze op handel in drugs/treffen van voorbereidingshandelingen in woningen:
Indien afwijking van het hiervoor gestelde wordt een huurwoning, huurwoonwagen of daarbij behorend bijgebouw of andere onroerende of roerende zaak niet eerder gesloten, dan nadat de verhuurder er op is gewezen, dat de huurovereenkomst civielrechtelijk kan worden ontbonden en de verhuurder hieraan geen gevolg heeft gegeven.
Artikel 4 reacties op drugshandel of het voorbereiden of bevorderen daarvan in lokalen (het voorhanden hebben van een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3, of artikel 11a van de Opiumwet;)
De burgemeester reageert op de hierna vermelde wijze op handel in drugs/treffen van voorbereidingshandeling in lokalen:
HOOFDSTUK 4 HANDHAVINGSMATRIXEN
Om de bevoegdheid van de burgemeester op grond van artikel 13b van de Opiumwet adequaat, proportioneel en subsidiair toe te passen is het van belang dat de handhavingsstappen die genomen worden, zijn vastgelegd in beleid. De onder A. en B. (1 t/m 3) genoemde, getrapte, sanctionering wordt toegepast.
De op te leggen maatregel is bedoeld als herstelmaatregel. De zwaarte van de maatregel sluit aan op de ernst van de overtreding. Dat betekent bijvoorbeeld dat bij herhaling van een overtreding de sluitingstijd langer is, omdat de bekendheid van het verkooppunt of de locatie groter zal zijn en de maatregel kennelijk niet voldoende is geweest om herhaling van de overtreding te voorkomen of herstel van de oude situatie te bewerkstelligen. Ten aanzien van (aan) harddrugs (gerelateerde strafbare voorbereidingshandelingen) geldt een zwaardere maatregel dan ten aanzien van (aan) softdrugs (gerelateerde strafbare voorbereidingshandelingen).
Indien gedurende drie jaar na de eerste of tweede overtreding geen nieuwe constatering plaatsvindt, zal de zaak als afgedaan worden beschouwd9. Een latere constatering op dezelfde locatie zal dan gelden als een eerste constatering.
A. aangetroffen handelshoeveelheid drugs (artikel 13b, eerste lid onder a, Opiumwet) en/ of een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 13b, eerste lid onder b, Opiumwet in een bewoonde woning of op een daarbij behorend erf.
A1 De hoogte van de last wordt bepaald door het aantal aangetroffen hennepplanten:
A2 De hoogte van de last wordt bepaald door het aantal aangetroffen grammen softdrugs:
Bovengenoemde bedragen zijn ontleend aan het rapport BOOM (ECLI:NL:RBLIM:2021:5569)
B. aangetroffen handelshoeveelheid drugs (artikel 13b, eerste lid onder a, Opiumwet) en/ of een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 13b, eerste lid onder b, Opiumwet in een lokaal (onder andere bedrijfsruimte en onbewoonde woning) of op een daarbij behorend erf.
HOOFDSTUK 5 OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 5 Beoordeling om tot sluiting te gaan bij woningen en lokalen en/of daarbij behorende erven
Bij de beoordeling om tot sluiting over te gaan bij woningen en lokalen en/of daarbij behorende erven worden in ieder geval de volgende omstandigheden betrokken:
Op 1 november 2007 is het gewijzigde artikel 13b Opiumwet in werking getreden waarbij de burgemeester bevoegd is bestuursrechtelijk op te treden indien in woningen of lokalen dan wel in of bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. Het toepassingsbereik van dit artikel is daarmee uitgebreid tot ook de niet voor het publiek toegankelijke lokalen en woningen (voorheen slechts op voor publiek toegankelijke lokalen). Met ingang van 1 januari 2019 is de burgemeester tevens bevoegd handhavend op te treden wanneer er sprake is van handelingen ter voorbereiding of bevordering van drugshandel (voorbereidingshandelingen). Met deze bevoegdheid kan anders dan voorheen, ook worden opgetreden wanneer bijvoorbeeld een hennepkwekerij of drugslab wordt aangetroffen maar geen middelen als bedoeld in lijst I of II. Op welke wijze en wanneer de burgemeester zijn discretionaire bevoegdheid op grond van artikel 13b Opiumwet zal inzetten is vastgelegd in het Damoclesbeleid.
In het navolgende wordt artikelsgewijs een toelichting gegeven.
Bij de definities is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de wettekst van artikel 13b Opiumwet.
Bij de beoordeling of sprake is van een overtreding van de Opiumwet wordt aansluiting gezocht bij hetgeen uit jurisprudentie blijkt en de gedoogcriteria die in de Aanwijzing Opiumwet van het Openbaar Ministerie zijn vastgelegd.
In de bijlage is een specificatie opgenomen wat er bedoeld wordt met handelshoeveelheid drugs (alles onder deze hoeveelheden wordt aangemerkt als zijnde een gebruikershoeveelheid).Die hoeveelheden zijn overgenomen uit de Aanwijzing Opiumwet, daaronder wordt het volgende verstaan:
Naast het feitelijk constateren van een handelshoeveelheid in een woning/lokaal, kan drugshandel ook blijken uit andere feiten of omstandigheden zoals voorbereidingshandelingen, dus als er geen drugs worden aangetroffen (noch verkocht, afgeleverd of verstrekt),terwijl er wel voorwerpen of stoffen aanwezig zijn die duidelijk bestemd zijn voor het telen of bereiden van drugs, zoals bepaalde apparatuur (drugslaboratorium, cocaïnewasserij), chemicaliën (APAAN, zoutzuur) en versnijdingsmiddelen. Onder het begrip verkoop valt het totaal aan handelingen dat rechtstreeks tot de overdracht van het verkochte leidt.
Onderscheid tussen harddrugs en softdrugs
Wat betreft de bestuursrechtelijke aanpak wordt onderscheid gemaakt tussen de aanpak van gevallen waarin softdrugs dan wel harddrugs zijn betrokken. Aan activiteiten die te maken hebben met harddrugs zijn maatschappelijk gezien grotere volksgezondheidsrisico’s verbonden en kunnen een grotere negatieve invloed hebben op het woon- en leefklimaat dan softdrugs. Bij overtredingen van lijst I (harddrugs) worden langere sluitingstijden ook noodzakelijk geacht om een einde aan de overtredingen te maken, dan wel herhalingen te voorkomen, omdat de handel meestal plaatsvindt in een harder crimineler milieu. Een langere sluitingstermijn is noodzakelijk om de situatie te normaliseren.
Artikel 3 reacties op drugshandel in woningen
Bij overtreding van artikel 13b van de Opiumwet zal de burgemeester zijn bevoegdheid, om bestuursrechtelijk hiertegen op te treden, bij woningen als volgt inzetten (onderscheid wordt daarbij gemaakt tussen een huur- en eigen woning):
De burgemeester zal slechts tot sluiting van een huurwoning overgaan nadat de verhuurder er op is gewezen dat de huurovereenkomst civielrechtelijk kan worden ontbonden en hieraan geen gevolg is gegeven. Dit geldt voor zowel geconstateerde harddrugshandel als softdrugshandel in een woning.
Bij een eigen woning kan al bij geconstateerde activiteiten op het gebied van harddrugshandel zonder waarschuwing tot sluiting worden overgegaan. Ook bij geconstateerde activiteiten op het gebied van softdrugshandel zal de overtreder bij een eerste overtreding al de woning moeten verlaten.
Indien een woning wordt gesloten op grond van artikel 13b Opiumwet waarbij niet alleen de overtreder de woning zal moeten verlaten, kan de gemeente voor de niet-overtreders bemiddelen bij het vinden van vervangende woonruimte.
Indien blijkt dat er sprake is van een hennepkwekerij in een huurwoning, huurwoonwagen, of daarbij behorend bijgebouw of andere onroerende of roerende zaken, dan gaat de betreffende woningcorporatie in principe over tot het opstarten van een procedure tot ontbinding van de huurovereenkomst met de huurder van de woning, respectievelijk met de huurder van de woonwagen en/of ontruiming van de woning of woonwagen, zo nodig inclusief verhaal van schade. Word de huurovereenkomst niet ontbonden dan zal alsnog de burgemeester haar bevoegdheid conform het Damoclesbeleid uit kunnen voeren.
Indien het betreffende pand wordt verhuurd door een woningcorporatie, maakt de burgemeester gebruik van zijn bevoegdheid bij voorkeur na overleg met de woningcorporatie. Indiende burgemeester tot sluiting overgaat, zal de verhuurder in beginsel de huurovereenkomst op de voet van artikel 7:231 lid 2 BW buitengerechtelijk ontbinden.
Artikel 4 reacties op drugshandel in lokalen
Indien de overtreder een andere is dan de eigenaar/uitbater/exploitant/huurder zal de burgemeester slechts overgaan tot sluiting van het lokaal nadat de eigenaar/uitbater/exploitant/huurder er schriftelijk op is gewezen dat in zijn of haar lokaal sprake is van overtreding van de Opiumwet. Bij een eerste constatering van drugshandel kan de burgemeester tot sluiting van het lokaal overgaan.
Indien de eigenaar/uitbater/exploitant/huurder zelf als overtreder kan worden aangemerkt dan zal de burgemeester onmiddellijk tot sluiting overgaan.
Artikel 5 - 6 Beoordeling/verzwarende omstandigheden in woningen en lokalen en/of daarbij behorende erven
Beoordeling om tot sluiting te gaan bij woningen en lokalen en/of daarbij behorende erven
Bij de beoordeling om tot sluiting over te gaan wordt in ieder geval volgende omstandigheden betrokken:
Er is sprake van toeloop van leveranciers en kopers van drugs naar het pand of er vinden voorbereidingshandelingen plaats, waardoor overlast voor andere bewoners in de nabije omgeving van het pand wordt veroorzaakt. Het pand staat bekend als drugspand en tast het woon- en leefklimaat in de omgeving aan.
De woning of het lokaal waarin de drugs zijn aangetroffen of voorbereidingshandelingen hebben plaatsgevonden is gelegen in een straat of buurt waar meerdere drugspanden zijn, waar actuele druggerelateerde activiteiten zijn geconstateerd of waar een link met het criminele circuit is. Een zichtbare sluiting van de woning heeft in dat geval een te onderscheiden functie ter voorkoming van verdere overtredingen, namelijk het signaal aan bij het pand betrokken drugscriminelen en buurtbewoners dat de overheid optreedt tegen drugscriminaliteit in dat pand.
Bij de afweging om tot sluiting over te gaan wordt ook de mate van verwijtbaarheid bij de rechthebbende op de woning of het lokaal (de eigenaar/verhuurder) betrokken. Daarbij wordt beoordeeld of hij zelf de overtreder is, dan wel of hem verwijt kan worden gemaakt van het niet beëindigen en voorkomen van de overtreding.
Verzwarende omstandigheden in woningen en lokalen en/of daarbij behorende erven
Bij een overtreding van artikel 13b van de Opiumwet kan sprake zijn van verzwarende omstandigheden waardoor een langere sluitingstermijn wordt gehanteerd. In dat geval wordt een sluitingstermijn gehanteerd voor een dan te bepalen periode. Deze verzwarende omstandigheden gelden ook bij voorbereidingshandelingen.
Feiten en omstandigheden, die aangemerkt worden als verzwarende omstandigheden, zoals hiervoor bedoeld, zijn in ieder geval;
Voorbereiding van het besluit tot bestuursdwang
Ter voorbereiding van een besluit tot het opleggen van een last onder bestuursdwang, wordt het voornemen bekend gemaakt waartegen zienswijzen, hetzij schriftelijk, hetzij mondeling, kunnen worden ingediend (artikel4:8 en 4:9 Awb). Hiervan wordt afgezien indien de vereiste spoed zich daartegen verzet (artikel 4:11, onder a Awb).
De last onder bestuursdwang inhoudende de sluiting, wordt bekend gemaakt aan diegene die bevoegd is de last uit te voeren. De last houdt in dat het pand ontoegankelijk is en blijft gedurende de termijn van sluiting en dat een aankondiging van de sluiting duidelijk zichtbaar moet worden aangebracht op het betreffende pand. De last zal een concrete omschrijving inhouden van wat moet worden gesloten en gesloten moet worden gehouden en in voorkomend geval een nadere aanduiding van de betreffende ruimten dan wel de erven. Indien de overtreder geen gevolg geeft aan de last, zal de burgemeester tot feitelijke sluiting overgaan en zal de woning, het lokaal of gebouw ontoegankelijk worden gemaakt. Ook de eigenaar kan gedurende de sluiting niet over zijn eigendom beschikken ook al heeft de eigenaar zelf de overtreding van de Opiumwet niet begaan.
De APV Borne bevat in artikel 2:41 een verbodsstelsel m.b.t. het betreden van gebouwen die onder andere zijn gesloten op grond van artikel 13b van de Opiumwet.
In een last onder bestuursdwang moet, krachtens jurisprudentie, in de regel een begunstigingstermijn worden opgenomen. Begunstiging houdt in dat de overtreder de gelegenheid krijgt zelf aan het bevel te voldoen. Deze termijn moet zodanig zijn dat in redelijkheid de overtreder de gelegenheid heeft gevolg te geven aan het bevel.
De begunstigingstermijn wordt gesteld op 2 dagen of er wordt maatwerk toegepast. Alleen in het uitzonderlijke geval van onmiddellijk gevaar, zal gekozen worden voor toepassing van spoedeisende bestuursdwang. In dat geval wordt tot onmiddellijke sluiting overgegaan en wordt het bevel vervolgens schriftelijk bekend gemaakt aan de overtreder (artikel5:31 Awb).
In het besluit tot het opleggen van een last onder bestuursdwang zal tegelijk een aanzegging tot kostenverhaal plaatsvinden in geval het bestuursorgaan de last dientuit te voeren. Dit is het geval wanneer de last niet binnen de in het besluit aangegeven begunstigingstermijn geheel wordt uitgevoerd. De kosten van bestuursdwang worden op basis van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht op de overtreder(s) verhaald. De overtreder is in de regel de eigenaar. Ingeval het een huurder betreft op basis van een met de eigenaar gesloten huurovereenkomst, zal deze als overtreder worden aangemerkt, ook wanneer sprake is van zgn. onderverhuur waarbij de feitelijke huurder tevens als verhuurder van de onderhuurder optreedt. De verhuurder zal voor een aanzegging tot kostenverhaal van de sluiting in aanmerking komen wanneer de verhuurder redelijkerwijs bekend kan worden geacht met het gemeentelijk beleid.
Bekendmaking en registratie van het besluit
Het besluit zal aangetekend worden verzonden en uitgereikt aan de eigenaar en ingeval van verhuur zowel aan de huurder als de eigenaar. De sluiting van het pand zal door of vanwege de gemeente worden bekendgemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze. Op grond van de Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen Onroerende Zaken (WKPB) moet een bestuursorgaan dat publiekrechtelijke beperkingen mag opleggen (bijvoorbeeld een sluiting) hiervan een registratie (beperkingenregister) bijhouden. Daarnaast is het bestuursorgaan verplicht de gegevens over kadastrale objecten waarop een beperking rust te melden aan de zogenaamde Landelijke Voorziening. Dit betekent dat elk besluit dat op basis van artikel 13b Opiumwet wordt genomen centraal binnen de gemeente wordt geregistreerd waarna de melding aan de Landelijke Voorziening wordt verzorgd. Iedereen kan op deze wijze kennis nemen van eventueel van kracht zijnde of eerdere sluiting(en)van een pand of perceel.
Artikel 7 afwijkingsbevoegdheid
De bevoegdheid van de burgemeester om bij geconstateerde drugshandel of voorbereidingen ervan in woningen en lokalen en of de daarbij behorende erven bestuursrechtelijk op te treden betreft een discretionaire bevoegdheid. De burgemeester moet niet, maar kan optreden. Op welke wijze en wanneer de burgemeester zijn bevoegdheid zal inzetten is vastgelegd in het Damoclesbeleid. In beginsel sluit de zwaarte van de maatregel aan op de aard en de frequentie van de overtreding, teneinde te bereiken dat de overtreding ongedaan wordt gemaakt, dan wel herhaling wordt voorkomen. Bij herhaling van een overtreding is een langere sluitingstijd conform het bepaalde in de artikelen 3,4,5 en 6 van het beleid nodig om overtredingen te beëindigen, dan wel herhalingen van de overtredingen te voorkomen.
Inherent aan de bevoegdheid is de mogelijkheid verbonden om in een concreet geval te kunnen afwijken van het vastgestelde beleid. Dat zal de burgemeester doen bij bijzondere omstandigheden die vasthouden aan het beleid niet rechtvaardigen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-472084.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.