Stimuleringsregeling klimaatadaptatie Delfland 2019

 

Dijkgraaf en hoogheemraden van Delfland,

 

Gelet op artikel 1.3, eerste lid, Algemene subsidieverordening Delfland,

 

BESLUITEN

 

vast te stellen de volgende nadere regels:

 

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1 Doelstelling

  • 1.

    De toepassing van deze nadere regels is gericht op:

  • a.

    het stimuleren van een doelmatige verwerking van hemelwater;

  • b.

    het vergroten van de kennis van en het bewustzijn over de doelmatige verwerking van hemelwater;

  • c.

    het vergroten van de hoeveelheid water in stedelijk gebied, en

  • d.

    het vergroten van de hoeveelheid groen in stedelijk gebied.

  • 2.

    Onder doelmatige verwerking als bedoeld in het vorige lid, onder a, worden verstaan: het vasthouden van hemelwater in combinatie met het verminderen van afstroming naar werken bestemd voor het transport en de verwerking van stedelijk afvalwater alsook het verminderen van oppervlakkige afstroming naar oppervlaktewater, dan wel het nuttig toepassen ervan en het, al dan niet na zuivering, terugbrengen op of in de bodem.

  • 3.

    Onder stedelijk gebied als bedoeld in het eerste lid, onder c en d, wordt verstaan: een gebied met in overwegende mate aaneengesloten bebouwing en terreinverharding.

 

Artikel 2 Geografische bepaling

Een te stimuleren activiteit wordt uitgevoerd binnen het beheergebied van Delfland.

Artikel 3 Financiële bijdrage; bevoegdheid

  • 1.

    De stimulering geschiedt door middel van toekenning van een financiële bijdrage door dijkgraaf en hoogheemraden.

  • 2.

    Aan de toekenning van een financiële bijdrage kunnen voorschriften worden verbonden met het oog op de in artikel 1 genoemde doelstelling.

 

Artikel 4 Begunstigden

  • 1.

    Een financiële bijdrage kan worden toegekend aan natuurlijke personen en privaatrechtelijke rechtspersonen.

  • 2.

    Een financiële bijdrage kan voorts worden toegekend aan een gemeente waarvan het grondgebied geheel of gedeeltelijk is gelegen binnen het beheergebied van Delfland.

  • 3.

    Een financiële bijdrage als bedoeld in het vorige lid wordt alleen toegekend voor de bekostiging, door de begunstigde gemeente, van activiteiten die voldoen aan het bepaalde in de artikelen 1 en 2 die worden ondernomen door een bredere kring van natuurlijke personen of privaatrechtelijke rechtspersonen. De financiële bijdrage wordt niet toegekend, dan nadat met de betreffende gemeente een overeenkomst is gesloten waarin in elk geval afspraken zijn gemaakt over de door de gemeente te bekostigen activiteit of activiteiten, de kring van begunstigden, de wijze waarop de financiële bijdrage wordt verdeeld en de wijze waarop de gemeente bijdraagt aan de betreffende activiteit of activiteiten.

 

HOOFDSTUK 2 Activiteiten en bepaling kosten als grondslag voor de financiële bijdrage

 

Artikel 5 Activiteiten die voor een financiële bijdrage in aanmerking komen

  • 1.

    Voor een financiële bijdrage komen in aanmerking:

  • de aanleg van vijvers, wadi’s;

  • vasthoudvoorzieningen onder het maaiveld, zoals infiltratiekratten en grindpalen;

  • het verwijderen van niet-waterdoorlatende verharding van het maaiveld, al dan niet gevolgd door het daarvoor terugbrengen van:

    • beplanting;

    • waterdoorlatende verharding (zoals grind, en (ritterplaten met) split) en als zodanig erkende waterdoorlatende klinkers en tegels;

    • waterpasserende verharding met een open en doorlatende voeg (minimaal 20% van het totaal verhard oppervlak), zoals grasbeton tegels;

    • geveltuinen;

    • vlonders op of boven een waterdoorlatende ondergrond;

  • de aanleg van groene of blauwe daken, zoals sedumdaken;

  • bij nieuwbouw tot een jaar na oplevering het aanbrengen van:

    • beplanting;

    • waterdoorlatende verharding (zoals grind, en (ritterplaten met) split) en als zodanig erkende waterdoorlatende klinkers en tegels;

    • waterpasserende verharding met een open en doorlatende voeg (minimaal 20% van het totaal verhard oppervlak), zoals grasbeton tegels

    • geveltuinen;

    • vlonders op of boven een waterdoorlatende ondergrond;

  • het afkoppelen van hemelwaterafvoeren van een gemeentelijke voorziening (riolering voor stedelijk afvalwater of afzonderlijke riolering voor hemelwater) in combinatie met het omleiden van het hemelwater naar een groenstrook, vijver, regenton of andere voorziening waarin het hemelwater wordt opgevangen of waarmee het de bodem wordt ingebracht (indien de omleiding plaatsvindt naar openbaar gebied: indien daarvoor toestemming is gegeven door de gemeente).

  • 2.

    Onder nieuwbouw als bedoeld in het vorige lid, onder het vijfde aandachtstreepje, wordt verstaan: bouwwerk of werk, geen bouwwerk zijnde.

  • 3.

    Voor een financiële bijdrage komen voorts in aanmerking andere activiteiten, dan de in het vorige lid genoemde, die naar het oordeel van dijkgraaf en hoogheemraden in voldoende mate bijdragen aan de in artikel 1 genoemde doelstellingen.

 

Artikel 6 Bepaling kosten als grondslag voor de financiële bijdrage

  • 1.

    Voor de toepassing van deze regeling worden bij de bepaling van de kosten van de activiteit als grondslag voor de financiële bijdrage alle kosten betrokken die naar het oordeel van dijkgraaf en hoogheemraden redelijkerwijs verband houden met die activiteit, met uitzondering van:

  • kosten van constructieve voorzieningen, zoals dakconstructies en overkappingen;

  • kosten ter vervanging van bestaande beplanting en groen;

  • kosten – gederfde inkomsten daaronder begrepen - die verband houden met de eigen inzet of de inzet van eigen personeel van de aanvrager;

  • kosten voor het opstellen en indienen van een aanvraag om een financiële bijdrage.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde kosten worden vermeerderd met een percentage, gelijk aan dat van de omzetbelasting, tenzij die kan worden verrekend.

 

Artikel 7 Maximum bedragen

In aanvulling op het bepaalde in artikel 6, eerste lid, gelden voor de bepaling van de kosten als grondslag voor de financiële bijdrage de volgende maximale bedragen:

  • voor de kosten van het aanbrengen van groene of blauwe daken: EUR 60,-- per vierkante meter. Indien aangetoond kan worden dat het waterbergend vermogen meer dan 30 liter per vierkante meter bedraagt: EUR 100,-- per vierkante meter;

  • voor de kosten van het verwijderen, het storten daaronder begrepen, van niet-waterdoorlatende verharding van het maaiveld, al dan niet gevolgd door het realiseren van activiteiten ex artikel 5 lid 1: EUR 60,-- per vierkante meter.

  • voor de kosten van activiteiten, bedoeld in artikel 5, eerste lid, vijfde gedachtenstreepje: EUR 40,-- per vierkante meter.

  • voor arbeidsloon dat in rekening wordt gebracht door de aannemer die met de uitvoering van de activiteit wordt belast: EUR 60,-- per uur.

  •  

HOOFDSTUK 3 Hoogte financiële bijdrage

 

Artikel 8 Hoogte financiële bijdrage

  • 1.

    De financiële bijdrage bedraagt:

  • bij activiteiten waarvan de kosten EUR 50.000,-- bedragen of minder: vijfentwintig procent van de kosten, met een maximum van EUR 10.000,--;

  • bij activiteiten waarvan de kosten meer bedragen dan EUR 50.000,--: twintig procent van de kosten, met een maximum van EUR 15.000,--.

  • 2.

    De kosten, bedoeld in het vorige lid, worden geraamd overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 6 en 7.

3. Voor de toepassing van dit artikel worden verschillende activiteiten, verschillende onderdelen van een activiteit of verschillende onderdelen van verschillende activiteiten tezamen als één activiteit aangemerkt, indien die activiteiten of onderdelen worden gerealiseerd op dezelfde locatie en daarvoor tegelijkertijd of volgtijdelijk binnen een periode van drie kalenderjaren afzonderlijke aanvragen om een financiële bijdrage worden gedaan:

  • door dezelfde natuurlijke persoon, een natuurlijke persoon die op hetzelfde woonadres is ingeschreven of een natuurlijke persoon of rechtspersoon die met die eerste in vennootschapsverband een beroep of bedrijf uitoefent;

  • door dezelfde rechtspersoon, een rechtspersoon die daarmee naar het oordeel van dijkgraaf en hoogheemraden voor de toepassing van deze regeling gelijk is te stellen of een natuurlijke persoon of rechtspersoon die met die eerste in vennootschapsverband een beroep of bedrijf uitoefent.

4. Verschillende kadastrale percelen worden als één locatie als bedoeld in het vorige lid aangemerkt, indien sprake is van een functionele samenhang tussen die percelen.

 

 

 

HOOFDSTUK 4 Procedurele bepalingen voor activiteiten met kosten tot en met EUR 1.000,--

 

Artikel 9 Vaststelling financiële bijdrage

Voorafgaand aan de toekenning van de financiële bijdrage wordt geen afzonderlijke beschikking omtrent subsidieverlening gegeven en worden geen voorschotten op de financiële bijdrage verstrekt, indien de kosten van de activiteit EUR 1.000,-- of minder bedragen.

 

Artikel 10 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag om een financiële bijdrage geschiedt door middel van een namens dijkgraaf en hoogheemraden door de secretaris-directeur vastgesteld formulier en gaat vergezeld van een opgave, in de vorm van een factuur, van de kosten van de activiteit. De factuur is zodanig ingericht, dat de beoordeling daarvan aan de hand van het bepaalde in de artikelen 5, 6 en 7 mogelijk is.

  • 2.

    De aanvraag gaat voorts vergezeld van een beschrijving van de activiteit en van beeldmateriaal waaruit de situatie voor en na voltooiing blijkt en vermeldt de periode waarin de activiteit is uitgevoerd.

  • 3.

    De aanvraag wordt binnen drie maanden na de voltooiing van de activiteit ingediend.

 

Artikel 11 Beslissing op de aanvraag

  • 1.

    Een financiële bijdrage wordt geweigerd, indien:

a. niet is voldaan aan het bepaalde in Titel 4.2 Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening Delfland en deze nadere regels;

b. indien voor de kosten van de activiteit subsidie is of wordt verleend door een ander overheidslichaam of daaraan gelijk te stellen instantie: voor zover met de financiële bijdrage de totale kosten van de activiteit wordt overschreden; of

c. indien de activiteit waarvoor zij is aangevraagd, wettelijk is voorgeschreven.

  • 2.

    Een financiële bijdrage wordt voorts geweigerd, indien de betreffende activiteit geheel of gedeeltelijk met een financiële bijdrage van Delfland als bedoeld in artikel 4, derde lid, door een gemeente wordt of kan worden bekostigd.

  • 3.

    Dijkgraaf en hoogheemraden beslissen binnen zes weken na ontvangst van een volledige aanvraag omtrent de toekenning van de financiële bijdrage. Een financiële bijdrage wordt toegekend door middel van een besluit tot vaststelling, als bedoeld in artikel 4:42 Algemene wet bestuursrecht.

 

 

 

HOOFDSTUK 5 Procedurele bepalingen activiteiten met kosten meer dan EUR 1.000,--

 

Artikel 12 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag om een financiële bijdrage geschiedt door middel van een namens dijkgraaf en hoogheemraden door de secretaris-directeur vastgesteld formulier en gaat vergezeld van een opgave in de vorm van een offerte of begroting van de kosten van de activiteit. De offerte of begroting is zodanig ingericht, dat de beoordeling daarvan aan de hand van het bepaalde in de artikelen 6 en 7 mogelijk is.

  • 2.

    De aanvraag gaat voorts vergezeld van een beschrijving van de activiteit en vermeldt de periode (verwachte start- en eindmoment) waarin die zal worden uitgevoerd.

  • 3.

    De aanvraag wordt vóór voltooiing van de activiteit ingediend.

 

Artikel 13 Beslissing op de aanvraag

1. Een financiële bijdrage wordt geweigerd, indien:

a. niet is voldaan aan het bepaalde in Titel 4.2 Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening Delfland en deze nadere regels;

b. indien voor de kosten van de activiteit subsidie is of wordt verleend door een ander overheidslichaam of daaraan gelijk te stellen instantie: voor zover met de financiële bijdrage de totale kosten van de activiteit wordt overschreden; of

c. indien de activiteit waarvoor zij is aangevraagd, wettelijk is voorgeschreven.

2. Een financiële bijdrage wordt voorts geweigerd, indien de betreffende activiteit geheel of gedeeltelijk met een financiële bijdrage van Delfland als bedoeld in artikel 4, derde lid, door een gemeente wordt of kan worden bekostigd.

3. Dijkgraaf en hoogheemraden beslissen binnen zes weken na ontvangst van een volledige aanvraag omtrent de verlening van de financiële bijdrage.

4. In de beschikking, bedoeld in het vorige lid, alsmede in een aanvullende beschikking kunnen dijkgraaf en hoogheemraden op verzoek of ambtshalve een voorschot toekennen, met een maximum van vijftig procent van de financiële bijdrage.

 

Artikel 14 Vaststelling van de financiële bijdrage

  • 1.

    De aanvraag tot vaststelling van de financiële bijdrage geschiedt door middel van een namens dijkgraaf en hoogheemraden door de secretaris-directeur vastgesteld formulier en gaat vergezeld van een verslag van de activiteit, een financieel verslag met facturen en beeldmateriaal dat de situatie voor en na de activiteit weergeeft.

  • 2.

    De vaststelling van de financiële bijdrage geschiedt per in de grondslag voor de toegekende financiële bijdrage begrepen kostenpost afzonderlijk op basis van de daadwerkelijk gemaakte kosten. De totale vaststelling is gemaximeerd op het bedrag, toegekend in de in artikel 13, tweede lid, bedoelde beschikking.

  • 3.

    De aanvraag wordt ingediend binnen drie maanden na voltooiing van de activiteit.

 

Artikel 15 Intrekking en wijziging financiële bijdrage

Zolang de financiële bijdrage niet is vastgesteld kunnen dijkgraaf en hoogheemraden, naast op de in de Algemene wet bestuursrecht genoemde gronden, de in artikel 13, tweede en derde lid, bedoelde beschikkingen wijzigen of intrekken indien met de activiteit waarvoor de financiële bijdrage is toegekend zes maanden na de bekendmaking van die beschikking geen begin is gemaakt of de aanvraag tot vaststelling van de financiële bijdrage niet binnen de in artikel 14, derde lid, genoemde termijn is ingediend.

 

HOOFDSTUK 6 Overige bepalingen

 

Artikel 16 Plafond financiële bijdragen; verdeling beschikbaar bedrag

  • 1.

    Dijkgraaf en hoogheemraden stellen jaarlijks een plafond vast voor de toekenning van de financiële bijdragen op grond van deze regeling. De vaststelling en de bekendmaking van het plafond vinden plaats voor de eerste dag van het jaar waarvoor het plafond wordt vastgesteld.

  • 2.

    Het in het vorige lid bedoeld plafond bedraagt voor 2019 EUR 300.000,--.

  • 3.

    Het met de vaststelling van het plafond beschikbaar gestelde bedrag wordt verdeeld op basis van ontvangst van de aanvragen die voldoen aan de in de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening Delfland en deze regeling gestelde eisen.

 

Artikel 17 Inlichtingenplicht

Degene aan wie een financiële bijdrage is toegekend doet melding aan dijkgraaf en hoogheemraden zodra aannemelijk is dat de activiteit, waarvoor de bijdrage is toegekend, niet of niet geheel zal worden verricht of dat niet of niet geheel kan worden voldaan aan de verplichtingen die zijn verbonden aan de toekenning van de financiële bijdrage.

 

Artikel 18 Communicatie-uitingen

  • 1.

    Het Hoogheemraadschap van Delfland kan de activiteit of de activiteiten waarop een financiële bijdrage betrekking heeft in woord en of in beeld opnemen in zijn communicatie-uitingen. Daarbij kan worden vermeld dat die activiteit of die activiteiten mede mogelijk zijn gemaakt door of met een financiële bijdrage van het Hoogheemraadschap van Delfland.

  • 2.

    De ontvanger van een financiële bijdrage is verplicht om de in het vorige lid bedoelde communicatie-uitingen zijn medewerking te verlenen, tenzij die medewerking redelijkerwijs niet van hem kan worden gevergd.

 

Artikel 19 Terugvordering financiële bijdrage

Dijkgraaf en hoogheemraden zijn bevoegd onverschuldigd betaalde financiële bijdragen, daaronder begrepen op grond van artikel 13, derde lid, toegekende voorschotten, terug te vorderen.

 

Artikel 20 Intrekking Stimuleringsregeling Klimaatadaptatie Delfland

De Stimuleringsregeling Klimaatadaptatie Delfland (Waterschapsblad 2017, nr. 1738, d.d. 1 maart 2017) wordt ingetrokken.

 

Artikel 21 Inwerkingtreding; overgangsrecht

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking daags na de bekendmaking daarvan in het Waterschapsblad en werkt terug tot 1 januari 2019.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid blijft de Stimuleringsregeling Klimaatadaptatie Delfland van toepassing op verzoeken om een financiële bijdrage op grond van die regeling die na 1 januari 2019 en voor de inwerkingtreding van deze regeling zijn ingediend en toepassing van de Stimuleringsregeling Klimaatadaptatie Delfland voor de verzoeker gunstiger uitvalt dan toepassing van deze regeling.

  • 3.

    Het in artikel 17, tweede lid, bedoelde plafond (voor 2019) geldt tevens voor de toekenning van financiële bijdragen met toepassing van de Stimuleringsregeling Klimaatadaptatie Delfland op grond van het bepaalde in het vorige lid.

 

Artikel 22 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als “Stimuleringsregeling Klimaatadaptatie Delfland 2019”.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van dijkgraaf en hoogheemraden van Delfland van 16 april 2019,

 

de secretaris-directeur de dijkgraaf

 

 

 

ir. P.C. Janssen dr. P.H.W.M. Daverveldt

 

 

Toelichting behorende bij de Stimuleringsregeling Klimaatadaptatie Delfland 2019

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

In de beschrijving van de doelstelling is inhoudelijk geen wijziging beoogd ten opzichte van die van de Stimuleringsregeling Klimaatadaptatie Delfland (2017). Die doelstelling is allereerst, samengevat, de vergroting van het vermogen in stedelijk gebied om hemelwater vast te houden en te bergen, anders dan in oppervlaktewater. Bij het vergroten van de hoeveelheid water in stedelijk gebied (lid 1 onder c) moet dan ook met name gedacht worden aan hemelwaterbergingen zoals wadi’s en, op kleinere schaal, vijvers en poelen.

Hemelwater dat via de riolering voor stedelijk afvalwater en influentleidingen afstroomt naar de afvalwaterzuiveringsinstallaties zorgt voor verdunning van het stedelijk afvalwater. Dergelijke verdunning is nadelig voor het zuiveringsproces. Vermindering van deze afstroom, meestal in de vorm van het afkoppelen van de hemelwaterafvoer van de riolering voor stedelijk afvalwater, is – mits in combinatie met het vasthouden van hemelwater - derhalve doelmatig. Dat geldt ook voor de vermindering van de oppervlakkige afstroming van hemelwater naar het oppervlaktewater. Daardoor wordt het oppervlaktewater, in geval van hevige neerslag, als het ware ontlast.

 

Artikel 4

Nieuw ten opzichte van de Stimuleringsregeling Klimaatadaptatie Delfland (2017) is dat het tweede lid voorziet in de toekenning van een financiële bijdrage aan een gemeente waarvan het grondgebied geheel of gedeeltelijk is gelegen binnen Delfland. Deze mogelijkheid is bedoeld om bij te dragen aan de bekostiging door de betreffende gemeente van activiteiten met dezelfde doelstelling (zie artikel 1). Die bekostiging door de gemeente zal in de regel plaats vinden in de vorm van subsidies ten behoeve van die activiteiten. In feite voorziet het tweede lid er dus in dat Delfland een bijdrage doet aan de gemeentelijke subsidiepot voor “klimaatadaptieve” activiteiten binnen de gemeente. Aldus kan met toepassing van het tweede lid voor categorieën activiteiten waaraan zowel een gemeente als Delfland wenst bij te dragen één (gemeentelijk) loket worden ingesteld. Voordat een bijdrage aan een gemeente wordt toegekend, wordt met haar een overeenkomst gesloten waarin afspraken worden gemaakt over de betreffende activiteiten, de kring van begunstigden, de verdeling van de bijdragen aan de begunstigden en, niet in de laatste plaats, de wijze waarop de gemeente zelf aan de activiteiten bijdraagt. Op grond van de Waterwet rust de zorg voor de doelmatige opvang en verwerking van hemelwater immers bij de gemeente. Als voor een “klimaatadaptieve” activiteit bij een gemeente een subsidie is verkregen, of kan worden verkregen, die afkomstig is uit een subsidiepot waaraan Delfland een bijdrage heeft gedaan, kan voor die activiteit niet ook nog een directe financiële bijdrage van Delfland worden verkregen. Dat is geregeld in de artikelen 11 (lid 2) en 13 (lid 2).

 

Artikel 5

Kernbegrip van regeling is “activiteit”. Voor de activiteiten die voor een financiële bijdrage in aanmerking komen wordt onderscheid gemaakt in twee categorieën. De eerste categorie is opgenomen in het eerste lid. Het betreft activiteiten die in elk geval voldoen aan de doelstelling in artikel 1 van de regeling en waarvoor, indien aan de overige voorwaarden is voldaan, een financiële bijdrage kan worden toegekend. De tweede categorie is opgenomen in het tweede lid en betreft een vangnetbepaling. Valt een activiteit niet onder het eerste lid, dan kan daarvoor toch een financiële bijdrage worden toegekend, indien die activiteit naar het oordeel van dijkgraaf en hoogheemraden voldoet aan de doelstelling in artikel 1. Op die manier kan aan innovatieve oplossingen die niet in beeld waren ten tijde van het opstellen van de regeling toch een financiële bijdrage worden verstrekt.

 

Artikelen 6 en 7

De artikelen 6 en 7 regelen de bepaling van de kosten als grondslag voor de toekenning van de financiële bijdrage. Pas als de kosten zijn bepaald, kan de (omvang) van de financiële bijdrage worden vastgesteld. Hoofdregel is dat alle kosten die naar het oordeel van dijkgraaf en hoogheemraden redelijkerwijs verband houden met de activiteit, in de grondslag worden begrepen (artikel 6, lid 1). Als eerste uitzondering op die hoofdregel is bepaald dat de kosten van constructieve voorzieningen, van vervanging van bestaande beplanting en groen, van eigen inzet of inzet eigen personeel en die van het opstellen en indienen van een aanvraag niet meegenomen worden in de grondslag (artikel 6, lid 1). De tweede uitzondering op de hoofdregel is opgenomen in artikel 7. Daarin zijn aan bepaalde kosten grenzen gesteld voor opname in de grondslag.

 

Artikel 8

Zijn de kosten eenmaal bepaald, dan is de volgende stap de vaststelling van de omvang van de financiële bijdrage op basis van de bepaalde kosten. Die omvang is geregeld in het eerste lid.

De regeling sluit niet uit dat voor onderdelen van een activiteit afzonderlijke aanvragen om een financiële bijdrage worden gedaan. Om te voorkomen dat in een dergelijk geval aanspraak ontstaat op een hogere bijdrage, dan wanneer voor de activiteit in haar geheel een aanvraag om een bijdrage wordt gedaan, bepaalt het derde lid dat die onderdelen tezamen voor de vaststelling van de omvang van de financiële bijdrage als één activiteit worden aangemerkt, indien voor de betreffende onderdelen tegelijkertijd of over een periode van drie kalenderjaren afzonderlijke aanvragen worden gedaan. De regeling sluit evenmin uit dat een natuurlijke persoon of rechtspersoon voor meerdere activiteiten verschillende aanvragen om een financiële bijdrage worden gedaan. Ook die worden, voor de vaststelling van de omvang van de financiële bijdrage, als één activiteit aangemerkt, indien voor de betreffende activiteiten tegelijkertijd of over een periode van drie kalenderjaren afzonderlijke aanvragen worden gedaan.

 

 

Artikelen 9 en 10

Nieuw ten opzichte van de Stimuleringsregeling Klimaatadaptatie Delfland (2017) is de zogenaamde “kruimelgevallenregeling”. Deze voorziet er in dat voor activiteiten waarvan de subsidiabele kosten op grond van de artikelen 6 en 7 zijn bepaald op EUR 1.000,-- of minder geen afzonderlijke beschikking omtrent verlening van een financiële bijdrage wordt gegeven, doch de financiële bijdrage met een enkele vaststellingsbeschikking wordt toegekend. Voorschotten worden evenmin verstrekt. Een en ander is vastgelegd in artikel 9. De kruimelgevallenregeling laat voorts toe dat de aanvraag na voltooiing van de activiteit wordt ingediend, zij het dat de termijn daarvoor beperkt is tot drie maanden. Gebruik dient te worden gemaakt van een aanvraagformulier dat kan worden gedownload van www.hhdelfland.nl (artikel 10).

 

Artikelen 12 en 13, vierde lid

Voor activiteiten waarvan de subsidiabele kosten, bepaald op grond van de artikelen 6 en 7, meer dan EUR 1.000,-- bedragen, geschiedt de verlening van een financiële bijdrage in twee fasen. De eerste fase is die van de beschikking omtrent de verlening van een financiële bijdrage en, eventueel, de toekenning van een voorschot. Anders dan bij de kruimelgevallenregeling mag de aanvraag om een financiële bijdrage niet ook nog binnen drie maanden na voltooiing van de activiteit worden aangevraagd. De aanvraag moet worden ingediend vóór voltooiing van de activiteit.

De tweede fase is de beschikking waarmee de daadwerkelijke omvang van de financiële bijdrage wordt vastgesteld. Evenals bij de kruimelgevallenregeling moet de aanvraag tot vaststelling worden ingediend binnen drie maanden na voltooiing van de activiteit.

 

Artikelen 11, eerste en tweede lid, en 13, eerste en tweede lid

De leden 1 en 2 van de artikelen 11 en 13 regelen voor respectievelijk de kruimelgevallen en de overige gevallen wanneer de financiële bijdrage wordt geweigerd. Daarnaast wordt de financiële bijdrage op grond van de Algemene wet bestuursrecht geweigerd voor zover het plafond voor de toekenning van financiële bijdragen wordt overschreden. Zie daarvoor de toelichting op artikel 16. Specifiek met betrekking tot het tweede lid van de artikelen 11 en 13 wordt verwezen naar de toelichting op artikel 4, derde lid.

 

Artikel 14

De vaststelling van de financiële bijdrage geschiedt per in de grondslag voor de toegekende financiële bijdrage begrepen kostenpost afzonderlijk op basis van de daadwerkelijk gemaakte kosten. Dit brengt met zich mee dat er niet geschoven wordt tussen kostenposten in het kader van de vaststelling. Met grondslag wordt verwezen naar de artikelen 6 en 7 die gaan over de bepaling van de kosten van het project als grondslag voor de bepaling van de omvang van de financiële bijdrage.

 

Artikel 16

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht dient een plafond voor de toekenning van financiële bijdragen te worden bepaald. In de regeling is bepaald dat dit jaarlijks gebeurt, voor de eerste dag van het jaar waarop het plafond betrekking heeft.

 

Artikel 18

Delfland kan activiteiten waarvoor een financiële bijdrage is verleend in woord en in beeld opnemen in zijn communicatie-uitingen. De regels met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens zullen daarbij in acht moeten worden genomen.

 

Deze toelichting is vastgesteld in de vergadering van dijkgraaf en hoogheemraden van Delfland van 30 april 2019.

 

 

 

 

 

Naar boven