ADDENDUM bij de Bestuurlijke afspraken uitvoering taken VNG Naleving op terrein van Toezicht en Handhaving Kinderopvang (Staatscourant 2021, 27794)

Partijen,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, handelend als bestuursorgaan,

namens deze, Sander Verbaan, de Directeur Kinderopvang van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna: “het Ministerie van SZW”)

en

de Vereniging Nederlandse Gemeenten (hierna: “VNG”), gevestigd te Den Haag,

namens deze, Leonard Geluk, algemeen directeur

het Ministerie van SZW en VNG worden hierna gezamenlijk aangeduid als “Partijen”.

Overwegende dat:

• gemeenten op grond van artikel 1.61 Wet Kinderopvang verantwoordelijk zijn voor het toezicht en de handhaving in de kinderopvang;

• het van belang is dat het Ministerie van SZW een vast aanspreekpunt en gesprekspartner heeft voor de uitvoering van het toezicht en de handhaving in de kinderopvang;

• de VNG tot doel heeft om:

  • gemeenten te ondersteunen in de uitvoering van hun wettelijke taken op het gebied van toezicht en handhaving kinderopvang, onder andere door het geven van trainingen, het versterken van de uitvoering op lokaal en regionaal gebied en een helpdeskfunctie;

  • bij te dragen aan de landelijke ontwikkelingen zodat wetgeving uitvoerbaar is en de systemen goed ondersteunen, onder andere door de praktijkervaringen van gemeenten in te brengen in de landelijke overleggen en uitvoeringstoetsen uit te voeren;

  • bij te dragen aan de strategische doorontwikkeling van toezicht en handhaving, zodat het stelsel van toezicht en handhaving kinderopvang blijft aansluiten bij de maatschappelijke verwachtingen van verantwoorde kinderopvang.

• de VNG, met het Kenniscentrum Handhaving en Naleving (thans VNG Realisatie) als uitvoerend onderdeel, in de periode van 2006 tot en met 2024 op het terrein van toezicht en handhaving in de kinderopvang naar tevredenheid van het Ministerie van SZW heeft voorzien in de ondersteuning van gemeenten, beleidsadvisering aan het Ministerie van ZW en kennisontwikkeling en innovatie;

• Partijen het van belang vinden dat genoemde taken door de VNG worden voortgezet;

• Partijen met ingang van 1 januari 2022 schriftelijke bestuurlijke afspraken, genaamd: “Bestuurlijke afspraken uitvoering taken VNG Naleving op terrein van Toezicht en Handhaving Kinderopvang” (hierna: “bestuurlijke afspraken”) hebben gesloten voor onbepaalde duur (Staatscourant 2021, 27794);

• Partijen hebben besloten bepaalde artikelen en aanduidingen in de bestuurlijke afspraken te wijzigen op de wijze zoals in dit addendum (hierna: “Addendum”) uiteen is gezet;

• beide Partijen met deze wijzigingen hebben ingestemd.

Spreken het volgende af:

Artikel 1

In de gehele tekst van de bestuurlijke afspraken wordt “VNG Naleving’’ vervangen voor “VNG Realisatie’’.

Artikel 2

Artikel 2 van de bestuurlijke afspraken komt te luiden:

• 1. De VNG levert jaarlijks een jaarplan op met daarin in ieder geval een beschrijving van de activiteiten voor het komende jaar.

• 2. De VNG deelt het jaarplan jaarlijks voorafgaand aan de vaststelling ter kennisname met het Ministerie van SZW. De VNG en het Ministerie van SZW streven ernaar om de prioriteiten in de jaarplannen zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen.

• 3. Vier keer per jaar overleggen de teamleider naleving zorg, jeugd en kinderopvang van VNG Realisatie en het afdelingshoofd Kwaliteit, Toezicht en Veiligheid van de directie Kinderopvang van het Ministerie van SZW over de lopende zaken op het terrein van het toezicht en de handhaving in de kinderopvang. Voor deze overleggen zijn de volgende zaken vaste gespreksonderwerpen:

  • de samenwerking tussen VNG Realisatie en ketenpartners zoals de Inspectie van het Onderwijs, GGD GHOR Nederland en DUO (zie ook de bijlage bij de bestuurlijke afspraken);

  • een overzicht van de onderwerpen waarover door gemeenten vragen zijn gesteld aan VNG Realisatie;

  • de laatste beleidsontwikkelingen binnen/vanuit het Ministerie van SZW;

  • uitvoeringsconsequenties en uitvoerbaarheid van beleid;

  • de realisatie van de activiteiten uit het jaarplan;

  • om de twee jaar evalueren partijen de samenwerking.

• 4. Van de overleggen als bedoeld in het derde lid wordt een verslag gemaakt. Partijen spreken per keer af wie het verslag maakt.

Artikel 3

Artikel 5, tweede lid, van de bestuurlijke afspraken komt te luiden:

• 2. Partijen evalueren de uitvoering en werking van de bestuurlijke afspraken. Na de eerste evaluatie vindt om de 2 jaar een informele evaluatie plaats en op formeel niveau om de 4 jaar.

Artikel 4 Inwerkingtreding addendum en publicatie in Staatscourant

• 1. Dit Addendum op de bestuurlijke afspraken uitvoering taken VNG Naleving op terrein van Toezicht en Handhaving Kinderopvang (Staatscourant 2021, 27794) treedt in werking op [de dag van ondertekening].

• 2. Dit Addendum zal binnen 30 dagen na ondertekening openbaar worden gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

• 3. Dit Addendum maakt onderdeel uit van de bestuurlijke afspraken uitvoering taken VNG Naleving op terrein van Toezicht en Handhaving Kinderopvang (Staatscourant 2021, 27794).

Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend, te Den Haag.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze S. Verbaan, Directeur Kinderopvang

De Vereniging Nederlandse Gemeenten, namens deze L. Geluk, Algemeen directeur VNG