Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 5 september 2025, nr. 6691108, houdende een subsidie voor de Joodse instellingen bij het treffen van beveiligingsmaatregelen (Regeling veiligheid Joodse instellingen 2025)

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 2, eerste lid, onder d, van de Kaderwet overige JenV-subsidies;

Besluit:

§ Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Joods evenement:

een evenement waarvan de beoogde doelgroep grotendeels bestaat uit Joodse Nederlanders of waarbij een optreden van een Joodse spreker of artiest onderdeel is van het programma.

Joodse instelling:
  • De rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid als bedoeld in artikel 55 van de Wet op het primair onderwijs dan wel artikel 4.1, tweede lid, van de Wet voortgezet onderwijs 2020 die een bijzondere school voor Joods bijzonder onderwijs in stand houdt;

  • Het kerkgenootschap als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek voor zover zij haar leden in staat stelt de Joodse godsdienst te belijden;

  • De vereniging of stichting zonder winstoogmerk die zich krachtens haar statuten ten doel stelt het Joodse leven in Nederland te bevorderen;

  • Het samenwerkingsverband van Joodse instellingen onderling en het samenwerkingsverband van een of meerdere Joodse instellingen en gemeenten;

minister:

de Minister van Justitie en Veiligheid.

organisator van een Joods evenement:

de natuurlijke of rechtspersoon die zonder winstoogmerk een Joods evenement organiseert.

Artikel 2

  • 1. De minister kan in het kalenderjaar 2025 subsidie verlenen aan Joodse instellingen of organisatoren van een Joods evenement bij het treffen van beveiligingsmaatregelen.

  • 2. De subsidie bedraagt maximaal € 250.000 per Joodse instelling of organisator van een Joods evenement.

§ Aanvraag en subsidieverlening

Artikel 3

  • 1. In 2025 kunnen aanvragen in het kader van deze regeling worden ingediend van 15 september tot en met 31 oktober 2025.

  • 2. Een Joodse instelling of een organisator van een Joods evenement vraagt subsidie aan bij de minister met gebruikmaking van het daartoe beschikbaar gestelde formulier.

Artikel 4

Indien de aanvraag zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, van deze regeling, niet volledig is ingediend, wordt de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid gesteld binnen twee weken alsnog de aanvraag aan te vullen.

§ Subsidiabele kosten

Artikel 5

Voor de subsidie als bedoeld in artikel 2, tweede lid, komen in aanmerking de in redelijkheid gemaakte kosten:

  • a. om de veiligheid van de deelnemers aan een activiteit van een Joodse instelling of van de bezoekers van een Joods evenement te bevorderen;

  • b. ter voorkoming van vernieling, beschadiging, of onbruikbaarmaking van een roerende of onroerende zaak waarvan een Joodse instelling of een organisator van een Joods evenement eigenaar, huurder of gebruiker is;

  • c. ter voorkoming van computervredebreuk, voor zover daardoor toegang zou kunnen worden verkregen tot niet-openbare gegevens van een Joodse instelling of van een organisator van een Joods evenement.

Artikel 6

Niet in aanmerking komen de kosten:

  • a. die zijn gemaakt voor 1 januari 2025 of na 31 december 2026;

  • b. die zijn gemaakt door de organisator van een Joods evenement in het kader van een andere activiteit, niet zijnde een Joods evenement;

  • c. waarvoor reeds aan de Joodse instelling of de organisator van een Joods evenement subsidie is verstrekt door een bestuursorgaan voor het geheel of een gedeelte van de kosten zoals omschreven in artikel 5. In dat geval wordt slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat het totale bedrag aan subsidies niet meer bedraagt dan maximaal 100 procent van de werkelijk gemaakte kosten.

§ Subsidieplafond en verdeelsystematiek

Artikel 7

  • 1. Het subsidieplafond voor deze regeling bedraagt voor het kalenderjaar 2025 € 1.300.000.

  • 2. De minister verdeelt het beschikbare bedrag op volgorde van binnenkomst van volledige aanvragen.

§ Verantwoording en subsidievaststelling

Artikel 8

  • 1. Indien de verleende subsidie minder dan € 25.000 bedraagt, wordt deze op 1 april 2027 ambtshalve vastgesteld.

  • 2. Indien de subsidie minder dan € 25.000 bedraagt, toont de Joodse instelling of de organisator van een Joods evenement desgevraagd uiterlijk op 1 februari 2027 aan dat de voor subsidie in aanmerking komende activiteiten zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 3. Indien de verleende subsidie € 25.000 of meer bedraagt, wordt een aanvraag tot subsidievaststelling uiterlijk op 1 april 2027, met gebruikmaking van het daartoe beschikbaar gestelde formulier, ingediend bij de minister. De minister stelt de subsidie vast binnen 22 weken na ontvangst van de aanvraag, dan wel binnen 22 weken nadat de termijn voor het indienen van de aanvraag tot vaststelling is verstreken.

  • 4. De aanvraag tot subsidievaststelling bevat:

    • a. indien de subsidie tussen de € 25.000 en € 125.000 bedraagt, een verantwoording middels een financieel verslag en een activiteitenverslag waaruit blijkt dat de voor subsidie in aanmerking komende gemaakte activiteiten zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • b. indien de subsidie € 125.000 of meer bedraagt, een verantwoording middels een financieel verslag, een activiteitenverslag en een controleverklaring door een accountant waaruit blijkt dat de voor subsidie in aanmerking komende gemaakte activiteiten zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

§ Slotbepalingen

Artikel 9

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2025.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2028, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de subsidies die voor die datum zijn verleend.

Artikel 10

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling veiligheid Joodse instellingen 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 5 september 2025

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel

TOELICHTING

In de Nationale Strategie Bestrijding Antisemitisme 2024-2030 (Kamerstukken II 2024/25, 30 950, nr. 429) heeft het kabinet aangekondigd dat er een structureel Veiligheidsfonds wordt ingesteld voor de Joodse gemeenschap. Dit fonds is bedoeld om Joodse instellingen, scholen en evenementen financieel te ondersteunen bij het treffen van beveiligingsmaatregelen. De hoge kosten hiervan drukken zwaar op de gemeenschap en leiden er soms toe dat cruciale investeringen uitblijven. Vanaf 2025 wordt jaarlijks € 1,3 miljoen beschikbaar gesteld. Omdat een permanente regeling pas in 2026 in werking treedt, wordt voor 2025 een tijdelijke regeling getroffen. Hiermee wordt beoogd dat Joodse Nederlanders in hun dagelijks leven op een veilige en normale manier kunnen deelnemen aan de samenleving.

Op basis van artikel 3, tweede lid, dient subsidie te worden aangevraagd bij de Minister van Justitie en Veiligheid met gebruikmaking van het daartoe beschikbaar gestelde formulier. Dit formulier wordt beschikbaar gesteld via https://subsidieportaal-minjenv.portal.atabase.nl/.

In artikel 5 wordt geregeld welke kosten voor subsidie in aanmerking komen. Daarbij kan worden gedacht aan bijvoorbeeld maatregelen aan gebouwen of terreinen om de toegang te controleren, incidenten te voorkomen, de inzet van beveiligingspersoneel, het laten opstellen van risicoanalyses, het laten uitvoeren van een dreigingsmonitoring, de kosten van opleidingen en voorlichtingsmateriaal, en andere maatregelen om de veiligheid te verbeteren. Kosten die niet vallen onder een van de in artikel 5 genoemde categorieën, zoals kosten die niet gerelateerd zijn aan een veiligheidsmaatregel of personeelslasten voor ander personeel dan beveiligers, komen niet in aanmerking voor subsidie.

’s-Gravenhage, 5 september 2025

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel

Naar boven