Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Klimaat en Groene Groei | Staatscourant 2025, 13176 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Klimaat en Groene Groei | Staatscourant 2025, 13176 | beleidsregel |
De Minister van Klimaat en Groene Groei,
Gelet op artikel 17, eerste en vierde lid, van de Wet windenergie op zee en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
aanvraag voor intrekking van een vergunning als bedoeld in artikel 17, vierde lid, van de wet;
kavel I-A als bedoeld in artikel 1 van de Regeling vergunningverlening kavel I-A in windenergiegebied Nederwiek;
Minister van Klimaat en Groene Groei;
Wet windenergie op zee;
aanvraag voor wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 17, vierde lid, van de wet.
Deze beleidsregel is van toepassing op een wijzigingsaanvraag en intrekkingsaanvraag ten aanzien van kavel I-A.
1. De minister beschouwt de verstrekte gegevens en bescheiden voldoende voor de beoordeling van de wijzigingsaanvraag en voor de voorbereiding van de beschikking indien de aanvrager hiermee inzichtelijk maakt hoe de beoogde wijziging van de vergunning van invloed is op:
a. de locatie van de productie-installatie;
b. het geïnstalleerde vermogen van de productie-installatie;
c. de mate waarin wordt voldaan aan de criteria, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen d en f, van de wet;
d. de uitvoerbaarheid van het plan;
e. de technische haalbaarheid van het plan;
f. de financiële haalbaarheid van het plan;
g. de economische haalbaarheid van het plan; en
h. de verandering in aantal toegekende punten in de rangschikkingscriteria.
1. Dit artikel is van toepassing op een wijzigingsaanvraag die een wijziging beoogt van:
a. het aantal turbines dat deel uitmaakt van de productie-installatie;
b. de positionering van de turbines;
c. de ashoogte van de turbines;
d. het type turbine; of
e. overige onderdelen die van invloed zijn op de windenergie-opbrengstberekening.
2. Onverminderd artikel 3 beschouwt de minister het door de aanvrager verstrekken van een windenergie-opbrengstberekening voldoende voor de beoordeling van de wijzigingsaanvraag en voor de voorbereiding van de beschikking.
1. De minister wijst, met in achtneming van het in het tweede lid bepaalde, de wijzigingsaanvraag in ieder geval toe indien de wijziging van de vergunning leidt tot de realisatie of exploitatie van een windpark dat bij een vergunningsaanvraag:
a. een vergunning zou verkrijgen volgens de procedure, bedoeld in artikel 25b van de wet; en
b. in de rangschikking evenveel of meer punten zou hebben verkregen bij de toepassing van elk rangschikkingscriterium, genoemd in de bijlagen bij de vergunningsregelingen.
2. In afwijking van het eerste lid, wijst de minister de wijzigingsaanvraag af, indien de wijziging leidt tot de realisatie of exploitatie van een windpark dat bij een vergunningsaanvraag in de rangschikking een lagere som van punten zou hebben verkregen bij:
a. de voorwaarden 1.1 tot en met 1.4 gezamenlijk, genoemd in tabel 6 van de bijlage bij de Regeling vergunningverlening kavel I-A in windenergiegebied Nederwiek; of
b. de voorwaarden 2.1 tot en met 2.4 gezamenlijk, genoemd in tabel 6 van de bijlage bij de Regeling vergunningverlening kavel I-A in windenergiegebied Nederwiek.
1. De minister wijst een intrekkingsaanvraag slechts toe indien:
a. de vergunninghouder de intrekkingsaanvraag heeft gedaan binnen twee jaren nadat de vergunning is verleend; en
b. de vergunninghouder heeft aangetoond dat het technisch, financieel of economisch niet haalbaar is om aan de verplichtingen uit de vergunning te voldoen.
2. Voordat de minister de intrekkingsaanvraag toewijst, zendt de minister aan de bank of de verzekeraar een verzoek tot uitbetaling van de bankgarantie of de waarborgsom ter hoogte van een bedrag van € 100.000.000, bedoeld in artikel 15a van de wet.
Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 15 mei 2025
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans
De Wet windenergie op zee (hierna: de wet) biedt het integrale kader om windenergieprojecten in de Nederlandse Noordzee te realiseren. Op grond van de wet worden kavels aangewezen waar windparken gebouwd mogen worden. Voor een dergelijke kavel wordt een exclusieve vergunning verleend aan een exploitant van een windpark op zee. Aanvragen voor een vergunning voor de kavel I-A van windenergiegebied Nederwiek kunnen bij de Minister van Klimaat en Groene Groei (hierna: de minister) worden ingediend. Op grond van artikel 17, vierde lid, van de wet heeft de minister de bevoegdheid om op aanvraag van de vergunninghouder een vergunning te wijzigen.
Onderhavige beleidsregel geeft aan onder welke voorwaarden de minister over gaat tot een wijziging van de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder.
Op grond van artikel 3 van de beleidsregel gaat een aanvraag vergezeld van een toelichting die inzichtelijk maakt wat de invloed is op de in dat artikel genoemde factoren. Een aanvraag moet volledig worden ingediend, zodat de minister in staat wordt gesteld om een inhoudelijk oordeel over de aanvraag tot wijziging van de vergunning te vellen. In de aanvraag wordt onder andere toegelicht wat de gevolgen zijn van de beoogde wijziging voor de locatie, het vermogen van de productie-installatie en de technische en financiële haalbaarheid van het windpark. Ook dient de aanvrager toe te lichten wat de verandering in het aantal toegekende punten in de rangschikkingscriteria zou zijn als gevolg van de wijziging. Deze toelichting kan ook inhouden dat er geen verandering in het aantal toegekende aantal punten zou plaatsvinden. Deze toelichting kan ook in de vorm van een berekening zijn, bijvoorbeeld in het geval van een wijziging in het puntenaantal van de vermindering van bruinvisverstoringsdagen. Als de wijziging betrekking heeft op de turbines zal tevens een nieuwe windenergie-opbrengstberekening meegestuurd moeten worden. Dit omvat ook overige wijzigingen, als gevolg van veranderingen binnen de rangschikkingscriteria genoemd in artikel 25b, tweede lid, onderdelen b en c, en derde lid van de wet en artikel 7, tweede lid, van de ministeriële regeling met betrekking tot de vergunningverlening van kavel I-A van windenergiegebied Nederwiek, indien deze betrekking hebben op de turbines.
Op grond van artikel 4 van deze beleidsregel wijzigt de minister de vergunning enkel indien de kwaliteit van het windpark door de beoogde wijziging van de vergunning niet verminderd wordt. De vergunning voor de kavel is verstrekt op basis van een op punten gebaseerde rangschikking. Bij de beoordeling van de aanvraag tot wijziging van de vergunning zal derhalve ook worden beoordeeld of de beoogde wijziging leidt tot een ander puntenaantal in de rangschikking. Van belang is dat door de wijziging de punten ten minste gelijk blijven voor elk van de rangschikkingscriteria, genoemd in artikel 25b, tweede lid, onderdelen a, b en c, en derde lid van de wet, en artikel 7, tweede lid, van de ministeriële regeling met betrekking tot de vergunningverlening van kavel I-A van windenergiegebied Nederwiek. Voor alle criteria is het onwenselijk dat een wijziging op die onderdelen, elk afzonderlijk, zou leiden tot een lagere score op die onderdelen. Daarom mag een verbetering van de puntenscore op het ene criterium niet ten koste gaan van een ander criterium. Specifiek voor windenergiegebied Nederwiek geldt nog het volgende bij een wijzigingsaanvraag voor het rangschikkingscriterium ‘bijdrage van het windpark aan het ecosysteem van de Nederlandse Noordzee’. De voorwaarden 1.1 tot en met 1.4 van dit criterium betreffen mitigerende maatregelen en de voorwaarden 2.1 tot en met 2.4 betreffen maatregelen voor onderzoek en versterking van onderwaternatuur. Gezien de verschillende doelstellingen voor beide categorieën maatregelen is het wenselijk dat voor beide categorieën het puntenaantal respectievelijk hetzelfde blijft. Artikel 5, tweede lid, van deze beleidsregel bepaalt daarom dat een wijzigingsaanvraag wordt afgewezen indien de wijziging correspondeert met een lagere som van punten bij de voorwaarden 1.1 tot en met 1.4 gezamenlijk of de voorwaarden 2.1 tot en met 2.4 gezamenlijk.
De mogelijkheid bestaat dat na het verkrijgen van de vergunning de financiële of technische mogelijkheden van de vergunninghouder dermate verslechteren dat deze partij het niet meer haalbaar acht om het windpark te realiseren en exploiteren. In dat geval kan de vergunninghouder een intrekkingsaanvraag indienen. Artikel 6, eerste lid, regelt in welk geval de minister een verzoek van de vergunninghouder tot het intrekken van de vergunning zal honoreren. De eerste voorwaarde is dat het intrekkingsverzoek binnen twee jaar na het verkrijgen van de vergunning is ingediend. Er wordt verondersteld dat de vergunninghouder in de eerste twee jaar van de vergunningsduur de finale investeringsbeslissing zal nemen, waardoor er op dat moment voldoende zekerheid is dat de bouw en realisatie van het windpark technisch, financieel en economisch haalbaar is. De tweede voorwaarde is dat de vergunninghouder heeft aangetoond dat het technisch, financieel of economisch niet haalbaar is om aan de verplichtingen uit de vergunningen te voldoen. Op die manier wordt gewaarborgd dat enkel tot intrekking wordt overgegaan wanneer bijzondere omstandigheden de intrekking rechtvaardigen.
Indien de intrekkingsaanvraag wordt toegewezen, is de vergunninghouder een bedrag van € 100.000.000 verschuldigd die de minister kan innen onder de waarborgsom of bankgarantie. Artikel 6, tweede lid, regelt daarom dat de minister voor het toewijzen van de intrekkingsaanvraag aan de bank of de verzekeraar een verzoek doet tot uitbetaling van de volledige bankgarantie of waarborgsom (€ 100.000.000). Ook dit voorkomt dat een vergunninghouder te gemakkelijk een intrekkingsaanvraag doet.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-13176.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.