Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 maart 2024, kenmerk 3774675-1061783-DMO, houdende wijziging van de Regeling specifieke uitkering versterking cliëntondersteuning in verband een extra aanvraagperiode

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling specifieke uitkering versterking cliëntondersteuning wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, derde lid, wordt ’30 juni 2024’ vervangen door ’30 juni 2026’.

B

Aan artikel 4, tweede lid, wordt onder vervanging van ‘; en’ aan het eind van onderdeel d door een puntkomma en van de punt aan het eind van onderdeel e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. voor 2024 € 1.250.000.

C

Aan artikel 5, eerste lid, wordt onder vervanging van ‘; en’ aan het eind van onderdeel d door een puntkomma en van de punt aan het eind van onderdeel e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. in 2024 worden in gediend tot en met 1 april 2024.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Helder

TOELICHTING

1. Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling specifieke uitkering versterking cliëntondersteuning. Er is ook voor 2024 geld beschikbaar voor gemeenten voor activiteiten ten behoeve van het lokaal versterken van de functie van cliëntondersteuning.

Daarom is de Regeling specifieke uitkering versterking cliëntondersteuning op de volgende punten gewijzigd:

  • a. het is mogelijk om de activiteiten waarvoor een uitkering is of wordt verstrekt te verrichten tot en met 30 juni 2026 (in plaats van 30 juni 2024);

  • b. er is voor het jaar 2024 € 1.250.000 beschikbaar als uitkeringsplafond; en

  • c. er is voorzien in een aanvraagperiode in 2024.

Gebleken is dat de activiteiten voor het lokaal versterken van de functie van cliëntondersteuning voor een aantal gemeentes niet binnen de gestelde einddatum van 30 juni 2024 te realiseren is. Dit komt mede door het moment van verstrekking van de specifieke uitkeringen eind 2022 en medio 2023. Om deze reden wordt de duur van de periode voor het uitvoeren van activiteiten met twee jaar verlengd. Dat stelt alle gemeenten in staat op een zorgvuldige wijze de voorgenomen activiteiten met betrekking tot het lokaal versterken van de functie van cliëntondersteuning uit te voeren. Dit betekent dat gemeenten uiterlijk 30 juni 2026 de activiteiten waarvoor een specifieke uitkering is verstrekt, moeten hebben afgerond.

Deze verlenging heeft geen financiële gevolgen. De hoogte van de specifieke uitkeringen aan de gemeenten wijzigt niet.

Om in aanmerking te komen voor verlenging van de maximale projectperiode tot en met 30 juni 2026 is geen aanvullende aanvraag van de gemeenten nodig. De duur van de periode waarvoor de uitkering is verleend, is voor alle gemeenten ambtshalve verlengd door middel van een verlengingsbeschikking.

2. Artikelsgewijs

ARTIKEL II

Er is afgeweken van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving waardoor deze regeling in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Afwijking is gerechtvaardigd, omdat het uitkeringsplafond in 2024 zijn beslag moet krijgen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Helder

Naar boven