Kennisgeving Hoogspanningsverbinding 380 kV Diemen, Lelystad en Ens Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Vaststelling van de benodigde onderzoeken voor het milieueffectrapport (MER): de definitieve Notitie Reikwijdte en Detailniveau

Het voornemen van Hoogspanningsverbinding 380 kV Diemen, Lelystad en Ens

Met een kennisgeving op 1 september 2022 heeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat u geïnformeerd over het voornemen tot het project Hoogspanningsverbinding 380 kV Diemen, Lelystad en Ens, met daarin de plannen voor het project op hoofdlijnen. De nieuwe hoogspanningsverbinding wordt bovengronds aangelegd. In Diemen en Ens wordt de nieuwe 380 kV-hoogspanningsverbinding aangesloten op de bestaande 380 kV-hoogspanningsstations. In Lelystad is voor de aansluiting op het bestaande 380-/150 kV-hoogspanningsstation een nieuwe stationslocatie nodig. Om de uitbouw van het regionale elektriciteitsnetwerk te faciliteren wordt ook een nieuw 380-/150kV-hoogspanningsstation tussen Almere en Zeewolde gebouwd. Voor het project worden de mogelijke gevolgen van het project op het milieu onderzocht, zodat dit kan worden meegenomen in de besluitvorming. De resultaten van de milieuonderzoeken komen samen in het milieueffectrapport (MER).

Besluitvorming

Op de besluitvorming over Hoogspanningsverbinding 380 kV Diemen, Lelystad en Ens is de projectprocedure uit de Omgevingswet van toepassing. Besluitvorming vindt getrapt plaats. De verkenningsfase (2022–2025) eindigt met een voorkeursbeslissing. Hierin wordt een keuze gemaakt uit één van de in het MER onderzochte tracéalternatieven. In de planuitwerkingsfase (voorzien 2025–2027) wordt de voorkeursbeslissing verder uitgewerkt. Het definitieve tracé van de nieuwe hoogspanningsverbinding wordt vastgelegd in een projectbesluit (voorheen inpassingsplan).

De voorkeursbeslissing en het projectbesluit zijn ruimtelijke besluiten die worden genomen door de Minister voor Klimaat en Energie en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Milieueffectrapportage

In het milieueffectrapport (MER) worden mogelijke milieueffecten, bijvoorbeeld op leefomgevingskwaliteit van de mens, gezondheid, landschap, cultuurhistorie, natuur, bodem en water, in beeld gebracht zodat deze effecten een volwaardige rol kunnen spelen bij de besluitvorming. Het MER zal ook een passende beoordeling bevatten om mogelijke gevolgen voor Natura 2000-gebieden in kaart te brengen.

Welke informatie is er nodig voor de milieueffectrapportage?

De Minister voor Klimaat en Energie heeft in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) aangegeven welk milieuonderzoek wordt uitgevoerd en hoe dit in het MER wordt opgenomen. De eerste concept versie van deze NRD heeft ter inzage gelegen van vrijdag 10 maart tot en met donderdag 20 april 2023. Een tweede concept versie van de NRD heeft ter inzage gelegen van vrijdag 6 oktober tot en met donderdag 16 november 2023. Iedereen heeft in die periode een reactie kunnen indienen op de concept-NRD. Er zijn binnen de inspraaktermijn in totaal 1.539 reacties van particulieren, bedrijven en betrokken overheden ontvangen. De Commissie voor de milieueffectrapportage heeft op 31 mei 2023 een advies uitgebracht op de concept-NRD en de ingediende zienswijzen en reacties. Uit de zienswijzen en het advies van de Commissie m.e.r. komt een aantal zaken naar voren die belangrijk zijn om in het MER op te nemen. Voor de inhoud hiervan wordt verwezen naar het vaststellingsbesluit NRD.

Vaststelling van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD)

Mede op basis van de ingediende reacties en het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage heeft de Minister voor Klimaat en Energie op 1 februari 2024 de definitieve NRD vastgesteld.

Waar kunt u de NRD inzien?

U kunt de definitieve NRD inzien op www.rvo.nl/diemen-ens. Heeft u na het bezoeken van de website nog vragen? Dan kunt u bellen met Bureau Energieprojecten, T (070) 379 89 79.

Wat gebeurt er hierna?

Na afronding van de eerste fase van het MER (planMER) zal er een integrale effectenanalyse (IEA) worden uitgevoerd, waarin naast de milieueffecten ook de effecten op het gebied van technische haalbaarheid, belangen in de omgeving, kosten, toekomstvastheid en ruimtelijke kwaliteit in beeld worden gebracht. Vervolgens worden de regionale overheden (gemeenten, provincies en waterschappen) om advies gevraagd over het gewenste tracé en de locaties van de hoogspanningsstations. Op basis van dit regionale advies, het MER en de IEA nemen de Ministers voor Klimaat en Energie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties een ontwerp-voorkeursbeslissing. De planMER, IEA en ontwerp-voorkeursbeslissing zullen tegelijkertijd ter inzage worden gelegd. Hierop kan iedereen dan reageren. Dit wordt te zijner tijd, naar verwachting in 2025, aangekondigd in onder andere de Staatscourant en op www.rvo.nl/diemen-ens.

Naar boven