Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2024, 17124 | algemeenverbindendverklaring van cao-bepalingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2024, 17124 | algemeenverbindendverklaring van cao-bepalingen |
Aardappelen, Groenten en Fruit, Detailhandel in 2024/2025
Verbindendverklaring cao-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Gelezen het verzoek van de Ambachtelijke Versdetailhandel Nederland (AVN) mede namens de overige partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeenverbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;
Partijen ter ener zijde: de Ambachtelijke Versdetailhandel Nederland (AVN) en de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel (CVAH);
Partijen ter andere zijde: FNV en CNV.
Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;
Besluit:
Verklaart algemeen verbindend de navolgende bepalingen van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, zulks met inachtneming van hetgeen in de dicta II, III, IV en V is bepaald:
Algemene Bepaling
Waar in deze cao de mannelijke vorm van voornaamwoorden of zelfstandige naamwoorden wordt gebruikt, gebeurt dat steeds in strikt neutrale zin.
Waar in deze CAO wordt gesproken over huwelijk, worden ook overige duurzame en formeel geregisterde samenlevingsvormen bedoeld.
a. Christelijke feestdagen: Nieuwjaarsdag, Eerste en Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Eerste en Tweede Pinksterdag en de Eerste en Tweede Kerstdag.
b. Koningsdag en andere door de overheid aangewezen nationale feestdagen.
c. Met betrekking tot Bevrijdingsdag, 5 mei, hebben CAO partijen bepaald dit eens in de 5 jaar als een vrije dag aan te merken met behoud van loon. Voor de eerste keer gold 5 mei 2000 als zo’n erkende feestdag.
De tussen werkgever en werknemer overeengekomen tijd waarop de werknemer werkt of waarop hij volgens het arbeidsrooster te werk kan worden gesteld.
Een onderneming, uitgeoefend in besloten ruimtes (winkel of hallen) alsmede markten standplaatsen, wijkrijders en concessionairs waar of van waaruit bedrijfsmatig uitsluitend of in hoofdzaak groenten, fruit en/of aardappelen worden verkocht, niet zijnde een groothandel.
Een werknemer die op basis van een arbeidsovereenkomst zich verbindt om arbeid te verrichten na ontvangst van een oproep.
De werkgever is de natuurlijke of rechtspersoon die de onderneming drijft als bedoeld in artikel 1 lid 3.
De werknemer is degene die in dienst is bij de werkgever van een onderneming zoals omschreven in artikel 1 lid 3.
Het loon is het tussen werkgever en werknemer overeengekomen bruto loon plus eventuele provisie en toeslagen voor het werken op bijzondere uren. Niet onder loon vallen:
• jaarlijkse uitkeringen, waaronder gratificaties;
• kosten- en overwerkvergoedingen.
De wettelijke echtgeno(o)t(e) of de geregistreerde partner of de partner met wie de werknemer blijkens een kopie van een notariële samenlevingsovereenkomst duurzaam samenleeft op eenzelfde adres, mits tussen hen geen bloed- en aanverwantschap in de rechte lijn of in de tweede graad bestaat. De bepalingen in deze cao m.b.t. echtgenot(o)t(e) zijn overeenkomstig van toepassing voor een (geregistreerde)partner.
De basis van de beschreven arbeidsvoorwaarden is full-time dienstverband. Daar waar er sprake is van parttime dienstverband zullen de arbeidsvoorwaarden naar rato worden uitgekeerd.
1. De werkgever is verplicht al datgene te doen en na te laten wat een goed werkgever in gelijke omstandigheden behoort te doen en na te laten.
2. De werknemer is verplicht de hem opgedragen werkzaamheden, voortvloeiend uit zijn functie, naar beste vermogen en op ordelijke wijze te verrichten.
3. De werknemer is verplicht indien, in bijzondere gevallen, zijn werkgever hem daartoe opdracht geeft, andere dan zijn gebruikelijke arbeid te verrichten, voor zover deze arbeid verband houdt met de arbeid in de onderneming van de werkgever en de werknemer geacht kan worden tot de arbeid in staat te zijn en voor zover, de omstandigheden in aanmerking genomen, de opgedragen arbeid van de desbetreffende werknemer redelijkerwijs kan worden geëist.
4. De werknemer moet aan de werkgever melden als deze elders arbeid verricht.
1. De werkgever moet de werknemer van het aangaan van een arbeidsovereenkomst een schriftelijke versie of bevestiging uitreiken.
2. De cao detailhandel AGF is een minimum cao. Er mag in positieve zin voor werknemer door werkgever van worden afgeweken.
1. De arbeidsweek loopt van maandag tot en met zaterdag.
2. Geen arbeid wordt verricht op zondag en algemeen erkende feestdagen. In bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Een werknemer mag alleen op vrijwillige basis werken.
3. De normale wekelijkse arbeidsduur bedraagt maximaal 40 uur verdeeld over maximaal 5 dagen per week.
4. Bij de vaststelling van de, tussen werkgever en werknemer, overeengekomen arbeidstijd geldt het volgende: De werknemer heeft recht op een werkweek van maximaal 5 dagen. In overleg tussen werkgever en werknemer kan op vrijwillige basis de 4-daagse werkweek gehanteerd worden met een maximum van 40 uur per week.
5. De werkgever houdt bij het vaststellen van het arbeidsrooster rekening met de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, voor zover dat in redelijkheid van de werkgever gevergd kan worden. Onder persoonlijke omstandigheden wordt onder andere verstaan: zorgtaken voor kinderen, afhankelijke familieleden en naasten, religieuze dagen, alsmede maatschappelijke verantwoordelijkheden door de werknemer gedragen.
6. De dagelijkse arbeid is in de regel gelegen tussen 06.00 uur en 21.00 uur van maandag tot en met vrijdag en van 06.00 uur tot 18.00 uur op zaterdag.
7. Afhelpkwartiertje: Per 1 april 2024 wordt het afhelp-kwartiertje reguliere arbeidstijd.
8. De arbeidstijden worden op de volgende wijze onderbroken door rusttijden:
a. bij een werkdag van meer dan 5 ½ uur: tenminste een ½ uur;
b. bij een werkdag van meer dan 8 uur: tenminste ¾ uur, eventueel op te splitsen in een ½ uur en een kwartier;
c. rusttijden van minder dan een kwartier (koffie- en theepauzes) worden tot de arbeidstijd gerekend;
d. De werkgever organiseert de arbeid van een jeugdige werknemer (onder de 18 jaar) zodanig dat, indien hij meer dan 4,5 uren arbeid per dienst verricht, zijn arbeid tijdens de dienst wordt onderbroken door een pauze. De pauze bedraagt ten minste 30 minuten, die zo nodig kan worden gesplitst in pauzes van elk ten minste 15 minuten.
9. Werknemers jonger dan 18 jaar mogen geen arbeid verrichten na 21.00 uur.
10. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet tot het werken op koopavonden en tot het verrichten van overwerk worden verplicht.
11. De werkgever zal geen gebroken diensten inroosteren.
1. De toeslagen voor de zaterdag en de toeslagen voor het werken op de avonden tot 21.00 uur worden enkel nog uitgekeerd indien de werknemer op deze tijden werkt op verzoek van de werkgever. Indien een medewerker op eigen verzoek werkt op deze werktijden, vervalt de toeslag.
werktijden |
maandag |
dinsdag |
woensdag |
donderdag |
vrijdag |
zaterdag |
zondag |
---|---|---|---|---|---|---|---|
00:00-06:00 uur |
50% |
50% |
50% |
50% |
50% |
0% |
100% |
06:00-14:00 uur |
0% |
0% |
0% |
0% |
0% |
0% |
100% |
14:00-18:00 uur |
0% |
0% |
0% |
0% |
0% |
33,33% |
100% |
18:00-21:00 uur |
33,33% |
33,33% |
33,33% |
33,33% |
33,33% |
100% |
100% |
21:00-24:00 uur |
50% |
50% |
50% |
50% |
50% |
100% |
100% |
2. Toeslagen voor het werken op zon- en feestdagen gelden echter voor alle werknemers, zonder onderscheid naar het aantal uur dat zij per week werken. De toeslagen kunnen in geld of in vrije tijd vastgesteld worden. De extra vrije tijd kan eventueel in combinatie met aan werknemers uit andere hoofde toekomende vrije tijd worden gegeven, zodat werknemer in de gelegenheid wordt gesteld een hele vrije dag op te nemen. Indien toeslagen in geld worden uitbetaald dienen deze separaat op de loonspecificatie vermeld te worden.
3. Indien een werknemer zijn werkzaamheden voor 13.00 uur aanvangt en de werktijd voortduurt na 18.00 uur:
a. wordt de werknemer in de gelegenheid gesteld thuis een warme maaltijd te gebruiken;
b. dan wel verstrekt de werkgever een warme maaltijd;
c. dan wel ontvangt de werknemer een maaltijdvergoeding van € 7,50 (incl. BTW).
4. Werknemers die gebruik maken van een kinderopvangregeling kunnen niet verplicht worden om op maandag t/m vrijdag na 18.00 uur en voor 06.00 uur en op zaterdag na 14.00 uur te werken.
5. Werknemers kunnen niet verplicht worden om meer dan 3 avonden per week na 18.00 uur te werken.
6. De compensatie voor het werken op bijzondere uren voor een werknemer in volledige dienst kan in tijd worden ingeroosterd ter verwezenlijking van een vierdaagse werkweek.
1. Overwerk wordt zoveel mogelijk voorkomen doch is, behoudens het bepaalde in artikel 5 lid 10, verplicht indien het door de werkgever wettig wordt geëist.
2. Onder overuren wordt verstaan:
a. door of namens de werkgever opgedragen arbeid voor zover de werkuren de 40 uur per week overschrijden;
b. onder overuren wordt eveneens verstaan uren buiten de normale dagelijkse arbeidstijd, met uitzondering van de werknemers werkzaam in de ambulante handel.
c. Meeruren parttime medewerkers:
Onder meeruren voor parttime werknemers wordt verstaan het verschil in uren tussen de contractueel overeengekomen arbeidsduur en een wekelijkse werktijd van 40 uur. Voor elk gewerkte meeruur ontvangt de parttimer 100% van het voor hem geldende uurloon. De uren worden in beginsel uitbetaald. De beloning voor meeruren is onderdeel voor de grondslag voor de berekening van de vakantietoeslag en verlofrechten en pensioenopbouw.
3. Voor overwerk wordt het uurloon uitbetaald, vermeerderd met de volgende toeslagen:
a. |
voor overuren tussen 06.00 uur en 18.00 uur |
25% |
b. |
voor overuren tussen 21.00 uur en 06.00 uur |
50% |
4. Loon plus toeslag voor overwerk wordt door de werkgever, na overleg met de werknemer, bij voorkeur uitgekeerd in vrije tijd.
Voor de werknemer die gebruik maakt van het vervoer van de werkgever, zal het gedeelte van de reistijd boven de 60 minuten per dag beschouwd worden als arbeidstijd.
1. De werknemer met een fulltime of parttime arbeidsovereenkomst die op vaste dagen per week werkzaam is, heeft voor elke algemeen erkende feestdag, als bedoeld in art. 1, recht op een vrije dag met behoud van loon en opbouw van vakantierechten indien deze feestdag op zijn vaste werkdag valt.
2. Indien de vaste werkdag niet is overeengekomen, is er recht op een vrije dag met behoud van loon en opbouw van vakantierechten, indien de betreffende werknemer zijn reguliere arbeidspatroon in ogenschouw nemend, op de dag waarop de feestdag valt, normaliter wel had moeten werken.
3. Indien vaste werkdagen niet tussen werkgever en werknemer overeengekomen zijn, is er geen recht op een vrije dag met behoud van loon en opbouw van vakantierechten, indien de betreffende werknemer, zijn reguliere arbeidspatroon in ogenschouw nemend op de dag waarop de feestdag valt, normaliter niet had moeten werken.
4. De werkgever is verplicht, bij het beoordelen van het reguliere arbeidspatroon van de werknemer, zich te gedragen zoals een goed werkgever betaamt.
1. Vakantie-uren worden opgebouwd in de periode van 1 januari tot en met 31 december.
2. Fulltime werknemers die gedurende het gehele vakantie-jaar in dienst zijn van werkgever hebben recht op 192 vakantie-uren, bij een 40-urige werkweek, met behoud van loon, als bedoeld in het BW.
De vakantie-uren zijn verdeeld in wettelijke en bovenwettelijke uren. Wettelijke uren = 4x het aantal uren dat er wekelijks wordt gewerkt. De uren boven dit aantal zijn de bovenwettelijke uren.
Contract |
Wettelijke uren |
Bovenwettelijke uren |
Totaal |
---|---|---|---|
40 uur |
4 x 40 = 160 uur |
40/40 x 32 = 32 |
160 + 32 = 192 uur |
3. Werknemers worden in de gelegenheid gesteld ten minste 2 weken vakantie aaneengesloten te genieten in de periode 1 mei tot 1 oktober. De overige vakantie-uren worden als snipperuren aangemerkt.
4. De aaneengesloten vakantiedagen wordt voor iedere werknemer door de werkgever, in overleg met de werknemer vastgesteld. Het heeft de voorkeur dit vroegtijdig in het jaar te doen.
5. CAO partijen hebben een aanvullende afspraak gemaakt met betrekking tot het recht van het opnemen van de wettelijke vakantie-uren. Werknemer heeft tot 12 maanden na het verstrijken van het jaar recht op behoud en opnemen van de wettelijke vakantie-uren van het voorgaande jaar. De bovenwettelijke vakantie-uren verjaren na 5 jaar. De sociale partners benadrukken dat het opnemen van vakantie-uren bijdraagt aan het herstel van werknemers.
6. Voor iedere maand dat een werknemer na 1 januari in dienst is getreden wordt de vakantie met 1/12 deel van de vakantie-aanspraken verminderd.
7. Bij beëindiging van het dienstverband zal, gerekend vanaf 1 januari van het vorige kalenderjaar over de periode tot aan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst per maand dienstverband een vergoeding worden betaald voor opgebouwde, niet genoten vakantierechten.
Indien de werknemer bij beëindiging van het dienstverband meer vakantie uren heeft genoten dan waarop hij krachtens zijn normale arbeidstijd recht had, zal de werkgever voor iedere te veel genoten vakantie uren het daarmee overeenkomende loon inhouden, als bedoeld in het BW.
8. Aan werknemers die 26 jaar of langer in dienst zijn van de werkgever wordt bovenop de vakantie-uren ingevolge lid 2 van dit artikel per jaar 16 extra vakantie-uren toegekend.
9. In het kader van het fysiek ontlasten is bij CAO bepaald dat werknemers die bij aanvang van het vakantiejaar de 45-jarige leeftijd hebben bereikt wordt 8 vakantie-uren per jaar toegekend; bij 50 jaar 16 vakantie-uren; bij 55 jaar 24 vakantie-uren en bij 60 jaar 32 vakantie-uren. Cumulatie met lid 8 van dit artikel is uitgesloten. Aangegeven vakantie-uren in lid 8 en 9 zijn gebaseerd op een 40-urige werkweek.
leeftijd |
extra uren (40 uur) |
---|---|
45–50 jaar |
8 |
≥26 jaar in dienst |
16 |
50–55 jaar |
16 |
55–60 jaar |
24 |
60 jaar tot AOW |
32 |
10. Arbeidsongeschikte werknemers bouwen nog vakantiedagen op, deze CAO volgt hierin de wettelijke bepaling.
1. Iedere werknemer heeft recht op een vakantiegeld van 8% van het totale jaarloon. Berekend over de periode van 1 juni tot en met 31 mei, uiterlijk te betalen in de maand juni.
Het totaal van het/de betaalde maandsalaris(sen) en vakantietoeslag moet op grond van artikel 16 lid 2 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag minimaal 108% van het geldende wettelijk minimumloon zijn over alle uren die in die periode zijn gewerkt.
2. De werknemer die op 1 juni van enig jaar nog niet gedurende een vol jaar bij dezelfde werkgever in dienst is of van wie het dienstverband tussentijds is beëindigd, heeft recht op een tijdsevenredig deel van de vakantiegeld, zoals bedoeld in dit artikel.
1. Werknemers die door ziekte of ongeval niet in staat zijn hun arbeid te verrichten, dragen er zorg voor dat dit op de eerste dag van hun arbeidsongeschiktheid voor aanvang van de normale werktijd aan hun werkgever wordt gemeld.
2. Werkgever heeft het recht om bij de 4e, de 5e en de 6e ziekmelding, gedurende een kalenderjaar, telkens ten hoogste één wachtdag in te houden.
Een medewerker die 40 uur per week werkt en die de arbeid gedurende enig vakantiejaar niet wegens arbeidsongeschiktheid heeft verzuimd, krijgt na afloop van dat jaar recht op een extra vakantiedag, dat wil zeggen 8 extra vakantie uren. Bij een werkweek met minder uren, wordt dit naar rato toegekend.
3. Indien de werknemer ten gevolge van ziekte of ongeval geheel of gedeeltelijk verhinderd is zijn werkzaamheden te verrichten, is de werkgever verplicht gedurende 52 weken aan de werknemer het voor betrokkene geldende loon, als bedoeld in BW, voor 100%, door te betalen. In de hierop volgende 52 weken van ziekte is de werkgever verplicht 70% van het voor betrokkene geldende loon, als bedoeld in het BW, door te betalen.
4. De in dit artikel genoemde aanspraken zijn niet verschuldigd indien en voor zover:
a. de werknemer zijn aanspraak op mogelijke wettelijke uitkeringen als bedoeld in lid 6, niet heeft of verliest ten gevolge van eigen opzet of schuld.
b. de werknemer ter zake van zijn arbeidsongeschiktheid dan wel uit hoofde van een hem overkomen ongeval, zal meewerken aan de verhaalmogelijkheid en zal dossiergegevens delen om de werkgever in staat te stellen de schade te verhalen op derden.
6. Eventuele wettelijke uitkeringen in verband met de arbeidsongeschiktheid worden in mindering gebracht op het loon.
1. De werkgever is verplicht aan de nagelaten betrekkingen van de werknemer over de periode vanaf de dag van overlijden tot en met de laatste dag van de tweede maand na de maand waarin het overlijden plaatsvond, een uitkering te verlenen ten bedrage van het loon, dat de werknemer laatstelijk rechtens toekwam.
2. Voor de toepassing van dit artikel worden onder nagelaten betrekkingen verstaan de langstlevende der echtgenoten van wie de werknemer niet duurzaam gescheiden leefde, dan wel de daarmee op grond van een wettelijk voorgeschreven ziekte- of arbeidsongeschiktheidsverzekering ter zake van de uitkering bij overlijden gelijkgestelde persoon, of bij ontstentenis van deze de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen.
Als echtgenoten worden mede aangemerkt niet gehuwde personen van verschillend of gelijk geslacht, die duurzaam een gezamenlijke huishouding voeren, tenzij het betreft personen tussen wie bloedverwantschap in de eerste of tweede graad bestaat. Voorts is bepaald dat van een gezamenlijke huishouding slechts sprake kan zijn, indien twee ongehuwde personen gezamenlijk voorzien in de kosten van de huishouding, dan wel op andere wijze in elkaars verzorging voorzien.
1. Een werknemer heeft bij tijdelijke vervanging van een werknemer in een hogere functie, nadat de vervanging 2 maanden heeft geduurd en zolang de vervanging duurt, recht op een vervangingstoeslag.
2. De vervangingstoeslag is gelijk aan het verschil tussen het CAO-garantieloon voor 21-jarigen dat geldt voor de waar te nemen functie en het CAO-garantieloon voor 21-jarigen dat geldt voor de huidige functiegroep van de vervangende werknemer.
1. In geval van verzuim wordt, mits hiervan tijdig mededeling is gedaan, aan werknemers het loon doorbetaald in de hierna te noemen gevallen en tot de daarbij vermelde maximum duur, mits wat begrafenissen, huwelijken en dergelijke betreft de plechtigheid wordt bijgewoond en op die dagen gewoonlijk arbeid wordt verricht.
a. bij afsluiten notarieel samenlevingscontract gedurende een dag;
b. bij huwelijk van de werknemer gedurende twee dagen;
c. De werknemer heeft recht op verlof met behoud van loon wanneer hij zijn arbeid niet kan verrichten wegens het overlijden van de echtgeno(o)t(e) of van een kind (eigen of aangehuwd) van de werknemer voor de periode van moment van overlijden tot en met de dag van de uitvaart (met een maximum van 6 dagen);
d. Bij het overlijden van de ouders, of schoonouders van de werknemer gedurende 2 dagen (1 dag bij het overlijden en 1 dag bij de uitvaart);
e. Bij het overlijden van een grootouder, kleinkind, broer, zuster, zwager of schoonzuster 1 dag (dag van de uitvaart);
f. bij huwelijk van eigen-, pleeg- of stiefkinderen, ouders en schoonouders, broers en zusters, zwagers en schoonzusters, grootouders en kleinkinderen, gedurende een dag;
g. De partner heeft recht op eenmaal het aantal werkuren per week geboorteverlof;
h. voor het afleggen van examens van bedrijfsgebonden cursussen: tenminste de tijd die hiervoor nodig is;
i. ingeval van noodzakelijke medische behandeling, gedurende de werkelijke benodigde tijd tot ten hoogste een dag, voor zover de behandeling niet buiten de werktijd kan geschieden. De noodzakelijke medische behandeling dient zoveel mogelijk buiten werktijd te geschieden;
j. voor het zoeken naar een nieuwe werkgever na opzegging van de dienstbetrekking door de werkgever, indien de werknemer tenminste gedurende zes weken onmiddellijk aan de opzegging voorafgaand onafgebroken bij de onderneming in dienst is geweest, 5 uren opeenvolgend of bij gedeelten;
k. bij vervulling van een van overheidswege zonder geldelijke vergoeding opgelegde persoonlijke verplichting (tenzij het een taakstraf betreft), de werkelijke benodigde tijd tot ten hoogste 4,5 uur;
l. bij een 25-jarig huwelijk en een 25-jarig dienstjubileum, gedurende 2 werkdagen;
m. bij een 40-jarig huwelijk en een 40-jarig dienstjubileum, gedurende 2 dagen;
n. bij een 25-, 40-, 50-jarig huwelijksjubileum van ouders of schoonouders, gedurende een dag;
o. voor het regelen van eerste opvang bij ziekte van eigen-, pleeg- of stiefkinderen tot en met de 12-jarige leeftijd, gedurende maximaal 2 dagen per jaar.
p. na overleg van de officiële documenten kan de werknemer bij de werkgever een aanvraag indienen voor adoptieverlof. De voorwaarden zoals in de wet aangegeven dienen daarbij als leidraad.
q. Met betrekking tot kortdurend zorgverlof hebben CAO partijen afgesproken de wettelijke loondoorbetalingnorm van 70% te hanteren.
2. Voor het bijwonen van algemene vergaderingen, indien de werknemer deel uitmaakt van een der hogere bondsorganen of afgevaardigde is van een afdeling, zal tot een maximum van drie dagen in een kalenderjaar en voor zover de eisen van de onderneming dit toelaten, bijzonder verlof met behoud van loon worden verleend.
3. Een werknemer heeft recht op verlof zonder behoud van loon voor de bijwoning van vergaderingen van organen en commissies van publiekrechtelijke lichamen, indien hij van zulk een orgaan of commissie deel uitmaakt.
4. Voor het bijwonen van vormings- en scholingscursussen van werknemersorganisaties, tenzij de eisen van de onderneming zich hiertegen verzetten, zal aan de werknemer met behoud van loon maximaal 5 dagen, waarvan 3 maximaal aaneengesloten, verzuim worden toegestaan, indien het verzoek van de werknemer wordt ondersteund door een schriftelijke verklaring van eerdergenoemde werknemersorganisaties dat deelname van de werknemer aan de cursus wenselijk moet worden geacht.
5. Voor toepassing van het bepaalde in lid 1 wordt huwelijk gelijkgesteld aan duurzame samenlevingsvormen die van tevoren aan de werkgever kenbaar zijn gemaakt.
6. Calamiteitenverlof - In geval van een calamiteit, waaronder acuut levensgevaar of plotseling optredende ernstige ziekte van de echtgeno(o)t(e), ouders, stiefouders, schoonouders, kinderen, stief-, pleeg- of aangehuwde kinderen, heeft de werknemer recht op doorbetaling van het loon.
7. Palliatief verlof - Werknemer heeft recht op palliatief verlof, hetgeen betekent 10 dagen betaald verlof voor de zorg voor familie in de eerste graad (echtgenoot, echtgenote, ouders, kinderen, broers en zussen) in zijn/haar laatste levensfase. De wettelijke loondoorbetalingnorm van 70% wordt hierbij gehanteerd.
1. Per 1 april 2024 worden de lonen in de loontabel verhoogd met 2,5%.
Per 1 januari 2025 wordt de APC in de loontabel toegepast.
Automatische Prijscompensatie (APC)
Per 1 januari 2025 wordt ter voorkoming van toekomstige inflatieachterstanden de APC van kracht. Dat betekent dat ter compensatie van de stijging van de kosten van levensonderhoud de salarissen door middel van toepassing van een systeem van prijscompensatie zullen worden geïndexeerd. Dat wil zeggen dat per 1 januari 2025 de brutosalarissen worden aangepast aan de hand van de mutatie van de consumentenprijsindex (CPI). De aanpassing vindt plaats op basis van het CBS consumentenprijsindexcijfer (reeks voor alle huishoudens, afgeleid oktober 2023-oktober 2024). De aanpassing is gelijk aan de mutatie van het cijfer in de periode oktober - oktober. Bij de toepassing van deze prijsindexeringsregeling wordt van de voorlopige CBS-consumentenprijsindexcijfers uitgegaan indien de definitieve cijfers nog niet bekend zijn. Dit betekent, dat met eventuele correcties, welke achteraf in het voorlopige consumentenprijsindexcijfer over een bepaalde maand worden aangebracht, geen rekening wordt gehouden. Wanneer de CPI > 5% wordt maximaal 5% toegepast. Wanneer aanpassingen negatief zijn wordt het percentage niet toegepast maar bevroren en verrekend met toekomstige verhogingen.
Gezien de voorgestelde ingangsdatum van de APC per 1 januari 2025, betekent dit dat de brutosalarissen in de loontabel als eerste per 1 januari 2025 structureel worden aangepast.’
2. De werkgever verstrekt dagelijks in de kantine/pauzeruimte vers fruit aan de werknemer om daarmee een gezonde leefstijl te stimuleren.
3. Medewerkers hebben jaarlijks recht op het volgen van twee scholingsdagen vanuit het branche-opleidingsprogramma, welke voor 100% worden doorbetaald door de werkgever.
4. Voor medewerkers die gemiddeld 12 uur per week of minder werken is het toegestaan een all-in uurloon af te spreken.
5. De in lid 11 omschreven functieprofielen, en de daaraan gekoppelde vereisten met betrekking tot taakgebieden en de daarbij behorende lonen zijn van toepassing. Werkgevers en werknemers dienen schriftelijk te zijn overeengekomen in welk functieprofiel zij, gezien hun ervaring en opleiding, worden geplaatst en het daarbij behorende loon. Voorwaarde is dat een werknemer niet teruggaat in loon naar aanleiding van de functieprofielplaatsing.
6. Werkgever is verplicht minimaal 1 maal per jaar met zijn medewerkers een functioneringsgesprek te houden. In dit gesprek is naast het bespreken van het functioneren en de indeling van de medewerker in een functiegroep ook het bespreken van een persoonlijk opleidingsplan een verplicht onderwerp.
7. Indien een werknemer wordt geplaatst in een functieprofiel waarvan hij/zij de daarbij vereiste competenties nog niet (allemaal) beheerst, plannen werkgever en werknemer in onderling overleg de termijn waarbinnen en hoe werknemer dit op het vereiste niveau kan brengen. Alle afspraken hieromtrent dienen schriftelijk te worden vastgelegd.
8. Aan doorstroming in functieprofielen zijn verplichte ontwikkeltrajecten verbonden.
9. Indien binnen de onderneming geen mogelijkheid bestaat een eerste AGF versleidinggevende of AGF versmanager te plaatsen, vindt geen doorstroming plaats in deze functies.
10. Indien partijen niet tot overeenstemming kunnen komen, dienen zij zich te wenden tot de commissie Arbeidsvoorwaarden voor een onafhankelijk advies. Zowel werkgever als werknemer heeft het recht zich tot de commissie te wenden.
11. Functieprofielen
Functieprofielen, veelvoorkomende werkzaamheden en bijbehorende competenties, met peildatum 1 januari 2024 zijn terug te vinden op de website van AVN: Externe link: https://avn.nu/application/files/7917/1447/9849/Functieomschrijvingen_avn.pdf1_1.pdf.pdf
Op de website van AVN is ook terug te vinden welke cursusmogelijkheden er zijn om je zo verder te kunnen ontwikkelen: Externe link: https://avn.nu/themas/ondernemen/trainingen
12. Referentiefuncties
Aanloopschaal
De aanloopschaal is bedoeld voor nieuwe medewerkers in de branche, zonder enige ervaring of branchekennis. Nieuwe medewerkers verblijven maximaal 3 maanden in deze functieschaal. In deze periode dienen de competenties verworven te worden welke doorstroom naar functiegroep A mogelijk maakt.
Verkoopassistent (A):
De verkoopassistent is in opleiding, voert een beperkt aantal activiteiten uit in de winkel alsmede productiewerkzaamheden, en heeft contact met de klant. Zijn/haar taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn operationeel van aard.
De verkoopassistent wordt ingedeeld in functiegroep A en gaat na maximaal 12 maanden over naar functiegroep B, indien aan de daartoe behorende competenties voor 80% wordt voldaan.
AGF versadviseur (B):
De AGF versadviseur heeft een breed, meest uitvoerend, takenpakket in de winkel. Het contact met de klant is erg belangrijk. Zijn/haar taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn operationeel van aard. Voor het uitvoeren van de werkzaamheden is een bepaalde mate van vakkennis nodig en vaardigheden op het gebied van snijkeuken en kookkeuken. De AGF versadviseur wordt ingedeeld in functiegroep B.
AGF versspecialist (C):
De AGF versspecialist is een medewerker met veel ervaring in de winkelpraktijk. Zijn/haar taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn voornamelijk operationeel van aard op het gebied van het verkoop- en productieproces. De AGF versspecialist verricht werkzaamheden waarvoor een hoge graad van vakbekwaamheid nodig is op het gebied van maaltijdadvisering.
AGF versleidinggevende (D):
De AGF versleidinggevende voert het bedrijfsbeleid uit en geeft leiding aan medewerkers. Hij/zij voert ook zelfstandig verkooptaken uit. Haar/zijn taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn zowel tactisch als operationeel van aard. Voor het uitvoeren van de werkzaamheden worden eisen gesteld ten aanzien van uitgebreide vakkennis en leidinggeven. De uiteindelijke verantwoordelijkheid ten aanzien van managementtaken ligt bij een naast hogere in functie.
AGF versmanager (E):
Een AGF versmanager voert het beheer over een klein- of middelgroot onderdeel (vestiging) van een filiaalbedrijf. Hij/zij voert het ondernemingsbeleid uit, geeft leiding aan de medewerkers en voert ook verkoopteken uit. Haar/zijn taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn voornamelijk tactisch, strategisch en operationeel van aard.
13. loontabellen
Het niveau van de salarisbedragen in loontabel, behorende bij de CAO voor de AGF detailhandel liggen altijd minimaal gelijk of boven het Wettelijk Minimum (uur)loon (WML).1
Sociale Partners hebben afgesproken om de fiscale mogelijkheden rondom de werkkostenregeling binnen de branche, positief, onder de aandacht te brengen. De werkkostenregeling betekent voor werknemers per saldo dat de werkkosten uit het brutoloon worden betaald.
Deze onbelaste vergoeding kan voor meerdere doeleinden worden aangewend, onder andere:
• reiskostenvergoeding;
• fietsenplan (of elektrische scooter);
• fitness;
• vakbondscontributie.
1. Deze CAO volgt de wettelijke bepalingen waar het gaat om het opzeggen van het dienstverband.
2. Bij opzegging van het dienstverband door werkgever of werknemer dienen de geldende wettelijke bepalingen in het Burgerlijk Wetboek ter zake van opzegging en beëindiging van het dienstverband in acht te worden genomen.
3. Opzegging geschiedt wederzijds schriftelijk.
4. De opzegging mag niet plaatsvinden als gevolg van het enkele feit dat de werknemer als (kader) lid van een werknemersorganisatie staat ingeschreven.
1.
a. Partijen stellen een Commissie Arbeidsvoorwaarden in, bestaande uit 4 leden en 4 plaatsvervangende leden, waarvan 2 leden en 2 plaatsvervangende leden te benoemen door de in deze overeenkomst participerende werkgeversorganisaties en 2 leden en 2 plaatsvervangende leden door de in deze overeenkomst participerende werknemersorganisaties.
2. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een secretaris, zodanig dat deze functies over beide partijen worden verdeeld.
3. De taak van de commissie bestaat uit:
a. het op verzoek van een werkgever en/of werknemer verlenen van dispensatie van het in deze CAO bepaalde, mits een dergelijk verzoek schriftelijk en gemotiveerd wordt ingediend. Cao-partijen zullen bij een ontheffingsverzoek in ieder geval de navolgende punten toetsen:
• De redenen waarom ontheffing wordt gevraagd dienen voldoende gegrond te zijn;
• De arbeidsvoorwaarden voor de werknemers dienen voldoende gewaarborgd te zijn;
• De door de werkgever voorgestelde arbeidsvoorwaardenregeling(en) mag (mogen) niet in strijd zijn met wettelijke bepalingen.’
b. het geven van advies over alle zaken die haar in deze CAO ter behandeling zijn of zullen worden opgedragen;
c. het desgewenst geven van advies omtrent de uitleg en/of de toepassing van deze CAO aan participerende organisaties, alsmede aan iedere werkgever of werknemer als bedoeld in artikel 1. Een verzoek om advies dient schriftelijk bij de commissie te worden gedaan;
d. het behandelen bij wijze van advies van geschillen omtrent de uitleg en/of de toepassing van deze CAO, indien partijen betrokken bij het geschil daarom schriftelijk verzoeken.
4. Tot de taak van de Commissie Arbeidsvoorwaarden behoort mede het in behandeling nemen van geschillen over de indeling in functies, zoals geregeld in artikel 16 lid 5, indien een of beide partijen, betrokken bij het geval, daarom schriftelijk verzoekt. Geschillen kunnen worden voorgelegd door zowel betrokkenen als door hen vertegenwoordigende organisaties.
5. Indien slechts één partij zich richt tot de Commissie met een vraag en/of probleemstelling, zal de wederpartij hiervan op de hoogte worden gebracht. Deze wordt in de gelegenheid gesteld te reageren alvorens de Commissie uitspraak doet.
6.
a. De beslissing van de Commissieleden dient unaniem te zijn alvorens een, schriftelijk en gemotiveerd, advies kan worden uitgebracht. Indien de beslissing niet unaniem is, zal deze uitkomst schriftelijk en gemotiveerd worden uitgebracht naar betreffende partijen. De Commissie Arbeidsvoorwaarden zal binnen een termijn van vier weken de beslissing kenbaar maken. Indien meer tijd nodig is om tot een beslissing te komen, zullen partijen binnen de termijn van vier weken hiervan op de hoogte worden gebracht door middel van een duidelijke toelichting. Deze procedure wordt ook aangehouden voor de in artikel 19 lid 3a genoemde dispensatieverzoeken.
7. De Commissie Arbeidsvoorwaarden is gevestigd aan het Horaplantsoen 20, 6716 LT te Ede.
Bestaande afspraken en rechtens geldende regelingen blijven, voor zover zij in gunstige zin van het bepaalde in deze collectieve arbeidsovereenkomst afwijken, gehandhaafd voor de werknemers die op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst in dienst van de werkgever te zijn.
Ten aanzien van het Sociaal Fonds hebben partijen een aparte collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten met een looptijd van 1 januari 2023 - 1 januari 2027.
Een goed personeelsbeleid en arbobeleid levert veel op. In de eerste plaats werkplezier, in de tweede plaats een veilig gevoel en veilige omgeving. Hierdoor zal het ziekteverzuim dalen, de productiviteit stijgen. Een goede werksfeer wordt overgebracht op de consument. Kortom het biedt tal van pluspunten, hetgeen is te bereiken door bewust bezig te zijn met dit thema.
Een goede start hiertoe is het invullen van de Risico-Inventarisatie & Evaluatie (RIE). Niet alleen omdat dit een wettelijke verplichting is, maar ook omdat het u een goede blik op uw bedrijf geeft. Voor de AGF Detailhandel is een speciaal digitaal instrument ontwikkeld om te voldoen aan deze wettelijke verplichting. Te downloaden via de website: Externe link: www.avn.nu.
De afgelopen jaren is er veel aandacht besteed aan personeels- en arbobeleid. Gezamenlijk met de werknemersorganisaties (FNV en CNV) is er gewerkt aan het opstellen van een Arbocatalogus voor de branche. Deze is ontwikkeld, getoetst door het Ministerie en goedgekeurd. De Arbocatalogus beschrijft (minimaal) de twee belangrijkste risicofactoren in de groentewinkel. Voor de AGF branche gaat het dan om fysieke belasting en snijrisico’s.
Voor vragen met betrekking tot de Arbocatalogus kunt u terecht bij een van de Werkgeversorganisaties:
• Voor de gevestigde groentewinkels is dat Ambachtelijke Versdetailhandel Nederland (AVN)
• Voor de Markthandel is dat de Koninklijke Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel (CVAH)
De in dictum I opgenomen bepalingen zijn algemeen verbindend verklaard tot en met 31 december 2025.
Voor zover de in dictum I opgenomen bepalingen strijdig zijn met bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen.
Dit betekent in het licht van de gelijke behandelingswetgeving dat ten aanzien van bepalingen waarin onderscheid wordt gemaakt terwijl daarvoor een objectieve rechtvaardiging vereist is, partijen in de uitvoeringspraktijk moeten zorgen voor een legitiem doel waarbij de ingezette middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn.
Voor gewijzigde wet- en regelgeving door de inwerkingtreding van de Wet invoering minimumuurloon per 1 januari 2024 geldt ook dat bij strijdigheid genoemde gewijzigde wet- en regelgeving prevaleert zoals de regelen in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Dit betekent onder andere dat indien de salarisbedragen per 1 januari 2024 lager zijn dan het wettelijk minimum(uur)loon, de nieuwe wettelijke bedragen van toepassing zijn en dat per 1 januari 2024 in de loonopgave ook melding gemaakt moet worden van het voor desbetreffende werknemer van toepassing zijnde minimumuurloon.
Voor zover in de in dictum I opgenomen bepalingen wordt verwezen naar informatie die gepubliceerd is op een website, geldt dat de informatie zoals opgenomen op die website geen onderdeel uit maakt van dit besluit tot algemeenverbindendverklaring. Deze informatie wordt aangemerkt als toepassingspraktijk van cao-bepalingen, zoals bedoeld in paragraaf 3.1. van het Toetsingskader AVV. De inhoud van deze informatie valt niet onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Uitgezonderd zijn de verwijzingen die wettelijk zijn toegestaan.
Zie voor de actuele bedragen van het minimumloon per 1 juli 2024 Externe link: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/minimumloon.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-17124.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.