Kennisgeving afwijzingsbesluit Wet beheer rijkswaterstaatswerken RWS-2024/16798 I

De minister van Infrastructuur en Waterstaat geeft, ingevolge afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht, kennis van het afwijzen van een vergunning op basis van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken onder zaaknummer RWSZ2023-00006755 met kenmerk RWS-2024/16798 I voor het uitbreiden, behouden en onderhouden van een elektrisch laadpunt als aanvullende voorziening, met twee extra laadpalen (van vier naar zes) voor elektrische motorvoertuigen inclusief kabels en leidingen en EV DS- en EV DS-a bewegwijzeringsborden op verzorgingsplaats De Zuidpunt naast de rijksweg A16 nabij hmp. 42,8 rechts, in de gemeente Dordrecht. Het afwijzingsbesluit is ten behoeve van Shell Nederland Verkoopmaatschappij B.V., Weena 505 te Rotterdam.

Terinzagelegging

Het afwijzingsbesluit, alsmede de ter zake zijnde stukken zijn van 25 april 2024 tot 6 juni 2024 in te zien via het Rijkswaterstaat Publicatie Platform: https://open.rws.nl/ter-inzage/. Ook liggen deze stukken tijdens kantooruren en met afspraak ter inzage op het volgende adres:

Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, Laan op Zuid 45, 3072 DB te Rotterdam.

Het afwijzingsbesluit wordt u op verzoek digitaal of per post toegezonden.

Inlichtingen

Voor vragen over dit besluit, kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met het Service Center Vergunningen Rijkswaterstaat, Postbus 4142, 6202 PA Maastricht. E-mail: omgevingsloket@rws.nl. Telefonisch (tijdens kantooruren) 088 797 430 00.

Rechtsbescherming

Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunnen belanghebbenden, die een zienswijze hebben ingediend tegen de ontwerpbeschikking, van 25 april 2024 tot 6 juni 2024 beroep instellen bij de rechtbank waar zij wonen of gevestigd zijn. Dit geldt ook voor belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dat zij geen zienswijzen tegen de ontwerpbeschikking hebben ingediend.

Crisis- en Herstelwet

Op dit besluit is Afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbende in het beroepschrift de beroepsgronden gericht tegen het besluit moet opnemen. Er mag dus geen pro forma beroep worden ingesteld. Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard indien de beroepsgronden niet binnen de beroepstermijn van zes weken zijn ingediend. Na afloop van de beroepstermijn kunnen beroepsgronden niet meer worden aangevuld.

Voorlopige voorziening

Het indienen van een beroepschrift heeft geen schorsende werking. Indien tegen het besluit beroep is ingesteld en als onverwijlde spoed dat vereist kan de indiener van het beroep een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen het rechtsgebied waarin de indiener van het beroepschrift zijn woonplaats heeft of gevestigd is.