Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 30 november 2023, nr.4979989, houdende wijziging van de Regeling wapen en munitie in verband met de verhoging van enkel bewaarloonkosten en leges voor de afgifte van de Europese vuurwapenpas

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 38, eerste lid en artikel 41 van de Wet wapens en munitie;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling wapen en munitie wordt als volgt gewijzigd:

A.

In artikel 47, vierde lid wordt ‘€ 2,27’ vervangen door ‘€ 15,–’.

B.

In artikel 50, eerste lid, sub i, onder 1° wordt ‘€ 40,–’ vervangen door ‘€ 72,60’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 30 november 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

TOELICHTING

Met deze wijzigingsregeling worden het bewaarloon en de onkostenvergoeding voor de afgifte van de Europese vuurwapenpas, geregeld in de Regeling wapens en munitie, verhoogd.

Bewaarloon

Ingevolge artikel 38, eerste lid van de Wet wapens en munitie worden bij de ministeriële regeling regels gesteld over de door de korpschef bij de uitvoering van deze wet te voeren administratie. Artikel 47 van de Regeling wapens en munitie regelt bij de uitvoering van deze wet te voeren administratie. Artikel 47, vierde lid vermeldt het bewaarloon dat de bewaarder de korpschef verschuldigd is.

De kern van artikel 8 Wet wapens en munitie is het creëren van een inleveringsverplichting van wapens die men voorhanden heeft zonder daartoe gerechtigd te zijn. Primaire doel is daarbij een verboden toestand te (doen) beëindigen. Het in bewaring geven van wapens en munitie in artikel 8 Wet wapens en munitie ziet met name op de gevallen waarin iemand aanvankelijk wel een vergunning voor een wapen heeft gehad, maar deze vergunning is inmiddels verlopen of ingetrokken; waarin iemand een wapen via een erfenis heeft verkregen; of waarin een bepaald wapen door nieuwe wetgeving een verboden wapen is geworden. Strafrechtelijk optreden komt in deze gevallen niet op de eerste plaats, maar heeft hier een subsidiair karakter. Het gaat bovenal om het voorkomen van een verboden toestand. Het strafrecht vervult in dit kader primair de rol van sluitstuk op een administratiefrechtelijke verplichting.

In het zevende lid van artikel 8 Wet wapens en munitie wordt de mogelijkheid voor de korpschef geïntroduceerd om bij regeling bewaarloon te verlangen voor op grond van artikel 8 van de wet in bewaring gegeven wapens. Omdat de bewaring doorgaans het gevolg zal zijn van een voor de bezitter reeds nadelige en door hem niet gewenste situatie, is het redelijk niet reeds vanaf het begin van de bewaring bewaarloon te verlangen. Om die reden wordt daarvan in de aanvangsperiode (die in de regeling is gesteld op 3 kalendermaanden) afgezien.

In 19961 is het bewaarloon vastgesteld op € 2,27 (toentertijd f 5,–). Sedertdien is het bewaarloon niet geïndexeerd. Dit heeft als gevolg dat het bewaarloon niet meer kostendekkend is voor de tijd, capaciteit en middelen die de korpschef van de politie moet inzetten om gevolg te kunnen geven aan de wettelijke taak met betrekking tot het in bewaring nemen van wapens. Uit het in bewaring nemen van wapens vloeit een werklast voort voor de politie die neer slaat op onder andere de verschillende teams korpscheftaken (intake, ontvangst en registratie), de afdelingen Wapens munitie en explosieven (intern vervoer en centrale opslag) en de afdelingen financiën voor eventuele inningsprocessen.

De korpschef van de politie heeft in 2021 onderzocht welke kosten worden gemaakt bij het in bewaring geven van wapens. Op basis van de kostenanalyse van de korpschef wordt het bewaarloon vastgesteld op € 15,– per maand.

Onkostenvergoeding voor de afgifte Europese vuurwapenpas

Ingevolge artikel 41 van de Wet wapens en munitie worden bij ministeriële regeling regels gesteld met betrekking tot het bedrag dat is verschuldigd bij de aanvraag op grond van deze wet van een Europese vuurwapenpas. Artikel 50 eerste lid, sub i onder 1° van de Regeling wapens en munitie vermeldt de onkostenvergoeding voor de afgifte van een Europese vuurwapenpas.

De invoering van de Europese vuurwapenpas is een gevolg van de toepassing van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (91/477EEG). Met de invoering van de pas werd beoogd legale wapenbezitters (jagers, personen die historische gebeurtenissen naspelen en sportschutters) het reizen door de EU-landen met hun wapens te vergemakkelijken en anderzijds de binnenlandse controle op die legale wapenbezitters, die afkomstig zijn uit één van de andere bij de EU aangesloten landen, te vergroten.

De Europese vuurwapenpas heeft tot doel de politiediensten en de administratieve overheden van alle landen van de Europese Unie waar een particuliere wapenbezitter met zijn wapens naartoe wenst te reizen, in te lichten over de wettelijkheid van zijn vuurwapenbezit in Nederland. Het is als het ware een reispas voor vuurwapens.

Aan personen die gerechtigd zijn tot het voorhanden hebben van een vuurwapen wordt op hun verzoek een Europese vuurwapenpas uitgereikt, waarop de door de aanvrager voorhanden gehouden wapens kunnen worden aangetekend. De Europese vuurwapenpas vervangt geenszins de noodzakelijke vergunningen tot het hebben van vuurwapens.

Ingevolge artikel 41 van de Wet wapens en munitie worden bij ministeriële regeling regels gesteld met betrekking tot het bedrag dat is verschuldigd bij de aanvraag op grond van deze wet van een Europese vuurwapenpas. Sinds 15 maart 2006 heft de politie een onkostenvergoeding van € 40,– voor de afgifte van een Europese Vuurwapenpas en € 5,– voor de verlenging van de geldigheidsduur daarvan. De kosten die de politie maakt zijn sinds 15 maart 2006 niet geïndexeerd.De politie koopt de vuurwapenpas momenteel in voor € 72,60. Voor de overige kosten ten aanzien van onder meer de tijd, capaciteit en middelen die de korpschef van de politie moet inzetten om gevolg te kunnen geven aan de afgifte én verlenging van de Europese vuurwapenpas is (nog) geen geactualiseerde kostenanalyse gemaakt.

Gelet hierop wordt op basis van de thans bekende kostenanalyse de onkostenvergoeding voor de afgifte van een Europese vuurwapenpas vastgesteld op € 72,60.

’s-Gravenhage, 30 november 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Stcrt. 1996, nr. 245, pagina 20

Naar boven