Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 oktober 2023, nr. 2023-0000520102, houdende intrekking van de Regeling tegemoetkoming werknemers met CSE

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 3, eerste lid, van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling tegemoetkoming werknemers met CSE wordt ingetrokken.

ARTIKEL II

De Regeling tegemoetkoming werknemers met CSE, zoals die luidde onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling, blijft van toepassing op tegemoetkomingen die voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling zijn aangevraagd.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

TOELICHTING

De regeling tegemoetkoming werknemers met CSE is op 1 maart 2020 in werking getreden en betreft een eenmalige coulanceregeling voor werknemers die door het verrichten van arbeid leiden aan de aandoening chronic solvent-induced encephalopathy (CSE). Deze aandoening wordt veroorzaakt door oplosmiddelen en staat in Nederland ook wel bekend als chronische toxische encefalopathie (CTE), het Organo Psycho Syndroom (OPS) of de schildersziekte. Het betreft een ernstige aandoening van het centrale zenuwstelsel als gevolg van de langdurige blootstelling aan oplosmiddelen. Zelfstandigen kunnen geen beroep doen op deze regeling. Een beroep op de regeling staat open voor personen waarvan de aandoening CSE is vastgesteld voor 1 maart 2020 en waarbij deze vaststelling voldoet aan de criteria in de regeling. Ook is het mogelijk een beroep op de regeling te doen met een diagnose die voor 1 september 2020 is aangevraagd bij het Solvent Team van het toenmalige Academisch Medisch centrum te Amsterdam.

De regeling heeft een tijdelijk karakter, omdat als gevolg van aangepast beleid en wettelijke voorschriften in de voorgaande jaren de verwachting was dat de excessieve blootstellingen die in het verleden tot arbeidsgerelateerde CSE leidden, niet meer voorkomen. Geschat werd dat ruim 500 personen een succesvol beroep op de regeling zouden kunnen doen. Dit aantal zal uiteindelijk tussen de 350 en 400 uitkomen.

Het merendeel van de aanvragen voor een tegemoetkoming is ingediend in het jaar waarin de regeling in werking trad. Daarna nam het aantal nieuwe aanvragen sterk af en in de loop van 2022 betrof het nog maar enkele gevallen per maand. In 2023 zijn er tot en met juni geen nieuwe aanvragen meer ingediend. De verwachting is dat het merendeel van de nog lopende (35 begin 2023) aanvragen eind 2023 zijn afgehandeld. Al met al lijkt de regeling aan zijn doel te hebben beantwoord.

Op 1 januari 2023 is de Regeling tegemoetkoming stoffengerelateerde beroepsziekten (TSB-regeling) in werking getreden (Stcrt. 2022, 31978). De TSB-regeling biedt ook de mogelijkheid om een eenmalige tegemoetkoming voor beroepsgerelateerde CSE-aandoeningen aan te vragen. In tegenstelling tot de CSE-regeling kunnen onder de TSB-regeling ook zelfstandigen een aanvraag indienen. Verder is er bij een beroep op de TSB-regeling geen verplichting tot het meewerken aan een bemiddeling naar eventueel nog aanwezige voormalige werkgevers teneinde alsnog een schadevergoeding daarvan te verwerven. Met andere woorden biedt de TSB-regeling voor personen met een arbeidsgerelateerde CSE-aandoening een ruimere toegang onder lichtere voorwaarden.

Hiermee is een situatie ontstaan dat het indienen van nieuwe aanvragen onder de CSE-regeling geen functie meer heeft en kan deze regeling worden beëindigd, onder de voorwaarde dat de bepalingen van de regeling van toepassing blijven op de aanvragen die in het verleden zijn ingediend. Dat is van belang voor aanvragen die nog in behandeling waren op de dag waarop deze regeling wordt ingetrokken, maar ook voor de situatie waarin na deze datum nog een schadevergoeding wordt uitgekeerd door de werkgever aan de werknemer die in het verleden een tegemoetkoming op grond van de regeling heeft ontvangen. Artikel 11 van de regeling over herziening en terugvordering blijft in een dergelijke situatie van toepassing.

De uitvoerder van de CSE-regeling, de Sociale Verzekeringsbank (SVB) heeft een uitvoeringtoets op dit intrekkingsbesluit uitgevoerd. In haar uitvoeringstoets bevestigt de SVB dat intrekking van de CSE-regeling uitvoerbaar is onder de voorwaarde dat de lopende aanvragen die op de dag waarop deze regeling wordt ingetrokken in behandeling zijn onder de voorwaarden van de CSE-regeling afgerond kunnen worden na de datum van intrekking. De SVB verwacht dat het merendeel van de nog lopende 35 dossier voor deze datum afgerond zullen zijn en dat er daarna en mogelijkerwijs in 2024 nog een of twee dossiers niet afgerond zijn. Voor de SVB levert dat geen uitvoeringsproblemen op.

Voor de inwerkingtreding van deze regeling wordt afgeweken van de Aanwijzingen die gaan over de vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijn.1 De intrekking van deze regeling maakt duidelijk(er) dat betrokkenen inmiddels een beroep kunnen doen op de TSB-regeling en maakt het voor de uitvoerder mogelijk het loket definitief te sluiten en de communicatie ook aan te passen. Omdat is geregeld dat lopende aanvragen en toegekende tegemoetkomingen nog worden afgewikkeld volgens de ingetrokken CSE-regeling, heeft langere instandhouding van de regeling geen voordelen. De CSE-regeling wordt daarom direct ingetrokken op de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze intrekkingsregeling wordt geplaatst.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip


X Noot
1

Aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

Naar boven