Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf 2023/2025

Verbindendverklaring gewijzigde cao-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 september 2023 tot wijziging van het besluit tot algemeenverbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen het verzoek van de Raad van Arbeidsverhoudingen Schoonmaak- en Glazenwassersbranche namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeenverbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Partij ter ener zijde: Schoonmakend Nederland;

Partijen ter andere zijde: FNV en CNV Vakmensen.nl.

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

Dictum I

Het besluit tot algemeenverbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf1 wordt met inachtneming van dictum II als volgt gewijzigd:

A

De onder dictum I opgenomen bepalingen worden als volgt gewijzigd:

Artikel 14 komt te luiden:

‘Artikel 14 loongebouw

Loongebouw

  • 1. Het loongebouw gaat uit van 6 loongroepen (loongroep 1 tot en met 6). Alle schalen hebben een beginsalaris (trede 0) en 4 treden.

  • 1a Op 1 januari 2024 vervalt trede 0. Dit heeft de volgende gevolgen:

    • a. Werknemers die op 31 december 2023 in trede 0 zitten, worden vanaf 1 januari 2024 ingedeeld in trede 1. Verdere doorgroei in dienstjaren (trede 2 en verder) is vanaf 1 januari van een volgend kalenderjaar.

    • b. Werknemers die vanaf 1 januari 2024 nieuw in dienst treden, worden ingedeeld in trede 1. Verdere doorgroei in dienstjaren (trede 2 en verder) is vanaf een jaar na indiensttreding.

  • 2. De werknemer ontvangt tenminste het basisuurloon dat overeenkomt met zijn leeftijd of aantal dienstjaren van de loongroep waarin zijn functie is ingedeeld overeenkomstig bijlage II.

  • 3. De jeugdlonen bestaan uit een percentage van het basisuurloon bij 0 dienstjaren.

  • 4. Het basisuurloon van een jeugdige werknemer wordt verhoogd met ingang van de betaalperiode waarin zijn verjaardag valt.

  • 5. Vanaf 1 april 2022 start de opbouw van dienstjaren vanaf 20 jaar en ouder. Het aantal dienstjaren bij een vorige werkgever wordt meegenomen indien de werknemer als gevolg van een contractswisseling in dienst is getreden bij de werkgever. De loonsverhoging op grond van dienstjaren gaat in op de eerste dag van de betaalperiode waarin het betreffende aantal dienstjaren wordt bereikt.

  • 6. Indien de werknemer 6 maanden of langer in de voorafgaande 12 maanden wegens arbeidsongeschiktheid (niet zijnde zwangerschaps- en bevallingsverlof) of onbetaald verlof niet heeft gewerkt, kan de werkgever besluiten geen dienstjaar toe te kennen.

Inschaling en promotie

  • 7. Inschaling van nieuwe werknemers vindt plaats op grond van de aard van de werkzaamheden en de bijbehorende eisen. Bij deze inschaling wordt uitgegaan van het aanvangssalaris behorende bij de functie, op basis van relevante ervaring kan de werkgever hiervan afwijken.

  • 8. Voor een werknemer die een dienstverband heeft gehad en na afloop van de arbeidsovereenkomst binnen een periode van een jaar wederom bij dezelfde werkgever in dezelfde functie in dienst treedt, zullen voor de inschaling de eerder opgebouwde dienstjaren blijven bestaan.

  • 9. Indien een werknemer promotie maakt en wordt ingedeeld in een hogere functie- en loongroep vervallen de dienstjaren voor wat betreft de inschaling in de nieuwe loongroep. De werknemer wordt, ongeacht zijn dienstjaren, ingeschaald in het naastliggende hogere basisuurloon in de nieuwe loongroep. Op deze wijze gaat de werknemer er financieel op vooruit. Doorgroei in dienstjaren vindt plaats vanaf één jaar na deze promotie en gaat in op de eerste dag van de betaalperiode waarin het betreffende dienstjaar wordt bereikt.

Werknemers Participatiewet

  • 10. De volgende werknemers kunnen worden beloond volgens het wettelijk minimumloon:

    • Werknemers die in aanmerking komen voor loonkostensubsidie op basis van de Participatiewet;

    • Wajongers die onder de Participatiewet vallen voor zover zij in aanmerking komen voorloondispensatie (via het UWV).’

Artikel 15 komt te luiden:

‘Artikel 15 Verhoging basisuurLonen

  • 1. Bij een CAO-loonsverhoging worden de basisuurlonen verhoogd.

  • 2. De basisuurlonen worden als volgt verhoogd:

    • 3,4% per 1 april 2022. Bij betaling per 4 weken met ingang van periode 4 2022 en bij betaling per maand per 1 april 2022;

    • 2,75% per 1 april 2023. Bij betaling per 4 weken met ingang van periode 4 2023 en bij betaling per maand per 1 april 2023;

    • 3,5% per 1 november 2023;

    • 3% per 1 januari 2024;

    Dit leidt tot de loontabellen die zijn opgenomen in bijlage III.’

Deel C, artikel 3, komt te luiden:

‘CAO-DEEL VOOR ADMINISTRATIEVE, ONDERSTEUNENDE EN LEIDINGGEVENDE FUNCTIES (HIERNA TE NOEMEN: C-DEEL)

Artikel 3 Minimum-salarisniveau

  • 1. Voor de werknemers als bedoeld in artikel 2 bedraagt het minimumsalarisniveau per 1 januari 2022:

    Punten ORBA

    Tot–40

    40–60

    60–80

    80–100

    100–115

    115–135

    135–140

    Minimum salarisniveau

    11,65

    12,13

    12,67

    13,42

    14,24

    15,23

    16,28

    Hiervan uitgezonderd zijn de functies Rayonleider 1 en 2. Het minimumsalarisniveau van deze functies bedraagt:

    • Rayonleider 1: € 16,34

    • Rayonleider 2: € 16,99

  • 2. Voor de werknemers als bedoeld in artikel 2 bedraagt het minimumsalarisniveau per 1 april 2022:

    Punten ORBA

    Tot–40

    40–60

    60–80

    80–100

    100–115

    115–135

    135–140

    Minimum salarisniveau

    12,05

    12,54

    13,10

    13,87

    14,72

    15,74

    16,83

    Hiervan uitgezonderd zijn de functies Rayonleider 1 en 2. Het minimumsalarisniveau van deze functies bedraagt:

    • Rayonleider 1: € 16,90

    • Rayonleider 2: € 17,57

  • 3. Voor de werknemers als bedoeld in artikel 2 bedraagt het minimumsalarisniveau per 1 april 2023:

    Punten ORBA

    Tot–40

    40–60

    60–80

    80–100

    100–115

    115–135

    135–140

    Minimum salarisniveau

    12,38

    12,89

    13,46

    14,26

    15,13

    16,18

    17,30

    Hiervan uitgezonderd zijn de functies Rayonleider 1 en 2. Het minimumsalarisniveau van deze functies bedraagt:

    • Rayonleider 1: € 17,36

    • Rayonleider 2: € 18,05

  • 5. Voor de werknemers als bedoeld in artikel 2 bedraagt het minimumsalarisniveau per 1 november 2023:

    Punten ORBA

    Tot–40

    40–60

    60–80

    80–100

    100–115

    115–135

    135–140

    Minimum salarisniveau

    12,81

    13,34

    13,93

    14,76

    15,66

    16,74

    17,90

    Hiervan uitgezonderd zijn de functies Rayonleider 1 en 2. Het minimumsalarisniveau van deze functies bedraagt:

    • Rayonleider 1: € 17,97

    • Rayonleider 2: € 18,68

  • 6. Voor de werknemers als bedoeld in artikel 2 bedraagt het minimumsalarisniveau per 1 januari 2024:

    Punten ORBA

    Tot–40

    40–60

    60–80

    80–100

    100–115

    115–135

    135–140

    Minimum salarisniveau

    13,20

    13,74

    14,35

    15,20

    16,13

    17,24

    18,44

    Hiervan uitgezonderd zijn de functies Rayonleider 1 en 2. Het minimumsalarisniveau van deze functies bedraagt:

    • Rayonleider 1: € 18,51

    • Rayonleider 2: € 19,24

  • 8. Het feitelijk uurloon van werknemers (exclusief met de individuele werknemer schriftelijk overeengekomen persoonlijke toeslag) zal worden verhoogd met:

    • 3,4% per 1 april 2022. Bij betaling per 4 weken met ingang van periode 4 2022 en bij betaling per maand per 1 april 2022;

    • 2,75% per 1 april 2023. Bij betaling per 4 weken met ingang van periode 4 2023 en bij betaling per maand per 1 april 2023;

    • 3,5% per 1 november 2023;

    • 3% per 1 januari 2024;’

Bijlage III komt te luiden:

‘BIJLAGE III

LOONTABELLEN

  • 1. Voor de werknemer als bedoeld in artikel 1 lid 3 bedraagt het basisuurloon per 1 januari 2022:

     

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    Basisuurloon/leeftijd

               

    17 jaar en jonger

    5,15

    5,40

    5,66

    5,95

    6,17

    6,48

    18 jaar

    6,29

    6,60

    6,92

    7,28

    7,55

    7,93

    19 jaar

    7,44

    7,80

    8,18

    8,60

    8,92

    9,37

    20 jaar

    8,58

    9,00

    9,44

    9,92

    10,29

    10,81

    Basisuurloon/dienstjaren

               

    0

    11,44

    12,00

    12,58

    13,23

    13,72

    14,41

    1

    11,85

    12,44

    13,01

    13,67

    14,20

    14,92

    2

    12,28

    12,88

    13,49

    14,15

    14,69

    15,44

    3

    12,66

    13,31

    13,92

    14,62

    15,18

    15,95

    4

    13,05

    13,72

    14,38

    15,07

    15,66

    16,46

  • 2. Voor de werknemer als bedoeld in artikel 1 lid 3 bedraagt het basisuurloon per 1 april 2022:

     

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    Basisuurloon/leeftijd

               

    17 jaar en jonger

    9,46

    9,93

    10,40

    10,94

    11,35

    11,92

    18 jaar

    10,06

    10,55

    11,05

    11,63

    12,06

    12,67

    19 jaar

    10,65

    11,17

    11,70

    12,31

    12,77

    13,41

    20 jaar

    11,83

    12,41

    13,00

    13,68

    14,19

    14,90

    Basisuurloon/dienstjaren

               

    0

    11,83

    12,41

    13,00

    13,68

    14,19

    14,90

    1

    12,25

    12,87

    13,45

    14,14

    14,68

    15,43

    2

    12,70

    13,32

    13,95

    14,63

    15,19

    15,96

    3

    13,09

    13,76

    14,39

    15,11

    15,70

    16,49

    4

    13,50

    14,19

    14,87

    15,59

    16,19

    17,02

  • 3. Voor de werknemer als bedoeld in artikel 1 lid 3 bedraagt het basisuurloon per 1 april 2023:

     

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    Basisuurloon/leeftijd

               

    17 jaar en jonger

    9,72

    10,20

    10,69

    11,24

    11,66

    12,25

    18 jaar

    10,33

    10,84

    11,36

    11,94

    12,39

    13,01

    19 jaar

    10,94

    11,48

    12,02

    12,65

    13,12

    13,78

    20 jaar

    12,15

    12,75

    13,36

    14,05

    14,58

    15,31

    Basisuurloon/dienstjaren

               

    0

    12,15

    12,75

    13,36

    14,05

    14,58

    15,31

    1

    12,58

    13,22

    13,82

    14,53

    15,09

    15,85

    2

    13,05

    13,68

    14,33

    15,03

    15,60

    16,40

    3

    13,45

    14,14

    14,78

    15,53

    16,13

    16,94

    4

    13,87

    14,58

    15,28

    16,01

    16,64

    17,49

  • 5. Voor de werknemer als bedoeld in artikel 1 lid 3 bedraagt het basisuurloon per 1 november 2023:

     

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    Basisuurloon/leeftijd

               

    17 jaar en jonger

    10,06

    10,55

    11,06

    11,63

    12,07

    12,68

    18 jaar

    10,69

    11,21

    11,76

    12,36

    12,83

    13,47

    19 jaar

    11,32

    11,87

    12,45

    13,09

    13,58

    14,27

    Basisuurloon/dienstjaren

               

    0

    12,58

    13,19

    13,83

    14,54

    15,09

    15,85

    1

    13,03

    13,68

    14,31

    15,03

    15,61

    16,41

    2

    13,50

    14,16

    14,83

    15,56

    16,15

    16,98

    3

    13,92

    14,63

    15,30

    16,07

    16,70

    17,53

    4

    14,35

    15,09

    15,82

    16,57

    17,22

    18,10

  • 6. Voor de werknemer als bedoeld in artikel 1 lid 3 bedraagt het basisuurloon per 1 januari 2024:

     

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    Basisuurloon/leeftijd

               

    17 jaar en jonger

    10,37

    10,89

    11,39

    11,97

    12,43

    13,06

    18 jaar

    11,02

    11,57

    12,10

    12,72

    13,20

    13,87

    19 jaar

    11,66

    12,24

    12,81

    13,46

    13,97

    14,69

    Basisuurloon/dienstjaren

               

    1

    13,42

    14,09

    14,74

    15,49

    16,08

    16,90

    2

    13,91

    14,59

    15,28

    16,03

    16,63

    17,49

    3

    14,34

    15,07

    15,76

    16,55

    17,20

    18,06

    4

    14,78

    15,54

    16,29

    17,07

    17,74

    18,65’

Bijlage IIIa komt te luiden:

‘BIJLAGE IIIA

LOONTABELLEN VAKANTIEKRACHTEN EN STUDENTEN / SCHOLIEREN

  • 1. Voor de vakantiekracht en studenten / scholieren als bedoeld in artikel 9 lid 3 sub c en sub d bedraagt het loon inclusief vakantieopbouw (10%) en de vakantietoeslag (8%) per 1 januari 2022:

    loongroepen

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    17 jaar en jonger

    6,18

    6,48

    6,79

    7,14

    7,41

    7,78

    18 jaar

    7,55

    7,92

    8,30

    8,73

    9,05

    9,51

    19 jaar

    8,92

    9,36

    9,81

    10,32

    10,70

    11,24

    20 jaar

    10,29

    10,80

    11,32

    11,91

    12,35

    12,97

    21 jaar en ouder

    13,73

    14,40

    15,09

    15,87

    16,47

    17,29

  • 2. Voor de vakantiekracht en studenten / scholieren als bedoeld in artikel 9 lid 3 sub c en sub d bedraagt het loon inclusief vakantieopbouw (10%) en de vakantietoeslag (8%) per 1 april 2022:

    loongroepen

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    17 jaar en jonger

    11,36

    11,91

    12,48

    13,13

    13,62

    14,30

    18 jaar

    12,07

    12,66

    13,26

    13,95

    14,47

    15,20

    19 jaar

    12,78

    13,40

    14,04

    14,77

    15,32

    16,09

    20 jaar en ouder

    14,19

    14,89

    15,60

    16,41

    17,03

    17,88

  • 3. Voor de vakantiekracht en studenten / scholieren als bedoeld in artikel 9 lid 3 sub c en sub d bedraagt het loon inclusief vakantieopbouw (10%) en de vakantietoeslag (8%) per 1 april 2023:

    loongroepen

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    17 jaar en jonger

    11,66

    12,24

    12,82

    13,49

    14,00

    14,70

    18 jaar

    12,39

    13,00

    13,63

    14,33

    14,87

    15,61

    19 jaar

    13,12

    13,77

    14,43

    15,17

    15,74

    16,53

    20 jaar en ouder

    14,58

    15,30

    16,03

    16,86

    17,49

    18,37

  • 5. Voor de vakantiekracht en studenten / scholieren als bedoeld in artikel 9 lid 3 sub c en sub d bedraagt het loon inclusief vakantieopbouw (10%) en de vakantietoeslag (8%) per 1 november 2023:

    loongroepen

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    17 jaar en jonger

    12,08

    12,66

    13,28

    13,96

    14,48

    15,21

    18 jaar

    12,83

    13,45

    14,11

    14,83

    15,39

    16,17

    19 jaar

    13,59

    14,24

    14,93

    15,70

    16,30

    17,12

    20 jaar en ouder

    15,09

    15,83

    16,59

    17,45

    18,11

    19,02

  • 6. Voor de vakantiekracht en studenten / scholieren als bedoeld in artikel 9 lid 3 sub c en sub d bedraagt het loon inclusief vakantieopbouw (10%) en de vakantietoeslag (8%) per 1 januari 2024:

    loongroepen

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    17 jaar en jonger

    12,45

    13,07

    13,67

    14,37

    14,91

    15,67

    18 jaar

    13,22

    13,88

    14,52

    15,26

    15,84

    16,65

    19 jaar

    13,99

    14,69

    15,37

    16,15

    16,77

    17,62

    20 jaar en ouder

    16,10

    16,91

    17,69

    18,59

    19,29

    20,28

LOONTABELLEN VAKANTIEKRACHTEN EN STUDENTEN / SCHOLIEREN HOTELSCHOONMAAK

  • 8. Voor de vakantiekracht en studenten / scholieren als bedoeld in artikel 9 lid 3 sub c en sub d A-deel en artikel 3 lid 3 D-deel bedraagt het loon inclusief vakantieopbouw (10,5%) en de vakantietoeslag (8%) per 1 januari 2022:

    loongroepen

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    17 jaar en jonger

    6,20

    6,51

    6,82

    7,18

    7,44

    7,82

    18 jaar

    7,58

    7,95

    8,34

    8,77

    9,10

    9,55

    19 jaar

    8,96

    9,40

    9,86

    10,36

    10,75

    11,29

    20 jaar

    10,34

    10,85

    11,37

    11,96

    12,40

    13,03

    21 jaar en ouder

    13,79

    14,46

    15,16

    15,94

    16,54

    17,37

  • 9. Voor de vakantiekracht en studenten / scholieren als bedoeld in artikel 9 lid 3 sub c en sub d A-deel en artikel 3 lid 3 D-deel bedraagt het loon inclusief vakantieopbouw (10,5%) en de vakantietoeslag (8%) per 1 april 2022:

    loongroepen

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    17 jaar en jonger

    11,41

    11,97

    12,53

    13,19

    13,68

    14,37

    18 jaar

    12,12

    12,71

    13,32

    14,01

    14,54

    15,26

    19 jaar

    12,83

    13,46

    14,10

    14,84

    15,39

    16,16

    20 jaar en ouder

    14,26

    14,96

    15,67

    16,49

    17,10

    17,96

  • 10. Voor de vakantiekracht en studenten / scholieren als bedoeld in artikel 9 lid 3 sub c en sub d A-deel en artikel 3 lid 3 D-deel bedraagt het loon inclusief vakantieopbouw (10,5%) en de vakantietoeslag (8%) per 1 april 2023:

    loongroepen

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    17 jaar en jonger

    11,72

    12,29

    12,88

    13,55

    14,06

    14,76

    18 jaar

    12,45

    13,06

    13,69

    14,39

    14,94

    15,68

    19 jaar

    13,18

    13,83

    14,49

    15,24

    15,82

    16,61

    20 jaar en ouder

    14,64

    15,37

    16,10

    16,93

    17,57

    18,45

  • 12. Voor de vakantiekracht en studenten / scholieren als bedoeld in artikel 9 lid 3 sub c en sub d A-deel en artikel 3 lid 3 D-deel bedraagt het loon inclusief vakantieopbouw (10,5%) en de vakantietoeslag (8%) per 1 november 2023:

    loongroepen

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    17 jaar en jonger

    12,13

    12,72

    13,34

    14,02

    14,55

    15,28

    18 jaar

    12,89

    13,51

    14,17

    14,90

    15,46

    16,24

    19 jaar

    13,65

    14,31

    15,00

    15,77

    16,37

    17,19

    20 jaar en ouder

    15,16

    15,90

    16,67

    17,52

    18,19

    19,10

  • 13. Voor de vakantiekracht en studenten / scholieren als bedoeld in artikel 9 lid 3 sub c en sub d A-deel en artikel 3 lid 3 D-deel bedraagt het loon inclusief vakantieopbouw (10,5%) en de vakantietoeslag (8%) per 1 januari 2024:

    loongroepen

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    17 jaar en jonger

    12,50

    13,13

    13,73

    14,43

    14,98

    15,75

    18 jaar

    13,28

    13,94

    14,59

    15,33

    15,91

    16,72

    19 jaar

    14,06

    14,76

    15,44

    16,22

    16,84

    17,70

    20 jaar en ouder

    16,17

    16,98

    17,77

    18,67

    19,38

    20,37’

B

Dictum III wordt als volgt gewijzigd en komt te luiden:

‘Dictum III

Voor zover de in dictum I opgenomen bepalingen strijdig zijn met bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen.

Dit betekent in het licht van de gelijke behandelingswetgeving dat ten aanzien van bepalingen waarin onderscheid wordt gemaakt terwijl daarvoor een objectieve rechtvaardiging vereist is, partijen in de uitvoeringspraktijk moeten zorgen voor een legitiem doel waarbij de ingezette middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn.

Voor gewijzigde wet- en regelgeving door de inwerkingtreding van de Wet invoering minimumuurloon per 1 januari 2024 geldt ook dat bij strijdigheid genoemde gewijzigde wet- en regelgeving prevaleert zoals de regelen in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Dit betekent onder andere dat indien de salarisbedragen per 1 januari 2024 lager zijn dan het wettelijk minimum(uur)loon, de nieuwe wettelijke bedragen van toepassing zijn en dat per 1 januari 2024 in de loonopgave ook melding gemaakt moet worden van het voor desbetreffende werknemer van toepassing zijnde minimumuurloon.’

Dictum II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht.

’s-Gravenhage, 12 september 2023

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, De directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, M.H.M. van der Goes


X Noot
1

Stcrt. 9 juni 2022, nr. 9647; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 februari 2023 (Stcrt. 16 februari 2023, nr. 3032).

Naar boven