Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) van 23 juni 2023 houdende regels met betrekking tot het melden van een interne collectieve waardeoverdracht bij transitie als bedoeld in artikel 150m van de Pensioenwet en artikel 145l van de Wet verplichte beroepspensioenregeling (Regeling melden interne collectieve waardeoverdracht pensioenfondsen bij transitie)

De Nederlandsche Bank N.V.,

Gelet op artikel 150m, tweede lid, laatste volzin, van de Pensioenwet;

Gelet op artikel 145l, tweede lid, laatste volzin, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;

Na overleg met de representatieve organisatie van (beroeps)pensioenfondsen en consultatie;

Besluit:

Artikel 1: Definities

  • 1. Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

    a. Besluit uitvoering Pw en Wvb:

    Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling;

    b. Deelnemersgroep:

    een groep van deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden of pensioengerechtigden die is afgebakend met objectieve, voor de (waarde van de) pensioenrechten of -aanspraken relevante criteria;

    c. DNB:

    De Nederlandsche Bank N.V.;

    d. Fonds:

    een pensioenfonds als bedoeld in artikel 1 Pw of een beroepspensioenfonds als bedoeld in artikel 1 Wvb;

    e. Pw:

    de Pensioenwet;

    f. Waardeoverdracht:

    een interne collectieve waardeoverdracht bij transitie als bedoeld in artikel 150m Pw of artikel 145l Wvb;

    g. Wvb:

    de Wet verplichte beroepspensioenregeling.

  • 2. Voor de toepassing van deze regeling wordt onder ‘werkgever’ mede verstaan de partijen die de wijziging van de pensioenregeling zijn overeengekomen.

Artikel 2: Reikwijdte

Deze regeling is van toepassing op fondsen die een voornemen tot waardeoverdracht melden bij DNB, overeenkomstig artikel 150m, tweede lid, Pw, of artikel 145l, tweede lid, Wvb.

Artikel 3: Melding interne collectieve waardeoverdracht bij transitie

Een fonds meldt het voornemen tot waardeoverdracht bij DNB door middel van het formulier ‘Melding invaarbesluit en implementatieplan pensioenfondsen’ via 'Mijn DNB’, dienst ‘Toezicht aanvragen' van DNB.

Artikel 4: Aan te leveren gegevens

  • 1. Bij de melding als bedoeld in artikel 3 dienen in ieder geval de volgende gegevens te worden overgelegd:

    • a. het implementatieplan als bedoeld in artikel 150i Pw of artikel 145h Wvb;

    • b. het getekend verzoek tot invaren van de werkgever als bedoeld in artikel 150m, eerste lid, Pw of artikel 145l, eerste lid, Wvb en voor zover van toepassing een onderbouwde heroverweging als bedoeld in artikel 150m, vijfde lid, Pw of artikel 145l, vijfde lid, Wvb;

    • c. het door het bestuur ondertekende besluit tot invaren;

    • d. indien van toepassing, het ondertekende besluit tot goedkeuring door de raad van toezicht van het fonds als bedoeld in artikel 150m, zevende lid, Pw of artikel 145l, zesde lid, Wvb, het ondertekende besluit tot goedkeuring door het belanghebbendenorgaan als bedoeld in artikel 150m, zesde, lid Pw en het advies van het verantwoordingsorgaan als bedoeld in artikel 150m, vierde lid, Pw of artikel 145l, vierde lid, Pw;

    • e. indien van toepassing, de melding als bedoeld in artikel 150m, vijfde lid, Pw of artikel 145l, vijfde lid, Wvb door het fonds aan de werkgever of beroepspensioenvereniging die het verzoek tot waardeoverdracht heeft gedaan, dat (een of meer geledingen van) het verantwoordingsorgaan een negatief advies heeft gegeven en een toelichting op de wijze waarop het bestuur het negatieve advies van (deze geleding(en) van) het verantwoordingsorgaan heeft behandeld;

    • f. indien van toepassing, het oordeel van het intern toezicht van het fonds;

    • g. de documenten die door het fonds bij het verzoek om goedkeuring of advies zijn verstrekt aan de organen als bedoeld in de onderdelen d en f;

    • h. indien van toepassing, een onderbouwing van een tijdens de transitieperiode uit te voeren aanpassing van het beleggingsbeleid van het fonds als bedoeld in artikel 47 Besluit uitvoering Pw en Wvb;

    • i. een overzicht van de hoofdlijnen van de nieuwe pensioenregeling, inclusief een beschrijving van de vul- en uitdeelregels van de solidariteitsreserve, de risicodelingsreserve en het compensatiedepot, voor zover van toepassing;

    • j. een toelichting op de omrekenmethoden voor de waardering van pensioenaanspraken en pensioenrechten en het aanwenden van het vermogen van het pensioenfonds, waaronder een onderbouwing hoe wordt voldaan aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 150n Pw en artikel 150o Pw of artikel 145m Wvb en artikel 145n Wvb;

    • k. een overzicht van de deelnemersgroepen die het fonds heeft onderscheiden bij het beoordelen van de transitie-effecten;

    • l. een toelichting op de wijze waarop het fonds tot de in onderdeel k bedoelde indeling in deelnemersgroepen is gekomen en over is gegaan tot toedeling van deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden en pensioengerechtigden aan de relevante deelnemersgroepen;

    • m. een overzicht van de vastgestelde transitie-effecten;

    • n. een toelichting op de wijze waarop het fonds de in onderdeel m bedoelde transitie-effecten heeft vastgesteld;

    • o. de informatie en een toelichting daarop als bedoeld in artikel 46, eerste lid, onderdeel c, Besluit uitvoering Pw en Wvb;

    • p. een toelichting op de wijze waarop wordt voldaan aan de eis van gelijke behandeling van mannen en vrouwen en aan de eis van collectieve actuariële gelijkwaardigheid, als bedoeld in artikel 150m, achtste lid, Pw en artikel 145l, zevende lid, Wvb;

    • q. een onderbouwing waarom het bestuur van oordeel is dat bij het besluit en de transitie als geheel de bij het fonds betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden, de pensioengerechtigden en de werkgever zich op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen, waarbij het fonds nadrukkelijk ook de vastgestelde transitie-effecten betrekt; en

    • r. indien van toepassing, opinies of adviezen van de risicobeheerfunctie, interne auditfunctie en actuariële functie als bedoeld in artikel 143a Pw en artikel 138a Wvb ter zake van de transitiebesluitvorming.

  • 2. De melding wordt pas geacht te zijn ingediend nadat minimaal de gegevens als bedoeld in het eerste lid zijn verstrekt aan DNB op de wijze als voorgeschreven in artikel 6.

Artikel 5: Model voor de gegevensverstrekking

PM

Artikel 6. Eisen aan de gegevensverstrekking

Documenten die worden ingediend bij de melding worden aangeleverd in de vorm van een tekst-gebaseerd .pdf-bestand of een .xls(x)-bestand.

Artikel 7. Indieningstermijn

De melding van een voornemen tot waardeoverdracht dient uiterlijk binnen twee weken nadat het besluit tot waardeoverdracht is genomen bij DNB te worden gemeld.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet toekomst pensioenen in werking treedt.

Artikel 9. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling melden interne collectieve waardeoverdracht pensioenfondsen bij transitie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van bijlage 1, die wordt gepubliceerd op de website www.dnb.nl

Amsterdam, 23 juni 2023

De Nederlandsche Bank N.V., E.F. Bos Directeur

TOELICHTING

Op grond van artikel 150m Pw en artikel 145l Wvb melden fondsen het voornemen tot waardeoverdracht onverwijld nadat het besluit tot waardeoverdracht genomen is, maar uiterlijk zes maanden voor de beoogde datum van waardeoverdracht, bij DNB.

De Pw stelt eisen aan de evenwichtige besluitvorming en de adequate beheersing van de risico’s bij de transitie naar de nieuwe pensioenregeling, waaronder het besluit tot waardeoverdracht. DNB houdt toezicht op de naleving van deze eisen. Op basis van artikel 150m, tweede lid, Pw en artikel 145l, tweede lid, Wvb, richt DNB met de onderhavige regeling een proces in voor de melding van de waardeoverdracht bij DNB.

Deze regeling schrijft voor welke informatie DNB voor de beoordeling van de melding dient te ontvangen, waaronder de vorm waarin deze informatie moet worden overgelegd. Hierdoor is het voor fondsen vroegtijdig duidelijk welke informatie en in welke vorm bij DNB moet worden ingediend. Dit bevordert een efficiënt proces voor fondsen en DNB. De regeling bevat geen vereisten die het besluitvormingsproces bij sociale partners of bij het fonds sturen, kaderen of anderszins in vrijheid beperken.

Een toezichthouderregeling, zoals deze Regelingmelden interne collectieve waardeoverdracht pensioenfondsen bij transitie, is een algemeen verbindend voorschrift in de zin van artikel 1:3, vierde lid, Algemene wet bestuursrecht. Deze Regeling is gebaseerd op artikel 150m, tweede lid, Pw en artikel 145l, tweede lid, Wvb.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1: Definities

Dit artikel bevat enkele voor deze regeling relevante definities. Deze zijn gelijk aan of verwijzen naar de definities uit artikel 1 Pw en artikel 1 Wvb, met uitzondering van het begrip ‘waardeoverdracht’. Dit laatste begrip wordt in deze regeling alleen gebruikt voor de interne collectieve waardeoverdracht als bedoeld in artikel 150m Pw en artikel 145l Wvb.

Ten aanzien van het in deze regeling gehanteerde begrip ‘deelnemersgroep’: Dit begrip komt terug in artikel 4, eerste lid, onderdeel k, waarin voorgeschreven wordt dat het fonds een overzicht van de deelnemersgroepen aanlevert die het fonds heeft onderscheiden bij het beoordelen van transitie-effecten. Naast de hierbij wettelijk te onderscheiden deelnemersgroepen kan een fonds bij de beoordeling van transitie-effecten op andere (meer fijnmazige) wijze deelnemersgroepen onderscheiden. Een voorbeeld is het onderscheiden van deelnemersgroepen die al dan niet rechten of -aanspraken kunnen ontlenen aan overgangsregelingen vanwege eerdere aanpassingen van de regeling (bijvoorbeeld aanspraken op ongehuwdenpensioen).

Artikel 2: Reikwijdte

In dit artikel wordt bepaald dat de regeling alleen betrekking heeft op waardeoverdrachten als bedoeld in artikel 150m Pw en artikel 145l Wvb.

Artikel 3: Melding

Voor het melden van een voornemen tot waardeoverdracht (en het daarbij indienen van de benodigde informatie) heeft DNB een elektronisch meldingsformulier ontwikkeld. Dat formulier is beschikbaar via het Mijn DNB portaal van DNB, in de Dienst Toezichtaanvragen. Alleen meldingen van voornemens tot waardeoverdracht die via dit formulier worden ingediend, worden in behandeling genomen.

Artikel 4: Aan te leveren gegevens

Dit artikel schrijft voor welke informatie een fonds indient bij de melding.

Volgens artikel 4, eerste lid, onderdeel a levert het fonds het implementatieplan aan. Het implementatieplan bevat op grond van artikel 150i Pw, artikel 145h Wvb en artikel 46 van het Besluit Pw en Wvb informatie die relevant is voor de beoordeling door DNB van het besluit tot waardeoverdracht.

Op grond van artikel 4, eerste lid, onderdeel g overlegt het fonds de aan de fondsorganen verstrekte informatie ten behoeve van hun instemming of advisering. Het gaat hier om alle informatie die aan de fondsorganen is verstrekt. Dit is mogelijk meer dan de informatie die het fonds op grond van artikel 46b, tweede lid, van het Besluit Pw en Wvb minimaal heeft moeten verstrekken aan de fondsorganen.

De informatie bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel o betreft de informatie over de zogenoemde ‘complete besluitvorming’ die ook in een transitieplan en een implementatieplan moet worden opgenomen. Het gaat daarbij om twee onderdelen:

  • De wijze waarop verschillende, positieve en negatieve, financiële en economische scenario’s zijn verkend en in welke situaties de afgesproken doelstellingen, voorrangsregels en maatstaven zonder meer gelden en geen nadere besluitvorming nodig is;

  • Het niveau van de dekkingsgraad vanaf wanneer de financiële positie van een fonds dusdanig is dat de gemaakte afspraken uit het transitieplan niet meer toereikend zijn, een onderbouwing van de berekening van deze dekkingsgraad, de alternatieve afspraken die van toepassing zijn indien het fonds een dergelijke dekkingsgraad heeft en, indien van toepassing, de procedure die voor deze situatie is afgesproken.

Deze informatie is van belang bij de beoordeling door DNB van het voornemen van het fonds om over te gaan tot een waardeoverdracht als bedoeld in deze Regeling.

Artikel 5: Modellen

In dit artikel is voorgeschreven in welke vorm de gegevens als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a tot en met i, moeten worden overgelegd.

Toelichting op de PM: in de aanloop naar de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen zal DNB deze modellen ontwikkelen, mede op basis van de beoordelingsaspecten als genoemd in artikel 46b, eerste lid, Besluit uitvoering Pw en Wvb, na inwerkingtreding van het Besluit toekomst pensioenen. Dit kan onder meer betreffen het doorlopen besluitvormingsproces, het toepassen van de invaarmethode, de (berekening van) transitie-effecten, de complete besluitvorming, de nieuwe pensioenregeling en keuzes bij de inrichting daarvan, de onderbouwing van de besluitvorming en de risicobeheersing.

Deze modellen worden nog ontwikkeld en zullen op een later tijdstip via deze Regeling worden voorgeschreven.

Artikel 6: Eisen aan de gegevensverstrekking

In dit artikel zijn eisen opgenomen over de wijze waarop gevraagde inlichtingen moeten worden ingediend. Daarbij wordt voor pdf-bestanden expliciet aangegeven dat het om ‘tekst-gebaseerde’ bestanden moet gaan, wat inhoudt dat de betreffende bestanden niet versleuteld mogen zijn en niet zijn opgesteld door middel van scans of afbeeldingen van tekst- of andere bestanden. De reden hiervoor is dat de beoordeling van DNB of al dan niet een verbod tot collectieve waardeoverdracht wordt opgelegd voor alle fondsen binnen de daarvoor geldende termijn moet plaatsvinden. DNB wil voor de beoordeling, gezien de omvang van deze operatie en de beperkte tijd die daarvoor beschikbaar is, gebruik maken van Natural Language Processing (NLP – een technologie die erop is gericht om documenten automatisch te lezen en kennis te structureren). Om NLP efficiënt in te zetten is het nodig dat tekst-gebaseerde pdf-documenten worden aangeleverd.

Ondertekening van tekst-gebaseerde documenten kan op twee manieren:

  • met een elektronische handtekening als bedoeld in artikel 2:16 van de ` Algemene wet bestuursrecht;

  • met een ingescande handtekening in het document.

Artikel 7: Indieningstermijn

Op grond van artikel 150m Pw en artikel 145l Wvb dient het voornemen tot waardeoverdracht ‘onverwijld’ nadat het besluit tot waardeoverdracht genomen is, aan DNB te worden gemeld. Op grond van artikel 150i, vijfde lid, Pw en artikel 145h, vijfde lid, Wvb dient het fonds het implementatieplan binnen twee weken na afronding in bij DNB. In de praktijk zal het besluit tot waardeoverdracht tegelijk met het besluit tot vaststelling van het implementatieplan worden genomen. Gelet daarop schrijft DNB voor dat ook de melding van de voorgenomen waardeoverdracht uiterlijk binnen twee weken bij DNB dient te worden ingediend. Dit stelt fondsen in staat het implementatieplan en het invaarbesluit tegelijk en met hetzelfde formulier bij DNB in te dienen of te melden.

Artikel 8: Inwerkingtreding

Dit artikel regelt dat deze regeling op dezelfde datum als de Wet toekomst pensioenen in werking treedt.

De regeling eindigt van rechtswege als artikel 150m Pw en artikel 145l Wvb vervallen.

Naar boven