Regeling van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport van 22 november 2022, kenmerk 3464821-1039098-MEVA, houdende wijziging van de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en jeugdhulp en de Regeling sectorale bezoldigingsnorm topfunctionarissen zorgverzekeraars in verband met de indexering van de bezoldigingsmaxima voor het jaar 2023

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,

Handelend in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op de artikelen 2.7, eerste en tweede lid, 3.3 en 3.4, eerste en tweede lid, van de Wet normering topinkomens;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en jeugdhulp wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt ‘Bezoldigingsmaxima 2022’ vervangen door ‘Bezoldigingsmaxima 2023’.

2. De tabel wordt vervangen door:

Klasse

Bezoldigingsmaximum

I

€ 124.000

II

€ 151.000

III

€ 182.000

IV

€ 205.000

V

Het bedrag, genoemd in artikel 2.3, eerste lid, van de wet.

B

In onderdeel 2.3 van de bijlage bij artikel 2 wordt ‘de Wet op het voortgezet onderwijs’ vervangen door ‘de Wet voortgezet onderwijs 2020’.

ARTIKEL II

Artikel 2 van de Regeling sectorale bezoldigingsnorm topfunctionarissen zorgverzekeraars wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt ‘Sectorale bezoldigingsnorm 2022’ vervangen door ‘Sectorale bezoldigingsnorm 2023’.

2. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Voor het kalenderjaar 2023 bedraagt de sectorale bezoldigingsnorm voor zorgverzekeraars:

    • a. € 314.000, indien zij op 1 januari 2022 meer dan 1.000.000 verzekerden hadden;

    • b. € 272.000, indien zij op 1 januari 2022 minimaal 300.000 en maximaal 1.000.000 verzekerden hadden;

    • c. € 231.000, indien zij op 1 januari 2022 minder dan 300.000 verzekerden hadden.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

TOELICHTING

I. Algemene toelichting

De Wet normering topinkomens (hierna: WNT) stelt regels over de bezoldigingsmaxima van topfunctionarissen bij instellingen met een publieke of semipublieke taak. De Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en jeugdhulp (hierna: Regeling zorg en jeugdhulp) en de Regeling sectorale bezoldigingsnorm topfunctionarissen zorgverzekeraars (hierna: Regeling zorgverzekeraars) vinden hun grondslag in de WNT. Deze regelingen bepalen dat topfunctionarissen in de zorg en jeugdhulp en bij zorgverzekeraars per kalenderjaar niet meer bezoldiging ontvangen dan de voor dat kalenderjaar vastgestelde bezoldigingsmaxima. Deze maxima worden jaarlijks uiterlijk in de maand november vastgesteld voor het daaropvolgende kalenderjaar.1 Met voorliggende regeling zijn de bezoldigingsmaxima voor topfunctionarissen in de zorg en jeugdhulp (artikel I) respectievelijk bij zorgverzekeraars (artikel II) voor het jaar 2023 vastgesteld.

Administratieve lasten

De wijzigingen die met deze regeling worden doorgevoerd betreffen geen inhoudelijke wijzigingen. Instellingen die onder de reikwijdte van de Regeling zorg en jeugdhulp en de Regeling zorgverzekeraars vallen, moeten kennisnemen van de nieuwe normen. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

II. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A

In de Regeling zorg en jeugdhulp is bepaald dat topfunctionarissen van zorginstellingen, jeugdhulpinstellingen, gecertificeerde instellingen, Veilig Thuis-organisaties, rechtspersonen waar vertrouwenspersonen werken en van Sanquin per kalenderjaar niet meer bezoldiging ontvangen dan het voor dat kalenderjaar vastgestelde bedrag. Daarbij worden de instellingen ingedeeld in klassen. Elke klasse kent een eigen bezoldigingsmaximum. Het bezoldigingsmaximum van de hoogste klasse (V) is gelijk aan het algemeen bezoldigingsmaximum van de WNT. Doordat er bij het bezoldigingsmaximum van de hoogste klasse een dynamische verwijzing naar het algemeen bezoldigingsmaximum is opgenomen, verandert deze automatisch als het algemeen bezoldigingsmaximum verandert.

In augustus 2022 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bekendgemaakt dat het algemeen bezoldigingsmaximum voor 2023 is vastgesteld op € 223.000.2 Het maximum van bezoldigingsklasse V volgt deze ontwikkeling. De bezoldigingsmaxima voor de overige klassen (I tot en met IV) van de Regeling zorg en jeugdhulp zijn per 1 januari 2023 verhoogd met 2,9% (hetzelfde percentage als voor indexering van het algemeen bezoldigingsmaximum)3 en in navolging van artikel 2.3, tweede lid, van de WNT, afgerond naar boven op een duizendvoud in euro’s.

Artikel I, onderdeel B

De Wet op het voortgezet onderwijs is per 1 augustus 2022 vervangen door de Wet voortgezet onderwijs 2020. Met deze wijziging wordt aangesloten op de nieuwe naamgeving.

Artikel II

In de Regeling zorgverzekeraars is bepaald dat topfunctionarissen bij zorgverzekeraars per kalenderjaar niet meer bezoldiging ontvangen dan het voor dat kalenderjaar vastgestelde bedrag. Daarbij worden de zorgverzekeraars ingedeeld in klassen op grond van het aantal verzekerden. Elke klasse kent een eigen bezoldigingsmaximum.

Bij de vaststelling van de bezoldigingsmaxima is rekening gehouden met de bezoldiging voor vergelijkbare functies bij overheidsorganisaties, de bezoldiging in relevante andere sectoren van de arbeidsmarkt, de verhouding met de bezoldiging van het overige personeel binnen de zorgverzekeraars en maatschappelijke opvattingen over de hoogte.4 Daarbij is er nadrukkelijk rekening mee gehouden dat zorgverzekeraars zowel op de publieke als private markt opereren. Om die reden is ten eerste hetzelfde uitgangspunt als bij de verlaging van de bezoldigingsmaxima voor topfunctionarissen bij zorgverzekeraars naar aanleiding van de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT gehanteerd, te weten dat zorgverzekeraars voor 50% op de private markt opereren en voor 50% op de publieke markt. Ten tweede worden de maximumbedragen geïndexeerd met het gemiddelde van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde indexcijfer voor de cao-lonen inclusief bijzondere beloningen voor de sector overheid per maand5 (voor 2021: 1,9%)6 en het door Zorgverzekeraars Nederland vastgestelde gemiddelde van de loonontwikkeling binnen de branche van zorgverzekeraars (voor 2021: 3,2%). Het gemiddelde van deze percentages is 2,55%. Een verhoging van € 306.000 met laatstgenoemd percentage leidt tot een bedrag van € 313.803. In navolging van artikel 2.3, tweede lid, van de WNT en de toelichting hierbij is dit bedrag naar boven op een duizendvoud in euro’s afgerond. Hiermee is de maximale bezoldiging voor het jaar 2022 bepaald op een bedrag van € 314.000. De overige twee klassen voor zorgverzekeraars zijn op dezelfde wijze geïndexeerd.

Artikel III

Uit de WNT volgt dat deze regeling uiterlijk in november 2022 wordt vastgesteld.7 De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2023. Daarmee wordt aangesloten bij het beleid inzake vaste verandermomenten van regelgeving.8 Voor de duidelijkheid zij opgemerkt dat deze regeling van toepassing is op bezoldigingen die verschuldigd zijn voor werkzaamheden vanaf 1 januari 2023.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder


X Noot
1

Artikelen 2.7, tweede lid, 3.3 en 3.4, tweede lid, WNT.

X Noot
4

Artikel 3.6, tweede lid, van de WNT.

X Noot
5

Zoals deze door het CBS in het jaar van vaststellen van de ministeriële regeling voor het daaraan voorafgaande jaar is vastgesteld.

X Noot
6

Het percentage is te vinden via de website statline.cbs.nl.

X Noot
7

Artikelen 2.7, eerste en tweede lid, 3.3 en 3.4, tweede lid, van de WNT.

X Noot
8

Aanwijzing 4.17, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

Naar boven