Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 29 augustus 2022, nr. IENW/BSK-2022/188070, tot wijziging van de Tijdelijke regeling specifieke uitkering bodem 2022 in verband met het openen van een tweede aanvraagronde voor de aanpak van historische spoedopgaven

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 17 van de Financiële-verhoudingswet, 3, eerste lid, onderdeel b, 4, eerste lid, en 5, onderdelen a tot en met h, van de Kaderwet subsidies I en M;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Tijdelijke regeling specifieke uitkering bodem 2022 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b, aanhef, wordt ‘€ 34.185.868,–’ vervangen door ‘€ 20.398.331,–’.

2. In onderdeel b, onder 2°, wordt ‘€ 26.185.868,–’ vervangen door ‘€ 12.398.331,–’ en vervalt ‘en’.

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c, door ‘; en’ wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. de tweede aanvraagperiode voor de aanpak historische spoedopgaven, bedoeld in artikel 12a: maximaal € 19.329.778,–, exclusief compensabele btw.

B

In artikel 6 wordt na ‘artikel 8’ ingevoegd ‘, artikel 12a’.

C

In de artikelen 11, eerste lid, en 12 wordt na ‘artikel 8, eerste lid,’ ingevoegd ‘en artikel 12a, eerste lid,’.

D

Aan paragraaf 2 worden na artikel 12 drie artikelen toegevoegd, luidende:

Artikel 12a Tweede aanvraagperiode historische spoedopgave en wijze van verdelen middelen

  • 1. De minister kan op aanvraag een specifieke uitkering verlenen aan een bevoegd gezag voor de aanpak van een of meer historische spoedopgaven als bedoeld in artikel 12b.

  • 2. Een aanvraag kan worden ingediend in de periode van 3 tot en met 31 oktober 2022.

Artikel 12b Aanvraag historische spoedopgave tweede aanvraagperiode

  • 1. Het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 12a, eerste lid, kan een specifieke uitkering aanvragen voor activiteiten of voor financiële verplichtingen met betrekking tot de aanpak van een historische spoedopgave die in 2022 worden uitgevoerd respectievelijk worden aangegaan mits de aanvraag de aanpak betreft van activiteiten, locaties of projecten:

    • a. die niet zijn opgenomen in een aanvraag die op grond van artikel 8, eerste lid, in mei 2022 is ingediend; of

    • b. waarvoor op grond van artikel 8, eerste lid, een aanvraag in mei 2022 is ingediend en waarvoor het aangevraagde bedrag op grond van artikel 8, derde lid, niet volledig is toegekend.

  • 2. Artikel 9, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.

  • 3. Een aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het formulier, bedoeld in bijlage 2a bij deze regeling indien het een aanvraag als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, betreft.

  • 4. Een aanvraag wordt ingediend door een daartoe namens het bevoegd gezag bevoegde persoon ondertekende brief indien het een aanvraag als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, betreft. In de brief wordt het resterende bedrag opnieuw aangevraagd en wordt verwezen naar de desbetreffende aanvraag van mei 2022 en de desbetreffende beschikking tot verlening van de specifieke aanvraag.

  • 5. Een aanvraag als bedoeld in dit artikel kan per e-mail worden gedaan.

Artikel 12c Wijze van verdelen middelen tweede aanvraagperiode historische spoedopgave

De minister verdeelt het beschikbare bedrag, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel d, op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

E

Bijlage 1 bij de regeling vervalt, met dien verstande dat die van toepassing blijft op aanvragen voor de aanpak van een historische spoedopgave die in de periode van 1 tot en met 31 mei 2022 zijn gedaan.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

BIJLAGE 2A, BEDOELD IN ARTIKEL 12B, DERDE LID

Aanvraagformulier specifieke uitkering historische spoedopgaven – Tweede aanvraagronde

Aanvraag als bedoeld in artikel 12a van de Tijdelijke regeling specifieke uitkering bodem 2022

Indienen via

spukbodem@minienw.nl

Uiterlijk

31 oktober 2022

Sla uw aanvraag op als een PDF-bestand met titel <jjjjmmdd – Aanvraag [naam specifieke uitkering] [onderdeel regeling] [naam organisatie]>.

Mail dit bestand inclusief bijlage uiterlijk op de aangegeven datum naar bovenstaand e-mailadres. Vermeld bij de e-mail als onderwerp: Aanvraag [naam specifieke uitkering] [naam organisatie].

Vergeet niet een formele (digitale) en een door het daartoe bevoegde persoon ondertekende aanbiedingsbrief als aparte bijlage bij de mail te voegen.

 

Gegevens Aanvrager

Bevoegd gezag

 

Postadres

 

Postcode en plaats

 

IBAN rekeningnummer en bewijs dat dit rekeningnummer op naam van de aanvrager staat.

 

Contactpersoon

 

Rechtstreeks telefoonnummer

 

E-mail

 
 

Totaaloverzicht Aanvraag per element

Kosten per project/locatie die niet in de aanvraag van mei 2022 was opgenomen of waarvoor budget wordt aangevraagd1

Naam projecten/locaties en Wbb-locatiecodes waarvoor uitkering voor 2022 wordt aangevraagd2

Totale kosten project (inclusief btw) in euro’s

Totale btw in euro’s

Compensabele btw in euro’s

Bedrag dat wordt aangevraagd3

1. individuele spoedlocaties

...........................

...........................

...........................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

2. gebiedsgericht grondwaterbeheer

...........................

...........................

...........................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

3. nazorg inclusief isoleren, beheer- en controlemaatregelen

...........................

...........................

...........................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

4. de aanpak van waterbodems als bedoeld op lijst C van het convenant bodem en ondergrond

...........................

...........................

...........................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

Totaal aangevraagd bedrag

€ ..................

€ ..................

€ ..................

€ ..................

 

Naam project/locatie

Korte toelichting per project/locatie die niet in de aanvraag van mei 2022 was opgenomen of waarvoor aanvullend budget wordt aangevraagd4

1. individuele spoedlocaties

   
   
   

2. gebiedsgericht grondwaterbeheer

   
   
   

3. nazorg inclusief isoleren, beheer- en controlemaatregelen

   
   
   

4. de aanpak van waterbodems als bedoeld op lijst C van het convenant bodem en ondergrond

   
   
   
   

Ondertekening

De aanvrager verklaart hierbij:

Bekend te zijn met en zich te houden aan de voorwaarden en verplichtingen zoals genoemd in de geldende wet- en regelgeving. Specifiek dat het instrumentarium voor het kostenverhaal als bedoeld in de Wet bodembescherming is of wordt toegepast.

Dat in dit aanvraagformulier middelen worden aangevraagd voor andere activiteiten of locaties dan opgenomen in de aanvraag van mei 2022 en dat er dus geen sprake is van het twee keer aanvragen van een specifieke uitkering voor dezelfde activiteit.

Alle gegevens in dit aanvraagformulier en alle bijlagen naar waarheid te hebben verstrekt.

Dat de contactpersoon bevoegd is om deze aanvraag namens de aanvrager in te dienen.

Plaats

 

Datum

 

Naam

 

Functie

 

Handtekening contactpersoon

 
   
   
   
   

Bijlage 1. Gegevens SiSa-medeoverheden (waaronder omgevingsdiensten)

 

Naam organisatie 1

 

Contactpersoon

 

rechtstreeks telefoonnummer

 

e-mail

 

rol

 

Naam organisatie 2

 

Contactpersoon

 

rechtstreeks telefoonnummer

 

e-mail

 

rol

 

Naam organisatie 3

 

Contactpersoon

 

rechtstreeks telefoonnummer

 

e-mail

 

rol

 

Naam organisatie 4

 

Contactpersoon

 

Rechtstreeks telefoonnummer

 

e-mail

 

rol

 
X Noot
1

De bedragen op het aanvraagformulier mogen uitsluitend betrekking hebben op middelen voor activiteiten, projecten of locaties die niet in de aanvraag van mei 2022 waren opgenomen. Als voor een project of locatie middelen voor een nieuwe activiteit worden aangevraagd, dient dit toegelicht te worden in de daarvoor bedoelde tabel op het aanvraagformulier. Voor het aanvragen van het bedrag dat in mei 2022 is aangevraagd maar op grond van bijlage 1 van de regeling niet is gehonoreerd, volstaat een aanvraag per brief zonder aanvraagformulier, met verwijzing naar die aanvraag en de beschikking. Het is dus niet nodig nogmaals de locaties en bedragen in te vullen die reeds in de aanvraag van mei 2022 zijn ingediend. De aanvrager kan er voor kiezen de aanvraag enkel per e-mail op te sturen.

X Noot
2

Voor de projecten of de locaties waarvoor de specifieke uitkering 2022 wordt aangevraagd en de begroting van de kosten per project/locatie waarvoor de specifieke uitkering wordt aangevraagd, gelden de volgende voorwaarden:

• het betreft projecten/locaties die onderdeel uitmaken van de historische spoedopgave van het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 12a van de regeling, en

• het betreft enkel de kosten voor onderzoek, saneringsmaatregelen of andere activiteiten die nodig zijn voor het wegnemen of beheersen van onaanvaardbare humane, ecologische dan wel verspreidingsrisico’s bij die projecten of locaties, en

• de specifieke uitkering wordt uitsluitend aangevraagd voor activiteiten waarvan de kosten niet kunnen worden verhaald op de veroorzaker van de bodemverontreiniging of voor activiteiten waarvan de kosten wegens onvoldoende draagkracht niet kunnen worden gedragen door de eigenaar, en

• de uitkering heeft betrekking op activiteiten die starten in 2022 en een doorlooptijd hebben van ten hoogste drie jaar te rekenen vanaf de datum die daartoe is opgenomen in de beschikking tot verlening van de specifieke aanvraag.

X Noot
3

Bedrag inclusief de niet-compensabele BTW en exclusief de compensabele BTW.

X Noot
4

Hier kan een korte toelichting worden opgenomen om bijvoorbeeld bijzonderheden aan te geven (zie 1) of om de scheiding met de aanvraag van mei 2022 duidelijk te maken. Dit om onduidelijkheden te voorkomen over het mogelijk twee keer aanvragen van middelen voor dezelfde activiteiten.

TOELICHTING

Algemeen deel

Aanleiding

In mei 2022 hebben de bevoegde gezagen Wet bodembescherming (verder: bevoegd gezagen) aanvragen ingediend voor een uitkering voor de onderdelen historische spoedopgaven en buitenproportionele opgaven op grond van de Tijdelijke regeling specifieke uitkering bodem 2022 (verder: regeling). Het voor de aanpak van historische spoedopgaven en buitenproportionele opgaven beschikbare budget was € 51,7 miljoen (€ 17,5 miljoen voor de historische spoedopgaven en € 34,2 miljoen voor de buitenproportionele opgaven: PFAS en diffuus verspreid lood). In mei 2022 zijn aanvragen ingediend voor een totaalbedrag van € 44,7 miljoen. Daarvan kan € 32,4 miljoen worden toegekend. Dat het bedrag dat is aangevraagd en het bedrag dat kan worden toegekend lager is dan het beschikbare bedrag is onverwacht. In 2021 werd namelijk een bedrag van € 121 miljoen aangevraagd op een beschikbaar bedrag van € 40 miljoen voor buitenproportionele opgaven.

Hieronder volgt een korte beschrijving en duiding van de aangevraagde en voor honorering in aanmerking komende budgetten voor de historische spoedopgaven en de buitenproportionele opgaven.

  • Voor de aanpak van de historische spoedopgaven was een budget van € 17,5 miljoen beschikbaar gesteld in de regeling. In mei 2022 zijn voor € 20,2 miljoen aanvragen ingediend, waarvoor een bedrag van € 12 miljoen in aanmerking komt voor toekenning. Sommige bevoegde gezagen hebben in mei 2022 meer aangevraagd dan op grond van bijlage 1 bij de regeling kon worden toegekend. In bijlage 1 bij de regeling zijn maximum toe te kennen bedragen per bevoegd gezag opgenomen. Deze bedragen zijn vastgesteld om het beschikbare budget tussen de bevoegde gezagen te verdelen. De bedragen zijn bepaald door het budget voor de totale opgave tot 2030 te delen door het aantal jaren tot 2030 en vervolgens naar rato te verdelen over de bevoegde gezagen op basis van de door hun aangegeven resterende opgave tot 2030. De behoefte aan middelen voor de aanpak is echter niet gelijkmatig verdeeld over de jaren en de bevoegde gezagen. Voor de redenen daarvan en de berekening en verdeling van die middelen wordt verwezen naar de toelichting op artikel 8 van de regeling (blz. 22 en 23 van Stcrt. 2022, nr. 11067).

  • Voor de aanpak van PFAS (element van de buitenproportionele opgaven) was een budget van € 26,2 miljoen beschikbaar gesteld in de regeling. In mei 2022 zijn voor € 12,4 miljoen aanvragen ingediend die in aanmerking komen voor honorering. Na toekenning van specifieke uitkeringen voor de aanvragen van mei 2022 resteert dus een bedrag van € 13,8 miljoen. Een verklaring hiervoor is dat de aanpak van PFAS-verontreinigingen zich in een overgangsfase bevindt tussen de vorig jaar opgestarte onderzoeksprogramma’s voor het lokaliseren van PFAS-aandachtslocaties en de aanpak van de verontreinigingen die uit de programma’s naar voren komen. Daarom wordt niet verwacht dat er bij de bevoegde gezagen een behoefte is aan aanvullende middelen voor de aanpak van PFAS in 2022.

  • Voor de aanpak van diffuus verspreid lood (element van de buitenproportionele opgaven) sluit het beschikbare gestelde budget van € 8,0 miljoen aan op het aangevraagde budget. Het instellen van dit uitkeringsplafond is een uitdrukkelijke keuze geweest, omdat dit bedrag aansluit bij wat er tijdens de voorgaande bodemconvenantsperiode is toegekend (zie de toelichting bij artikel 4 van de regeling, blz. 21 van Stcrt. 2022, nr. 11067).

Geconcludeerd kan worden dat de bevoegde gezagen die meer middelen hebben aangevraagd dan op basis van bijlage 1 van de regeling kunnen worden uitgekeerd, een grotere ambitie hebben dan waar ze nu middelen voor ontvangen en nog in 2022 een vervolg willen geven aan de aanpak van de historische spoedopgaven. Ook andere bevoegde gezagen hebben aangegeven de aanpak van de historische spoedopgaven te willen versnellen en dat ze daarvoor nog in 2022 middelen nodig hebben om verplichtingen te kunnen aangaan.

Op basis van het bovenstaande is het totaal resterende budget van € 19,3 miljoen beschikbaar gesteld voor de aanpak van historische spoedopgaven. Er wordt daartoe een nieuwe aanvraagronde opengesteld van 3 tot en met 31 oktober 2022. Er is op basis van de beschikbare gegevens voor gekozen geen nieuwe ronde voor de aanpak van de buitenproportionele opgaven open te stellen.

Indienen van een aanvraag voor de tweede ronde

Om het bedrag aan te vragen dat, na het in mei 2022 indienen van een aanvraag op grond van artikel 8, eerste lid, niet is toegekend op basis van artikel 8, derde lid, en bijlage 1 bij de regeling, volstaat een brief waarin dit bedrag alsnog wordt aangevraagd en waarin naar de aanvraag van mei 2022 en de beschikking op die aanvraag wordt verwezen. De brief moet zijn ondertekend door een daartoe namens het bevoegd gezag bevoegde persoon. Hiervoor wordt dus geen gebruik gemaakt van het aanvraagformulier, bedoeld in bijlage 2a. Indien een specifieke uitkering wordt aangevraagd voor andere locaties of voor aanvullende activiteiten op locaties waarvoor al eerder een specifieke uitkering is aangevraagd, dient het aanvraagformulier, bedoeld in bijlage 2a, te worden ingediend. Bijzonderheden kunnen worden toegelicht die bijlage.

Verdelingsmechanisme tweede aanvraagronde

Wat betreft het verdelingsmechanisme is ervoor gekozen om het aanvullende beschikbare budget te verdelen op volgorde van binnenkomst van de aanvragen die aan de voorwaarden van de regeling voldoen. Als er meer dan een aanvraag wordt ontvangen op de dag dat het beschikbare budget wordt overschreden, wordt de volgorde door loting bepaald.

Overleg medeoverheden

Direct nadat de eerste ronde voor het indienen van aanvragen was afgesloten, is telefonisch en per e-mail navraag gedaan bij alle bevoegde gezagen die geen aanvraag hebben gedaan voor de aanpak van de historische spoedopgave, terwijl zij – zeer waarschijnlijk – wel projecten hebben die onder de reikwijdte van de regeling vallen. Daarnaast is een overzicht van de aangevraagde en de beschikbare budgetten gedeeld met de koepels (IPO en VNG) in het kader van het Directeuren Overleg Bodem op 22 juni 2022. Verder zijn de cijfers, de signalen van de gemeenten en de provincies en een inschatting van mogelijke oorzaken en de verwachtingen voor de nabije toekomst besproken in het programmateam bestuurlijke afspraken bodem. Tot slot is de gekozen oplossingsrichting voor het effectief besteden van het resterende budget gedeeld met de andere overheden.

Uitvoeringslasten

Het indienen van een aanvraag brengt uitvoeringslasten voor de bevoegde gezagen met zich mee. Die lasten zijn zo laag mogelijk gehouden. Zo kan voor een aanvraag voor een specifieke uitkering die het bedrag betreft dat op grond van artikel 8, derde lid, is afgewezen, worden volstaan met een brief waarin naar die aanvraag en de bijbehorende beschikking wordt verwezen. Verder geldt ook voor de aanvragen die in de tweede aanvraagronde kunnen worden gedaan, dat er beleidsmatige en bestuurlijke besluitvorming binnen de desbetreffende besturen zal hebben plaatsgevonden over de aanpak van de historische spoedopgave(n) en dat die informatie gebruikt kan worden voor het doen van een aanvraag.

Inwerkingtreding en vervaldatum

Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 2022. Dat is een van de vaste verandermomenten. Er wordt afgeweken van de vaste publicatiemomenten. Dit wordt niet bezwaarlijk geacht omdat de bevoegde gezagen vooraf zijn geïnformeerd via IPO en VNG over deze regeling en omdat zij belang hebben bij een versnelling van de saneringsmogelijkheden. In september 2022 wordt een webinar voor de bevoegde gezagen georganiseerd om de gewijzigde regeling toe te lichten en eventuele vragen te beantwoorden.

Op grond van artikel 27 van de regeling vervalt de regeling met ingang van 1 januari 2027, maar blijft de regeling van toepassing op specifieke uitkeringen die voor die datum zijn verleend.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Zoals in het algemeen deel is uiteengezet, komen de bedragen voor de aanpak van de historische spoedopgaven en van het element PFAS die resteren na de verlening van de desbetreffende specifieke uitkeringen waarvoor in mei 2022 een aanvraag is gedaan, beschikbaar voor de aanpak van historische spoedopgaven. Het beschikbare bedrag voor de aanpak van het element PFAS en dus voor het totale beschikbare bedrag voor de aanpak van buitenproportionele opgaven wordt derhalve naar beneden bijgesteld. Dat bedrag is beschikbaar voor de tweede aanvraagperiode voor de aanpak van de historische spoedopgaven. Dit is geregeld in artikel 4. De wijzigingen treden op zaterdag 1 oktober 2022 in werking, waarbij de aanvraagperiode voor de tweede ronde loopt van maandag 3 tot en met maandag 31 oktober 2022. Het aanpassen van de budgetten leidt niet tot een nadelige situatie voor de bevoegde gezagen. De aanvraagperiode voor aanvragen op grond van de artikelen 8 en 13 is immers gesloten en na de verlening van de specifieke uitkeringen is gebleken dat de beschikbare bedragen niet zijn uitgeput. Het resterende budget is, zoals hiervoor is aangegeven, beschikbaar voor de versnelling van de aanpak van de historische spoedopgave.

Artikel I, onderdelen B en C

Deze wijzigingen vloeien voort uit het nieuwe artikel 12a. Ook voor de aanpak van historische spoedopgaven waarvoor in de tweede aanvraagronde een aanvraag voor een specifieke uitkering wordt gedaan, geldt dat de activiteiten al eerder in 2022 kunnen zijn gestart. In dat geval moet – eveneens – worden voldaan aan de bestedingsvoorwaarden, bedoeld in artikel 11.

Artikel 11 regelt waaraan een specifieke uitkering moet worden besteed. Artikel 12 regelt dat het bevoegd gezag voortgangsinformatie moet verstrekken. In onderdeel C is geregeld dat deze verplichtingen ook gelden voor een aanvraag voor een specifieke uitkering die het bevoegd gezag in oktober 2022 doet.

Artikel I, onderdeel D

Aan paragraaf 2 zijn drie artikelen toegevoegd. Hierin is geregeld dat er een tweede ronde is waarin een aanvraag voor de aanpak van een of meer historische spoedopgaven kan worden gedaan.

In artikel 12a in combinatie met artikel 12b is bepaald dat de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (verder: minister) een specifieke uitkering voor de aanpak van de historische spoedopgave kan verlenen en aan welke voorwaarden voldaan moet worden. Daarvoor moet een nieuwe aanvraag worden ingediend, dat kan in de periode van 3 tot en met 31 oktober 2022.

Artikel 12b bepaalt waarvoor een bevoegd gezag een aanvraag kan indienen, waaraan een aanvraag moet voldoen en hoe de aanvraag moet worden ingediend. Er kan een aanvraag worden ingediend voor activiteiten of financiële verplichtingen die niet zijn opgenomen in de aanvraag die in mei 2022 is gedaan. Concreet komt dit er op neer dat als in mei 2022 voor locatie X middelen zijn aangevraagd voor de monitoring, niet nogmaals met het aanvraagformulier middelen mogen worden aangevraagd voor de monitoring op die locatie. Wel kunnen middelen worden aangevraagd voor een andere activiteit op die locatie, zoals het vervangen van een damwand. In dat geval wordt de aanvraag gedaan met gebruikmaking het formulier dat is opgenomen in bijlage 2a bij de regeling. Indien een aanvraag, gedaan in mei 2022, gedeeltelijk is afgewezen omdat er een hoger bedrag werd aangevraagd dan het op grond van artikel 8, derde lid, beschikbare bedrag, kan voor dat resterende bedrag per brief een nieuwe aanvraag worden ingediend. Daarin kan worden verwezen naar die eerdere aanvraag en de bijbehorende beschikking. Dit is dan een nieuwe aanvraag, waarvoor het in bijlage 2a opgenomen formulier niet hoeft te worden ingevuld.

In het tweede lid van artikel 12b is artikel 9, tweede en derde lid, van overeenkomstige toepassing verklaard op een aanvraag die activiteiten, locaties of projecten betreft die geen onderdeel uitmaakten van de aanvraag die in mei 2022 is gedaan. Het betreft eisen aan de aanvraag en de vermelding bij de aanvraag door het bevoegd gezag aan welke projecten de specifieke uitkering zal worden besteed.

Het beschikbare bedrag wordt ingevolge artikel 12c verdeeld op volgorde van binnenkomst van de volledige aanvragen. Op grond van artikel 8, derde lid, onderdeel a, van het Kaderbesluit subsidies I en M is immers de datum waarop een volledige aanvraag is ontvangen bepalend voor de volgorde. Indien de gelegenheid wordt geboden voor aanvulling van de aanvraag omdat niet aan alle voorwaarden wordt voldaan, telt dus de datum waarop de aanvraag compleet is als datum waarop de aanvraag is ontvangen. Als er op de dag waarop het maximum van het beschikbare bedrag wordt bereikt twee of meer aanvragen zijn ontvangen, wordt door loting de volgorde van die aanvragen wordt bepaald. Dit is geregeld in artikel 8, derde lid, onderdeel b, van het Kaderbesluit subsidies I en M. Tot slot wordt opgemerkt dat de minister het bereiken van het hiervoor bedoelde maximum bekend maakt in de Staatscourant.

Artikel I, onderdeel E

In bijlage 1 bij de regeling was het maximale bedrag opgenomen waarvoor aan het desbetreffende bevoegde gezag een specifieke uitkering kon worden verleend op grond van artikel 8, derde lid, en artikel 10. Zoals in het algemeen deel is aangegeven, is het totale voor de historische spoedopgave beschikbare bedrag waarvoor in mei 2022 een aanvraag kon worden ingediend niet uitgeput. Het resterende budget is beschikbaar gesteld voor de tweede aanvraagperiode voor de aanpak van de historische spoedopgave. Bijlage 1 is derhalve vervallen, maar blijft echter wel van toepassing op aanvragen die in de eerste aanvraagperiode zijn gedaan.

Artikel II

Voor de toelichting op dit artikel wordt verwezen naar het algemeen deel.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

Naar boven