Besluit van de Autoriteit Consument en Markt van 21 april 2022, kenmerk ACM/UIT/561144 tot wijziging van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet betreffende het in lijn brengen van de Transportcode gas LNB, Tarievencode gas en Takencode gas LNB met de huidige gastransportpraktijk

Ons kenmerk: ACM/UIT/574251

Zaaknummer: ACM/21/052862

Datum: 21 april 2022

De Autoriteit Consument en Markt,

Gelet op artikel 12f, eerste lid van de Gaswet;

Besluit

ARTIKEL I

De Transportcode gas LNB wordt gewijzigd als volgt:

A

Bij artikel 2.1.2a wordt in de tweede zin na ‘die gecontracteerd is voor de duur van een jaar,’ ingevoegd ‘een kwartaal’.

B

In artikel 2.1.2b wordt in de derde zin ‘in het document als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Gaswet’ vervangen door ‘op haar website’.

C

Artikel 2.1.2h wordt gewijzigd als volgt:

1. In de tweede alinea wordt ‘dezelfde capaciteitsproducten als entry- en exitcapaciteit als bedoeld in 2.1.2’ vervangen door ‘jaar-, kwartaal- en maandcapaciteitsproducten’.

2. De derde en vierde alinea over afschakelbare en vaste wheelingcapaciteit vervallen.

D

Artikel 2.1.7.3, eerste, tweede en derde lid, komen te luiden:

  • 1 Alvorens een erkende programmaverantwoordelijke diversion kan uitvoeren naar een interconnectiepunt, moet de erkende programmaverantwoordelijke de capaciteit op dat interconnectiepunt contracteren via het reguliere veilingproces (zie referentie naar NC-CAM in artikel 2.1.2).

  • 2 De betalingsverplichting op het entry- of exitpunt waar capaciteit naar toe wordt verplaatst, volgt rechtstreekst uit lid 1.

  • 3 Indien de betalingsverplichting op het entry- of exitpunt waar capaciteit naar toe wordt verplaatst, lager is dan de betalingsverplichting op het oorspronkelijke entry- of exitpunt, dan blijft de oorspronkelijke betalingsverplichting in stand.

E

Artikel 2.1.7.4, tweede, derde en vierde lid, komen te luiden:

  • 2 De betalingsverplichting op het entry- of exitpunt waar capaciteit naar toe wordt verplaatst, wordt afgeleid van het oorspronkelijke capaciteitsproduct en het tarief van dat product op het entry- of exitpunt waar capaciteit naar toe wordt verplaatst en de periode waarover wordt verplaatst.

  • 3 Indien de betalingsverplichting op het entry- of exitpunt waar capaciteit naar toe verplaatst wordt, lager is dan de betalingsverplichting op het oorspronkelijke entry- of exitpunt, dan blijft de oorspronkelijke betalingsverplichting in stand.

  • 4 Diversion, bedoeld in het eerste lid, kan voor een jaar-, kwartaal-, maand- of dag capaciteitsproduct worden gecontracteerd.

F

Paragraaf 2.1.9 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de titel wordt ‘exitcapaciteit’ vervangen door ‘transportcapaciteit’.

2. In de artikelen 2.1.9.1 tot en met 2.1.9.6 wordt ‘exitcapaciteit’ telkens vervangen door ‘transportcapaciteit’.

3. In artikel 2.1.9.1, eerste zin, vervalt ‘van een eindverbruiker’.

4. In artikel 2.1.9.5, wordt ‘3.2.3’ vervangen door ‘3.6 tot en met 3.10’.

5. In artikel 2.1.9.6 wordt ‘3.2.3.12’ vervangen door ‘3.10’.

G

Artikel 2.1.10.2, derde zin, wordt gewijzigd als volgt:

1. ‘de in artikel B1.5’ wordt vervangen door ‘artikel B1.10, lid 1’.

2. ‘bedoelde exposure’ vervalt.

3. ‘kredietlimiet’ wordt vervangen door ‘actuele kredietruimte’.

H

Artikel 2.1.10.3 komt te luiden:

De overgedragen capaciteit wordt als een nieuw contract geregistreerd waarbij het type capaciteitsproduct, zoals bedoeld in artikel 2.1.2, wordt overgenomen uit het oorspronkelijke contract.

I

In artikel 2.2.2 wordt telkens ‘3.3.2’ vervangen door ‘3.11’.

J

Artikel 3.2.1 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de tekst bij ‘Erkenning LA’ wordt ‘behoudens exitcapaciteit op een exitpunt’ vervangen door ‘behoudens entry- en exitcapaciteit op een netwerkpunt’.

2. In de tekst bij ‘Erkenning LB’ wordt ‘met inbegrip van exitcapaciteit op een exitpunt’ vervangen door ‘met inbegrip van entry- en exitcapaciteit op een netwerkpunt’.

3. In de tekst bij ‘Erkenning LB’, onder c wordt ‘1.2b’ vervangen door ‘2.1.2b’.

K

Artikel 3.3.2 wordt gewijzigd als volgt:

1. De zin ‘Voor het intrekken van de erkenning naar aanleiding van het niet langer voldoen aan de verplichtingen als opgenomen in deze Transportcode gas LNB gelden de regelingen zoals beschreven in 3.3.4 en 3.3.5’ vervalt.

2. Na ‘De netbeheerder van het landelijk gastransportnet informeert elke regionale netbeheerder terstond over de intrekking van een erkenning LB.’ wordt ingevoegd ‘Indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet heeft besloten de erkenning van een erkende programmaverantwoordelijke in te trekken, meldt hij dat aan de Autoriteit Consument en Markt’.

L

De titel van paragraaf 3.3.4 komt te luiden:

Regeling in geval van intrekking van de erkenning indien een erkende programmaverantwoordelijke redelijkerwijs niet in staat wordt geacht de verplichtingen van de transportcode na te komen.

M

Artikel 3.3.4.1, eerste zin, komt te luiden:

Indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet een erkende programmaverantwoordelijke redelijkerwijs niet meer in staat acht om aan de verplichtingen van de Transportcode te voldoen dan bepaalt de netbeheerder van het landelijk gastransportnet na overleg met de Autoriteit Consument en Markt of, en zo ja onder welke voorwaarden, hij de erkende programmaverantwoordelijke dan wel de bewindvoerder en erkende programmaverantwoordelijke tezamen onderscheidenlijk de curator aanbiedt om intrekking van de erkenning als programmaverantwoordelijke op te schorten voor ten hoogste 10 werkdagen.

N

Artikel 3.3.5.1, sub e, komt te luiden:

  • e. de programmaverantwoordelijkheid voor grootverbruikers waarvoor de in sub c bedoelde leverancier en/of de in sub d bedoelde grootverbruiker niet de programmaverantwoordelijkheid heeft geregeld en:

    • de grootverbruiker een direct aangeslotene is: aan erkende programmaverantwoordelijken naar rato van de gecontracteerde exitcapaciteit voor direct aangeslotenen;

    • de grootverbruiker is aangesloten op een regionaal gastransportnetwerk: aan erkende programmaverantwoordelijken met licentie LB naar rato van exitcapaciteit voor grootverbruikers zoals vastgesteld op basis van artikel 2.1.2d en 2.1.2e. De verdeling zal worden uitgedrukt in procenten, waarbij zal worden afgerond op tienden van procenten. Bij verdeling van grootverbruikers met een substantiële hoeveelheid gecontracteerde capaciteit kan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet vooraf in contact treden met de betrokken erkende programmaverantwoordelijke(n) ten aanzien van het aanpassen van de verdeling.

O

In artikel 4.1.4.4 wordt ‘3.2.1.5’ vervangen door ‘3.10’.

P

Artikel 4.1.8, derde lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. ‘3.2.1.1’ wordt vervangen door ‘3.2’.

2. ‘3.2.3.10’ wordt vervangen door ‘3.9 lid 1’.

3. ‘3.2.2.2’ wordt vervangen door ‘3.3 lid 2’.

4. ‘3.2.2.4’ wordt vervangen door ‘3.5 lid 1’.

Q

Na artikel 4.2.2.5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4.2.2.6

In de toetsingsprocedure toetst de netbeheerder van het landelijk gastransportnet elke (her)nominatie van de erkende programmaverantwoordelijke aan de voorwaarden van de relevante overeenkomst. Indien er fouten in de (her)nominatie worden geconstateerd (hieronder worden onder meer nominaties begrepen waarbij meer wordt genomineerd dan de gecontracteerde entry- of exitcapaciteit), stuurt de netbeheerder van het landelijk gastransportnet een afwijzing van de (her)nominatie naar de erkende programmaverantwoordelijke.

R

Artikel 4.2.3.1, tweede zin, wordt gewijzigd als volgt:

1. Voor de ‘de uitkomst van’ wordt ingevoegd ‘indien van toepassing’.

2. ‘toetsingsprocedure’ wordt vervangen door ‘matchingsprocedure’.

S

Artikel 4.2.3.2 komt te luiden:

In de matchingsprocedure vergelijkt de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de (her)nominatie van de erkende programmaverantwoordelijke met de (her)nominatie van andere erkende programmaverantwoordelijken in het landelijk gastransportnet of met informatie verkregen van aangrenzende netbeheerders.

T

Artikel 4.2.3.3 wordt gewijzigd als volgt:

1. De tweede zin vervalt.

2. De laatste zin komt te luiden:

‘In geval van afschakeling zal de informatie over de afschakeling deel uitmaken van de confirmatie.’

U

In artikel 4.2.3.5 wordt ‘toetsingsprocedure’ vervangen door ‘matchingsprocedure’.

V

Artikel 7.2 vervalt.

W

Artikel B1.1 krijgt de titel ‘Algemeen’.

X

Artikel B1.2 krijgt de titel ‘Kredietanalyse’.

Y

Artikel B1.3 wordt gewijzigd als volgt:

1. De titel komt te luiden ‘Aanpassing risicocategorie’.

2. ‘zal’ wordt vervangen door ‘kan’.

Z

Aan artikel B1.4 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 4. De aangeslotene met exitcapaciteit dient uiterlijk twee maanden voor de ingangsdatum van het contract financiële zekerheid te verschaffen.

  • 5. Voor een erkende programmaverantwoordelijke met een erkenning LB dient de financiële zekerheid geldig te zijn vanaf het moment dat de erkende programmaverantwoordelijke een erkenning LB krijgt tot 4 maanden na intrekking van de erkenning LB.

AA

Artikel B1.5 wordt gewijzigd als volgt:

1. De tekst onder ‘Ad 1’ komt te luiden: ‘De exposure met betrekking tot het contracteren van entry- en exitcapaciteit is op enig moment in een maand gelijk aan de som van:

  • 1. de betalingsverplichting (inclusief btw) voor die maand voortvloeiend uit de contracten van within-day-, dag- en maandcapaciteitsproducten; en

  • 2. 3 maal de betalingsverplichting (inclusief btw) voor die maand voortvloeiend uit de contracten van kwartaal- en jaarcapaciteitsproducten; en

  • 3. de betalingsverplichting (inclusief btw) voortvloeiend uit facturen die langer dan 60 dagen open staan.’

2. In de tekst onder ‘Ad 2’ wordt na ‘de actuele waarde van het portfolio onbalans signaal vermenigvuldigd met de’ ingevoegd ‘neutrale’.

AB

Artikel B1.6 wordt gewijzigd als volgt:

1. Aan het eerste lid wordt toegevoegd: ‘De aangeslotene met exitcapaciteit krijgt een vrijstelling van € 60.000,– per maand. Zolang de transportboeking van de aangeslotene met exitcapaciteit binnen deze vrijstelling blijft, vindt er geen financiële analyse plaats’.

2. In het zevende lid wordt ‘berekende kredietlimiet’ vervangen door ‘actuele kredietruimte’.

3. Aan het negende lid wordt toegevoegd: ‘De actuele kredietruimte is het verschil tussen de kredietlimiet en de exposure. Zolang de exposure lager is dan de kredietlimiet is er sprake van kredietruimte’.

AC

Artikel B1.9 komt te luiden:

De exposure voor een erkende programmaverantwoordelijke met een erkenning LB zal conform B1.5, Ad 1 elke maand toenemen als gevolg van de contractering, volgens artikel 2.1.2b, van exitcapaciteit op exitpunten verbonden met een regionaal net. De hiervoor benodigde kredietruimte wordt door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet maandelijks gereserveerd en wordt in mindering gebracht op de actuele kredietruimte. De hoogte van de reservering is gelijk aan 3 maal het hoogste factuurbedrag van de afgelopen 3 wintermaanden voor zover het gecontracteerde exitcapaciteit op exitpunten verbonden met een regionaal net betreft. De reservering zal – als gevolg van wijzigingen in de gecontracteerde exitcapaciteit op exitpunten verbonden met een regionaal gastransportnet – worden aangepast. Als een erkende programmaverantwoordelijke in het voorgaande jaar geen exitcapaciteit op exitpunten verbonden met een regionaal gastransportnet had gecontracteerd, zal de netbeheerder van het landelijk gastransportnet € 50.000,– reserveren als kredietruimte en dit ten laste brengen van de actuele kredietruimte.

AD

Artikel B1.10 krijgt de titel ‘Handhaving bij overschrijding kredietlimiet’.

AE

Artikel B2.1 wordt gewijzigd als volgt:

1. De titel komt te luiden ‘Algemeen’.

2. De tekst komt te luiden:

In Bijlage 2 wordt vastgelegd op welke wijze de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de omvang van de technische capaciteit en de overboekcapaciteit op entry- en exitpunten bepaalt.

AF

Artikel B2.2 wordt gewijzigd als volgt:

1. De titel komt te luiden ‘Technische capaciteit’.

2. Het eerste en tweede lid komen te luiden:

  • 1. De bepaling van de technische capaciteit van entry- en exitpunten wordt voor elk toekomstig gasjaar vastgesteld met een maximum van vijftien jaren vooruit. Per gasjaar wordt rekening gehouden met mogelijke netwerkaanpassingen, zoals die in het meest recente investeringsplan zijn vastgesteld. Per gasjaar wordt dan op basis van planningsuitgangspunten, de verwachte netwerkconfiguratie voor dat jaar (inclusief de voor dat gasjaar voorziene aanpassingen) en het voor dat gasjaar verwachte capaciteitsgebruik op entry- en exitpunten een set scenario’s gegenereerd. Al deze scenario’s kenmerken zich door zware, doch realistische, transportsituaties en worden doorgerekend om te toetsen of het betreffende scenario succesvol kan worden getransporteerd. Als blijkt dat dit voor alle gegenereerde scenario’s het geval is, kan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet overgaan tot het vaststellen van de technische capaciteit op entry- en exitpunten.

  • 2. De aldus voor vijftien toekomstige gasjaren vastgestelde technische entry- en exitcapaciteit wordt ieder jaar als jaarproducten aangeboden op PRISMA. De technische capaciteit voor het eerste toekomstige gasjaar zal tevens worden gehanteerd voor de veilingen ten behoeve van de vier kwartalen in het eerste gasjaar.

3. Het derde lid wordt gewijzigd als volgt:

a. ‘vaste’ vervalt telkens.

b. ‘binnen 4 weken’ wordt vervangen door ‘zo kort als redelijkerwijs mogelijk’.

c. ‘uur’ wordt vervangen door ‘within-day’.

AG

Artikel B2.2.1 wordt gewijzigd als volgt:

1. Aan de titel wordt ‘vraag en aanbod’ toegevoegd.

2. De eerste alinea komt te luiden:

Bij het inschatten van vraag en aanbod per gasjaar wordt gebruik gemaakt van verwachtingen ten aanzien van de capaciteit op elk entry- of exitpunt. Deze verwachtingen zijn gebaseerd op reeds gecontracteerde capaciteit per entry- en exitpunt, aangevuld met onderbouwde schattingen op basis van gegevens van bijvoorbeeld producenten, regionale netbeheerders en beheerders van gasopslagen.

3. De tweede alinea wordt gewijzigd als volgt:

a. De eerste zin vervalt.

b. In de tweede zin vervallen ‘het ontwerp van’ en ‘dan ook’.

c. In de tweede zin wordt ‘prognoses’ vervangen door ‘capaciteitsprognoses’.

AH

Artikel B2.2.2 wordt gewijzigd als volgt:

1. De titel komt te luiden ‘Planningsuitgangspunten’.

2. De eerste alinea komt te luiden:

Planningsuitgangspunten zijn gekwalificeerde keuzes ten aanzien van de technische hoedanigheden van het landelijk gastransportnet of onderdelen daarvan, de fysische hoedanigheden van het te transporteren gas en verwachtingen over het capaciteitsgebruik op een entry- en/of exitpunt en/of combinaties van entry- en exitpunten.

3. ‘reserve stelling’ wordt vervangen door ‘reservestelling’.

4. De vierde alinea komt te luiden:

Het verwachte capaciteitsgebruik op een entry- of exitpunt kan in principe variëren tussen de prognose (de hoogste waarde) en nul. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet verbindt immers geen restricties aan het capaciteitsgebruik door een erkende programmaverantwoordelijke op een entry- of exitpunt. Daarmee is het voor het bepalen van de technische capaciteit op een entry- of exitpunt van belang zo goed mogelijk in te schatten wat onder bepaalde omstandigheden het capaciteitsgebruik op een entry- of exitpunt zal zijn, wat de onderlinge relaties zijn tussen deze entry- en exitpunten en de relatie met externe factoren, zoals bijvoorbeeld temperatuur en jaargetijde.

AI

Artikel B2.2.3 vervalt.

AJ

Artikel B2.2.4 krijgt de titel ‘Scenario’s’ en komt te luiden:

Na het toepassen van de planningsuitgangspunten resteert er nog een groot aantal combinaties van capaciteitsgebruik op entry- en exitpunten. Uit de range van al die mogelijke combinaties resteert na het toepassen van de zwaarteselectie een beperkte set van scenario’s.

Bij de zwaarteselectie wordt rekening gehouden met de hoogste drukval op een bepaalde transportroute en/of een situatie waarin de kwaliteitsconversie maximaal wordt belast.

Alle scenario’s kenmerken zich door zware, doch realistische, transportsituaties. Bij elk door te rekenen scenario wordt de, in dat scenario, verwachte capaciteit op alle entry- en exitpunten vastgesteld. Hierbij wordt tevens als randvoorwaarde gesteld dat de totale hoeveelheid energie op de entrypunten in balans moet zijn met de totale hoeveelheid energie op de exitpunten.

AK

Artikel B2.2.5 komt te luiden:

De netbeheerder van het landelijk gastransportnet berekent voor elk gegenereerd scenario of de verwachte capaciteit op een entry- of exitpunt kan worden getransporteerd. Bij de berekening wordt gebruik gemaakt van het gastransportnet zoals dat er in het betreffende gasjaar zal uitzien, dus inclusief aanpassingen zoals die in het investeringsplan zijn vastgesteld.

AL

Aan de titel van artikel B2.2.6 wordt toegevoegd ‘en bepaling technische capaciteit’ en komt te luiden:

Het landelijk gastransportnet is naar het oordeel van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet in staat om vaste capaciteit op een entry- of exitpunt te kunnen leveren, indien uit de berekeningen blijkt dat bij alle scenario’s de verwachte capaciteit op entry- en exitpunten getransporteerd kan worden.

Indien uit berekeningen blijkt dat de verwachte capaciteit op een entry- of exipunt niet kan worden getransporteerd, dan worden er nadere analyses uitgevoerd. Dit kan eventueel leiden tot een aanpassing van het landelijk gastransportnet. Dergelijke maatregelen worden vastgelegd in het investeringsplan.

Indien uit de scenario’s blijkt dat er mogelijkheden zijn om op sommige entry- en/of exitpunten meer capaciteit aan te bieden dan worden berekeningen herhaald, waarbij de capaciteit op sommige entry- en/of exitpunten wordt verhoogd.

Hierbij verhoogt de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de capaciteit op die entry- en/of exitpunten, waar de kans op een hoger aanbod en/of een hogere marktvraag het grootst wordt geacht. Door de capaciteiten maximaal te verhogen binnen de mogelijkheden van het netwerk, kan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de technische capaciteit voor entry- en exitpunten vaststellen.

De technische capaciteit voor entry- en exitpunten voor het zesde tot en met het vijftiende toekomstige gasjaar is gebaseerd op het extrapoleren van de voor het vijfde jaar vastgestelde technische capaciteit op een entry- of exitpunt, waarbij rekening gehouden wordt met afspraken met NNO’s.

AM

Artikel B2.3 wordt gewijzigd als volgt:

1. Voor ‘interconnectiepunten’ wordt ingevoegd ‘(virtuele)’.

2. Na ‘gastransportnet’ wordt ingevoegd ‘mogelijk’.

AN

In de titels van artikelen B2.3.1 t/m B2.3.4 vervalt ‘vooruit’.

AO

Artikel B2.3.1 wordt gewijzigd als volgt:

1. Aan de titel wordt toegevoegd ‘en within-day’.

2. ‘dagveiling’ wordt vervangen door ‘dag- en within-day-veiling’.

AP

Artikel B2.3.4 wordt gewijzigd als volgt:

1. ‘betreffende’ wordt vervangen door ‘een of meerdere’.

2. ‘gasjaar’ wordt vervangen door ‘gasjaren’.

ARTIKEL II

De Tarievencode gas wordt gewijzigd als volgt:

A

De (huidige) artikelen 3.1.1 t/m 3.1.4 worden ondergebracht in één artikel: artikel 3.1 (nieuw). Het huidige artikel 3.1.1 wordt het eerste lid van het nieuwe artikel 3.1, het huidige artikel 3.1.2 het tweede lid van het nieuwe artikel 3.1 enzovoort.

B

In het huidige artikel 3.1.2, het tweede lid van het nieuwe artikel 3.1, wordt ‘3.1.1.’ vervangen door ‘het eerste lid’.

C

In het huidige artikel 3.1.4, het vierde lid van het nieuwe artikel 3.1, wordt ‘paragraaf’ ingevoegd voor ‘3.3’.

D

Paragraaf 3.2 krijgt de titel ‘Tariefstructuur voor transport’.

E

De (huidige) artikelen 3.2.1.1 en 3.2.1.2 worden ondergebracht in één artikel: artikel 3.2 (nieuw). Het huidige artikel 3.2.1.1 wordt het eerste lid van het nieuwe artikel 3.2 en het huidige artikel 3.2.1.2 wordt het tweede lid van het nieuwe artikel 3.2.

F

De (huidige) artikelen 3.2.2.1 en 3.2.2.2 worden ondergebracht in één artikel: artikel 3.3 (nieuw). Het huidige artikel 3.2.2.1 wordt het eerste lid van het nieuwe artikel 3.3 en het huidige artikel 3.2.2.2 wordt het tweede lid van het nieuwe artikel 3.3.

G

Het huidige artikel 3.2.2.2, het tweede lid van het nieuwe artikel 3.3, wordt gewijzigd als volgt:

1. ‘3.2.2.3’ wordt vervangen door ‘artikel 3.4’.

2. Aan de tabel wordt het volgende toegevoegd:

CAPi

de voorspelde gecontracteerde capaciteit op entry- of exitpunt i uitgedrukt in kWh/uur/jaar is;

EN

de verzameling entrypunten is; en

EX

de verzameling exitpunten is.

H

De nummering van artikel 3.2.2.3 wordt aangepast naar artikel 3.4.

I

De (huidige) artikelen 3.2.2.4 en 3.2.2.5 worden ondergebracht in één artikel: artikel 3.5 (nieuw). Het huidige artikel 3.2.2.4 wordt het eerste lid van het nieuwe artikel 3.5 en het huidige artikel 3.2.2.5 wordt het tweede lid van het nieuwe artikel 3.5.

J

In het huidige artikel 3.2.2.4, het eerste lid van het nieuwe artikel 3.5, wordt ‘3.2.2.5’ vervangen door ‘het tweede lid’.

K

In het huidige artikel 3.2.2.5, het tweede lid van het nieuwe artikel 3.5, wordt ‘3.2.2.4’ vervangen door ‘het eerste lid’.

L

De nummering en titels van 3.2.1, 3.2.2 en 3.2.3, vervallen. De artikelen die onder deze paragrafen vallen, vervallen niet.

M

De (huidige) artikelen 3.2.3.1 en 3.2.3.2 worden ondergebracht in één artikel: artikel 3.6 (nieuw). Het huidige artikel 3.2.3.1 wordt het eerste lid van het nieuwe artikel 3.6 en het huidige artikel 3.2.3.2 wordt het tweede lid en derde lid van het nieuwe artikel 3.6. De tekst van het nieuwe artikel 3.6 komt te luiden:

  • 1. De reserveringsprijzen voor standaard jaar-, kwartaal-, maand-, dag- en within-day-capaciteitsproducten worden berekend als bepaald in artikel 3.7.

  • 2. Voor binnenlandse entry- en exitpunten worden de te betalen prijs voor jaar-, kwartaal-, maand-, dag- en within-day-capaciteitsproducten op dezelfde wijze berekend als de berekeningswijze als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. In aanvulling daarop geldt voor binnenlandse exitpunten die de verbinding vormen tussen het landelijk gastransportnet en een regionaal gastransportnet dat de te betalen prijs die van toepassing is voor op grond van artikel 2.1.2d of 2.1.2e van de Transportcode gas LNB door een erkende programmaverantwoordelijke met erkenning LB in een bepaald netgebied en een bepaalde maand gecontracteerde exitcapaciteit wordt afgeleid van de te betalen prijs voor jaar-, kwartaal- en maandcapaciteitsproducten, als bepaald in artikel 3.8.

N

De (huidige) artikelen 3.2.3.3 t/m 3.2.3.7 worden ondergebracht in één artikel: artikel 3.7 (nieuw). Het huidige artikel 3.2.3.3 wordt het eerste lid van het nieuwe artikel 3.7, het huidige artikel 3.2.3.4 het tweede lid van het nieuwe artikel 3.7 enzovoort.

O

In de huidige artikelen 3.2.3.5 t/m 3.2.3.7, het nieuwe artikel 3.7, wordt telkens ‘3.2.3.4’ vervangen door ‘het tweede lid’.

P

De (huidige) artikelen 3.2.3.8 en 3.2.3.9 worden ondergebracht in één artikel: artikel 3.8 (nieuw). Het huidige artikel 3.2.3.8 wordt het eerste lid van het nieuwe artikel 3.8 en het huidige artikel 3.2.3.9 wordt het tweede lid van het nieuwe artikel 3.8.

Q

In het huidige artikel 3.2.3.8 (het nieuwe artikel 3.8, eerste lid) wordt de formule aangepast en komt te luiden:

Waarbij:

De te betalen prijs voor door een erkende programmaverantwoordelijke met erkenning LB gecontracteerde exitcapaciteit ten behoeve van profielafnemers in netgebied i in maand m is;

Het aandeel van de standaardcapaciteit profielafnemers in de maand m dat als maandcapaciteitsproduct is gecontracteerd is;

De te betalen prijs voor een maandcapaciteitsproduct in netgebied i in maand m is;

Het aandeel van de standaardcapaciteit profielafnemers in maand m dat als kwartaalcapaciteitsproduct is gecontracteerd is;

Een functie die het aantal dagen in maand m uitdrukt is;

Een functie die het aantal dagen in het kwartaal van de maand m uitdrukt is;

De te betalen prijs voor het kwartaalcapaciteitsproduct dat de maand m omvat is;

Het aandeel van de standaardcapaciteit profielafnemers in maand m dat als jaarcapaciteitsproduct is gecontracteerd is;

Een functie die het aantal dagen in het jaar j uitdrukt is; en

De te betalen prijs voor het jaarcapaciteitsproduct in netgebied i in maand m is.

R

In het huidige artikel 3.2.3.9 (het nieuwe artikel 3.8, tweede lid) wordt de formule aangepast en komt te luiden:

Waarbij:

De te betalen prijs voor door een erkende programmaverantwoordelijke met erkenning LB gecontracteerde exitcapaciteit ten behoeve van telemetriegrootverbruikers in netgebied i in maand m is;

Het aandeel van de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers in de maand m dat als maandcapaciteitsproduct is gecontracteerd is;

De te betalen prijs voor een maandcapaciteitsproduct in netgebied i in maand m is;

Het aandeel van de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers in maand m dat als kwartaalcapaciteitsproduct is gecontracteerd is;

Een functie die het aantal dagen in maand m uitdrukt is;

Een functie die het aantal dagen in het kwartaal van de maand m uitdrukt is;

De te betalen prijs voor het kwartaalcapaciteitsproduct dat de maand m omvat is;

Het aandeel van de plancapaciteit telemetriegrootverbruikers in maand m dat als jaarcapaciteitsproduct is gecontracteerd is;

Een functie die het aantal dagen in het jaar j uitdrukt is; en

De te betalen prijs voor het jaarcapaciteitsproduct in netgebied i in maand m is.

S

De (huidige) artikelen 3.2.3.10 en 3.2.3.11 worden ondergebracht in één artikel: artikel 3.9 (nieuw). Tevens vervallen de titels van deze artikelen. Het huidige artikel 3.2.3.10 wordt het eerste lid van het nieuwe artikel 3.9 en het huidige artikel 3.2.3.11 wordt het tweede lid van het nieuwe artikel 3.9.

T

Artikel 3.2.3.12 wordt gewijzigd als volgt:

1. De nummering wordt aangepast naar 3.10.

2. De titel vervalt.

3. Dit artikel wordt opgedeeld in de volgende leden en komen te luiden:

Lid 1: Indien de gecontracteerde entry- of exitcapaciteit wordt overschreden brengt de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de netgebruiker een tarief in rekening voor de overschrijding van de gecontracteerde entry- of exitcapaciteit.

Lid 2: De overschrijding wordt per gasdag bepaald en vastgesteld op de grootste in een uur geconstateerde overschrijding.

Lid 3: Het tarief voor de overschrijding is gelijk aan het tarief voor een maandcapaciteitsproduct voor de maand van overschrijding.

Lid 4: In de volgende gevallen wordt voor een overschrijding van de gecontracteerde capaciteit geen tarief berekend:

  • a. In geval er sprake is van een volgens 2.1.2b van de Transportcode gas LNB gecontracteerde exitcapaciteit;

  • b. Indien wordt voldaan aan de voorwaarden uit paragraaf 2.1.9 van de Transportcode gas LNB;

  • c. In het geval een overschrijding het gevolg is van een volgens artikel 4.1.4.4 van de Transportcode gas LNB gegeven instructie door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet;

  • d. In het geval overschrijding van de gecontracteerde entry- of exitcapaciteit het gevolg is van een aanwijzing van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet als bedoeld in artikel 4.4.6 van de Transportcode gas LNB.

U

De (huidige) artikelen 3.3.1 en 3.3.2 worden ondergebracht in één artikel: artikel 3.11 (nieuw). Het huidige artikel 3.3.1 wordt het eerste lid van het nieuwe artikel 3.11 en het huidige artikel 3.3.2 wordt het tweede lid van het nieuwe artikel 3.11.

V

In het huidige artikel 3.3.2, het tweede lid van het nieuwe artikel 3.11, wordt ‘3.3.1’ vervangen door ‘het eerste lid’.

ARTIKEL III

De Takencode gas LNB wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 3.1 wordt gewijzigd als volgt:

1. ‘capaciteitsplan’ wordt vervangen door ‘investeringsplan’.

2. ‘Ministeriële regeling kwaliteitsaspecten netbeheerder elektriciteit en gas’ wordt vervangen door ‘Regeling investeringsplan en kwaliteit elektriciteit en gas’.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 21 april 2022

Autoriteit Consument en Markt, namens deze, M.R. Leijten Bestuurslid

Als u rechtstreeks belanghebbende bent, kunt u tegen dit besluit beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Het postadres is: College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA Den Haag. Het beroepschrift moet binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt zijn ontvangen. Het beroepschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht bevatten. Voorts moet het beroepschrift de gronden van het beroep bevatten en dient een afschrift van het bestreden besluit te worden meegezonden.

TOELICHTING

1 Samenvatting

1. Met dit besluit wijzigt de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) de gasvoorwaarden1. Deze wijzigingen hebben in de eerste plaats tot doel om fouten, onvolkomenheden en inconsistenties in de gasvoorwaarden te herstellen. In de tweede plaats vinden er twee inhoudelijke wijzigingen plaats. Zo wordt de opstartdienst uitgebreid waardoor deze ook kan worden toegepast op entry-punten. Daarnaast komen bepaalde vormen van de gastransportdienst wheeling te vervallen, omdat hier in de praktijk geen gebruik meer van wordt gemaakt. Deze wijzigingen hebben tot doel om de gasvoorwaarden weer in lijn te brengen met de huidige praktijk.

2 Aanleiding en gevolgde procedure

  • 2. De ACM stelt op grond van artikel 12f van de Gaswet regelgeving vast voor de energiemarkt. Dit besluit is tot stand gekomen op basis van een voorstel van Netbeheer Nederland dat de ACM op 7 juli 2021 heeft ontvangen. Aanleiding voor dit voorstel is dat diverse bepalingen in de gascodes fouten, onvolkomenheden en inconsistenties met de praktijk bevatten. Met dit voorstel beoogt Netbeheer Nederland de gascodes in lijn te brengen met de huidige gastransportpraktijk.

  • 3. Als onderdeel van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure heeft de ACM het ontwerpbesluit en de bijbehorende stukken ter inzage gelegd en gepubliceerd op haar internetpagina. De terinzagelegging is gemeld in de Staatscourant van 31 januari 2022. De ACM heeft belanghebbenden in de gelegenheid gesteld binnen zes weken hun zienswijzen op het ontwerp kenbaar te maken.

  • 4. De ACM is van mening dat het voorstel geen technische voorschriften bevat bedoeld in Richtlijn 2015/1535. Om die reden zijn de voorwaarden in dit besluit niet in ontwerp ter notificatie aangeboden.

3 Beoordeling

3.1 Procedureel

  • 5. De ACM constateert dat het voorstel op 27 mei 2021 in een overleg met representatieve organisaties is besproken. In het voorstel is een verslag opgenomen van dit overleg en de indieners hebben in het voorstel aangegeven welke gevolgtrekkingen zij hebben verbonden aan de zienswijzen die organisaties naar voren hebben gebracht. Naar het oordeel van de ACM voldoet het voorstel daarmee aan de vereisten bedoeld in artikel 12d van de Gaswet.

3.2 Inhoudelijk

  • 6. Dit besluit ziet op aanpassingen in verschillende delen van de gascodes. In verschillende delen van de gascodes zijn fouten, onvolkomenheden en inconsistenties met de praktijk geconstateerd. Zo is bepaalde terminologie verouderd en sluiten sommige procedures niet meer aan bij de huidige gastransportpraktijk. Ook moeten bepaalde wijzigingen als gevolg van het invoeren van de NC-TAR2 tariefstructuur nog worden doorgevoerd en kennelijke verschrijvingen worden aangepast. Aanpassing van de voorwaarden in de gascodes is daarom nodig.

  • 7. Het merendeel van de voorgestelde wijzigingen betreft geen inhoudelijke (functionele) wijzigingen. Deze wijzigingen zien op het in lijn brengen van de gascodes met de huidige praktijk. De ACM bespreekt deze niet-inhoudelijke wijzigingen artikelsgewijs in hoofdstuk 6 van dit besluit. Verder merkt de ACM op dat op een aantal plekken in de gascodes de nummering wijzigt en titels worden ingevoegd. Deze wijzigingen behoeven geen toelichting. Vanwege het ontbreken van een toelichting hierop, komt de nummering in de artikelsgewijze toelichting in hoofdstuk 6 niet één-op-één overeen met de lijst van wijzigingen in dit besluit onder artikelen I en II.

  • 8. Het voorstel bevat ook twee inhoudelijke wijzigingen: een wijziging van de opstartdienst en het vervallen van wheeling capaciteitsproducten. Deze voorgestelde wijzigingen hebben wel consequenties voor de aangeslotene (en eventuele andere betrokkenen). Deze wijzigingen worden hieronder nader toegelicht.

  • 9. Ten eerste wordt voorgesteld om de ‘opstartdienst industrie’ voor alle aansluitingen van gasinstallaties op het landelijk gastransportnet mogelijk te maken. De term ‘exitcapaciteit’ wordt vervangen door ‘transportcapaciteit’. Door deze wijziging is deze dienstverlening niet alleen toegankelijk voor het opstarten en uitbreiden van gasinstallaties met exitcapaciteit, maar ook voor het opstarten of uitbreiden van gasinstallaties met entrycapaciteit op het landelijk gastansportnet (alle entry- en exitpunten). Met andere woorden, de aanpassing van de opstartdienst zorgt ervoor dat voor het opstarten en uitbreiden van gasinstallaties dezelfde voorwaarden gelden, ongeacht of er sprake is van invoeding en gebruik wordt gemaakt van entrycapaciteit of er sprake is van onttrekking en gebruik wordt gemaakt van exitcapaciteit. Dit doet beter recht aan de heersende praktijk dat voor elke nieuwe aansluiting op het gastransportnet een testperiode in acht wordt genomen. De wijziging van de opstartdienst is dan ook een uitbreiding van de dienstverlening van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en een verbetering voor de markt.

  • 10. Daarnaast vervallen in het voorstel de bepalingen waarin (vaste) wheeling capaciteitsproducten dag en within-day alsmede alle afschakelbare wheeling capaciteitsproducten worden aangeboden. In de praktijk is al jaren geen belangstelling meer voor deze producten. Gasunie Transport Services B.V. (hierna: GTS) voorziet dat ook in de toekomst, door onder andere de samenvoeging van beide Duitse marktgebieden, geen behoefte zal zijn aan deze producten. Deze aanpassing heeft geen gevolgen voor het feitelijk gebruik.

  • 11. De ACM is van mening dat de voorgestelde wijzigingen ertoe leiden dat de voorwaarden in de gascodes juridisch correct en beter leesbaar worden. Daarnaast zorgen de voorgestelde wijzigingen er volgens de ACM voor dat de voorwaarden in de gascodes beter aansluiten bij de huidige gastransportpraktijk. Bovendien worden met dit voorstel fouten hersteld.

  • 12. De ACM is tot het oordeel gekomen dat de wijzigingen die Netbeheer Nederland voorstelt niet in strijd zijn met de belangen, regels en eisen bedoeld in artikel 12f, eerste en tweede lid, van de Gaswet.

  • 13. De ACM heeft grammatica, spelling en interpunctie in het codevoorstel waar nodig gecorrigeerd. Daarnaast heeft de ACM enkele tekstuele aanpassingen gedaan om de codebepalingen te verduidelijken.

4 Reactie op ontvangen zienswijzen

  • 14. De ACM heeft geen zienswijzen van marktpartijen ontvangen.

5 Wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbesluit

  • 15. De ACM heeft opgemerkt dat het ontwerpbesluit nog enkele onjuistheden bevat. Het betreft de volgende bepalingen: paragraaf 2.1.9, artikel 3.2.1 en artikel B2.2.2 van de Transportcode gas LNB en het oude artikel 3.2.3.9 (nieuw 3.8) en artikelen 3.2.1, 3.2.2 en 3.2.3 van de Tarievencode gas. Het gaat om de volgende onjuistheden:

    • In paragraaf 2.1.9 van de Transportcode gas LNB is per abuis de voorgestelde wijziging van de titel niet overgenomen. Ook in de titel moet ‘exitcapaciteit’ worden vervangen door ‘transportcapaciteit’. In het ontwerpbesluit is dit niet expliciet aangegeven.

    • In artikel 3.2.1 van de Transportcode gas LNB bij erkenning LB onder c moet staan ‘2.1.2b’ in plaats van ‘1.2b’. Daarnaast is per abuis in artikel 3.2.1 in het ontwerpbesluit slechts tekst toegevoegd in plaats van tekst vervangen. Hierdoor zouden er dubbele zinnen ontstaan.

    • In het ontwerpbesluit staat bij artikel 3.3.4.1, eerste zin, ‘indien de netbeheerder een erkende programmaverantwoordelijke redelijkerwijs niet meer in staat acht’. Dit moet zijn (net als in het huidige artikel 3.3.4.1): ‘indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet een erkende programmaverantwoordelijke redelijkerwijs niet meer in staat acht’.

    • Per abuis is in artikel B2.2.2 van de Transportcode gas LNB ‘capaciteitsgebruik van een entry- en/of exitpunt’ blijven staan. Dit had ‘capaciteitsgebruik op een entry- en/of exitpunt’ moeten zijn.

    • In het oude artikel 3.2.3.9 (nieuw 3.8) van de Tarievencode gas is in het ontwerpbesluit in de formule per abuis ‘uitdruk’ in plaats van ‘uitdrukt’ opgeschreven.

    • De nummering en titels van 3.2.1, 3.2.2 en 3.2.3 van de Tarievencode gas, vervallen. De artikelen die onder deze paragrafen vallen, vervallen niet. Dit is in het ontwerpbesluit niet expliciet aangegeven.

  • 16. Het voorgaande betreft verschillende verschrijvingen en omissies. De ACM heeft deze bepalingen uit eigen beweging gewijzigd, omdat het om wijzigingen gaat die niet van inhoudelijke aard zijn en deze wijzigingen in lijn zijn met de beoogde bedoeling van het wijzigingsvoorstel.

6 Artikelsgewijze toelichting

Het voorstel wordt in deze paragraaf per onderdeel beschreven.

Wijzigingen in de Transportcode gas LNB

Artikel I onderdeel A
  • 17. In artikel 2.1.2a wordt voorgesteld een kwartaalproduct op te nemen in de opsomming van capaciteitsproducten die aangehouden worden. De verschillende capaciteitsproducten die GTS aanbiedt zijn vastgelegd in artikel 2.1.2 van de Transportcode gas LNB. Onder ‘Contractering en toewijzing’ zijn de verschillende producten vastgelegd. De kwartaalproducten worden hier ook vermeld. Het kwartaalproduct in artikel 2.1.2a is in het verleden per abuis niet opgenomen. Met de voorgestelde wijziging wordt deze fout hersteld.

Artikel I onderdeel B
  • 18. In het huidige artikel 2.1.2b wordt voor publicatie van de wijze waarop de planparameters worden bepaald verwezen naar een document zoals bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Gaswet. Voor invoering van de Wet Voortgang Energietransitie (hierna: Wet VET) werd hiermee verwezen naar het kwaliteit en capaciteitsdocument (hierna: KCD). De ACM heeft geconstateerd dat, na invoering van Wet VET, het KCD is vervangen door het investeringsplan en het kwaliteitsborgingssysteem. De verplichte elementen van deze documenten worden inmiddels beschreven in de per 1 januari 2019 van kracht geworden ‘Regeling investeringsplannen en kwaliteit elektriciteit en gas’. Het opnemen van de verplichte elementen in de code is daarom niet meer zinvol. Voor transparantie en de volledigheid zal GTS deze informatie wel beschikbaar blijven stellen op haar website.

Artikel I onderdelen D en E
  • 19. De artikelen 2.1.7.3 en 2.1.7.4 worden aangepast om de contractering en betalingsverplichtingen bij diversion op entry- of exitpunten te verduidelijken. Naar de mening van de ACM zorgt de voorgestelde wijziging ervoor dat het artikel juridisch correct en beter leesbaar wordt.

Artikel I onderdeel G
  • 20. In artikel 2.1.10.2 wordt voorgesteld om het begrip ‘kredietlimiet’ te vervangen door ‘actuele kredietruimte’. Het begrip ‘kredietruimte’ is namelijk passender dan ‘kredietlimiet’ om de volgende redenen. Ten eerste wordt in dit artikel verwezen naar artikel B1.6, negende lid, waar het begrip actuele kredietruimte wordt gebruikt. Ook moet, om te toetsen of de overdracht van transportcapaciteit of het gebruiksrecht kan plaatsvinden, de betreffende partij voldoende bestedingsruimte hebben. De redenering dat het begrip ‘kredietruimte’ passender is, kan de ACM dan ook goed volgen.

  • 21. Daarnaast wordt voorgesteld om de verwijzing naar artikel B1.5 te vervangen door artikel B1.10, eerste lid, van de Transportcode gas LNB. In artikel B1.10, eerste lid, is namelijk de feitelijke toets voor de kredietruimte beschreven. In artikel B1.5 is alleen de exposure uitgelegd. Naar de mening van de ACM moeten verwijzingen in de gasvoorwaarden correct zijn. Met de voorgestelde wijziging wordt dit bereikt.

Artikel I onderdeel H
  • 22. Door de gezamenlijke netbeheerders wordt voorgesteld om artikel 2.1.10.3 in lijn te brengen met de NC TAR terminologie en uit te drukken dat de prijs van het origineel gecontracteerde product wordt overgedragen. De ACM heeft geconstateerd dat bij de implementatie van NC TAR de termen ‘gasdag’ en ‘gasmaand’ zijn geschrapt. Naar de mening van de ACM moeten in het belang van de aangeslotenen de gascodes in lijn zijn met de Europese wet- en regelgeving. Met de voorgestelde wijziging wordt dit bereikt.

Artikel I onderdeel J
  • 23. In artikel 3.2.1 wordt voorgesteld om duidelijker te beschrijven dat erkende programmaverantwoordelijken met erkenning LA3 niet gerechtigd zijn om entry- en exitcapaciteit op een netwerkpunt tussen het landelijk gastransportnet en een regionaal gastransportnet te contracteren. Erkende programmaverantwoordelijken met erkenning LB4 zijn juist wel gerechtigd om deze entry- en exitcapaciteit te contracteren. Naar de mening van de ACM moet duidelijk zijn wanneer een erkende programmaverantwoordelijke wel en niet capaciteit kan contracteren. Met de voorgestelde wijziging wordt deze onduidelijkheid weggenomen.

Artikel I onderdelen K, L en M
  • 24. In artikel 3.3.2 wordt voorgesteld om de verwijzing naar de regeling voor het intrekken van de erkenning naar aanleiding van het niet langer voldoen aan de verplichtingen zoals beschreven in de artikelen 3.3.4 en 3.3.5 te schrappen, omdat dit al uiteengezet is in paragraaf 3.3.4. De ACM ziet geen noodzaak om dit te herhalen en concludeert dat de verwijzing geschrapt kan worden.

  • 25. Verder wordt voorgesteld om de regeling in artikel 3.3.4.1 over wanneer een netbeheerder (van het landelijk gastransportnet) een erkenning van een erkende programmaverantwoordelijke intrekt dit meldt aan de ACM, te verplaatsen naar artikel 3.3.2. Artikel 3.3.2 is namelijk het algemene artikel over het intrekken van erkenningen. Artikel 3.3.4 ziet daarentegen maar op één specifieke aanleiding om de erkenning in te trekken, terwijl de netbeheerder van het landelijk gastransportnet elk besluit tot intrekking van de erkenning van een erkende programmaverantwoordelijke meldt aan de ACM, ongeacht de aanleiding van het besluit tot intrekking. De ACM is daarom van mening dat de regeling beter past in artikel 3.3.2 dan in artikel 3.3.4.

Artikel I onderdeel N
  • 26. In artikel 3.3.5.1 wordt op verzoek van de ACM onder sub e nader gespecificeerd hoe de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de programmaverantwoordelijkheid van een programmaverantwoordelijke herverdeelt over de andere portfolio’s wanneer de erkenning van die programmaverantwoordelijke is ingetrokken. De ACM is van mening dat de gezamenlijke netbeheerders aan dat verzoek hebben voldaan. In de voorgestelde tekst wordt namelijk een aparte herverdeling van programmaverantwoordelijkheid gemaakt voor enerzijds aangeslotenen met een aansluiting op het landelijk gastransportnet en anderzijds voor aangeslotenen op het net van de regionale netbeheerders (hierna: RNB-net). De reden voor deze twee aparte manieren van herverdelen is dat voor het dragen van programmaverantwoordelijkheid voor aansluitingen op het RNB-net een aparte programmaverantwoordelijke-erkenning nodig is (een LB-erkenning).

Artikel I onderdeel O
  • 27. In het huidige artikel 4.1.4.4 is een verwijzing opgenomen naar artikel 3.2.1.5 van de Tarievencode gas. Omdat dit artikel niet bestaat, stellen de netbeheerders voor om te verwijzen naar het nieuwe artikel 3.10. In artikel 3.10 (nieuw) wordt de overschrijding van de gecontracteerde entry- of exitcapaciteit beschreven. Hiernaar wordt in de laatste alinea van artikel 4.1.4.4 verwezen. Naar de mening van de ACM moeten verwijzingen in de gascodes correct zijn. Hiervan is in artikel 4.1.4.4 nu geen sprake. Met de voorgestelde wijziging wordt deze fout hersteld.

Artikel I onderdelen Q, R, S, T en U
  • 28. Door de gezamenlijke netbeheerders is een aantal wijzigingen voorgesteld om het onderscheid tussen twee toetsen duidelijk te maken: de toetsingsprocedure en de matchingsprocedure. Allereerst is voorgesteld om een nieuw artikel (artikel 4.2.2.6) over de toetsingsprocedure in te voegen. De tekst van het nieuwe artikel is deels afkomstig uit de artikelen 4.2.3.2 en 4.2.3.3. Het nieuwe artikel 4.2.2.6 beschrijft de toetsingsprocedure die inhoudt dat een deel van de toets van de (her)nominaties deel uitmaakt van het nominatieproces. De zinsnede dat de netbeheerder van het landelijk gastransportnet elke (her)nominatie van de programmaverantwoordelijke toetst aan de voorwaarden van de relevante overeenkomst is afkomstig uit artikel 4.2.3.2. De zinsnede waaruit duidelijk wordt dat niet meer mag worden genomineerd dan de gecontracteerde capaciteit is afkomstig uit artikel 4.2.3.3.

  • 29. Paragraaf 4.2.3 gaat over de matchingsprocedure. Daarom is voorgesteld om in de artikelen 4.2.3.1, 4.2.3.2 en 4.2.3.5 de term ‘toetsingsprocedure’ te vervangen door ‘matchingsprocedure’. Naar de mening van de ACM moet duidelijk zijn wanneer sprake is van de ‘toetsingsprocedure’ en wanneer sprake is van de ‘matchingsprocedure’ en wat deze procedures inhouden. In de huidige artikelen is dit onderscheid niet duidelijk. Met de voorgestelde wijzigingen wordt deze onduidelijkheid weggenomen.

  • 30. Verder is in artikel 4.2.3.3 voorgesteld te verduidelijken dat er geen sprake is van een apart afschakelbericht. Een afschakelbericht maakt namelijk deel uit van de confirmatie. Confirmaties van GTS geven de hoeveelheden gas aan die zij voor de erkende programmaverantwoordelijke gaat transporteren. Wanneer er een afschakeling plaatsvindt, maakt GTS dit via de confirmatie aan de programmaverantwoordelijke bekend. Er wordt dan geen apart afschakelbericht verstuurd. De ACM constateert dat de voorgestelde wijziging beter aansluit bij de heersende gastransportpraktijk.

Artikel I onderdeel V
  • 31. In het huidige artikel 7.2 is de genoemde ‘Regeling kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas’ vervallen per 1 januari 2019 en vervangen door de ‘Regeling investeringsplan en kwaliteit elektriciteit en gas’. De registratieplicht die volgt uit artikel 7.2 blijkt rechtstreeks uit laatstgenoemde regeling. De gezamenlijke netbeheerders stellen daarom voor om artikel 7.2 te schrappen. De ACM constateert dat met de nieuwe regeling geen reden bestaat om ook in artikel 7.2 de registratieplicht op te nemen en concludeert daarom dat dit artikel geschrapt kan worden.

Artikel I onderdeel Y
  • 32. De gezamenlijke netbeheerders stellen voor om in artikel B1.3 het woord 'zal’ te vervangen door ‘kan’ om dit artikel in lijn te brengen met artikel B1.6, achtste lid. De artikelen zien allebei op dat de netbeheerder van het landelijk gastransportnet een partij in een hogere of lagere risicocategorie kan plaatsen indien sprake is van bijzondere gevallen zoals extreme uitkomsten van financiële ratio’s of bijzondere ontwikkelingen binnen het bedrijf of de bedrijfstak. Het verschil is dat in artikel B1.3 gesproken wordt van ‘zal’ aanpassen van de risicocategorie en in artikel B1.6, achtste lid van ‘kan’ aanpassen van de risicocategorie. De ACM constateert dat met de voorgestelde wijziging deze inconsistentie wordt weggenomen.

Artikel I onderdeel Z
  • 33. In artikel B1.4 wordt voorgesteld om twee nieuwe leden toe te voegen. De tekst is afkomstig uit de artikelen B1.5 en B1.9 en gaat over het verschaffen van financiële zekerheid en de geldigheidstermijn van financiële zekerheid. Daarom past deze tekst beter in artikel B1.4. De ACM kan deze redenering volgen en concludeert dat de wijzigingen doorgevoerd kunnen worden.

  • 34. Daarnaast wordt door de gezamenlijke netbeheerders voorgesteld om in het nieuwe lid 5 van artikel B1.4 de geldigheidstermijn van de financiële zekerheid van een erkende programmaverantwoordelijke met erkenning LB aan te passen van 2 naar 4 maanden. Daarmee is het nieuwe lid 5 consistent met de 4 maanden geldigheidstermijn zoals verwoord in lid 3 van artikel B1.4. De geldigheidstermijn in lid 3 is bij codebesluit5 aangepast van 2 naar 4 maanden. De geldigheidstermijn in artikel B1.9 (het nieuwe lid 5 van artikel B1.4) is daarbij per abuis niet meegenomen. Deze fout wordt met de voorgestelde wijziging hersteld.

Artikel I onderdeel AA
  • 35. De gezamenlijke netbeheerders stellen voor om de tekst onder ‘Ad 1’ van artikel B1.5 te wijzigen om duidelijker uit te drukken hoe de exposure over het contracteren van entry- en exitcapaciteit wordt berekend. Naar de mening van de ACM is op basis van de formulering van artikel B1.5 onduidelijk uit welke elementen de exposure is opgebouwd. De voorgestelde wijziging zorgt ervoor dat duidelijk wordt uit welke elementen de exposure bestaat en daarmee dat het artikel beter leesbaar wordt.

  • 36. Verder wordt in artikel B1.5 voorgesteld om onder ‘Ad 2’ het woord ‘neutrale’ toe te voegen om te verduidelijken dat het om de neutrale gasprijs gaat zoals beschreven in artikel 4.1.6.4. Met de voorgestelde wijziging wordt deze inconsistentie weggenomen.

Artikel I onderdeel AB
  • 37. In het huidige derde lid van artikel B1.6 wordt voorgesteld een bepaling op te nemen over de initiële kredietlimiet van de aangeslotene met exitcapaciteit. Deze bepaling is afkomstig uit artikel B1.5. Aangeslotenen met exitcapaciteit krijgen een vrijstelling van € 60.000,– per maand. Zolang zij met hun transportboekingen binnen deze vrijstelling blijven, vindt er geen financiële analyse plaats. Indien deze aangeslotenen meer capaciteit willen (waardoor de € 60.000,– niet meer toereikend is), vindt er een financiële analyse plaats en moeten ze eventueel nog financiële zekerheden aan GTS overleggen. Op dit moment volgt dit niet duidelijk uit de code. In het huidige artikel B1.5 staat de vrijstelling van € 60.000,– namelijk geformuleerd als € 20.000,– keer factor 3. Daarnaast is de ACM van mening dat de term ‘vrijstelling’ beter past dan ‘initiële kredietlimiet’, omdat de initiële kredietlimiet in tegenstelling tot de vrijstelling wordt vastgesteld op basis van een financiële analyse. Tot slot vindt de ACM, omdat sprake is van een vrijstelling, niet het derde lid, maar het eerste lid van artikel B1.6 geschikter om de vrijstelling op te nemen. Met deze wijziging past de ACM alleen de bewoording en niet de inhoud van deze bepaling aan.

  • 38. Daarnaast hebben de gezamenlijke netbeheerders voorgesteld om het zevende lid van artikel B1.6 te wijzigen om te verduidelijken dat het gaat om een reservering van een deel van de actuele kredietruimte. Verder stellen ze voor om aan het negende lid een zin toe te voegen waarin wordt uitgelegd wat de kredietlimiet betekent en hoe deze zich verhoudt tot de kredietlimiet en de exposure. Naar de mening van de ACM moeten de gascodes duidelijk en zelfstandig leesbaar zijn. De ACM concludeert dat met de voorgestelde wijzigingen de betekenis van de begrippen wordt verduidelijkt.

Artikel I onderdeel AC
  • 39. De gezamenlijke netbeheerders hebben voorgesteld om in artikel B1.9 duidelijker uit te drukken dat voor een erkende programmaverantwoordelijke met erkenning LB elke maand ‘automatisch’ exitcapaciteit conform artikel 2.1.2b wordt gecontracteerd en dat daaruit automatisch een verhoging van de exposure volgt. Om te voorkomen dat een erkende programmaverantwoordelijke onverwacht niet meer voldoet aan artikel B1.10, eerste lid, waarin is bepaald dat de hoogte van het kredietlimiet minstens de exposure moet dekken, wordt een deel van de actuele kredietruimte met de voorgestelde wijziging daarom elke maand gereserveerd. De ACM kan deze redenering volgen. Het gaat in artikel 2.1.2b namelijk alleen om exitcapaciteit voor de verbindingen van het landelijk gasnet met de regionale netten. Daar geldt een ander boekingssystematiek waarbij door de programmaverantwoordelijke zelf geen exitcapaciteit wordt geboekt, maar door GTS exitcapaciteit aan programmaverantwoordelijken wordt toegewezen. Dit is afhankelijk van het aantal afnemers waarvoor de programmaverantwoordelijke de inkoop uitvoert. Naar het oordeel van de ACM is het daardoor logisch dat de exposure automatisch ‘meebeweegt’.

Artikel I onderdelen AE t/m AP
  • 40. In Bijlage 2 is een aantal wijzigingen voorgesteld. Het gaat hier niet om inhoudelijke wijzigingen, maar om tekstuele wijzigingen. De tekst wordt aangepast om de code in lijn te brengen met de huidige praktijk en om de leesbaarheid van de tekst te vergroten. Door de gezamenlijke netbeheerders is ten eerste voorgesteld om in artikel B2.2, eerste lid, op te nemen dat per gasjaar rekening wordt gehouden met netwerkaanpassingen zoals die zijn vastgesteld in het meest recente investeringsplan.

  • 41. Ook is voorgesteld om in Bijlage 2 de term ‘inzetvariant’ te veranderen naar ‘scenario’s’. Dit is een nieuwe benaming die in de huidige praktijk wordt gebruikt. Deze wijziging heeft dus geen gevolgen voor het feitelijk gebruik, want GTS doet op vergelijkbare wijze onderzoek naar verschillende situaties met hoge systeembelasting.

  • 42. Daarnaast is voorgesteld om de term ‘technische vaste capaciteit’ te vervangen door ‘technische capaciteit’, omdat ‘technische vaste capaciteit’ een pleonasme is. Dit volgt uit artikel 2 onder 18 van Verordening 715/2009 (de Gasrichtlijn).

  • 43. Verder is door de gezamenlijke netbeheerders voorgesteld de term ‘uitgangspunten’ te vervangen door ‘planningsuitgangspunten’’ en de term ‘vooruit’ bij de artikelen B2.3.1 t/m B2.3.4 te laten vervallen. De planning ziet altijd op de toekomst waardoor de term ‘vooruit’ overbodig wordt.

  • 44. Tot slot is voorgesteld om within-day capaciteit toe te voegen aan artikel B2.3.1. De ACM stelt vast dat dit ten onrechte niet in de code is opgenomen, terwijl wel overboekcapaciteit voor de within-day veiling wordt bepaald (en ook hoort te worden bepaald). Met de voorgestelde wijziging wordt deze fout hersteld.

Wijzigingen in de Tarievencode gas

Artikel II onderdeel G
  • 45. De gezamenlijke netbeheerders stellen voor om in het huidige artikel 3.2.2.2 (artikel 3.3 nieuw) een toelichting op te nemen op de symbolen EN, EX en CAPi. Deze ontbreekt in de code. De ACM constateert dat het wenselijk is dat alle symbolen van de formules in de code worden toegelicht om onduidelijkheden te voorkomen. Met de voorgestelde wijziging wordt dit bereikt.

Artikel II onderdeel Q
  • 46. In de huidige artikelen 3.2.3.8 en 3.2.3.9 (artikel 3.8 nieuw) is voorgesteld om de formules voor de berekening van de RNB exitcapaciteit aan te passen om een gebrek te herstellen dat sinds de invoering van de NC TAR tariefstructuur bekend is. De formule in de code bevat de foutieve aanname dat elke maand een gelijk aantal dagen heeft. De ACM constateert dat de NC TAR tariefstructuur uitgaat van het precieze aantal dagen per maand. Door toepassing van de formule zoals in het huidige artikel zou een kleine vertekening ontstaan. GTS werkt in de praktijk al enige tijd met de correcte formule uit NC TAR. De wijziging heeft dus geen effect op de te bepalen prijzen. Naar de mening van de ACM moeten de gascodes juridisch correct zijn. Hiervan is in de huidige artikelen 3.2.3.8 en 3.2.3.9 (artikel 3.8 nieuw) nu geen sprake. Met de voorgestelde wijziging wordt de code in lijn gebracht met de Europese wet- en regelgeving (NC TAR).

Artikel II onderdeel T
  • 47. De gezamenlijke netbeheerders stellen voor om in het huidige artikel 3.2.3.12 (artikel 3.10 nieuw) nog twee andere gevallen (paragraaf 2.1.9 (opstartdienst) en artikel 4.1.4.4 (noodsituatie)) waarin geen tarief voor overschrijding van de gecontracteerde capaciteit wordt gerekend, toe te voegen. De beschrijving van de uitzonderingen is namelijk onvolledig. Naar de mening van de ACM moeten de gascodes volledig en correct zijn. Met de voorgestelde wijziging wordt dit bereikt.

Wijziging in de Takencode gas LNB

Artikel III onderdeel A
  • 48. In artikel 3.1 wordt voorgesteld om de verwijzing naar het KCD te vervangen door een verwijzing naar het investeringsplan. Naar aanleiding van de invoering van Wet VET is het KCD namelijk vervangen door het investeringsplan en het kwaliteitsborgingssysteem. Daarnaast wordt voorgesteld om de verwijzing naar de ‘Ministeriële regeling kwaliteitsaspecten netbeheerder elektriciteit en gas’ te vervangen door de ‘Regeling investeringsplannen en kwaliteit elektriciteit en gas’, omdat de Ministeriële regeling inmiddels is vervallen. Naar de mening van de ACM moeten verwijzingen in de gascodes correct zijn. Met de voorgestelde wijziging wordt dit bereikt.

’s-Gravenhage, 21 april 2022

Autoriteit Consument en Markt, namens deze, M.R. Leijten Bestuurslid


X Noot
1

Transportcode gas LNB, Tarievencode gas en Takencode gas LNB.

X Noot
2

Netcode betreffende geharmoniseerde transmissietariefstructuren voor gas.

X Noot
3

Rechtspersonen en natuurlijke personen met deze erkenning kunnen transportcapaciteit contracteren bij de netbeheerder van het landelijk gastransportnet behoudens entry- en exitcapaciteit op een netwerkpunt tussen het landelijk gastransportnet en een regionaal gastransportnet.

X Noot
4

Rechtspersonen en natuurlijke personen met deze erkenning kunnen transportcapaciteit contracteren bij de netbeheerder van het landelijk gastransportnet met inbegrip van entry- en exitcapaciteit op een netwerkpunt tussen het landelijk gastransportnet en een regionaal gastransportnet.

X Noot
5

Zie codewijzigingsbesluit van 13 september 2018, met kenmerk ACM/UIT/498460.

Naar boven