Autorisatiebesluit voor de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in verband met het aanmaken van coronatoegangsbewijzen en digitale COVID-certificaten, Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Datum 16 juli 2021

Kenmerk 2021-0000382551

In verband met de inwerkingtreding van een wijziging van de Tijdelijke regelingen maatregelen covid-19 dient de autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen in verband met het aanmaken van coronatoegangsbewijzen en digitale COVID-certificaten, te worden gewijzigd.

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt daarom als volgt besloten.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de Minister van VWS:

de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

b. de Wet BRP:

de Wet basisregistratie personen;

c. het Besluit BRP:

het Besluit basisregistratie personen;

d. de basisregistratie personen:

de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;

e. de systematische verstrekking:

de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

f. de systeembeschrijving:

de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;

g. de persoonslijst:

de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;

h. de ingeschrevene:

de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;

i. autorisatietabelregel:

de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

j. de verstrekking van gegevens op verzoek:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP;

k. de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens:

de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

l. coronatoegangsbewijs:

een coronatoegangsbewijs als bedoeld in artikel 58a, eerste lid van de Wet publieke gezondheid;

m. digitaal COVID-certificaat:

een EU Digitaal COVID-certificaat als bedoeld in artikel 2, aanhef en tweede lid van de Verordening (EU) 2021/953 van het Europees parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) teneinde het vrije verkeer tijdens de COVID-19-pandemie te faciliteren;

n. CoronaCheck-app:

de applicatie als bedoeld in artikel 58re, eerste lid, onder a, subonderdeel 1 van de Wet publieke gezondheid;

o. de vereiste persoonsgegevens op het coronatoegangsbewijs en het digitaal COVID-certificaat:

de persoonsgegevens die op grond van artikel 6.28, aanhef en onder b, subonderdeel 1 van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 en de overeenkomstige bepalingen van de in Caribisch Nederland van toepassing zijnde Tijdelijke regelingen maatregelen covid-19 zijn opgenomen op een coronatoegangsbewijs en de persoonsgegevens die op grond van de subonderdelen a en b van de onderdelen 1, 2 en 3 van de bijlage bij de Verordening (EU) 2021/953 van het Europees parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) teneinde het vrije verkeer tijdens de COVID-19-pandemie te faciliteren zijn opgenomen op een digitaal COVID-certificaat.

Paragraaf 2. De verstrekking van gegevens op verzoek aan de Minister van VWS

Artikel 2

  • 1. Aan de Minister van VWS wordt op zijn verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in bijlage I of II bij dit besluit.

  • 2. De Minister van VWS verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage I bij dit besluit indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over een ingeschrevene die, ten behoeve van het aanmaken van een coronatoegangsbewijs en een digitaal COVID-certificaat, met gebruikmaking van de CoronaCheck-app dan wel via de website coronacheck.nl:

    • a. een verzoek heeft gedaan als bedoeld in artikel 5 van de Tijdelijke spoedregeling DCC en:

      1

      artikel 6.31, eerste lid van de Tijdelijke regeling maatregelen

      covid-19;

      2

      artikel 6b.6, eerste lid van de Tijdelijke regeling maatregelen

      covid-19 Bonaire;

      3

      artikel 6a.6, eerste lid van de Tijdelijke regeling maatregelen

      covid-19 Sint Eustatius; of

      4

      artikel 6a.6, eerste lid van de Tijdelijke regeling maatregelen

      covid-19 Saba.

    • b. een verzoek heeft gedaan als bedoeld in artikel 6, eerste lid van de Tijdelijke spoedregeling DCC en:

      1

      artikel 6.31a, eerste lid van de Tijdelijke regeling maatregelen

      covid-19;

      2

      artikel 6b.6a, eerste lid van de Tijdelijke regeling maatregelen

      covid-19 Bonaire;

      3

      artikel 6a.6a, eerste lid van de Tijdelijke regeling maatregelen

      covid-19 Sint Eustatius; of

      4

      artikel 6a.6a, eerste lid van de Tijdelijke regeling maatregelen

      covid-19 Saba.

    • c. een verzoek heeft gedaan als bedoeld in artikel 7 van de Tijdelijke spoedregeling DCC en:

      1

      artikel 6.31b, eerste lid, van de Tijdelijke regeling maatregelen

      covid-19;

      2

      artikel 6b.6b, eerste lid van de Tijdelijke regeling maatregelen

      covid-19 Bonaire;

      3

      artikel 6a.6b, eerste lid van de Tijdelijke regeling maatregelen

      covid-19 Sint Eustatius; of

      4

      artikel 6a.6b, eerste lid van de Tijdelijke regeling maatregelen

      covid-19 Saba.

  • 3. De Minister van VWS verzoekt daarnaast slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage I bij dit besluit, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over een ingeschrevene die een verzoek heeft gedaan als bedoeld in artikel 8, tweede lid van de Tijdelijke spoedregeling DCC en artikel 6.31a, negende lid of artikel 6.31b, vijfde lid van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 en namens wie de Minister van VWS een verzoek doet als bedoeld in de onderdelen b of c van het tweede lid.

  • 4. De Minister van VWS verzoekt daarnaast slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage I bij dit besluit, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over een ingeschrevene die een verzoek tot het aanmaken van een coronatoegangsbewijs en een digitaal COVID-certificaat heeft gedaan, en deze gegevens nodig zijn om de vereiste persoonsgegevens op te kunnen nemen op het coronatoegangsbewijs en/of het digitale COVID-certificaat.

  • 5. De Minister van VWS verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage II bij dit besluit, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over een ingeschrevene die een verzoek heeft gedaan als bedoeld in artikel 8, tweede lid van de Tijdelijke spoedregeling DCC en artikel 6.31a, negende lid of artikel 6.31b, vijfde lid van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19, voor zover deze gegevens nodig zijn om het naar aanleiding van het verzoek van de ingeschrevene aangemaakte coronatoegangsbewijs en/of digitaal COVID-certificaat aan de ingeschrevene te versturen.

  • 6. Aan de Minister van VWS worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan de Minister van VWS bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in bijlage I of II bij dit besluit.

Paragraaf 3. Overige verstrekkingen aan de Minister van VWS

Artikel 3

  • 1. Indien een verstrekking aan de Minister van VWS op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek.

  • 2. Indien aan de Minister van VWS gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 4

  • 1. De Minister van VWS verstrekt aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.

  • 2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:

    • a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de Minister van VWS;

    • b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de Minister van VWS;

    • c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van de Minister van VWS.

Artikel 5

Het besluit van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 6 juli 2021, 2021-0000359505, wordt ingetrokken.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van 17 juli 2021.

Het besluit en de bijlagen bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 16 juli 2021

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, F.G.A.M. Jacob Directeur Uitvoering Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

BIJLAGE I

Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

BIJLAGE II

Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.11.10

Straatnaam

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.12.10

Locatiebeschrijving

08.13.10

Land adres buitenland

08.13.30

Regel 1 adres buitenland

08.13.40

Regel 2 adres buitenland

08.13.50

Regel 3 adres buitenland

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.

De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.

Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.

De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.

Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking

Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.

Het autorisatiebesluit

Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.

Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.

Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.

2. Toelichting op de wijzen van verstrekken

De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:

De verstrekking op verzoek

Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.

Overige verstrekkingen

Door technische problemen kan het voorkomen dat het berichtenverkeer in een bepaalde periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden. Om dit te herstellen wordt een zogenaamd “herstelbericht” verstuurd.

Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan bij het verstrekte gegeven melding gedaan.

Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt.

Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen onder meer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.

3. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Dit besluit is een autorisatiebesluit dat is genomen ten behoeve van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (in deze toelichting genoemd: de Minister van VWS).

De Minister van VWS is een overheidsorgaan als bedoeld in artikel 1.1, onder t, van de Wet BRP.

3.1. Taak van de Minister van VWS

Het coronatoegangsbewijs

In artikel 58ra van de Wet publieke gezondheid is de bevoegdheid opgenomen om bij ministeriële regeling te bepalen dat het tonen van een coronatoegangsbewijs een voorwaarde is voor deelname aan bepaalde activiteiten of toegang tot bepaalde voorzieningen in Nederland. De activiteiten en voorzieningen waaraan een dergelijke voorwaarde is verbonden en verdere voorschriften in dit verband, waaronder die met betrekking tot het coronatoegangsbewijs, zijn voor Europees Nederland opgenomen in de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 en voor Caribisch Nederland in de op elk van de Caribische openbare lichamen toegespitste versies van de eerdergenoemde regeling.

Uit een geldig coronatoegangsbewijs blijkt dat de houder van dit bewijs gevaccineerd is tegen het virus SARS-CoV-2 (verder: “Coronavirus”), hersteld is van het Coronavirus dan wel negatief getest is op het Coronavirus (artikel 6.29 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19). Het herstel wordt vastgesteld door middel van een positieve testuitslag waarbij op het moment van opvraag van de testuitslag via de CoronaCheck-app of de website coronacheck.nl, ten minste 11 dagen en ten hoogste 180 dagen moeten zijn verstreken sinds het tijdstip van afname van de test.

Zoals volgt uit artikel 58re, eerste lid van de Wet publieke gezondheid kent het coronatoegangsbewijs twee varianten: een elektronische en een schriftelijke variant. Een elektronisch coronatoegangsbewijs is een coronatoegangsbewijs dat is aangemaakt met gebruikmaking van de CoronaCheck-app, die wordt beheerd door de Minister van VWS. Een schriftelijk coronatoegangsbewijs is een fysiek (papieren) coronatoegangsbewijs dat:

  • is aangemaakt via de website coronacheck.nl, die tevens wordt beheerd door de Minister van VWS;

  • op verzoek van een burger is aangemaakt door de uitvoerder van een test op het Coronavirus, de toediener van een vaccinatie tegen het Coronavirus, de verklaarder van het herstel van het Coronavirus of, in het geval dat de burger gevaccineerd is in het buitenland, een gemeentelijke gezondheidsdienst als bedoeld in artikel 14 van de Wet publieke gezondheid (verder: “GGD”, in Europees Nederland) of de afdeling Publieke Gezondheid van het Caribisch openbaar lichaam (in Caribisch Nederland); of

  • op telefonisch verzoek van een burger is aangemaakt door de Minister van VWS.

Zowel bij de schriftelijke als de elektronische variant heeft het coronatoegangsbewijs de vorm van een QR-code die is voorzien van de in artikel 6.28 van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 opgenomen informatie.

Het digital COVID-certificaat

Op grond van Verordening (EU) 2021/953 van het Europees parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) teneinde het vrije verkeer tijdens de COVID-19-pandemie te faciliteren, die verder zal worden aangeduid als EU-verordening digitaal COVID-certificaat, zijn de lidstaten van de Europese Unie (EU) gehouden om op verzoek aan hun burgers een certificaat (verder: “digitaal COVID-certificaat”) te verstrekken waaruit blijkt dat de betreffende burger gevaccineerd is tegen het Coronavirus, hersteld is van het Coronavirus dan wel negatief getest is op het Coronavirus (artikelen 7 t/m 9 van de EU-verordening digitaal COVID-certificaat). De uitgifte van deze certificaten is bedoeld om het reizen binnen de EU gedurende de reisbeperkingen als gevolg van het Coronavirus, te vergemakkelijken.

De EU-verordening digitaal COVID-certificaat is met Verordening (EU) 2021/954 van het Europees parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) ten aanzien van onderdanen van derde landen die legaal op het grondgebied van de lidstaten verblijven of wonen tijdens de COVID-19-pandemie van overeenkomstige toepassing verklaard op burgers die niet onder haar reikwijdte vallen, maar wel rechtmatig verblijven in een lidstaat van de EU/EER en op basis van het EU-recht het recht hebben om naar andere lidstaten af te reizen. In het geval van Nederland betekent dit dat zowel Nederlanders als vreemdelingen met rechtmatig verblijf in Nederland in aanmerking kunnen komen voor een digitaal COVID-certificaat.

De Tijdelijke spoedregeling DCC bevat nadere regels over onder andere de aanmaak van digitale COVID-certificaten.

De openbare lichamen die tezamen Caribisch Nederland vormen, maken formeel geen onderdeel uit van de Europese Unie. Dat neemt niet weg dat het wel mogelijk is om in een van deze openbare lichamen een digitaal COVID-certificaat te laten aanmaken. Het aanmaken van digitale COVID-certificaten vindt in een dergelijk geval plaats namens de Minister van VWS, waarbij de EU-verordening digitaal COVID-certificaat en een groot deel van de Tijdelijke spoedregeling DCC van toepassing zijn.

De Minister van VWS is in de praktijk verantwoordelijk voor het aanmaken van digitale COVID-certificaten. Net als het coronatoegangsbewijs kent het digitaal COVID-certificaat een elektronische en een schriftelijke variant die op dezelfde manieren kunnen worden aangemaakt als een coronatoegangsbewijs. Daarnaast heeft het digitaal COVID-certificaat net als het coronatoegangsbewijs de vorm van een QR-code en bevat deze voor een belangrijk deel dezelfde informatie als het coronatoegangsbewijs.

Het aanmaken van een coronatoegangsbewijs en digitaal COVID-certificaat

Een coronatoegangsbewijs en een digitaal COVID-certificaat kunnen zowel voor inwoners van Europees Nederland als van Caribisch Nederland worden aangemaakt. De op het aanmaken van een coronatoegangsbewijs van toepassing zijnde regels zijn voor Europees Nederland opgenomen in de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 en voor de Caribische openbare lichamen in de op elk van deze Caribische openbare lichamen toegespitste varianten van deze Regeling. De op het aanmaken van een digitaal COVID-certificaat van toepassing zijnde regels zijn opgenomen in de EU-verordening digitaal COVID-certificaat en de Tijdelijke spoedregeling DCC.

Gelet op het feit dat het digitaal COVID-certificaat inhoudelijk sterk overeenkomt met het coronatoegangsbewijs en net als het coronatoegangsbewijs ofwel in elektronische ofwel in schriftelijke vorm kan worden verstrekt, is het werkproces zo ingericht dat een coronatoegangsbewijs en een digitaal COVID-certificaat gelijktijdig worden aangemaakt, ervan uitgaande dat aan de voorwaarden voor het aanmaken van beide bewijzen wordt voldaan. Wie een verzoek doet tot het aanmaken van een coronatoegangsbewijs, bijvoorbeeld middels de CoronaCheck-app, doet automatisch ook een verzoek tot het aanmaken van een digitaal COVID-certificaat en andersom.

Er is één situatie waarin wel een digitaal COVID-certificaat aangemaakt kan worden, maar geen coronatoegangsbewijs. Dit doet zich voor wanneer een persoon gevaccineerd wordt tegen het Coronavirus door toediening van twee vaccins, maar (nog) slechts een van deze vaccins toegediend heeft gekregen en niet (aantoonbaar) eerder geïnfecteerd is geweest met het Coronavirus. In dat geval komt de persoon niet in aanmerking voor een coronatoegangsbewijs, maar wel een digitaal COVID-certificaat en om die reden zal alleen een digitaal COVID-certificaat worden aangemaakt.

Burgers kunnen om een coronatoegangsbewijs en digitaal COVID-certificaat verzoeken middels de CoronaCheck-app of via de website coronacheck.nl. Ook kunnen zij een dergelijk verzoek doen aan de uitvoerder van een test op het Coronavirus, de toediener van een vaccinatie tegen het Coronavirus, de verklaarder van het herstel van het Coronavirus of, in het geval dat de burger gevaccineerd is in het buitenland, een gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD, in Europees Nederland) of de afdeling Publieke Gezondheid van het Caribisch openbaar lichaam (in Caribisch Nederland).

Burgers die zich in Europees Nederland bevinden kunnen daarnaast telefonisch een verzoek doen aan het CIBG tot het aanmaken van een schriftelijk coronatoegangsbewijs en digitaal COVID-certificaat waaruit blijkt dat de burger is gevaccineerd tegen het Coronavirus dan wel hersteld is van een infectie met het Coronavirus. In dit geval wordt het verzoek formeel gedaan aan de Minister van VWS, namens wie het coronatoegangsbewijs en/of het digitaal COVID-certificaat vervolgens wordt aangemaakt en verstrekt, ervan uitgaande dat de betreffende persoon voor een of beide bewijzen in aanmerking komt.

Voor het aanmaken van een coronatoegangsbewijs en een digitaal COVID-certificaat zijn gegevens nodig uit de basisregistratie personen (BRP). Deze gegevens zijn nodig voor het volgende:

  • 1. Het aanmaken van een “identityhash” voor het opvragen van informatie over een vaccinatie of testuitslag bij een verzoek tot het aanmaken van een coronatoegangsbewijs en digitaal COVID-certificaat via de CoronaCheck-app of de website coronacheck.nl

    Een burger die een coronatoegangsbewijs en digitaal COVID-certificaat wil, omdat hij of zij gevaccineerd is tegen het Coronavirus, zal moeten aantonen dat hij of zij ook daadwerkelijk is gevaccineerd. Zoals volgt uit artikel 6.31a, eerste lid van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 is in dit verband een rol weggelegd voor de Minister van VWS indien het verzoek om een eerdergenoemd coronatoegangsbewijs en digitaal COVID-certificaat is gedaan via de CoronaCheck-app of de website coronacheck.nl. Op verzoek van de burger gaat hij namelijk, als onderdeel van het proces tot aanmaken van het coronatoegangsbewijs en digitaal COVID-certificaat, bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) na of deze over gegevens beschikt over een aan de burger toegediende vaccinatie tegen het Coronavirus. Als het RIVM niet over deze informatie beschikt, dan gaat de Minister van VWS na of en zo ja wie de burger een vaccinatie tegen het Coronavirus heeft toegediend.

    In de praktijk werkt dit als volgt: een burger die met gebruikmaking van de CoronaCheck-app of de website coronacheck.nl een verzoek doet tot het aanmaken van een coronatoegangsbewijs en een digitaal COVID-certificaat en daarbij aangeeft dat hij of zij gevaccineerd is tegen het Coronavirus, zal worden gevraagd om in te loggen met zijn of haar DigiD. Door in te loggen met DigiD doet de burger in feite het eerdergenoemde verzoek tot het ophalen van informatie aan de Minister van VWS.

    Een burger die aangeeft negatief getest te zijn op het Coronavirus en dat deze test is uitgevoerd door een GGD of aangeeft hersteld te zijn van het Coronavirus, kan ook inloggen met zijn of haar DigiD. In het geval dat een GGD de test heeft uitgevoerd met een negatieve testuitslag als resultaat, wordt namelijk het verzoek als bedoeld in artikel 6.31, eerste lid van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 van de geteste burger aan de uitvoerder van een coronatest door tussenkomst van de Minister van VWS gedaan. Dit geldt eveneens voor het verzoek als bedoeld in 6.31b, eerste lid van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19, dat ziet op het opvragen van een positieve testuitslag om aan te tonen dat de betrokkene hersteld is van het Coronavirus.

    Zodra een burger succesvol heeft ingelogd met zijn of haar DigiD, zal de Minister van VWS het hieruit verkregen burgerservicenummer (BSN) gebruiken om de voor- en achternaam en de geboortedatum van de burger op te vragen uit de BRP. Deze gegevens worden vervolgens, tezamen met het BSN, door de Minister van VWS gebruikt om een zogenaamde “identityhash” te maken. Deze identityhash is in feite een gepseudonimiseerde variant van de eerdergenoemde persoonsgegevens.

    De Minister van VWS zal vervolgens, in het geval van een burger die heeft aangegeven te zijn gevaccineerd, met deze identityhash het COVID-vaccinatie Informatie- en Monitoringsysteem (CIMS) van het RIVM bevragen. In het CIMS bevinden zich de gegevens van personen die zijn gevaccineerd tegen het Coronavirus en toestemming hebben gegeven om hun gegevens te laten opnemen in CIMS. Elke in het CIMS opgenomen persoon heeft daarnaast een eigen identityhash. Als de door de Minister van VWS in zijn bevraging opgenomen identityhash overeenkomt met een in het CIMS voorkomende identityhash, dan zullen de in artikel 6.31a, tweede lid van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 opgenomen gegevens aan de Minister van VWS worden verstrekt ten behoeve van het aanmaken van het coronatoegangsbewijs en digitale COVID-certificaat.

    Mocht de identityhash van de burger niet voorkomen in het CIMS, dan zal de Minister van VWS, met gebruikmaking van de identityhash, bij de Nederlandse GGD’en en zorgverleners nagaan of de burger is gevaccineerd. Alleen de GGD of zorgverlener die de vaccinatie heeft toegediend zal in het bezit zijn van de sleutel om de in de identityhash vervatte persoonsgegevens te depseudonimiseren/lezen en aan de Minister van VWS te laten weten dat hij een vaccinatie aan de burger heeft toegediend.

    Als een burger heeft aangegeven negatief getest te zijn op het Coronavirus en deze test is uitgevoerd door een GGD dan wel heeft aangegeven hersteld te zijn van het Coronavirus, zal de Minister van VWS de aangemaakte identityhash van deze burger gebruiken om bij de GGD GHOR Nederland de (negatieve of, in het geval van herstel, positieve) testuitslag van de coronatest op te vragen. De GGD GHOR Nederland is de overkoepelende brancheorganisatie van alle GGD’en en geneeskundige hulpverleningsorganisaties in de regio (GHOR’s) als bedoeld in artikel 1 van de Wet veiligheidsregio’s. Zij beheert namens alle GGD’en het systeem CoronIT, waarin onder meer alle negatieve testuitslagen van door de GGD’en afgenomen coronatesten staan en positieve testuitslagen, ongeacht wie de coronatest heeft afgenomen.

    Het hierboven beschreven proces is niet van toepassing als een burger een coronatest heeft laten uitvoeren door een andere partij dan de GGD en de uitslag van deze test negatief was. Deze informatie wordt niet bij de betreffende partijen opgevraagd op basis van een identityhash, maar op basis van een ophaalcode die wordt verstrekt tezamen met het resultaat van de coronatest. Deze code wordt door de burger ingevuld bij het, met gebruikmaking van de CoronaCheck-app of de website coronacheck.nl, doen van een verzoek tot het aanmaken van een coronatoegangsbewijs en een digitaal COVID-certificaat.

    Het hierboven beschreven proces is daarnaast niet van toepassing in Caribisch Nederland, behalve waar het gaat om aldaar woonachtige personen met een BSN en een DigiD. Indien deze personen met gebruikmaking van de Coronacheck-app dan wel de website coronacheck.nl om een coronatoegangsbewijs en digitaal COVID-certificaat verzoeken, dan zal het bovenstaande proces worden doorlopen. Hierop zijn de overeenkomstige bepalingen van toepassing in de versie van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 die geldt op het Caribisch openbaar lichaam waar de verzoeker woonachtig is. Voor in Caribisch Nederland woonachtige personen die niet beschikken over een BSN en DigiD geldt een andere procedure. Aangezien bij deze laatste procedure geen gegevens uit de BRP worden gebruikt, zal deze procedure hier niet nader worden beschreven.

  • 2. Het opnemen van gegevens op het coronatoegangsbewijs en digitaal COVID-certificaat

    De op een coronatoegangsbewijs en digitaal COVID-certificaat op te nemen persoonsgegevens worden aangeleverd door de partij die ofwel de burger op wie beide bewijzen betrekking hebben, heeft gevaccineerd, ofwel deze heeft getest op het Coronavirus. Het kan echter voorkomen dat de door deze partij aangeleverde gegevens onvolledig zijn of mogelijk afwijken van de in de BRP opgenomen gegevens.

    De Minister van VWS kan dan ook de op het coronatoegangsbewijs en digitaal COVID-certificaat op te nemen persoonsgegevens opvragen uit de BRP, indien de door de hierboven bedoelde partij aangeleverde gegevens onvolledig zijn dan wel niet zonder meer kunnen worden overgenomen op het coronatoegangsbewijs en digitaal COVID-certificaat.

  • 3. De afhandeling van een telefonisch verzoek aan de Minister van VWS voor een papieren versie van het coronatoegangsbewijs en het digitaal COVID-certificaat

    Zoals eerder aangegeven, kunnen in Europees Nederland schriftelijke versies van het coronatoegangsbewijs en digitaal COVID-certificaat waaruit blijkt dat de verzoeker is gevaccineerd tegen het Coronavirus dan wel hersteld is van een infectie met het Coronavirus, telefonisch worden aangevraagd bij het CIBG. Een dergelijk verzoek wordt door het CIBG in ontvangst genomen en afgehandeld namens de Minister van VWS.

    Als door een burger een telefonisch verzoek als hiervoor bedoeld wordt gedaan, dan zal het CIBG eerst de identiteit van de persoon vaststellen die het coronatoegangsbewijs en digitaal COVID-certificaat aanvraagt, waarna namens de burger de benodigde vaccinatie- of herstelgegevens worden opgevraagd bij de juiste instantie. Dit vindt plaats op dezelfde wijze als het geval zou zijn geweest indien het coronatoegangsbewijs en het digitaal COVID-certificaat zouden zijn aangevraagd met behulp van de CoronaCheck-app dan wel de website coronacheck.nl.

    Na het ophalen van de benodigde informatie zullen in beginsel het coronatoegangsbewijs en digitaal COVID-certificaat beide worden aangemaakt en geprint. Indien de verzoeker slechts een van de twee benodigde vaccinaties tegen het Coronavirus toegediend heeft gekregen en niet hersteld is verklaard van het Coronavirus, zal alleen een digitaal COVID-certificaat worden aangemaakt. Het coronatoegangsbewijs en/of digitaal COVID-certificaat zal vervolgens worden opgestuurd naar het BRP-adres van de persoon die het verzoek heeft gedaan.

3.2. Wijzen van verstrekken aan de Minister van VWS

De Minister van VWS krijgt de gegevens die noodzakelijk zijn voor de vervulling van de hierboven beschreven taken op systematische wijze verstrekt uit de basisregistratie personen. De systematische verstrekking aan de Minister van VWS vindt plaats door middel van gegevensverstrekking op verzoek. Tot de doelgroep van de Minister van VWS behoren zowel ingezetenen als niet-ingezetenen.

De verstrekking van gegevens op verzoek aan de Minister van VWS

De Minister van VWS mag op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit. De Minister van VWS mag gegevens opvragen over de in artikel 2, tweede en derde lid van dit besluit opgenomen doelgroepen.

3.3. Toelichting te verstrekken gegevens

De in bijlage I opgenomen gegevens zijn nodig om een identityhash aan te maken en daaraan voorafgaand de burger op wie deze identityhash betrekking zal hebben, te identificeren.

Daarnaast zijn de in bijlage I opgenomen gegevens, met uitzondering van het burgerservicenummer, de persoonsgegevens die verplicht opgenomen dienen te worden op een coronatoegangsbewijs en digitaal COVID-certificaat.

De in bijlage II opgenomen gegevens zijn noodzakelijk om een op telefonisch verzoek van een burger aangemaakt coronatoegangsbewijs en/of digitaal COVID-certificaat naar het BRP-adres van deze burger te kunnen versturen en hem of haar op de juiste wijze te kunnen adresseren.

4. Inlichtingenplicht

Teneinde de autorisatie actueel te houden dient de Minister van VWS tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in zijn taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van de Minister van VWS om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van de Minister van VWS.

5. Wijzigingen

Met dit besluit wordt het autorisatiebesluit van 6 juli 2021, 2021-0000359505 ingetrokken.

Deze intrekking is het gevolg van een wijziging van de Tijdelijke regelingen maatregelen covid-19, die het noodzakelijk maakt de bestaande doelgroepen te wijzigen die zien op het doen van een telefonisch verzoek aan de Minister van VWS tot het aanmaken van een coronatoegangsbewijs en digitaal COVID-certificaat. Aan deze doelgroepen zijn de op een dergelijk verzoek betrekking hebbende artikelen in de Tijdelijke regelingen maatregelen covid-19 toegevoegd.

6. Publicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, publicaties.rvig.nl.

Naar boven