Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 5 november 2020, nr. 3052249, houdende een tijdelijke wijziging van de Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus

De Minister van Justitie en Veiligheid,

gelet op de artikelen 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus;

Besluit:

ARTIKEL I

Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5a (tijdelijke regeling beveiligers in opleiding in verband met COVID-19)

In afwijking van het bepaalde in artikel 5, vierde lid, wordt de in artikel 5, tweede lid, genoemde periode van 12 maanden met 12 maanden verlengd indien de aanvankelijke periode van 12 maanden verloopt in de periode van 1 april 2020 tot 1 april 2021.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot 1 april 2020.

Dit besluit vervalt op 1 april 2022.

Dit besluit wordt in de Staatscourant geplaatst.

’s-Gravenhage, 5 november 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

TOELICHTING

Artikel 5, eerste lid, bepaalt dat beveiligingsorganisaties uitsluitend personen die in het bezit zijn van een diploma Beveiliger van de Stichting Vakexamens voor de Particuliere Beveiligingsorganisaties belasten met beveiligingswerkzaamheden. Het tweede lid van artikel 5 bevat daarop een uitzondering en bepaalt dat de in het eerste lid genoemde uitzondering niet geldt voor een periode van maximaal 12 maanden, te rekenen vanaf de dag dat de betrokkene voor het eerst bij een particuliere beveiligingsorganisatie met beveiligingswerkzaamheden wordt belast.

Gebleken is dat COVID-19 de praktijkopleiding van aspirant-beveiligers belemmert. Met name lopen (ESO)-aspiranten (evenementenbeveiliging) studievertraging op aangezien zij nog geen praktijkstage of praktijkexamen hebben kunnen doen. Door COVID-19 vinden er niet of nauwelijks (grootschalige) evenementen plaats en is de (nacht)horeca aanzienlijk afgenomen. Het gaat hierbij op dit moment met name om ESO-aspiranten die vanaf september 2019 en later aan de opleiding zijn begonnen. Ook in de reguliere MBO-2 opleiding tot beveiliger doen zich deze problemen voor. Sommige opleidingen hebben tijdelijk stil gelegen en bedrijven hebben te maken gehad met een forse afschaling van werkzaamheden, zodat praktijkervaring onvoldoende kon worden opgedaan.

Aangezien praktijkstages en praktijkopdrachten een wezenlijk onderdeel uitmaken van de opleidingen, kunnen de opleidingen op dit moment niet worden afgerond met het (praktijk)examen. De huidige termijn van artikel 5, tweede lid, kan ertoe leiden dat aspirant-beveiligers die de praktijkonderdelen van de opleiding niet binnen 12 maanden hebben/zullen kunnen afleggen, hun opleiding nadien niet meer kunnen afronden en derhalve niet kunnen worden gediplomeerd.

Aangezien de COVID-crisis inmiddels al de gehele zomer heeft voortgeduurd, werkt onderhavige regeling terug tot 1 april 2020. Zo wordt gewaarborgd dat aspirant-beveiligers hun opleiding kunnen afronden indien het afleggen van praktijkonderdelen van de opleiding weer mogelijk wordt.

’s-Gravenhage, 5 november 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven