Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 12 september 2020, nummer WBV 2020/20, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf B13/4 Vreemdelingencirculaire 2000 wordt ingevoegd en komt te luiden:

4. Aanvraagprocedure terugtrekkingsakkoord Grensarbeiders

4.1 Definitie grensarbeider

De IND beschouwt een VK-onderdaan als grensarbeider als hij :

• voor het eind van de overgangsperiode in Nederland een economische activiteit uitoefent niet zijnde op basis van detachering;

• deze economische activiteit na de overgangsperiode voortzet, en;

• buiten Nederland woonachtig is.

4.2 Voorwaarden voor voortzetting van het recht om na de overgangsperiode op grond van het terugtrekkingsakkoord een economische activiteit als grensarbeider in Nederland uit te oefenen

Voor het aantonen van het recht op voortzetting van grensarbeid na 31 december 2020 is een document ‘Grensarbeider’ als bedoeld in artikel 26 van het terugtrekkingsakkoord vereist.

De IND beoordeelt, na ontvangst van de aanvraag, aan de hand van de voorwaarden genoemd in artikel 24, 25 en 26 van het terugtrekkingsakkoord of er aanspraak bestaat op een document ‘Grensarbeider’.

Om in aanmerking te komen voor een document ‘Grensarbeider’ moet de VK-onderdaan rechtmatig verblijf hebben in het land waar hij woonachtig is.Tevens moet er sprake van zijn dat de VK-onderdaan vóór 1 januari 2021 als grensarbeider in Nederland:

• reële en daadwerkelijke arbeid verricht, of;

• reële en daadwerkelijke arbeid heeft verricht en verkeert in één van de in artikel 7, lid 3, onder a, b, c of d, van richtlijn 2004/38/EG genoemde situaties, of;

• reële en daadwerkelijke arbeid heeft verricht en verkeert in een situatie van vrijwillige werkloosheid. De status van werknemer of zelfstandige blijft tot uiterlijk zes maanden na de begindatum van de vrijwillige werkloosheid behouden.

De VK-onderdaan heeft in die gevallen het recht om Nederland in en uit te reizen overeenkomstig artikel 14 van het terugtrekkingsakkoord.

Reële en daadwerkelijke arbeid

Van reële en daadwerkelijke arbeid is sprake indien wordt voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd en uitgewerkt in het onderdeel ‘reële en daadwerkelijke arbeid’ van paragraaf B10/2.2 Vc.

4.3 Contra-indicaties

De IND verleent geen document ‘Grensarbeider’ als bedoeld in paragraaf B13/4.5 Vc als bij de VK-onderdaan sprake is van een van de volgende contra-indicaties, genoemd in artikel 20 van het terugtrekkingsakkoord:

• a. de VK-onderdaan vormt een gevaar voor de openbare orde (inclusief artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag) of de openbare veiligheid zoals beschreven in de artikelen 27 en 28 van richtlijn 2004/38/EG;

• b. de VK-onderdaan maakt zich schuldig aan rechtsmisbruik of fraude zoals beschreven in artikel 35 van richtlijn 2004/38/EG.

Ad a.

Gevaar voor de openbare orde en de openbare veiligheid

Op grond van artikel 20, eerste lid van het terugtrekkingsakkoord gelden, voor misdrijven gepleegd tot en met 31 december 2020 de bepalingen van hoofdstuk 6 van richtlijn 2004/38/EG. Dit houdt in dat op deze misdrijven het openbare orde criterium van paragraaf B10/2.3 Vc van toepassing is.

Ten aanzien van na 31 december 2020 gepleegde misdrijven, geldt op grond van artikel 20, tweede lid van het terugtrekkingsakkoord de nationale openbare orde bepaling zoals bedoeld in artikel 12, lid 1, onder d, Vw. De IND verleent evenmin een document ‘Grensarbeider’ indien er concrete aanwijzingen zijn dat de VK-onderdaan overeenkomstig artikel 27 van de richtlijn 2004/38/EG een gevaar vormt voor de nationale veiligheid.

De IND verleent voorts geen document als er een procedure aanhangig is om te beoordelen of de betrokken vreemdeling een gevaar vormt voor de openbare orde of de openbare veiligheid, ongeacht de pleegdatum.

Ad b.

De bepalingen van B10/2.3 Vc onder het kopje Rechtsmisbruik en fraude zijn hier van toepassing.

4.4 Aanvraagprocedure

De VK-onderdaan moet een aanvraag indienen om in aanmerking te komen voor een document als bedoeld in deze paragraaf.

Het document ‘grensarbeider’ wordt kosteloos verstrekt en kan vanaf begin oktober 2020 via de website van de IND worden aangevraagd (zie www.ind.nl).

4.5 Document, arbeidsmarktaantekening en geldigheidsduur

De IND verstrekt aan de VK-onderdaan een document ‘Grensarbeider’ als aan de voorwaarden van paragraaf B 13/4 Vc wordt voldaan.

Op het document wordt vermeld: ‘Frontier worker, article 50 TEU’. De arbeidsmarktaantekening op het document luidt: ‘Arbeid vrij toegestaan, TWV niet vereist’.

De IND verstrekt het document voor de duur van 5 jaar. Het document heeft een declaratoir karakter, er kunnen alleen rechten aan (blijven) worden ontleend als wordt voldaan aan de voorwaarden van paragraaf B13/4 Vc.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 september 2020

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, J.W. Beaujean directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

Hoofdstuk B13 Vc is aangevuld met een nieuwe paragraaf (paragraaf 4, Aanvraag procedure terugtrekkingsakkoord grensarbeiders). In deze paragraaf is uitgewerkt onder welke voorwaarden VK-onderdanen hun recht op uitoefening van grensarbeid op grond van het terugtrekkingsakkoord kunnen voortzetten.

De regeling voor grensarbeiders heeft als doel dat VK-onderdanen hun werkzaamheden als grensarbeider na de overgangsperiode (die eindigt op 31 december 2020) in Nederland kunnen continueren, indien aan de voorwaarden van paragraaf B13/4 Vc wordt voldaan. Zij moeten daarvoor een document ‘Grensarbeider’ bij de IND aanvragen. Hiervoor zijn geen leges verschuldigd. Met dit document toont de grensarbeider aan dat hij het recht heeft om Nederland in en uit te reizen, overeenkomstig artikel 14 van het terugtrekkingsakkoord.

Nederland heeft ervoor gekozen om op grond van artikel 26 van het terugtrekkingsakkoord de grensarbeider te verplichten in het bezit te zijn van een document ‘Grensarbeider’. Hiermee toont de grensarbeider aan dat hij onder het toepassingsbereik valt van het terugtrekkingsakkoord.

Verblijf in Nederland gedurende de uitoefening van grensarbeid is aangemerkt als verblijf in de vrije termijn, waarbij artikel 14 van het terugtrekkingsakkoord het recht verleend om Nederland in en uit te reizen. Het recht om gedurende de uitoefening van grensarbeid in Nederland te verblijven kan bij een bedreiging van de openbare orde of de nationale veiligheid op grond van artikel 12, lid 1, onder d, van de Vreemdelingenwet worden beëindigd.

Grensarbeiders worden in artikel 24 en artikel 25 van het terugtrekkingsakkoord aangemerkt als werknemer of zelfstandige. De door de grensarbeider verrichte werkzaamheden moeten in lijn hiermee voldoen aan het criterium ‘reële en daadwerkelijke arbeid’, hetgeen wordt beoordeeld overeenkomstig paragraaf B10/2.2 Vc. Blijkens die paragraaf is van reële en daadwerkelijk arbeid in ieder geval sprake als de inkomsten meer dan 50% van de in Nederland toepasselijke bijstandsnorm bedragen of als de grensarbeider ten minste 40% van de in Nederland gebruikelijke volledige arbeidstijd werkt.

In het geval de grensarbeider op het moment van de aanvraag geen werkzaamheden verricht vanwege een situatie van onvrijwillige werkloosheid, behoudt de grensarbeider op grond van artikel 24 en artikel 25 van het terugtrekkingsakkoord de status van werknemer of zelfstandige als sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 7, lid 3, van Richtlijn 2004/38/EG. Nederland heeft er, in aanvulling op artikel 24 en artikel 25 van het terugtrekkingsakkoord, beleidsmatig voor gekozen dat de grensarbeider die onder de personele werking van het terugtrekkingsakkoord valt ook in een situatie van vrijwillige werkloosheid de status van werknemer of zelfstandige voor de duur van (maximaal) zes maanden behoudt. De periode van (maximaal) zes maanden vangt aan vanaf de begindatum van de vrijwillige werkloosheid en is bedoeld om de grensarbeider in de gelegenheid te stellen ander werk te zoeken. Wel moet dan vanaf de begindatum van de vrijwillige werkloosheid binnen (maximaal) zes maanden weer sprake zijn van een situatie dat reële en daadwerkelijke arbeid wordt verricht. Als binnen deze periode van (maximaal) zes maanden geen reële en daadwerkelijke arbeid wordt verricht, vervalt het recht op uitoefening van grensarbeid in Nederland op grond van het terugtrekkingsakkoord.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, J.W. Beaujean directeur-generaal Migratie