Medegebruik militaire luchtvaartterreinen Gilze-Rijen en Woensdrecht ten behoeve van Test & Training Centre Seppe

30 juni 2020

Nr. MLA/018/2020

De Minister van Defensie en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelezen het verzoek per e-mail van Test & Training Centre Seppe van 13 december 2019;

Gelet op artikel 34, tweede lid, van de Luchtvaartwet;

Besluiten:

Artikel 1

Aan de gezagvoerders van luchtvaartuigen met de registraties PH-TTC, PH-KAI en PH-KAJ van Test & Training Centre Seppe wordt ten behoeve van het uitvoeren van opleidings- en selectievluchten in opdracht van het Commando Luchtstrijdkrachten ontheffing verleend van de verbodsbepaling van artikel 34, eerste lid, onderdeel a, van de Luchtvaartwet met betrekking tot het medegebruik van de militaire luchtvaartterreinen Gilze-Rijen en Woensdrecht op dagen en tijden dat deze luchtvaartterreinen zijn opengesteld.

Artikel 2

  • 1. De Algemene en Bijzondere Voorwaarden betreffende het medegebruik van militaire luchtvaartterreinen door derden, vastgesteld bij ministeriële beschikking van 8 mei 1967, nr. 202.620/11K, en laatstelijk gewijzigd bij beschikking van 26 november 1980, nr. CWL 80/028, zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat onder “de vergunning” deze beschikking dient te worden verstaan.

  • 2. De commandant van het betrokken militaire luchtvaartterrein kan aanwijzingen geven voor het betreden en het gebruik van het desbetreffende militaire luchtvaartterrein.

Artikel 3

De ontheffing wordt verleend onder de voorwaarde dat de geluidszone van het desbetreffende militaire luchtvaartterrein niet wordt overschreden.

Artikel 4

Deze ontheffing is alleen van toepassing op vluchten die aantoonbaar het CLSK belang dienen.

Artikel 5

  • 1. Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2020.

  • 2. Deze beschikking vervalt met ingang van 1 november 2021 of zoveel eerder als er voor het desbetreffende luchtvaartterrein een luchthavenbesluit is vastgesteld.

Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 30 juni 2020

De Minister van Defensie, voor deze: De Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit, J.P. Apon, Commodore

Amsterdam, 30 juni 2020

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, namens deze: Team Luchtvaart infra en luchtruim, Afdeling Vergunningverlening Rail en Luchtvaart, M. Das, Senior Inspecteur

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, Dienstencentrum Juridische Dienstverlening, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, Postbus 90004, 3509 AA Utrecht. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht; de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

TOELICHTING

Het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) maakt gebruik van de diensten van het Test & Training Centre (TTC) Seppe in het kader van opleidingen en selecties. Om die reden is aan het TTC Seppe opnieuw ontheffing gegeven om van de militaire luchtvaartterreinen Gilze-Rijen en Woensdrecht gebruik te maken.

Het rijksbeleid voor het burgermedegebruik van militaire luchtvaartterreinen ligt vast in het Tweede Structuurschema Militaire Terreinen (SMT-2) en de nota Regionale luchthavenstrategie (RELUS). In het SMT-2 is aangegeven dat burgermedegebruik mogelijk blijft, indien daardoor geen afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid en de taakuitvoering van de militaire luchtvaart, met inachtneming van de geluidhinderproblematiek. Onderhavige ontheffing past in het huidige beleid van de betrokken ministeries.

Hoewel artikel 34 van de Luchtvaartwet is vervallen, geldt het artikel volgens de overgangs-bepaling van de Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens (RBML, Stb. 2008, 561) nog wel voor luchtvaartterreinen waarvan de aanwijzing is gebaseerd op de Luchtvaartwet en nog niet op de Wet luchtvaart. Deze situatie is van toepassing op de militaire luchtvaartterreinen Gilze-Rijen en Woensdrecht.

Ingevolge de RBML wordt het onder de Luchtvaartwet geldende regime van aanwijzing van luchtvaartterreinen gaandeweg vervangen door het in de Wet luchtvaart neergelegde systeem waarin luchthavens gestalte krijgen door middel van een luchthavenbesluit. De definitieve overgang op dit nieuwe regime was aanvankelijk voorzien per 1 november 2014, maar is bij wet van 22 juni 2016 (Stb. 2016, 260) verder verschoven naar 1 november 2018. Bij wet van 11 juli 2018, houdende verlenging van de termijn gedurende welke aanwijzingen krachtens de Luchtvaartwet van militaire luchtvaartterreinen hun geldigheid behouden (Stb. 2018, 253), is de datum waarop de luchthavenbesluiten van kracht moeten zijn, gewijzigd in 1 november 2021.

De definitieve overgang op dit nieuwe systeem is voorzien per 1 november 2021 of zoveel eerder als er voor de desbetreffende militaire luchtvaartterreinen een luchthavenbesluit is vastgesteld.

Zodra een luchthavenbesluit voor de genoemde militaire luchthavens (de Wet luchtvaart spreekt niet langer van militaire luchtvaartterreinen) is vastgesteld, zal er een einde komen aan de reeds aangehaalde overgangsperiode en daarmee het medegebruik op grond van de ontheffingensystematiek van de Luchtvaartwet. Vanaf dat moment zal het medegebruik van de militaire luchthavens Gilze-Rijen en Woensdrecht door TTC Seppe gestalte moeten krijgen in de vorm van een op het medegebruik toegesneden vrijstelling.

Ten aanzien van de geluidsbelasting is het volgende van belang. Wanneer luchtvaartuigen van TTC Seppe starten of landen op militaire luchtvaartterreinen worden deze vliegtuigbewegingen meegenomen in de berekening van de geluidsbelasting in Kosteneenheden. De gegevens omtrent het feitelijk gebruik van militaire luchtvaartterreinen worden jaarlijks herleid tot contouren die de actuele geluidsbelasting in dat jaar weergeven.

Toetsing aan andere milieuparameters heeft niet plaatsgevonden, aangezien de ontheffing een verlenging betreft van een reeds bestaand uitvoeringsbesluit op grond van de Luchtvaartwet en er naar verwachting geen intensivering zal optreden van het aantal vliegtuigbewegingen.

In de Luchtvaartwet wordt voor de toepassing van het bij of krachtens de Luchtvaartwet bepaalde verstaan onder “Onze Minister” wat betreft de burgerluchtvaart en de algemene verkeersveiligheid in de lucht, de Minister van Verkeer en Waterstaat (thans de Minister van Infrastructuur en Waterstaat). Wat de militaire luchtvaart betreft, wordt onder “Onze Minister” de Minister van Defensie verstaan. Op een verzoek tot medegebruik van een militair luchtvaartterrein door burgerluchtvaartuigen zullen dus beide ministers toestemming moeten geven.

Naar boven