Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 14 april 2020, nr. WJZ/ 20094696, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2020 in verband met een wijziging van de subsidiemodule Indirecte emissiekosten ETS en een verhoging van het plafond

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 16, 19, derde lid en 25 van het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 4.4.8, tweede lid, van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies komt te luiden als volgt:

  • 2. De minister beslist afwijzend op een aanvraag om subsidie indien de subsidieaanvrager geen deelnemer is van een convenant, waarin de subsidieaanvrager in het kader van met de minister, de Minister van Financiën en de minister van Infrastructuur en Milieu gemaakte afspraken verplichtingen op zich heeft genomen ter verbetering van de energie-efficiëntie.

ARTIKEL II

In de tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2020 komt de rij met titel 4.4 te luiden als volgt:

Titel 4.4: Indirecte emissiekosten ETS

4.4.2

   

14-02-2020 t/m

15-04-2020

€ 110.600.000

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 14 april 2020

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

TOELICHTING

1. Aanleiding en doel

Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV subsidies en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2020. Met deze wijzigingsregeling is de subsidiemodule Indirecte emissiekosten ETS aangepast en wordt het subsidieplafond voor 2020 gewijzigd.

De subsidiemodule Indirecte emissiekosten ETS, die tot doel heeft tot doel om financiële compensatie te verlenen aan ondernemingen die een inrichting hebben waar producten worden vervaardigd in bedrijfstakken of deeltakken die worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO2-weglekrisico ten gevolge van de in elektriciteitsprijzen doorberekende kosten in verband met broeikasgasemissies (hierna: indirecte emissiekosten ETS), wordt op één inhoudelijk punt aangepast.

Om vervroegde betaling van de subsidie mogelijk te maken in verband met de Coronacrisis wordt enkel vereist dat de aanvrager deelnemer is van een MJA- of MEE-convenant. De aanvullende eisen m.b.t. de deelname aan deze convenanten komt voor aanvraagjaar 2020 te vervallen. De subsidieaanvrager is dit aanvraagjaar niet verplicht te rapporteren over de voortgang van de uitvoering van het energie-efficiëntieplan.

2. Regeldruk

De wijziging en openstelling van de subsidiemodule Indirecte emissiekosten ETS leidt in beginsel tot het wijzigen van informatieverplichtingen en derhalve ook tot een afname van de regeldruk bij de gebruikers van deze subsidiemodule. De bedrijven dienden de monitoringsgegevens in het kader van MJA- of MEE convenant echter al voor 1 april 2020 aan te leveren waardoor de wijziging geen gevolgen heeft voor de administratieve lasten.

3. Staatssteun

De subsidiemodule Indirecte emissiekosten ETS bevat staatssteun en wordt gerechtvaardigd door het besluit van de Europese Commissie van 16 oktober 2013 inzake steunmaatregel SA.37084 (2013/N). De beperkte wijziging en de wijziging van het subsidieplafond brengen geen verandering in de staatssteunaspecten.

4. Uitvoering

De uitvoering van dit subsidie-instrument is in handen van RVO.nl, onderdeel van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Deze wijzigingsregeling wordt uitvoerbaar en handhaafbaar geacht.

5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de wijzigingsregeling wordt geplaatst. Hiermee wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien bekend worden gemaakt.

Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep gebaat is bij de wijzigingen en een spoedige inwerkingtreding.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Naar boven