Tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 46, eerste lid van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden voor het gebruik van de desinfectiemiddelen op oppervlakken in verband met de uitbraak COVID-19 (Vrijstelling desinfectiemiddelen oppervlakken COVID-19 2020)

IENW/BSK-2020/57689

De Minister voor Milieu en Wonen,

Handelende in overeenstemming met de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gezien het verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 maart 2020 (kenmerk 1663405-203259-PG) tot vrijstelling van het verbod op de distributie en het gebruik van in Nederland toegelaten desinfectiemiddelen voor oppervlakken op basis van de werkzame stoffen alcoholen, natriumhypochloriet en natriumdichloorisocyanuraat, door de professionele zorgaanbieder ten behoeve van de bestrijding van infecties ten tijde van de uitbraak van het coronavirus SARS-CoV-2;

Gelet op artikel 46, eerste lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 55 van Verordening (EU) nr. 528/2012;

BESLUIT:

Artikel 1

Ten behoeve van de bestrijding van infecties ten tijde van de uitbraak van het coronavirus SARS- CoV-2 en in verband met de bij deze bestrijding dreigende tekorten van desinfectiemiddelen voor oppervlakken die de werkzaamheden van de professionele zorgaanbieders compromitteren ten tijde van deze uitbraak, wordt op grond van:

  • a) artikel 46, eerste lid van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden vrijstelling verleend van het verbod, bedoeld in artikel 43, eerste en tweede lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, om in strijd te handelen met artikel 17, eerste lid van Verordening (EU) nr. 528/2012, in dit geval inzake het onder voorwaarden op de markt aanbieden en het door professionele zorgaanbieders gebruiken van middelen die voor de desinfectie van oppervlakken onder Product Type 21 in Nederland zijn toegelaten op basis van de werkzame stoffen alcoholen, natriumhypochloriet en natriumdichloorisocyanuraat;

  • b) artikel 55 van Verordening (EU) nr. 528/2012 toegestaan dat de in het tweede lid bedoelde middelen onder de daarin genoemde voorwaarden op de markt worden aangeboden en gebruikt.

Artikel 2

Aan de vrijstelling en toestemming, bedoeld in artikel 1, onderdelen a onderscheidenlijk b, zijn de in de bijlage bij dit besluit opgenomen beperkingen en voorschriften verbonden.

Artikel 3

De vrijstelling en toestemming wordt verleend tot en met 20 september 2020.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Vrijstelling desinfectiemiddelen oppervlakken COVID-19 2020.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de dag na de datum van plaatsing in de Staatscourant waarin het wordt gepubliceerd en werkt terug tot en met 25 maart 2020.

Dit besluit zal met bijlage en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Milieu en Wonen, S. van Veldhoven-van der Meer

BIJLAGE, BEDOELD IN ARTIKEL 2

De biociden moeten op de Nederlandse markt zijn toegelaten in PT02 voor de desinfectie van oppervlakken in de zorgsector, cosmetische of farmaceutische industrie of voor gebruik in ruimten voor verblijf van mensen.

De biociden moeten minimaal één van de volgende actieve stoffen bevatten:

  • alcoholen (minimaal 70%);

  • natriumhypochloriet (minimaal 0,025% actief chloor); en,

  • natriumdichloorisocyanuraat (in een gebruiksconcentratie van minimaal 1.000 ppm actief chloor).

De biociden mogen alleen verkocht worden aan, aangeprezen aan en gebruikt worden door professionele zorgaanbieders conform de in de toelating opgenomen gebruiksvoorschriften.

De biociden moeten worden toegepast op schone oppervlakken.

Voor de middelen op basis van natriumhypochloriet is de inwerktijd afhankelijk van de gebruikte concentratie, waarbij natriumhypochloriet in een gebruiksconcentratie van 0,025% actief chloor een minimale inwerktijd heeft van 5 minuten en een concentratie van 0,1% actief chloor een minimale inwerktijd heeft van 1 minuut.

Let op; natriumhypochloriet en natriumdichloorisocyanuraat zijn corrosief. Vermijd aantasting van metalen en andere gevoelige stoffen.

TOELICHTING

Inleiding

Op 25 maart 2020 heeft het ministerie van VWS een vrijstelling aangevraagd om de tekorten op desinfectiemiddelen in de zorg op te vangen, veroorzaakt door de uitbraak van COVID 19 veroorzaakt door het coronavirus SARS-CoV-2.

Volksgezondheid

Door de uitbraak van COVID-19 is er toename in de vraag naar toegelaten desinfectiemiddelen. Het ministerie van VWS heeft de beschikbaarheid van het middelenpakket gemonitord en heeft geconstateerd dat er tekorten dreigen. Zonder desinfectans kunnen de professionele zorgaanbieders in Nederland hun werk niet effectief en veilig uitvoeren waardoor een gevaar voor de volksgezondheid ontstaat.

Risicobeoordeling College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb)

Vanuit humaantoxicologisch en milieutechnisch oogpunt zijn er geen bezwaren tegen het verlenen van deze vrijstelling.

COVID-19

Gezien de ernst van de uitbraak neemt de Nederlandse overheid zelf maar ook in Europees verband meerdere maatregelen om de uitbraak in te dammen en de overdracht van het virus te beperken. Ik verwijs u hiervoor onder andere naar de brief van de minister voor Medische Zorg en Sport van 12 maart 2020 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2019/20, 25 295 nr. 124).

Door de grote vraag naar desinfecterende middelen raken de voorraden uitgeput. Het opschroeven van de productiecapaciteit van de toegelaten middelen blijkt onvoldoende om tekorten te voorkomen. Tegelijkertijd wordt er een groot beroep gedaan op de zorgsector. De vrijstelling vergroot het beschikbare middelenpakket voor het doel van disinfectie van oppervlakken in ziekenhuizen en zorginstellingen. Alcoholen, natriumhypochloriet en natriumdichloorisocyanuraat zijn werkzaam tegen SARS-CoV-2 als schone oppervlakken behandeld worden met de in dit besluit aangegeven concentraties. Het beoogde gebruik betreft het desinfecteren van oppervlakken, materialen, uitrusting en meubilair die niet worden gebruikt voor rechtstreekse aanraking met voedingsmiddelen of diervoerders. Het product mag niet rechtstreeks op mens of dier worden gebruikt.

Bezwaar

Op grond van artikel 7:1 Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende bij dit besluit daartegen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt, een bezwaarschrift indienen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. Een dergelijk bezwaarschrift dient u te adresseren aan de Minister voor Milieu en Wonen, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Postbus 20901, 2500 EX Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen;

  • e. een afschrift van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt.


X Noot
1

Producten voor desinfectie van oppervlakken, materialen, uitrusting en meubilair die niet worden gebruikt voor rechtstreekse aanraking met voedingsmiddelen of diervoeders.

Naar boven