Besluit mandaat Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor de uitvoering van de Wet veiligheidsregio’s en van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen van 11 februari 2020, nr. 2804339

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de artikelen 10:3; 10:4, eerste lid, 10:9, eerste lid en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht,

Gezien de instemming van de algemeen directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van 17 januari 2020 met kenmerk MD202004INSTHH.

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland:

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

algemeen directeur:

de algemeen directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Artikel 2

Aan de algemeen directeur wordt mandaat en volmacht verleend tot:

  • a. het nemen van besluiten en het sluiten van overeenkomsten in het kader van de uitvoering van artikel 55, tweede tot en met vierde lid, van de Wet veiligheidsregio’s en de artikelen 4 tot en met 11 van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen met inbegrip van de ministeriële regelingen, bedoeld in voornoemde artikelen van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen;

  • b. het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten als bedoeld in onderdeel a voor zover het besluit waartegen het bezwaar zich richt, niet door hem in mandaat is genomen.

Artikel 3

Aan de algemeen directeur wordt machtiging verleend tot:

  • a. het verrichten van alle handelingen ter voorbereiding op en ter uitvoering van de in artikel 2 bedoelde besluiten en overeenkomsten;

  • b. het voeren van procedures bij de rechter over de in artikel 2 bedoelde besluiten en overeenkomsten;

  • c. het uitgeven van legitimatiebewijzen als bedoeld in artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht aan de toezichthouders, bedoeld in artikel 13 van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen.

Artikel 4

De algemeen directeur kan met betrekking tot zijn bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 2 en 3, ondermandaat, volmacht en machtiging verlenen aan een of meer onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 5

  • 1. Het krachtens mandaat, volmacht of machtiging ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

    De Minister van Justitie en Veiligheid,

    namens deze,

    (handtekening)

    (naam functionaris)

    (functie)

  • 2. Het krachtens mandaat, volmacht of machtiging ondertekenen van automatisch gegenereerde stukken geschiedt als volgt:

    De Minister van Justitie en Veiligheid,

    namens deze,

    (handtekening)

    (naam functionaris)

    (functie),

    gevolgd door de mededeling:

    Dit bericht is automatisch gegenereerd en bevat daarom geen handtekening.

  • 3. In afwijking van het tweede lid kan een automatisch gegenereerd stuk ook met handtekening worden ondertekend. De ondertekening geschiedt als genoemd in het eerste lid.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor de uitvoering van de Wet veiligheidsregio’s en van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen.

Artikel 8

Het Besluit mandaat Dienst Regelingen in verband met de uitvoering van de Wet veiligheidsregio’s en de Wet tegemoetkoming schade bij rampen wordt ingetrokken.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

TOELICHTING

Dit besluit behelst een herziening van het Besluit mandaat Dienst Regelingen in verband met de uitvoering van de Wet veiligheidsregio’s en de Wet tegemoetkoming schade bij rampen dat grotendeels uit 2010 stamt (stcrt. 2010, 19926 en gewijzigd bij besluit van1 juli 2011, stcrt 2011, 12432).

Het besluit regelt het mandaat voor de algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor de uitvoering van de in de aanhef genoemde wetten. Het besluit gaat over de uitvoering van de volgende wetsartikelen:

  • Artikel 55, tweede tot en met vierde lid, Wet veiligheidsregio’s gaat over de kosten die gemeenten en veiligheidsregio’s hebben als gevolg van de bestrijding van de ramp en de kosten van onderlinge bijstand;

  • Artikelen 4 tot en met 10, Wet tegemoetkoming schade bij rampen. De Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts) dateert van 1998 en heeft als doel regels te stellen over een tegemoetkoming door het Rijk aan gedupeerden in de schade en de kosten in geval van een overstroming door zoet water, een aardbeving dan wel een andere ramp of een ander zwaar ongeval.

De RVO heeft een contract met de Minister van Justitie en Veiligheid voor de uitvoering van voornoemde wetten.

Artikel 2, onderdeel b bevat een uitwerking van artikel 10:3, derde lid, Algemene wet bestuursrecht.

In het herziene besluit is ervoor gekozen om steeds de algemeen directeur van de RVO te belasten met de uitvoering. Artikel 4 geeft aan de algemeen directeur de bevoegdheid om ‘door’ te mandateren. In artikel 13 van het Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2019 (stcrt. 2019, 3755), is die bevoegdheid nader uitgewerkt. Op deze wijze is dit besluit meer toekomstbestendig, omdat niet bij elke wijziging van de organisatie van de RVO een nieuw besluit moet worden genomen.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven