Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 10 december 2019, nr. PO/FenV/17730391, houdende wijziging van de Tweede Regeling bekostiging personeel PO 2019–2020 en vaststelling bedragen voor ondersteuning van leerlingen in het PO en VO 2019–2020 in verband met aanpassing van de bijzondere bekostiging voor leerlingen met een ernstige meervoudige beperking

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op artikel 120 van de Wet op de expertisecentra;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING TWEEDE REGELING BEKOSTIGING PERSONEEL PO 2019–2020 EN VASTSTELLING BEDRAGEN VOOR ONDERSTEUNING VAN LEERLINGEN IN HET PO EN VO 2019–2020

Artikel 39 van de Tweede Regeling bekostiging personeel PO 2019–2020 en vaststelling bedragen voor ondersteuning van leerlingen in het PO en VO 2019–2020 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vijfde lid wordt ‘maximaal € 4.000,00’ vervangen door ‘maximaal € 6.300,00’.

2. In het zesde lid wordt ‘maximaal € 5 miljoen’ vervangen door ‘maximaal € 7.920.000,00’.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

TOELICHTING

Algemeen

In het Regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst is afgesproken om te ‘bezien hoe de zorg voor leerlingen binnen een beperkt aantal onderwijsinstellingen met complexere casuïstiek direct uit de middelen voor zorg in onderwijstijd kan worden gefinancierd.’ In de brief Financiering Zorg in onderwijs van 15 februari 20191 wordt aan de Tweede Kamer gemeld dat er wordt verkend in hoeverre het mogelijk is om de inzet van zorgmiddelen tijdens onderwijstijd te gaan stroomlijnen middels collectieve financiering. Dit betekent dat onderzocht wordt of de benodigde budgetten gebundeld beschikbaar kunnen komen en ingezet kunnen worden om met een zorgaanbieder afspraken te maken over het verlenen van de zorg op school. In de afgelopen periode is door Berenschot onderzoek gedaan naar de omvang van de benodigde zorg in onderwijstijd en in de verantwoordelijkheidsverdeling tussen onderwijs en zorg. Echter, op basis van het onderzoek van Berenschot is het niet mogelijk om het benodigde budget te berekenen en om de doelgroep af te bakenen. Daarom is er meer informatie en tijd nodig. In de brief Voortgang onderwijs-zorg van 30 oktober 20192 aan de Tweede Kamer worden enkele maatregelen genoemd die scholen, leerlingen en hun ouders op korte termijn helpen om de afstemmingsproblemen en administratieve rompslomp te verlichten. Een van de maatregelen is de tijdelijke verhoging van het beschikbare budget voor onderhavige regeling voor leerlingen met een ernstige meervoudige beperking (emb). Op dit moment is er structureel € 5 miljoen per jaar beschikbaar. Voor de jaren 2020, 2021 en 2022 wordt dit budget tijdelijk met € 5 miljoen verhoogd. Voor deze jaren is er dus in totaal € 10 miljoen per jaar beschikbaar. Omdat collectieve financiering voor zorg in onderwijstijd het einddoel is, is de uitbreiding van de emb-regeling tijdelijk. Wanneer deze collectieve financiering een feit is, zal een afzonderlijke regeling voor emb-leerlingen niet langer nodig zijn.

De bijzondere bekostiging voor emb-leerlingen gebeurt op schooljaarbasis. De wens is om de verhoging van het emb-budget met € 5 miljoen al vanaf 1 januari 2020 te effectueren. Dat betekent dat ook het reeds beschikbare budget voor schooljaar 2019–2020 verhoogd moet worden. Echter, dit is geen ophoging met € 5 miljoen, maar met € 2,92 miljoen (7 maanden van schooljaar 2019–2020 vallen in kalenderjaar 2020, dus 7 maanden / 12 maanden x € 5 miljoen). Het maximale bedrag per emb-leerling neemt navenant toe. Voor schooljaar 2020–2021 en schooljaar 2021–2022 zal het totaal beschikbare budget wel € 10 miljoen bedragen. Tot slot, voor schooljaar 2022–2023 zal er nog € 2,1 miljoen extra beschikbaar zijn, bovenop de reeds beschikbare € 5 miljoen.

Om bijzondere bekostiging voor emb-leerlingen te ontvangen, dient het bevoegd gezag uiterlijk op 15 september van het schooljaar een aanvraag in te dienen. Hierbij wordt uitgegaan van het aantal emb-leerlingen dat op 1 oktober voorafgaand aan het schooljaar op een school staat ingeschreven. Voor schooljaar 2019–2020 is de termijn voor het indienen van aanvragen reeds verstreken. Dit betekent dat het aantal emb-leerlingen dat op 1 oktober 2018 op de school stond ingeschreven bekend zijn. Hiervoor krijgen ze een bedrag van ca. € 3.290 per leerling. Voor schooljaar 2019–2020 zal de verhoging van het budget voor deze leerlingen gelden. Dit resulteert in een bedrag van ca. € 5.200 per leerling voor schooljaar 2019–2020. In januari 2020 zullen de eerdere beschikkingen worden herzien. In januari zullen de scholen de helft van de verhoging ontvangen. In de periode februari tot en met juli 2020 steeds 1/12e van de verhoging.

Administratieve lasten

Met deze regeling worden alleen de bedragen in artikel 39, vijfde en zesde lid, aangepast. Dit leidt derhalve niet tot een wijziging van administratieve lasten ten opzichte van de Regeling van 10 oktober 2019 tot vaststelling van de Tweede Regeling bekostiging personeel PO 2019–2020 en vaststelling bedragen voor ondersteuning van leerlingen in het PO en VO 2019–2020.3

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 augustus 2019, de start van het schooljaar 2019–2020.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Kamerstukken II, 2018/19, 31 497 nr. 293.

X Noot
2

Kamerstukken II, 2019/20, 31 497 nr. 334.

Naar boven