Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 16 mei 2019, nummer WBV 2019/8, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C7/20 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

20. Het asielbeleid ten aanzien van Nigeria

20.1. Besluitmoratorium

Geen bijzonderheden.

20.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

Geen bijzonderheden.

20.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag
20.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

Geen bijzonderheden.

20.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

De IND merkt voor Nigeria uitsluitend de volgende categorie vreemdelingen aan als risicogroep:

  • a. LHBT’s.

20.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw
20.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

20.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

20.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

20.5. Bescherming
20.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt aan dat het voor de volgende groepen niet mogelijk is om bescherming van de autoriteiten of internationale organisatie te verkrijgen:

  • vreemdelingen die aannemelijk hebben gemaakt dat zij te maken hebben met (eventueel) op de persoon gericht geweld door militante groeperingen;

  • LHBT’s.

20.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt aan dat in Nigeria, in beginsel, een vlucht- en vestigingsalternatief aanwezig is. De IND beoordeelt of een vlucht- en vestigingsalternatief individueel kan worden tegengeworpen. Voor de volgende categorie gelden echter bijzondere voorwaarden:

  • vrouwen of meisjes die aannemelijk hebben gemaakt dat zij hebben te vrezen voor genitale verminking.

Voor vrouwen danwel meisjes kan een vestigingsalternatief aanwezig zijn. Of vrouwen dan wel meisjes zich kunnen onttrekken aan genitale verminking door zich elders (buiten de eigen leefgemeenschap) te vestigen kan per geval verschillen. Dit is afhankelijk van de vraag in hoeverre vrouwen of de ouders van de meisjes elders een nieuw bestaan kunnen opbouwen. Hierbij speelt het sociale netwerk een belangrijke rol. De IND verstaat onder het sociaal netwerk niet alleen het kerngezin, maar ook andere familieleden.

De IND betrekt bij de beoordeling of het sociale netwerk een rol kan spelen bij het beschermen van de vrouw/het meisje tegen genitale verminking, dat de druk om besneden te worden juist vanuit dit sociale netwerk kan komen. Bij de beoordeling of een vestigingsalternatief tegengeworpen kan worden houdt de IND rekening met de individuele omstandigheden van de vrouw of ouders, waaronder:

  • het opleidingsniveau van de vrouw/het meisje en/of dat van haar ouders;

  • de aanwezigheid van een sociaal netwerk;

  • ervaringen van de vrouw/het meisje in Nigeria en met een eventuele besnijdenis;

  • of zij zich in het verleden alleen in Nigeria staande heeft kunnen houden.

De IND betrekt bij de beoordeling of het sociaal netwerk voldoende bescherming biedt ook de hulp die andere netwerken kunnen bieden. Onder andere netwerken verstaat de IND in ieder geval NGO’s, verenigingen en kerkgenootschappen.

  • LHBT’s

De IND acht voor LHBT geen vlucht- of vestigingsalternatief aanwezig.

20.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

De IND beoordeelt aan de hand van paragraaf B8/6 Vc of adequate opvang voor amv’s aanwezig is.

Voor Nigeria geldt in ieder geval dat:

  • algemene opvangvoorzieningen niet beschikbaar en/of toereikend zijn; en

  • de autoriteiten geen zorg dragen voor de opvang.

20.7. Vertrekmoratorium

Geen bijzonderheden.

20.8. Bijzonderheden

Geen bijzonderheden.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 16 mei 2019

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A. van Dijk Directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

ALGEMEEN

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft op 27 juni 2018 een algemeen ambtsbericht over Nigeria gepubliceerd. Daarnaast heeft EASO een Country Guidance rapport Nigeria uitgebracht op 25 februari 2019. Bij brief d.d. 5 april 2019 (TK 2018–2019, 19 637, nr. 2475) heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de Tweede Kamer geïnformeerd over zijn beslissing het landgebonden asielbeleid voor vreemdelingen uit Nigeria op basis van het ambtsbericht aan te passen.

De aanpassing heeft betrekking op de volgende punten.

LHBT’s worden aangemerkt als risicogroep. Overeenkomstig het beleid in paragraaf C2/3 Vc kan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een bevolkingsgroep als risicogroep aanwijzen als blijkt dat vervolging van vreemdelingen behorend tot deze bevolkingsgroep in het land van herkomst voorkomt. LHBT’s kunnen – indien er sprake is van geloofwaardige en individualiseerbare verklaringen – met geringe indicaties aannemelijk maken dat hun problemen (verband houdend met één van de vervolgingsgronden) leiden tot een gegronde vrees voor vervolging. Het individualiseringsvereiste blijft van toepassing. Voor LHBT’s wordt aangenomen dat het niet mogelijk is om bescherming van de autoriteiten te krijgen.

Daarnaast is voor de leesbaarheid en uniformiteit ervoor gekozen om de paragraaf vlucht- en vestigingsalternatief zo aan te passen dat slechts voor groepen, waarbij geen vlucht- of vestigingsalternatief wordt aangenomen of slechts onder voorwaarden, op te nemen in het beleid. Tevens wordt met dit WBV het punt van genitale verminking en of een vrouw (of meisje) zich hieraan kan onttrekken nader verduidelijkt. Het begrip sociaal netwerk is aangepast door dit te beperken tot het kerngezin en andere familieleden. Voorts wordt nader toegelicht met welke omstandigheden rekening moet worden gehouden bij de vraag of een vrouw dan wel de ouders van een dochter, zich zonder sociaal netwerk kunnen handhaven in Nigeria.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A. van Dijk Directeur-generaal Migratie

Naar boven