Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2019, 28090 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2019, 28090 | Besluiten van algemene strekking |
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Gelet op artikel 15 van de Wet financiering sociale verzekeringen;
Besluit:
De geraamde totale kosten voor de heffingskortingen, bedoeld in artikel 15 van de Wet financiering sociale verzekeringen, voor het jaar 2019 bedragen: € 44.861.200.000.
Met de toepassing van de formule, bedoeld in artikel 15 van de Wet financiering sociale verzekeringen, bedraagt de rijksbijdrage in de kosten van de heffingskortingen per fonds voor het jaar 2019:
a. ten gunste van het Ouderdomsfonds: € 2.197.000.000;
b. ten gunste van het Nabestaandenfonds: € 0;
c. ten gunste van het Fonds langdurige zorg: € 3.688.000.000.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 14 mei 2019
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark
Met de invoering van de Wet inkomstenbelasting 2001 is het systeem van belastingvrije sommen vervangen door een systeem van heffingskortingen. Dit leidde tot een daling van opbrengsten van premies voor de volksverzekeringen. Een rijksbijdrage, de bijdrage in de kosten van heffingskortingen (aangeduid als Bikk), compenseert de fondsen van de volksverzekeringen, genoemd in artikel 2 van deze regeling, voor die daling. Artikel 15 van de Wet financiering sociale verzekeringen bevat voor het vaststelling van deze rijksbijdragen een formule. De geraamde totale kosten voor de heffingskortingen in een bepaald jaar zijn daarin variabel en worden bij ministeriële regeling vastgesteld. Artikel 1 van deze regeling voorziet daarin voor het jaar 2019. Daarbij wordt aangesloten bij de raming van de totale kosten voor de heffingskortingen van het Centraal Planbureau in het Centraal Economisch Plan 2019. De geraamde totale kosten voor 2019 bedragen € 44.861.200.000. Dit bedrag valt in twee delen uiteen: € 36.904.300.000 (categorie 65–) en € 7.956.900.000 (categorie 65+). Met toepassing van de formule van artikel 15 is vervolgens de rijksbijdrage per fonds vastgesteld. De uitkomsten daarvan zijn opgenomen in artikel 2 van deze regeling. De toepassing van de formule voor de rijksbijdrage ten gunste van het Nabestaandenfonds leidt tot een negatieve uitkomst. Om die reden wordt de rijksbijdrage voor dat fonds op nul vastgesteld. Deze regeling heeft slechts betrekking op de geraamde totale heffingskosten voor het jaar 2019, zodat de regeling vervalt met ingang van 1 januari 2020.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2019-28090.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.