Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 26 april 2019, nr. IENW/BSK-2019/89207, tot wijziging van de Regeling taken Dienst Wegverkeer in verband met de uitbreiding van de taak van de Dienst Wegverkeer met betrekking tot de advisering over aanwijzing van bijzondere bromfietsen en het toezicht op de conformiteit van de productie

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 4b, tweede lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 2, onderdeel w, van de Regeling taken Dienst Wegverkeer komt te luiden:

  • w. het beoordelen van een voertuig en de daarbij aangeleverde documentatie in het kader van de procedure tot aanwijzing voor toelating tot het verkeer op de weg van een motorrijtuig als bedoeld in artikel 20b, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 en het houden van toezicht op de conformiteit van de productie van die motorrijtuigen;.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

TOELICHTING

De Dienst Wegverkeer (hierna: RDW) is een zelfstandig bestuursorgaan en oefent de taken uit die bij of krachtens de wet aan hem zijn toegekend. In artikel 4b, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 is de RDW belast met een aantal taken. Daarnaast biedt artikel 4b, tweede lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994 een grondslag om de RDW bij ministeriële regeling te belasten met andere taken. Dat was reeds gedaan in de Regeling taken Dienst Wegverkeer (hierna: de regeling).

De RDW had in de regeling reeds als taak om een voertuig dat was aangeboden in het kader van een aanvraag tot aanwijzing als bijzondere bromfiets op technische aspecten te beoordelen.

Met de onderhavige wijziging is die ‘beoordelingstaak’ van de RDW uitgebreid en is een nieuwe taak toegevoegd.

De RDW zal naast de beoordeling van het voertuig op technische aspecten, ook kijken naar documenten die zijn gemaakt over het voertuig, zoals risicobeoordelingen, genoemd in artikel 4 van de Beleidsregel aanwijzing bijzondere bromfietsen. Ook zal de RDW niet-technische aspecten beoordelen, zoals de duurzaamheidsverklaring en de conformiteitsverklaring. Bovendien zal de RDW de aanvrager van de aanwijzing beoordelen. De aanvrager moet namelijk aantonen dat hij beschikt over een kwaliteitssysteem om de conformiteit van de productie te kunnen garanderen.

Daarnaast krijgt de RDW de taak om toezicht te houden op de conformiteit van de productie bij de aanvrager, zodat de geproduceerde voertuigen gelijk blijven aan het type waarvoor de aanwijzing is verleend (zie Besluit aanwijzing toezichthoudende ambtenaren bijzondere bromfietsen). Dat toezicht zal worden gehouden door middel van onder meer een jaarlijkse evaluatie van het kwaliteitssysteem, een bedrijfsbezoek ten minste eens in de drie jaar en steekproeven van de aangewezen bijzondere bromfietsen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven