Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 april 2019, nr. 2018-0000176423, houdende regels voor het verstrekken van subsidie ten behoeve van subsidieonderzoek IPS voor common mental disorders (Subsidieregeling onderzoek IPS voor CMD)

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 32b en 32d, tweede lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen en de artikelen 3, eerste lid, en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

aanvraagtijdvak:

door de Minister vastgesteld tijdvak waarin aanvragen voor subsidie op grond van deze regeling kunnen worden ontvangen;

College:

het college van burgemeester en wethouders;

Common mental disorders:

een gediagnosticeerde hoogprevalente psychische stoornis die in beginsel gedurende beperkte tijd, evidence-based in behandeling is bij de specialistische GGZ, voornamelijk in diagnosespecifieke ambulante of poliklinische zorgprogramma’s;

Dienstbetrekking:

de arbeidsverhouding van de werknemer in de zin van de werknemersverzekeringen;

Doelgroep IPS-CMD:

dit betreft klanten:

  • a. met Common mental disorders;

  • b. die in behandeling zijn bij een GGZ-instelling in de Specialistische GGZ (SGGZ), waarbij de trajectbegeleider IPS de contactpersoon is om de integratie met zorg te realiseren;

  • c. die kenbaar hebben gemaakt een wens te hebben om naar betaald werk te worden begeleid;

  • d. die op het moment dat deze wens geuit wordt niet in dienstbetrekking werkzaam zijn dan wel waarvoor geldt dat de dienstbetrekking een geringe omvang heeft én de klant de wens heeft om te werken in een andere sector/functie dan waarin hij in dienstbetrekking werkzaam is;

Duur IPS-traject:

de tijdsperiode van 24 maanden vanaf datum gestart IPS-traject, met de mogelijkheid tot verlenging van deze periode met maximaal 12 maanden;

Gestart IPS-traject:

IPS-traject waarvoor UWV schriftelijk akkoord heeft gegeven dat het in uitvoering genomen kan worden;

GGZ-instelling:

een rechtspersoon die voldoet aan de navolgende voorwaarden:

Geestelijke gezondheidszorg biedt, onder onafhankelijk toezicht staat en een Toelating Zorginstelling heeft voor geestelijke gezondheidszorg;

of,

Geestelijke gezondheidszorg biedt, onder onafhankelijk toezicht staat en die zorg verleend wordt op basis van een of meerdere van volgende wetten:

  • Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

  • Wet langdurige zorg;

  • Jeugdwet;

  • Zorgverzekeringswet;

  • Wet forensische zorg;

IPS:

Individuele Plaatsing en Steun;

IPS-traject:

een traject dat het totaal aan ondersteuningsactiviteiten bevat gericht op het vinden en behoud van werk die een persoon die behoort tot de doelgroep IPS-CMD doorloopt;

IPS-trajectbegeleider:

een persoon die in het bezit is van een geldig Certificaat IPS-opleiding, verstrekt door Kenniscentrum Phrenos;

Klant gemeente:

een persoon die een uitkering heeft op grond van de Participatiewet dan wel in het kader van die wet als niet-uitkeringsgerechtigde werkzoekende geregistreerd staat en ten behoeve van wie het college en de GGZ-instelling een toestemmingsverklaring subsidie hebben ondertekend;

Klant UWV:

een persoon die van UWV een uitkering ontvangt op grond van de Wet WIA, de WAO, de WAZ, of de ZW, waarvoor geen werkgever als eigenrisicodrager het risico van betaling draagt, en de persoon die recht heeft op arbeidsondersteuning of een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wajong;

Minister:

Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Re-integratieondersteuning:

Elke vorm van ondersteuning bij de werkzaamheden in het kader van de taak, bedoeld in artikel 30a van de Wet SUWI, die door UWV bij re-integratiebedrijven is ingekocht dan wel iedere vorm van ondersteuning bij de arbeidsinschakeling die door de colleges op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Pw wordt ingezet;

Relevante wetgeving:
  • Pw: Participatiewet

    WAO: Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

    WAZ: Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;

    Wajong: Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;

    WGA: Werkhervattingsuitkering gedeeltelijk arbeidsgeschikten;

    WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

    Wet SUWI: Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

    ZW: Ziektewet;

Toestemmingsverklaring subsidie:

een schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 5, vijfde lid, waarin het college en de GGZ-instelling verklaringen afleggen en toezeggingen doen die verband houden met de subsidieverstrekking op grond van deze regeling;

UWV:

Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;

Artikel 2. Subsidieverstrekking

  • 1. Het doel van de subsidieverstrekking is door onderzoek inzicht te krijgen in de werking van IPS voor mensen met common mental disorders (CMD), die Klant gemeente of Klant UWV zijn. Onderzocht zal worden welke resultaten worden behaald met de inzet van IPS voor de doelgroep IPS-CMD, in hoeverre IPS voor de doelgroep IPS-CMD modelgetrouw kan worden toegepast en of de implementatie van IPS bij de CMD-groep aanleiding geeft het IPS-model voor die groep aan te passen.

  • 2. UWV verstrekt tussen 1 mei 2019 tot en met 31 december 2019 per gestart IPS-traject subsidie ten behoeve van de Klant UWV aan de GGZ-instelling, bedoeld in artikel 1, om IPS-trajecten uit te voeren ten einde de onderzoeksdoelen te behalen.

  • 3. De Minister verstrekt tussen 1 mei 2019 tot en met 31 december 2019 per gestart IPS-traject subsidie ten behoeve van de Klant gemeente aan de GGZ-instelling, bedoeld in artikel 1, om IPS-trajecten uit te voeren ten einde de onderzoeksdoelen te behalen.

  • 4. UWV wordt belast met de uitvoering van de subsidieverstrekking, bedoeld in het derde lid.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten, gegevensverstrekking, meewerkplicht onderzoek

  • 1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor een IPS-traject ten behoeve van een individuele klant.

  • 2. De activiteiten behorende tot het IPS-traject behelzen:

    • a. re-integratie: het ondersteunen van de klant bij werkhervatting;

    • b. jobcoaching: het na een werkhervatting ondersteunen van de klant bij het verrichten van de aan hem opgedragen taken. De ondersteuning biedt een compensatie voor de beperkingen van de klant. De activiteiten en handelingen die in dit kader worden verricht zijn erop gericht om de klant zelfstandig(er) zijn werkzaamheden uit te laten voeren;

    • c. acquisitie van vacatures en contacten onderhouden met werkgevers;

    • d. nauwe samenwerking met het (behandel)team gedurende het gehele traject;

    • e. het monitoren van en rapporteren over de uitgevoerde trajecten.

  • 3. De GGZ-instelling verstrekt eenmalig per IPS-traject aan UWV de volgende gegevens met betrekking tot de klant:

    • a. leeftijd;

    • b. geslacht;

    • c. opleidingsniveau;

    • d. betreft het een Klant UWV of een Klant gemeente;

    • e. jaren werkervaring;

    • f. hoofdgroep diagnose;

  • 4. De GGZ-instelling verstrekt eens per drie maanden per IPS-traject aan UWV de volgende gegevens:

    • a. start- en einddatum IPS-traject en reden van beëindiging;

    • b. uren inzet IPS trajectbegeleiders per activiteit;

    • c. of de klant de afgelopen drie maanden heeft gewerkt als zelfstandige;

  • 5. De GGZ-instelling maakt hierbij gebruik van de door UWV verstrekte vragenlijst.

  • 6. De geselecteerde GGZ-instellingen verlenen medewerking aan:

    • a. twee modelgetrouwmetingen, specifiek gericht op de IPS-trajecten voor CMD;

    • b. de facilitering van de werving van deelnemers aan de focusgroepen en cliënten voor de casestudies;

  • 7. De GGZ-instelling werkt mee aan het door Kenniscentrum Phrenos uitgevoerde onderzoek en verstrekt haar kosteloos de door Kenniscentrum Phrenos gevraagde informatie ten behoeve van het onderzoek naar de implementatie van IPS bij de doelgroep IPS-CMD.

  • 8. In de administratie van de GGZ-instelling bevindt zich een schriftelijke verklaring van de Klant UWV dan wel de Klant gemeente waarin de klant instemt met indiening van de subsidieaanvraag en toestemming verleent om mee te werken aan het door Kenniscentrum Phrenos uitgevoerde onderzoek.

Artikel 4. Kwaliteitseisen GGZ-instelling

  • 1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een GGZ-instelling die kan aantonen dat ze modelgetrouw werkt.

  • 2. De GGZ-instelling die voor de eerste maal subsidie aanvraagt voor het uitvoeren van op grond van deze regeling gesubsidieerde IPS-trajecten dient een ingevuld formulier Deelname onderzoeksubsidie IPS in dat is ondertekend door een persoon die bevoegd is om de GGZ-instelling te vertegenwoordigen, met uitzondering van de GGZ-instelling die al een schriftelijke bevestiging heeft als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Beleidsregels subsidieonderzoek IPS 2018.

  • 3. Bij het formulier Deelname onderzoekssubsidie IPS, bedoeld in het vorige artikellid, overlegt de GGZ-instelling de volgende documenten en gegevens:

    • a. een geldig Verslag IPS Modelgetrouw of geldige Verklaring Implementatietraject IPS Gestart, afgegeven door Kenniscentrum Phrenos. Tijdens de periode dat deze regeling van kracht is kan eenmaal een geldige Verklaring Implementatietraject IPS Gestart overlegd worden in plaats van een Verslag IPS Modelgetrouw. Na ommekomst van maximaal een jaar, gerekend vanaf datum dagtekening van de Verklaring Implementatietraject IPS Gestart, dient de GGZ-instelling een geldig Verslag IPS Modelgetrouw te overleggen.

    • b. een bewijs waaruit blijkt dat de ondertekenaar van het aanmeldformulier gemachtigd is om de GGZ-instelling te vertegenwoordigen.

  • 4. UWV verstuurt nadat is vastgesteld dat de GGZ-instelling aan de in de voorgaande leden gestelde eisen voldoet een schriftelijke bevestiging dat de GGZ-instelling IPS-trajecten mag uitvoeren.

  • 5. De GGZ-instelling stuurt UWV uit eigener beweging op het daartoe aangewezen moment steeds een (geldig) Verslag IPS Modelgetrouw toe, opdat het daarmee blijft voldoen aan de in lid 2 gestelde eis dat de IPS-trajecten aantoonbaar modelgetrouw worden uitgevoerd.

  • 6. Indien zich wijzigingen voordoen ten opzichte van de informatie die verstrekt is op het formulier Deelname onderzoekssubsidie IPS, dan dient de GGZ-instelling onverwijld opnieuw het formulier in.

Artikel 5. Aanvraag subsidie individuele IPS-trajecten

  • 1. Subsidieaanvragen worden ingediend van 1 mei 2019, 09:00 uur tot en met 29 november 2019, 17:00 uur.

  • 2. De GGZ-instelling dient de aanvraag om subsidie voor het uitvoeren van een IPS-traject schriftelijk bij UWV in.

  • 3. De GGZ-instelling maakt voor een Klant UWV gebruik van het formulier Aanmelden Klant UWV CMD voor IPS-traject dat bij UWV kan worden opgevraagd via ips.subsidieregeling@uwv.nl.

  • 4. De GGZ-instelling maakt voor een Klant gemeente gebruik van het formulier Aanmelden Klant gemeente CMD voor IPS-traject dat bij UWV kan worden opgevraagd via ips.subsidieregeling@uwv.nl. Het aanmeldformulier gaat vergezeld van een door UWV voorgeschreven toestemmingsverklaring subsidie, ondertekend door een persoon die bevoegd is de GGZ-instelling respectievelijk de gemeente te vertegenwoordigen.

  • 5. In de toestemmingsverklaring subsidie:

    • a. verleent het college de GGZ-instelling toestemming subsidie aan te vragen voor een Klant gemeente;

    • b. zegt het college jegens UWV toe de helft van de kosten van een IPS-traject voor haar rekening te nemen, te weten een bedrag van € 4.000 inclusief BTW per IPS-traject;

    • c. verklaart het college dat de Klant gemeente een uitkering heeft op grond van de Participatiewet dan wel in het kader van die wet als niet-uitkeringsgerechtigde werkzoekende geregistreerd staat;

    • d. verklaart het college dat de Klant gemeente gedurende de looptijd van het IPS-traject niet deelneemt aan andere re-integratieondersteuning;

    • e. verklaart het college dat de Klant gemeente geen dienstbetrekking heeft dan wel dat de dienstbetrekking een geringe omvang heeft én de Klant gemeente de wens heeft om te werken in een andere sector/functie dan waarvoor de dienstbetrekking is aangegaan;

    • f. verklaart het college mee te werken aan het onderzoek van Kenniscentrum Phrenos en de door haar gevraagde informatie ten behoeve van dit onderzoek naar de implementatie van IPS bij de doelgroep IPS, kosteloos te verstrekken;

    • g. verklaart de GGZ-instelling bij de declaratie aan het college van de kosten van het IPS-traject een afschrift te verstrekken van de op grond van deze regeling door UWV verleende beschikking;

    • h. verklaart de GGZ-instelling de voortgang en eventuele voortijdige beëindiging van het IPS-traject periodiek te melden aan het college.

  • 6. Het aanmeldformulier dient ondertekend te zijn door een persoon die bevoegd is om de GGZ-instelling te vertegenwoordigen.

  • 7. Een IPS-traject kan niet eerder starten met de activiteiten behorende tot het IPS-traject dan nadat er een schriftelijk akkoord van UWV is ontvangen.

Artikel 6. Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en artikel 4:43, tweede lid, en artikel 4:35, tweede en derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt de subsidie geweigerd, indien:

  • a. de persoon ten behoeve waarvan de subsidie wordt aangevraagd niet een Klant UWV of een Klant gemeente is;

  • b. de Klant UWV of de Klant gemeente niet behoort tot de doelgroep IPS-CMD;

  • c. de Klant UWV of de Klant gemeente reeds deelneemt aan re-integratieondersteuning;

  • d. de GGZ-instelling niet voldoet aan de voorwaarden, genoemd in artikel 4;

  • e. de subsidieaanvraag niet voldoet aan de krachtens deze regeling gestelde eisen;

  • f. de subsidieaanvraag buiten het gestelde aanvraagtijdvak wordt ingediend;

  • g. bij de subsidieaanvraag, bedoeld in artikel 5, vierde lid, de toestemmingsverklaring subsidie van het college, bedoeld in artikel vijf, vijfde lid, ontbreekt, deze niet voldoet aan de voorwaarden, genoemd in artikel 5, vierde en vijfde lid, dan wel deze onvolledig is;

  • h. de kosten van de activiteiten waarvoor financiering wordt aangevraagd, uit anderen hoofde worden gefinancierd;

  • i. reeds subsidie is verstrekt ten behoeve van 5 Klanten gemeente, woonachtig in dezelfde gemeente als in die van de Klant gemeente waarvoor subsidie is aangevraagd.

Artikel 7. Subsidiehoogte/Subsidieplafond

  • 1. De subsidie bedraagt € 8.000 inclusief BTW per IPS-traject voor een aanvraag als bedoeld in artikel 5, derde lid.

  • 2. De subsidie bedraagt € 4.000 inclusief BTW per IPS-traject voor een aanvraag als bedoeld in artikel 5, vierde lid.

  • 3. Voor de subsidieverlening, bedoeld in artikel 2, tweede lid, is een bedrag beschikbaar van € 1.000.000.

  • 4. Voor de subsidieverlening, bedoeld in artikel 2, derde lid, is een bedrag beschikbaar van € 300.000.

Artikel 8. Volgorde behandeling verzoeken subsidie individuele IPS-trajecten

  • 1. Om te bepalen wanneer het subsidieplafond bereikt is, worden de aanvragen om subsidie voor het uitvoeren van een IPS-traject op volgorde van binnenkomst behandeld.

  • 2. Voor het bepalen van de datum van binnenkomst van de aanvraag is de datum poststempel UWV leidend. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van binnenkomst van de aanvraag de datum waarop de volledige aanvraag is ontvangen.

  • 3. Indien honorering van aanvragen die op dezelfde datum zijn binnengekomen leidt tot overschrijding van het subsidieplafond en de volgorde van binnenkomst van die aanvragen niet kan worden vastgesteld, wordt in afwijking van het eerste lid met betrekking tot die aanvragen de volgorde door loting vastgesteld.

Artikel 9. Vaststelling subsidie

De subsidie wordt direct vastgesteld.

Artikel 10. Meldingsplicht

De GGZ-instelling doet onverwijld een schriftelijke melding aan UWV zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan.

Artikel 11. Financiering

  • 1. UWV voorziet in de middelen tot dekking van de uitgaven verbonden aan de subsidies, bedoeld in de artikelen 2, tweede lid, en 7, derde lid.

  • 2. Het Rijk voorziet in de middelen tot dekking van de uitgaven verbonden aan de subsidies, bedoeld in de artikelen 2, derde lid, en 7, vierde lid.

  • 3. In verband met het middelenbeheer wordt de rijksbijdrage, bedoeld in het tweede lid, beschouwd als middelen die deel uitmaken van het Arbeidsongeschiktheidsfonds.

Artikel 12. Betaling en verslaglegging

  • 1. De Minister stort een bedrag ter grootte van € 300.000 op de rekening-courant, bedoeld in artikel 5.16, onderdeel b, van de Regeling Wfsv, met als valutadatum de tweeëntwintigste dag van de maand juli 2019.

  • 2. In de jaarrekening, bedoeld in artikel 49 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, worden de lasten alsmede de baten, met betrekking tot deze regeling opgenomen.

  • 3. Het UWV brengt aan de Minister inhoudelijk en financieel verslag uit over de uitvoering van deze regeling overeenkomstig artikel 49 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

Artikel 13. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en vervalt 4 jaar na de inwerkingtreding.

  • 2. Deze regeling blijft van toepassing op verstrekte subsidies.

Artikel 14. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling onderzoek IPS voor CMD.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 24 april 2019

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

TOELICHTING

Algemeen

De re-integratiemethode Individuele Plaatsing en Steun (IPS) heeft als doel de arbeidsparticipatie van mensen met psychische aandoeningen te vergroten. Met de regeling wordt subsidie verleend voor IPS en onderzocht hoe de inzet van de IPS-methode uitpakt bij mensen met een common mental disorder (CMD). Vanaf 1 mei 2019 wordt subsidie beschikbaar gesteld voor de uitvoering van 200 IPS-trajecten voor deze doelgroep. Het aanvraagtijdvak voor subsidieaanvragen sluit op vrijdag 29 november 2019.

IPS is een door de GGZ ontwikkelde re-integratiemethode die bewezen effectief is bij mensen met een ernstige psychische aandoening (EPA). IPS staat voor een integraal traject van zorg, re-integratie en jobcoaching, startend vanuit een GGZ-instelling. De IPS-methode is gestandaardiseerd en kent een aantal vaste principes (zie www.werkenmetips.nl). Behaalde resultaten hangen samen met modelgetrouwe toepassing van de methode. In Nederland ondersteunt Kenniscentrum Phrenos GGZ-instellingen bij de implementatie van IPS. Kenniscentrum Phrenos coördineert en bewaakt de uitvoering van de modeltrouwmetingen (door het uitvoeren van audits).

Voor inzet van IPS bij de EPA-groep loopt voor UWV-klanten al een regeling (Beleidsregels UWV subsidieonderzoek IPS 2018).

De onderhavige regeling is in twee opzichten innovatief: a) IPS wordt in Nederland ingezet bij een nieuwe doelgroep: de CMD-groep; en b) UWV én gemeenten kunnen er voor hun klanten gebruik van maken.

Het onderzoek dat met de regeling wordt uitgevoerd, kent de volgende hoofdvragen:

  • a. wat zijn, in termen van het verkrijgen van betaald werk, en vervolgens het behouden van dat werk, de uitkomsten van de IPS-trajecten bij de IPS-CMD-doelgroep (kwantitatief onderzoek);

  • b. kan IPS modelgetrouw bij deze nieuwe doelgroep worden toegepast (kwalitatief onderzoek);

  • c. welke factoren belemmeren of bevorderen de implementatie van IPS bij de nieuwe doelgroep (kwalitatief) en is er aanleiding het IPS-model voor die doelgroep aan te passen.

Het onderzoek wordt in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna: het Ministerie) en UWV uitgevoerd door Kenniscentrum Phrenos.

Financiering

Voor de bekostiging van een IPS-traject voor een persoon uit de IPS-CMD doelgroep is een subsidiebedrag benodigd van € 8.000 inclusief BTW. Voor UWV-klanten wordt dit gehele bedrag door UWV gesubsidieerd vanuit de eigen re-integratiegelden. Voor gemeentelijke klanten wordt de helft van de kosten van een IPS-traject op grond van deze regeling bekostigd met subsidies van de Minister. Bij de gemeentelijke klanten is sprake van ‘cofinanciering’; de gemeente betaalt uit reguliere middelen de andere helft van de kosten van het IPS-traject.

Voor subsidieverlening voor de UWV-klanten is een totaalbedrag beschikbaar van € 1.000.000. Voor subsidieverlening voor gemeentelijke klanten is een totaalbedrag beschikbaar van € 300.000. De middelen betreffen een eenmalige intensivering voor 2019. Deze middelen komen ten laste van het Rijk. In de artikelen 11 en 12 is geregeld hoe UWV de uitgaven aan subsidies op grond van deze regeling verantwoordt en hoe de middelen ook ten behoeve van de doelgroep UWV worden gefinancierd.

De subsidie voorziet in de bekostiging van de integrale kosten voor arbeidsintegratie en het verlenen van persoonlijke ondersteuning (re-integratie en jobcoaching). De persoon die een IPS-traject krijgt is in behandeling bij een GGZ-instelling.

Alle gemeenten mogen aan de regeling meedoen. Om spreiding over verschillende gemeenten te bevorderen, is sprake van een maximering van toe te kennen subsidie voor uitvoeren van maximaal vijf IPS-trajecten per gemeente.

Uitgangspunt is dat de GGZ-instelling bepaalt of iemand tot de CMD-groep behoort. De subsidieaanvraag voor het uitvoeren van de IPS-trajecten wordt gedaan door een GGZ-instelling opdat integratie met zorg is gewaarborgd.

Om in aanmerking te komen voor financiering moeten IPS-aanbiedende GGZ-instellingen aan dezelfde regels voldoen als de huidige IPS-onderzoeksubsidie voor de EPA-groep (modelgetrouwheid, toekenning GGZ-instelling, e.d.).

De inhoudelijke beoordeling of een persoon deel kan nemen aan een IPS-traject ligt bij de partij die ook de re-integratieverantwoordelijkheid voor die persoon draagt (UWV dan wel gemeente). De beoordeling of er vervolgens ook subsidie kan worden toegekend, ligt in handen van UWV. Hierbij wordt onder meer getoetst of nog voldoende budget beschikbaar is, de vereiste formulieren aanwezig zijn, etc.

Het aantal mensen met CMD dat op grond van onderhavige regeling IPS krijgt zal gedurende de uitvoering van de regeling landelijk door UWV worden gemonitord zodat over nog beschikbare subsidie (trajecten) op elk moment duidelijkheid bestaat.

Artikelsgewijs

Artikel 1

De methode Individuele Plaatsing en Steun (IPS) is een integraal traject van zorg, re-integratie en jobcoaching. De subsidie voorziet in bekostiging van de kosten voor re-integratie en jobcoaching, niet van het zorgdeel. De zorg binnen een IPS-traject wordt bekostigd via de Zorgverzekeringswet. De duur van een IPS-traject is 2 jaar, met de mogelijkheid tot verlenging met maximaal 1 jaar.

De IPS-methode kan in een veelheid van situaties worden toepast. De subsidieregeling richt zich op activiteiten in het kader van het verwerven van (nieuw) werk en het zoveel mogelijk behouden van dat werk.

Deze regeling is bedoeld voor personen met common mental disorders (CMD). De omschrijving van CMD, zoals opgenomen in de begripsbepalingen, volgt uit de literatuur.1 De voorwaarde van ‘gedurende beperkte tijd’ houdt in dat de klant maximaal 2 jaren direct voorafgaand aan de subsidieaanvraag in behandeling mag zijn geweest bij de specialistische GGZ. De behandeling van CMD vindt plaats in zorgprogramma’s van diagnosespecifieke ambulante of poliklinieken. Daaronder vallen onder andere de volgende zorgprogramma’s: angst, depressie, ADHD, autisme spectrum stoornissen, bipolaire stoornissen, eetstoornissen, persoonlijkheidsstoornisssen, psychotrauma, somatiek en psyche.

Voorwaarde voor deelname aan een IPS-traject op basis van deze regeling, is dat de persoon met CMD geen dienstbetrekking heeft, met uitzondering van een dienstbetrekking van geringe omvang (zie hierna). Met een dienstbetrekking wordt zowel een privaat- als publiekrechtelijke dienstbetrekking bedoeld; aangesloten wordt bij de definities van de Wet SUWI. Een privaatrechtelijke dienstbetrekking is een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:610 BW. Een publiekrechtelijke dienstbetrekking is de arbeidsverhouding van een overheidswerkgever met een ambtenaar.

In de praktijk komt het voor dat personen op het moment dat inzet van een IPS-traject aan de orde is, al beschikken over een kleine dienstbetrekking. Deze dienstbetrekking, vaak beperkt tot enkele (circa 4 tot 6) uren per week, is gericht op het aanbrengen van structuur in het dagelijks leven alsmede het genereren van wat extra inkomsten. De wens om deel te nemen aan een IPS-traject betreft in deze situaties de wens om structureel voor een substantieel aantal uren aan het werk te komen, waarbij deze structurele situatie een andere sector/functie betreft dan waarvoor de (kleine) dienstbetrekking is aangegaan. In deze situaties is het toegestaan dat een IPS-traject van start gaat.

Tijdens de loopduur van het IPS-traject mag geen sprake zijn van andere re-integratieondersteuning. Een belangrijke reden daarvoor is dat dit anders het onderzoek naar de effectiviteit van IPS bij de doelgroep IPS-CMD in de weg staat. Bij de definitie van ondersteuning wordt aangehaakt bij de definities in de Wet SUWI en de Participatiewet; het betreft iedere vorm van re-integratieondersteuning anders dan IPS, ingezet door UWV dan wel de gemeente.

Omdat de gemeente ook een rol speelt bij de financiering van een IPS-traject voor een Klant gemeente, is ervoor gekozen om te werken met een zogenoemde toestemmingsverklaring subsidie. Hierin leggen gemeente en de GGZ-instelling verklaringen af en doen toezeggingen die verband houden met de subsidieverstrekking op grond van deze regeling ten behoeve van een Klant gemeente. De concrete inhoud van deze verklaringen en toezeggingen staan omschreven in artikel 5, vijfde lid. Een voorbeeld daarvan is dat de gemeente de GGZ-instelling toestemming verleent subsidie op grond van deze regeling aan te vragen. Een ander voorbeeld is dat de gemeente toezegt de helft van de kosten van een IPS-traject voor de Klant gemeente aan UWV te vergoeden. De administratieve gang van zaken bij de gemeentelijke klant is dat UWV de voor de bekostiging van een IPS-traject benodigde € 8.000 inclusief BTW betaalt aan de GGZ-instelling. Het gedeelte van de kosten van het IPS-traject dat voor rekening komt van de gemeente (€ 4.000 inclusief BTW), wordt door UWV dus voorgeschoten voor de gemeente. UWV zal dit bedrag vervolgens factureren aan de betreffende gemeente. Door deze administratieve afhandeling zal de GGZ-instelling in de praktijk van één instantie het totale benodigde subsidiebedrag van € 8.000 inclusief BTW ontvangen.

Van belang is dat op het moment dat de subsidie op grond van deze regeling wordt verstrekt, het IPS-traject ook daadwerkelijk zal worden ingezet en de (onderzoeks)doelen van deze subsidieregeling zijn gewaarborgd. De toestemmingsverklaring subsidie beoogt dit te bewerkstelligen.

Artikel 2

Het doel van de subsidieverstrekking is – samengevat – te onderzoeken in hoeverre de inzet van IPS-trajecten, gericht op werkhervatting, waardevol is bij personen met CMD en of de toepassing van het IPS-model voor deze specifieke doelgroep mogelijk aanpassing behoeft (eerste lid). Het onderzoek wordt uitgevoerd door Kenniscentrum Phrenos, het expertisecentrum van de IPS-methode.

Op basis van deze regeling wordt zowel door UWV als door de Minister subsidie verstrekt ter bekostiging van een IPS-traject voor personen met CMD. Het UWV verstrekt de subsidie ten behoeve van de Klant UWV op grond van artikel 32b, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen. De Minister verstrekt de subsidie ten behoeve van de Klant gemeente op grond van artikel 3 van de Kaderwet SZW-subsidies.

Privacyregelgeving

UWV wordt belast met de uitvoering van de subsidieverstrekking, bedoeld in het derde lid. Door deze taak aan UWV te delegeren, is UWV voor wat betreft de subsidieverstrekking ten behoeve van de gemeentelijke klant de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) voor de verwerking van persoongegevens die op deze subsidieverstrekking betrekking heeft.

Gezien de aard van deze regeling is een gegevensbeschermingseffectbeoordeling (PIA) uitgevoerd. Met behulp hiervan is de noodzaak onderzocht van de voorgenomen verwerking van persoonsgegevens en zijn op gestructureerde wijze de gevolgen en risico’s daarvan in kaart gebracht. Hierbij is in het bijzonder aandacht besteed aan de beginselen van transparantie, gegevensminimalisering, doelbinding, het vereiste van een goede beveiliging en de rechten van de betrokkenen.

De gevraagde persoonsgegevens zijn noodzakelijk om de subsidieaanvraag in behandeling te kunnen nemen en de gegevensverwerking is voorts noodzakelijk teneinde de effectiviteit van de uitvoering van een wettelijke taak, het bevorderen van de inschakeling in het arbeidsproces van de doelgroep IPS-CMD, te kunnen evalueren (zie artikel 30a Wet SUWI voor het UWV en artikel 7 van de Participatiewet voor gemeenten). Ook ten behoeve van de rapportage over en evaluatie van de besteding van de subsidie, is verwerking van de gevraagde persoonsgegevens noodzakelijk (zie artikel 3, derde en vierde lid, van de Kaderwet SZW-subsidies).

Artikel 3

In dit artikel worden de werkzaamheden beschreven die de GGZ-instelling moet verrichten voor de verleende subsidie. Alleen een GGZ-instelling kan een Klant UWV of een Klant gemeente voordragen voor een IPS-traject.

Een voorwaarde om in aanmerking te komen voor subsidie is dat zowel de GGZ-instelling als de klant meewerken aan het onderzoek dat in opdracht van het Ministerie en UWV wordt uitgevoerd door Kenniscentrum Phrenos. Het onderzoek bevat een landelijke monitor van uitkomsten en een verdiepend kwalitatief deel.

In het derde en vierde lid worden de gegevens opgesomd die worden verzameld voor de landelijke monitor. Deze gegevens worden aangeleverd door de GGZ-instellingen aan UWV. UWV levert deze gegevens geanonimiseerd (en onomkeerbaar) aan bij Kenniscentrum Phrenos.

In het derde lid staat de informatie die de GGZ-instelling eenmalig aan UWV dient te verstrekken. Bij de hoofdgroep diagnose gaat het om de primaire en algemene diagnose van de klant conform de indeling in 20 hoofdcategorieën conform de DSM-5, voorbeelden daarvan zijn: stemmingsstoornissen, angststoornissen, aan middelen gebonden stoornissen, persoonlijkheidsstoornissen, etc. In het vierde lid is geregeld welke onderzoeksdata driemaandelijks moet worden verstrekt. Dit betreft onder meer de uren die de trajectbegeleider aan iedere individuele klant heeft besteed aan specifieke activiteiten binnen de IPS-trajectbegeleiding, te weten integratie met zorg, een-op-een activiteiten, deelnemen aan werkgeversnetwerk, IPS-teamoverleg, contact met externe deskundigen.

De IPS-trajectbegeleider ondersteunt personen met een lichte psychiatrische aandoening (CMD) middels re-integratie en jobcoachactiviteiten bij het vinden en behouden van een betaalde baan. De IPS-trajectbegeleider begeleidt de klant gedurende het gehele traject in samenwerking met een (behandel)team. De wens van de klant is richtinggevend, waarbij hij zo snel mogelijk in contact wordt gebracht met een werkgever. De IPS-trajectbegeleider werkt modelgetrouw volgens de richtlijnen van de IPS-methodiek. Acquisitie van vacatures bij werkgevers is een belangrijk onderdeel van zijn werkzaamheden.

De activiteiten beschreven in het zesde lid, zullen worden uitgevoerd in direct contact tussen de GGZ-instelling en Kenniscentrum Phrenos. Voor het verdiepende deel-onderzoek van Kenniscentrum Phrenos worden vier GGZ-instellingen geselecteerd, dat wil zeggen vier IPS-programma’s verbonden aan een GGZ- instelling. De uitvoering en organisatie van het verdiepende kwalitatieve onderzoek worden gedaan door Kenniscentrum Phrenos.

Bij de selectie van een GGZ-instelling is het aantal IPS-trajecten voor de CMD doelgroep doorslaggevend. De GGZ-instellingen kunnen geïncludeerd worden indien ze 2 IPS-trajecten ten behoeve van de Klant gemeente en 3 IPS-trajecten ten behoeve van de Klant UWV in uitvoering hebben; de inclusienorm. Indien in de praktijk blijkt dat geen of onvoldoende GGZ-instellingen voldoen aan deze inclusienorm, dan kan die naar beneden worden bijgesteld.

De vier geselecteerde GGZ-instellingen worden binnen zes maanden (oktober 2019) geïnformeerd en ondersteund in het voorbereiden van de modelgetrouwmetingen (één eind 2019 en één eind 2021), uitgevoerd door Kenniscentrum Phrenos.

Ook wordt van de GGZ-instellingen gevraagd om via hun contacten deelnemers te werven voor een aantal landelijke focusgroepen en twee casestudies (om de ervaringen van klanten in kaart te brengen). Kenniscentrum Phrenos levert hiervoor het informatiemateriaal aan en ondersteunt, indien gewenst, in de voorlichting. Het besluit over deelname aan casestudies en focusgroepen, is aan de individuele klanten en medewerkers. Op het moment dat duidelijke is welke GGZ-instellingen zijn geselecteerd, wordt via een aparte (nieuwe) toestemmingsverklaring toestemming gevraagd aan de klant om deel te nemen aan deze casestudies en focusgroepen.

Meewerken aan onderzoek GGZ-instelling en klant

Een voorwaarde om voor subsidie in aanmerking te komen, is dat de GGZ-instelling meewerkt aan het door Kenniscentrum Phrenos uitgevoerde onderzoek van (zevende lid). Het belang van deze voorwaarde is evident; het doel van de subsidieverstrekking is mede door onderzoek inzicht te krijgen in de werking van IPS voor mensen met CMD. Voor dit onderzoek is noodzakelijk dat Kenniscentrum Phrenos van de GGZ-instelling de informatie verkrijgt die benodigd is voor dit onderzoek.

De Klant UWV of de Klant gemeente moet een schriftelijke verklaring ondertekenen waarin hij instemt met het indienen van de subsidieaanvraag en verklaart mee te werken aan het onderzoek van Kenniscentrum Phrenos (achtste lid). Deze schriftelijke verklaring bevindt zich in de administratie van de GGZ-instelling en de GGZ-instelling verklaart in het aanmeldformulier dat zij de betreffende verklaring van de klant in haar bezit heeft. Dat de klant bereid is mee te werken aan het onderzoek is nodig, omdat de onderzoeksdoelen anders niet behaald kunnen worden. Om die reden is dit een voorwaarde voor de subsidieverstrekking. De gegevens die worden verstrekt aan Kenniscentrum Phrenos zijn geanonimiseerd en niet tot de persoon te herleiden. Kenniscentrum Phrenos zal op basis van deze subsidieregeling dus geen persoonsgegevens verwerken en de AVG is dus niet van toepassing op dit onderzoek. Hoewel het vragen van toestemming aan de klant om mee te werken aan het door Kenniscentrum Phrenos uitgevoerde onderzoek strikt genomen geen juridisch vereiste is, wordt dit vanuit een oogpunt van zorgvuldigheid en transparantie wel gedaan.

Artikel 4

In het eerste lid is geregeld dat uitsluitend GGZ-instellingen in aanmerking komen voor een subsidie. De reden daarvoor is dat alleen GGZ-instellingen kunnen voldoen aan de eisen van modelgetrouwheid, die gesteld worden aan de uitvoerders van de IPS-methodiek. Tweede voorwaarde is dat de GGZ-instelling meewerkt aan het onderzoek van Kenniscentrum Phrenos.

Modelgetrouw werken

Het formulier Deelname onderzoeksubsidie IPS, bedoeld in het tweede lid, kan worden gedownload via www.uwv.nl/zakelijk.

Een GGZ-instelling kan op twee manieren aantonen dat ze modelgetrouw werkt (derde lid). De eerste manier is door overlegging van een door Kenniscentrum Phrenos afgegeven geldig Verslag IPS Modelgetrouwmeting. De score op het verslag dient Voorbeeldig, Goed of Redelijk te zijn. Indien er geen sprake is van IPS (score: geen IPS), dan voldoet de GGZ-instelling niet aan de eis van modelgetrouw werken.

De tweede manier is door overlegging van een door Kenniscentrum Phrenos afgegeven geldige Verklaring Implementatietraject IPS Gestart. Deze verklaring wordt verstrekt aan GGZ-instellingen die gestart zijn met het benodigde implementatietraject, maar waarbij de meting om een modelgetrouwe uitvoering van IPS te toetsen nog niet kan plaatsvinden. Daarmee wil UWV stimuleren dat ook GGZ-instellingen die recent zijn gestart om IPS in hun organisatie te implementeren toch subsidie kunnen aanvragen.

Kenniscentrum Phrenos zal in genoemde Verklaring Implementatietraject IPS Gestart ten behoeve van de Beleidsregels UWV-subsidieonderzoek IPS verklaren dat instelling X per datum xx-xx-xx van start gaat/is gegaan met het implementatietraject IPS. In deze verklaring zal worden opgenomen dat voldaan is aan de volgende criteria:

  • Een getekende overeenkomst en vastgestelde planning van het implementatietraject IPS (inclusief de training tot IPS-trajectbegeleider). Een ingeplande IPS Modelgetrouwmeting acht maanden na de start van het implementatietraject IPS opdat de GGZ-instelling in staat is om na ommekomst van een jaar het ‘Verslag IPS modelgetrouw’ te kunnen overleggen als bewijs dat sprake is van modelgetrouwheid.

  • De aanwezigheid van de randvoorwaarden voor het modelgetrouw uitvoeren van IPS binnen een organisatie.

  • De aanwezigheid van de randvoorwaarden voor het starten van training voor IPS-trajectbegeleider en het verkrijgen van het Certificaat Training IPS-trajectbegeleider.

Gelet op de benodigde doorlooptijd om tot een audit en daarmee tot afgifte van een Verslag Modelgetrouwmeting te komen, is het een GGZ-instelling toegestaan om gedurende maximaal een jaar gebruik te maken van een Verklaring Implementatietraject IPS Gestart en deze verklaring te overleggen als bewijs dat sprake is van modelgetrouwheid. Als de GGZ-instelling een jaar na afgifte van een Verklaring Implementatietraject IPS Gestart niet in staat is om een geldig Verslag Modelgetrouwmeting te overleggen, dan komt de GGZ-instelling niet langer in aanmerking om subsidie te ontvangen voor het uitvoeren van IPS-trajecten.

Schriftelijke bevestiging van UWV

Op grond van een andere lopende subsidieregeling, de Beleidsregels subsidieonderzoek IPS 2018, verstrekt UWV subsidie aan GGZ-instellingen ter bekostiging van een IPS-traject ten behoeve van een Klant UWV met een ernstige psychische aandoening. Bij een aanvraag op grond van deze beleidsregels moet een GGZ-instelling ook aantonen dat modelgetrouw wordt gewerkt (artikel 4, derde lid, van de beleidsregels). Indien UWV heeft vastgesteld dat de GGZ-instelling inderdaad modelgetrouw werkt, dan verstuurt zij een schriftelijke bevestiging waarin staat dat de GGZ-instelling IPS-trajecten mag uitvoeren (artikel 4, vierde lid, van de beleidsregels).

Een GGZ-instelling die al in het bezit is van een schriftelijke verklaring als bedoeld artikel 4, vierde lid, van de Beleidsregels subsidieonderzoek IPS 2018, hoeft bij een aanvraag op grond van deze regeling niet opnieuw aan te tonen dat modelgetrouw wordt gewerkt. Volstaan kan worden met het voegen van een kopie van deze schriftelijke bevestiging bij de eerste aanvraag om subsidie op grond van deze regeling.

Artikel 5

In artikel 5 wordt uiteengezet hoe de subsidie aangevraagd dient te worden. GGZ-instellingen mogen pas met een IPS-traject starten, nadat er een schriftelijk akkoord van UWV is ontvangen (achtste lid).

De subsidie op grond van deze regeling is in het jaar 2019 beschikbaar en de subsidie dient dus in dit jaar te worden verleend. Het aanvraagtijdvak opent op maandag 1 mei 2019, om 9.00 uur en sluit op vrijdag 29 november 2019, om 17.00 uur. Aanvragen die na sluiting van het aanvraagtijdvak worden ingediend, worden afgewezen.

De aanmeldformulieren voor het aanvragen van subsidie ten behoeve van een individuele klant, kunnen bij UWV worden opgevraagd via het emailadres ips.subsidieregeling@uwv.nl. De aanvrager dient daarbij aan te geven of het een subsidieaanvraag betreft ten behoeve van een Klant UWV of een Klant gemeente, aangezien daarvoor aparte aanmeldformulieren gebruikt worden. Het aanmeldformulier dient schriftelijk te worden ingediend bij UWV.

Bij een aanvraag ten behoeve van de Klant gemeente, dient een door de gemeente en de GGZ-instelling ondertekende toestemmingsverklaring subsidie te worden overgelegd. Hierbij moet gebruik worden gemaakt van het door UWV voorgeschreven formulier, dat als bijlage bij het aanmeldformulier voor de Klant gemeente is gevoegd. Het model van de toestemmingsverklaring subsidie is tot stand gekomen na overleg tussen GGZ Nederland en Divosa. Een deel van de inhoud van de toestemmingsverklaring subsidie houdt verband met de voorwaarden die voortvloeien uit het door Kenniscentrum Phrenos uitgevoerde onderzoek (geen andere re-integratieondersteuning tijdens IPS-traject (onderdeel d), geen dienstbetrekking (onderdeel e). In onderdeel f is als voorwaarde opgenomen dat de gemeente kosteloos meewerkt aan het onderzoek van Kenniscentrum Phrenos. Dit houdt bijvoorbeeld in dat leidinggevenden/klantmanagers W&I van de gemeente hun ervaringen met de inzet van IPS bij de doelgroep IPS-CMD delen in landelijke focusgroepen, waaraan direct betrokkenen deelnemen (klanten, GGZ-aanbieders, behandelaars, IPS-trajectbegeleiders en UWV).

Artikel 6

In dit artikel staan de gronden opgesomd op basis waarvan UWV de aanvraag om subsidie weigert.

De subsidie wordt onder meer geweigerd indien de persoon ten behoeve waarvan de subsidie wordt aangevraagd niet een Klant UWV of een Klant gemeente is (onderdeel a). Klant UWV en Klant gemeente zijn gedefinieerd bij de begripsbepalingen (artikel 1). De Klant UWV en Klant gemeente moeten bovendien vallen binnen de doelgroep (onderdeel b). De doelgroep is eveneens omschreven bij de begripsbepalingen (artikel 1).

In onderdeel f is geregeld dat de subsidieaanvraag wordt afgewezen indien bij de aanvraag, bedoeld in artikel 5, vierde lid, de toestemmingsverklaring subsidie ontbreekt, deze niet voldoet aan de voorwaarden, genoemd in artikel 5, vierde en vijfde lid, dan wel deze onvolledig is. De subsidieverstrekking op basis van deze regeling voor de Klant gemeente is mede afhankelijk van de medewerking van de gemeente. Voor een soepel verloop bevat de toestemmingsverklaring subsidie een reeks van verklaringen en toezeggingen die benodigd zijn om het IPS-traject daadwerkelijk in te kunnen zetten en de doelen van de subsidieverstrekking op grond van deze regeling te waarborgen. Een voorwaarde is voorts dat de toestemmingsverklaring subsidie wordt ondertekend door een persoon die bevoegd is de GGZ-instelling respectievelijk de gemeente te vertegenwoordigen (artikel 5, vierde lid).

Om te voorkomen dat sprake is van dubbelfinanciering, is in onderdeel g als voorwaarde opgenomen dat de kosten van de activiteiten waarvoor financiering wordt aangevraagd, niet uit anderen hoofde mogen worden gefinancierd. Deze weigeringsgrond zou overigens ook een rol kunnen spelen na de vaststelling. Indien blijkt dat na de vaststelling alsnog uit anderen hoofde subsidie is verkregen ter bekostiging van het IPS-traject, waar deze subsidieregeling in voorziet, dan kan dit reden zijn de subsidievaststelling in te trekken of ten nadele van de subsidieontvanger te wijzigen (zie de toelichting op artikel 10).

Deze regeling beoogt gemeenten te stimuleren IPS in te zetten bij de Klant gemeente met CMD. Er zijn gemeenten die in de praktijk al ervaring hebben opgedaan met IPS en die gemeenten zullen – vanwege de bekendheid met IPS – naar verwachting eerder een beroep doen op deze regeling dan gemeenten die hier (nog) geen ervaring mee hebben. Om die reden is als voorwaarde in onderdeel h opgenomen dat een GGZ-instelling ten behoeve van maximaal 5 Klanten gemeente van dezelfde gemeente, subsidie kan aanvragen. Door deze voorwaarde op te nemen, is het mogelijk dat meerdere gemeenten kunnen profiteren van deze subsidieregeling en met een bijdrage van het Rijk ervaring kunnen opdoen met IPS.

Artikel 7

In dit artikel wordt geregeld hoeveel subsidie wordt verleend per aanvraag en wordt het subsidieplafond vastgelegd.

Het UWV stelt in het jaar 2019 een bedrag van € 1.000.000 inclusief BTW beschikbaar voor IPS-trajecten ten behoeve van de Klant UWV (zie in dat kader ook artikel 2, tweede lid). In totaal kunnen met het ter beschikking gestelde subsidiebedrag 125 IPS-trajecten worden uitgevoerd.

Het subsidiebedrag voor de uitvoering van een IPS-traject en het verstrekken van de uit dien hoofde verkregen onderzoeksgegevens is € 8.000 inclusief BTW.

Het bedrag voor de subsidies van de Minister voor IPS-trajecten ten behoeve van de Klant gemeente (zie in dat kader ook artikel 2, derde lid) is € 300.000 inclusief BTW. In totaal kunnen met dit subsidiebedrag 75 IPS-trajecten worden uitgevoerd, aangezien bij deze subsidieverlening het uitgangspunt is dat de gemeente de andere helft van de kosten van een IPS-traject voor haar rekening neemt.

Het subsidiebedrag voor de uitvoering van een IPS-traject en het verstrekken van de uit dien hoofde verkregen onderzoeksgegevens is € 4.000 inclusief BTW, de helft van de kosten van zo’n traject. De gemeente financiert de resterende € 4.000 inclusief BTW. Feitelijk zal het bedrag dat voor rekening komt van de gemeente (€ 4.000 inclusief BTW) door UWV worden voorgeschoten en zal UWV dit bedrag vervolgens factureren aan de betreffende gemeente.

Artikel 8

In dit artikel wordt de procedure uiteengezet op welke objectieve grondslagen ingediende verzoeken om subsidie om een IPS-traject te mogen uitvoeren worden afgehandeld in het geval het subsidieplafond bijna bereikt is.

Het is de verantwoordelijkheid van de subsidieaanvrager om een aanvraag in te dienen waar UWV direct op kan beslissen. Indien de bij de aanvraag verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag dan wordt de GGZ-instelling, conform artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, alsnog in de gelegenheid gesteld om de aanvraag in overeenstemming met de vereisten te brengen. De hersteltermijn die de aanvrager geboden wordt bedraagt 2 weken. Voor het bepalen van de datum van binnenkomst van het verzoek wordt de datum waarop een complete aanvraag is ontvangen gehanteerd.

Artikel 9

Indien een subsidie op grond van deze regeling wordt verstrekt, dan wordt direct een beschikking tot subsidievaststelling gegeven (zie aanwijzing 7, eerste lid, onder a van de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking). Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling en in één keer betaald.

Artikel 10

Aan de verstrekte subsidie wordt ingevolge artikel 10 de verplichting verbonden voor de GGZ-instelling om onverwijld een schriftelijke melding aan UWV te doen zodra aannemelijk is dat de gesubsidieerde activiteiten niet geheel, niet tijdig of volgens alle daaraan verbonden verplichtingen zullen worden verricht. Bij het niet voldoen aan de meldingsplicht kan, indien dat achteraf mocht blijken, met toepassing van artikel 4:49, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht de subsidievaststelling alsnog worden ingetrokken of ten nadele van de subsidieontvanger worden gewijzigd.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark


X Noot
1

Delespaul e.a., 2013.

Naar boven