Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2019, 14896 | Interne regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2019, 14896 | Interne regelingen |
De Minister van Justitie en Veiligheid,
Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;
Besluit:
In dit besluit wordt verstaan onder:
Minister van Justitie en Veiligheid;
Visitatiecommissie NFI;
Nederlands Forensisch Instituut;
ministerie van Justitie en Veiligheid.
1. Er is een onafhankelijke Visitatiecommissie NFI.
2. De commissie heeft tot taak om driemaal op onafhankelijke wijze de voortgang van het meerjarig verbetertraject van het NFI te toetsen door middel van visitaties. Daarbij wordt door de commissie beoordeeld of het beoogde verandertraject, waaronder strategie, organisatie en cultuur, doelmatig en doeltreffend wordt uitgevoerd door het NFI.
1. De commissie bestaat uit ten minste vier leden, de voorzitter daaronder inbegrepen.
2. De commissieleden zitten op persoonlijke titel in de commissie.
3. De leden van de commissie worden benoemd door de minister.
4. De benoeming geschiedt voor de duur van de werkzaamheden van de commissie.
5. Bij tussentijds vertrek van een lid kan de minister op voordracht van de resterende leden een ander lid benoemen.
6. De leden kunnen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden worden geschorst en ontslagen door de minister.
1. Tot voorzitter van de commissie wordt benoemd:
Mr. W. Sorgdrager.
2. Tot de andere leden van de commissie worden benoemd:
a. R. Bik;
b. Prof. dr. M.A. van der Steen;
c. Drs. M. Vogelzang.
De commissie wordt opgeheven vier weken nadat het eindrapport is uitgebracht en uiterlijk 1 september 2021.
1. De minister voorziet in het secretariaat.
2. Het secretariaat van de commissie is voor de uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de voorzitter van de commissie.
1. De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.
2. Bij de visitatie worden verschillende stakeholders betrokken, zoals medewerkers van het NFI, de ondernemingsraad, ketenpartners, de eigenaar, de opdrachtgever en externe deskundigen.
1. De commissie is bevoegd zich voor het inwinnen van inlichtingen rechtstreeks te wenden tot personen en instellingen en hen te verzoeken die medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van het onderzoek.
2. Ambtenaren van het ministerie zijn verplicht om de leden van de commissie de verlangde medewerking te verlenen, voor zover deze samenhangt met hun ambtelijke taak.
1. Aan de voorzitter van de commissie wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op het maximum van schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984 en de arbeidsduurfactor op:
a. 0,082 voor 2019;
b. 0,075 voor 2020;
c. 0,15 voor 2021.
2. Aan de andere leden van de commissie wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op het maximum van schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984 en de arbeidsduurfactor op:
a. 0,055 voor 2019;
b. 0,05 voor 2020;
c. 0,1 voor 2021.
1. De kosten van de commissie komen, voor zover op basis van een goedgekeurde raming, voor rekening van de minister. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:
a. de kosten voor faciliteiten van vergaderingen en voor secretariële ondersteuning,
b. de kosten voor het inschakelen van externe deskundigheid en het laten verrichten van onderzoek,
c. de kosten voor publicatie van de rapporten en
d. de kosten voor huisvesting.
2. De commissie biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling een gespecificeerde raming aan de minister aan.
3. De commissie voert een eigen financiële administratie.
De commissie verricht haar werkzaamheden op een locatie buiten het ministerie.
1. Na afloop van elke visitatie biedt de voorzitter van de commissie haar visitatiebevindingen in een rapport aan de minister aan. De commissie levert in het voorjaar 2019 haar eerste rapportage met visitatiebevindingen op. Het rapport na de derde visitatie is tevens het eindrapport.
2. Het rapport met de visitatiebevindingen gaat vergezeld van een reactie van de directie van het NFI op deze bevindingen.
Rapporten, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens de commissie worden vervaardigd of vergaard, worden niet door de commissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de minister uitgebracht of overgedragen.
De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van het ministerie.
1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 februari 2019.
2. Dit besluit vervalt vier weken na het uitbrengen van het eindrapport en uiterlijk 1 september 2021.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan de betrokkenen.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
De Visitatiecommissie NFI (hierna: commissie) krijgt als taak om driemaal onafhankelijk de voortgang van het verbetertraject van het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) te toetsen. De commissie maakt daarbij gebruik van de mijlpalen uit het verbetertraject voor het NFI uit het onderzoek naar de organisatie- en managementcultuur door AEF/INK in 2017. Daarnaast bepaalt de commissie ook zelf op basis van welke indicatoren zij jaarlijks de voortgang van het verbetertraject meet.
De commissie rapporteert aan de Minister van Justitie en Veiligheid. De commissie levert in het voorjaar 2019 haar eerste rapportage met visitatiebevindingen op. Dit rapport gaat vergezeld van een reactie van de directie van het NFI op de bevindingen. De minister stuurt de Tweede Kamer periodiek een stand van zaken van de voortgang van het verbetertraject, inclusief de bevindingen van de commissie en de reactie van de directie van het NFI op deze bevindingen.
De leden zijn gekozen op grond van hun kennis van en ervaring met het visitatieproces en het veld van de forensische opsporing. Daarnaast beschikt ieder lid van de commissie over een specifiek aandachtsgebied dat van meerwaarde is voor de visitatie, zoals kennis van of ervaring met (het primaire proces binnen) vergelijkbare hoogwaardige kennisinstituten en cultuur- en organisatieveranderingen binnen en buiten de rijksoverheid.
De commissie heeft een grote vrijheid bij de bepaling van de te visiteren onderwerpen en de te hanteren visitatiemethoden. De commissie stelt zelf reële visitatiekaders vast, zowel in einddoelen als in tussentijds te behalen doelen.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2019-14896.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.