Besluit van de Autoriteit Consument en Markt van 20 december 2018, met kenmerk ACM/UIT/502876 tot wijziging van de voorwaarden als bedoeld in 31, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 in verband met het voorstel o.g.v. artikel 18 van de Verordening (EU) 2017/2195 van de Commissie van 23 november 2017 tot vaststelling van richtsnoeren voor elektriciteitsbalancering

Zaaknummer: ACM/18/032391

De Autoriteit Consument en Markt,

Gelet op artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998;

Besluit:

ARTIKEL I

De Netcode elektriciteit wordt op de in artikel X van dit besluit bepaalde datum als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.3 wordt ‘10.25’ vervangen door: ‘10.27’.

B

In artikel 1.4 wordt ‘hoofdstuk 10’ vervangen door: ‘in de hoofdstukken 10 en 11’.

C

Artikel 2.4 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het tweede lid wordt tussen ‘aan elke aansluiting’ en ‘kent de netbeheerder’ toegevoegd: ‘,niet zijnde een aansluiting van een net op een ander net,’;

2. In het tweede lid wordt verwijderd: ‘,met uitzondering van aansluitingen tussen netten waarvoor een netbeheerder is aangewezen zoals gedefinieerd in artikel 1, eerste lid, onderdeel k, van de Elektriciteitswet 1998’.

Na artikel 2.4, tweede lid wordt een derde lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In aanvulling op het tweede lid kan een primair allocatiepunt worden toegekend aan een aansluiting van een net op een ander net indien dit een aansluiting betreft van een gesloten distributiesysteem waarvan de beheerder geen gebruik maakt van het elektronische berichtenverkeer als bedoeld in paragraaf 13.5 ten behoeve van het faciliteren van derdentoegang.

D

In artikel 2.5 wordt ‘programmaverantwoordelijken’ vervangen door: ‘BRP’s’.

E

Artikel 5.8 wordt gewijzigd als volgt:

1. Lid 1, onderdeel b komt te luiden:

  • b. zijn de artikelen 2.12, met uitzondering van het tweede lid, 9.2, 9.10, 9.11, 10.4 tot en met 10.6, 10.24, 10.25, eerste lid, onderdeel b en vijfde lid, 10.26, tweede en derde lid, 10.27, inclusief de bijlagen 2 en 3, artikel 13.4, 13.6 tot en met 13.10 en 13.16 tot en met 13.20 van overeenkomstige toepassing op de beheerder van het gesloten distributiesysteem; en

2. Na artikel 5.8, eerste lid, onderdeel b, wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

  • c. is de Informatiecode elektriciteit en gas, met uitzondering van de hoofdstukken 3, 5 en 8 alsmede van de artikelen 2.1.2, 9.1.1 en 9.1.3 van overeenkomstige toepassing op de beheerder van het gesloten distributiesysteem.

F

In artikel 7.1 en 9.10 wordt ‘programmaverantwoordelijke’ vervangen door: ‘BRP’.

G

In artikel 9.11 wordt overal

1. ‘programmatijdseenheid’ vervangen door: ‘onbalansverrekeningsperiode’.

2. ‘programmatijdseenheden’ vervangen door: ‘onbalansverrekeningsperiodes’.

H

In artikel 9.2, derde lid, onderdeel e, en in artikel 9.14, tiende lid, dient ‘, eerste lid,’ na ‘artikel 9.19’ te vervallen.

I

Artikel 9.19 komt te luiden:

  • 9.19 Aangeslotenen, niet zijnde netbeheerders, met een gecontracteerd en beschikbaar gesteld transportvermogen van meer dan 60 MW stellen dagelijks het vermogen dat de volgende dag minder kan worden afgenomen, respectievelijk meer of minder kan worden geproduceerd, ter beschikking van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet door middel van:

    • a. het aanwijzen van een BSP om biedingen balanceringsenergie in te dienen, of;

    • b. het indienen van biedingen die de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet kan inzetten voor overige doeleinden.

J

In artikel 9.20 wordt onder het eerste lid, onderdeel b en c ‘programmaverantwoordelijken’ vervangen door: ‘BRP’s’.

K

Hoofdstuk 10 komt te vervallen en komt te luiden:

Hoofdstuk 10 Balanceringsvoorwaarden

§ 10.1 Algemeen
Artikel 10.1
  • 1. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

    a. opregelen:

    het leveren van elektrische energie aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet uit het door die netbeheerder ten behoeve van de systeembalans ingezette regelvermogen, reservevermogen en noodvermogen;

    b. afregelen:

    het leveren van elektrische energie door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet aan de beheerders van het door die netbeheerder ten behoeve van de systeembalans ingezette regelvermogen, reservevermogen en noodvermogen;

    c. prijs voor opregelen:

    de prijs per kWh, bepaald per onbalansverrekeningsperiode, overeenkomend met de hoogste biedprijs als bedoeld in artikel 10.38 van het ingezette regel- en reservevermogen voor opregelen of, indien deze hoger is, de prijs voor ingezet noodvermogen voor opregelen tijdens een toestand van inzet noodvermogen opregelen;

    d. prijs voor afregelen:

    de prijs per kWh, bepaald per onbalansverrekeningsperiode, overeenkomend met de laagste biedprijs als bedoeld in artikel 10.38 van het ingezette regel- en reservevermogen voor afregelen of, indien deze lager is, de prijs voor ingezet noodvermogen voor afregelen tijdens een toestand van inzet noodvermogen afregelen. Deze prijs kan negatief zijn;

    e. prikkelcomponent:

    een bedrag per kWh als omschreven in artikel 10.31;

    f. regeltoestand:

    een parameter waarmee de gevraagde regelactie aan leveranciers van regelvermogen en het verloop daarvan gedurende een onbalansverrekeningsperiode wordt geïdentificeerd. Deze parameter wordt door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet vastgesteld volgens artikel 10.29;

    g. balans-delta:

    de door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet te publiceren som van de door de frequentieregeling gevraagde reactie aan leveranciers van regelvermogen;

    h. middenprijs:

    het gemiddelde van de prijs per kWh, bepaald per onbalansverrekeningsperiode, van de laagste bieding voor opregelen aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet en de prijs per kWh, bepaald per onbalansverrekeningsperiode, van de hoogste bieding voor afregelen aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet;

    i. prijs voor ingezet noodvermogen:

    de prijs die tot stand komt door middel van twee berekeningsmethodes, één voor opregelen en één voor afregelen. Deze prijs wordt door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet bepaald volgens artikel 10.39 achtste en negende lid;

  • 2. Het in Verordening (EU) 2017/2195 (GL EB) en in dit hoofdstuk gebruikte begrip balanceringsverantwoordelijkheid omvat dezelfde verantwoordelijkheid als bedoeld met het in artikel 1, eerste lid, onderdeel o, van de Elektriciteitswet 1998 gedefinieerde begrip programmaverantwoordelijkheid.

  • 3. De voorwaarden uit dit hoofdstuk zijn van toepassing, ongeacht de systeemtoestand van het elektriciteitsvoorzieningssysteem.

§ 10.2 Balanceringsverantwoordelijkheid
Artikel 10.2
  • 1. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet kan aan een natuurlijk persoon, rechtspersoon of vennootschap, niet zijnde een netbeheerder, op aanvraag een erkenning als BRP verlenen. Een natuurlijk persoon, rechtspersoon dan wel vennootschap kan slechts voor één erkenning als BRP in aanmerking komen.

  • 2. De BRP heeft het recht:

    • a. balanceringsverantwoordelijkheid voor de eigen aansluitingen uit te oefenen, tenzij hij kleinverbruiker is;

    • b. de uitoefening van balanceringsverantwoordelijkheid voor de aansluitingen van derden aan te bieden als dienst;

    • c. energieprogramma’s in te dienen;

    • d. transactiepartij te zijn in energieprogramma’s.

  • 3. De in het tweede lid genoemde rechten zijn niet overdraagbaar.

  • 4. De BRP mag de in het tweede lid genoemde rechten uitoefenen met ingang van de dag die volgt op de dag waarop hij als zodanig in het BRP-register, bedoeld in artikel 10.3, eerste lid, is ingeschreven.

Artikel 10.3
  • 1. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet beheert een register, hierna te noemen het BRP-register, waarin de namen, adressen, telefoon- en faxnummers alsmede de gegevens ten behoeve van computermatige communicatie zijn vermeld van de in artikel 10.4, eerste lid, bedoelde BRP's.

  • 2. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet deelt aan de BRP de datum van zijn inschrijving in het BRP-register mee.

  • 3. Een BRP heeft het recht het BRP-register in te zien en hem betreffende onjuistheden daarin te doen corrigeren.

  • 4. Wijzigingen in het BRP-register geeft de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet onverwijld door aan de andere netbeheerders en BRP's.

Artikel 10.4
  • 1. Tot het uitoefenen van balanceringsverantwoordelijkheid voor een aansluiting laat een netbeheerder slechts natuurlijke en rechtspersonen toe aan wie de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet op overeenkomstig artikel 10.2 een erkenning als BRP heeft verleend.

  • 2. Een aangeslotene die de balanceringsverantwoordelijkheid voor zijn aansluiting niet zelf uitoefent, draagt die balanceringsverantwoordelijkheid over aan een BRP.

  • 3. Een aangeslotene die de balanceringsverantwoordelijkheid voor zijn aansluiting niet zelf uitoefent, laat de beoogde BRP aan de netbeheerder op wiens net hij is aangesloten overeenkomstig het proces uit paragraaf 4.5 van de Informatiecode elektriciteit en gas melden aan welke BRP hij zijn balanceringsverantwoordelijkheid heeft overgedragen.

  • 4. Een aangeslotene die het voornemen heeft zijn balanceringsverantwoordelijkheid over te dragen aan een andere BRP dan de BRP die tot dan toe balanceringsverantwoordelijkheid voor hem heeft uitgeoefend, laat de beoogde BRP aan de netbeheerder die het aangaat overeenkomstig het proces uit paragraaf 4.5 van de Informatiecode elektriciteit en gas melden aan welke BRP hij zijn balanceringsverantwoordelijkheid heeft overgedragen.

  • 5. In afwijking van het gestelde in het derde en vierde lid geldt dat in het geval een leverancier, daartoe bepaaldelijk gemachtigd, voor een aangeslotene balanceringsverantwoordelijkheid regelt, de leverancier de in het derde en het vierde lid bedoelde melding doet overeenkomstig de processen uit hoofdstuk 3 of 4 van de Informatiecode elektriciteit en gas.

  • 6. Een netbeheerder doet overeenkomstig hoofdstuk 3 of 4 van de Informatiecode elektriciteit en gas aan de BRP die tot aan de in het vierde lid bedoelde overdracht de balanceringsverantwoordelijkheid van de aangeslotene uitoefent, onverwijld mededeling van het feit dat hem een kennisgeving als bedoeld in het vierde lid heeft bereikt en door hem is aanvaard.

Artikel 10.5
  • 1. Netbeheerders dragen hun balanceringsverantwoordelijkheid voor de compensatie van netverliezen over aan een BRP.

  • 2. Met betrekking tot de balanceringsverantwoordelijkheid van een netbeheerder, niet zijnde de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, voor de compensatie van netverliezen is het in artikel 10.4, derde tot en met zesde lid, bepaalde van toepassing, met dien verstande dat de in kennis te stellen netbeheerder de netbeheerder is van het net op een hoger spanningsniveau waarop het net van de eerstgenoemde netbeheerder is aangesloten.

  • 3. Op de overdrachtspunten van aansluitingen tussen twee netten wordt geen onbalans bepaald in het kader van de uitoefening van balanceringsverantwoordelijkheid.

  • 4. In afwijking het derde lid wordt op de aansluiting van een gesloten distributiesysteem op het net van een netbeheerder wel onbalans bepaald in het kader van de uitoefening van balanceringsverantwoordelijkheid indien het een gesloten distributiesysteem betreft waarvan de beheerder geen gebruik maakt van het elektronische berichtenverkeer zoals bedoeld in paragraaf 13.5 ten behoeve van het faciliteren van derdentoegang.

Artikel 10.6
  • 1. Indien een BRP die door middel van een overeenkomst met een leverancier balanceringsverantwoordelijkheid draagt voor een grootverbruikaansluiting die overeenkomst wenst te beëindigen, stelt hij de aangeslotene en de leverancier en de netbeheerder die het aangaat tenminste twintig werkdagen voor de beoogde ingangsdatum schriftelijk in kennis.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde in kennis stelling van de aangeslotene vindt plaats bij aangetekende brief en de in dat lid bedoelde termijn van twintig werkdagen vangt aan op het moment van ontvangst van deze aangetekende brief.

  • 3. De aangeslotene laat de beoogde BRP of de leverancier, daartoe bepaaldelijk gemachtigd, tenminste vijf werkdagen voor de in het eerste lid bedoelde ingangsdatum de netbeheerder die het aangaat overeenkomstig het proces uit paragraaf 4.5 van de Informatiecode elektriciteit en gas melden welke BRP vanaf die datum voor de aansluiting balanceringsverantwoordelijkheid draagt.

  • 4. Indien de aangeslotene of de leverancier, daartoe bepaaldelijk gemachtigd, niet tijdig aan zijn in het derde lid bedoelde verplichting voldoet, treedt de in artikel 11.6 genoemde regeling voor de betreffende aansluiting in werking. De netbeheerder die het aangaat, verwittigt onverwijld de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet en de Autoriteit Consument en Markt.

Artikel 10.7
  • 1. De aanvraag om een erkenning als BRP wordt schriftelijk en ondertekend door een bevoegd persoon ingediend bij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet overeenkomstig een door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet uit te geven model waarmee de aanvrager zich, na het ontvangen van een erkenning, verbind tot het naleven van de in dit hoofdstuk opgenomen voorwaarden voor het uitoefenen van balanceringsverantwoordelijkheid.

  • 2. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet beslist binnen dertig dagen na ontvangst van het aanvraagformulier of de aanvrager voor erkenning als BRP in aanmerking kan worden gebracht.

  • 3. Indien bij de aanvraag niet alle benodigde gegevens zijn verstrekt, wordt de in het zesde lid genoemde termijn opgeschort totdat is voldaan aan het verzoek van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet om verstrekking van de ontbrekende gegevens.

  • 4. Onverminderd het overigens bij of krachtens de Elektriciteitswet 1998 bepaalde, wordt een erkenning verleend, nadat:

    • a. de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet zich ervan heeft vergewist dat de aanvrager beschikt over de deskundigheid en over de technische, administratieve en organisatorische faciliteiten die vereist zijn om balanceringsverantwoordelijkheid te kunnen uitoefenen, en;

    • b. de aanvrager financiële zekerheid heeft gesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 10.8.

  • 5. Wanneer een eerdere erkenning van de aanvrager is ingetrokken, willigt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de aanvraag niet in dan nadat hij zich ervan heeft vergewist dat de redenen die tot intrekking van de eerdere erkenning hebben geleid niet meer aanwezig zijn en geen grond bestaat voor het vermoeden dat deze redenen zich opnieuw zullen voordoen.

  • 6. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet doet een beslissing tot verlening van een erkenning als BRP zo spoedig mogelijk in de Staatscourant publiceren, waarbij de naam, het adres en de woonplaats van de BRP worden vermeld.

Artikel 10.8
  • 1. De financiële zekerheid, bedoeld in artikel 10.7, vierde lid, onderdeel b, wordt gesteld in de vorm van een bankgarantie overeenkomstig een door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet uit te geven model, al dan niet, naar keuze van de BRP, aangevuld met een bij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet aangehouden deposito.

  • 2. De omvang van de door een BRP te stellen financiële zekerheid wordt afgeleid van

    • a. het hoogste netto-transactievolume in MWh van die BRP met enige andere BRP voor alle uren gedurende één etmaal, en;

    • b. de totale transportcapaciteit van de aansluitingen van grootverbruikers, waarvoor hij balanceringsverantwoordelijkheid draagt.

  • 3. De eerste maal is de omvang van de te stellen financiële zekerheid gebaseerd op het door de BRP verwachte hoogste netto-transactievolume als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, met een ondergrens van 50 MW.

  • 4. De in het tweede lid, onderdeel a, bedoelde omvang wordt vermenigvuldigd met de gemiddelde marktprijs van energie over een periode van drie maanden voorafgaand aan de bepaling van de omvang van de te stellen financiële zekerheid, met een ondergrens van € 40 per MWh. Het resulterende bedrag wordt in het dertiende lid aangeduid met de letter 'A'.

  • 5. Indien wordt vastgesteld dat het hoogste netto-transactievolume waarop de omvang van de zekerstelling is gebaseerd meer dan incidenteel wordt overschreden, verhoogt de BRP de zekerstelling op eerste schriftelijke verzoek van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, waarbij de nieuwe omvang zal worden gebaseerd op het hoogste netto-transactievolume dat in de zes voorafgaande weken gedurende één etmaal is vastgesteld.

  • 6. Indien wordt vastgesteld dat het daadwerkelijk hoogste netto-transactievolume op etmaalbasis structureel lager is dan het hoogste netto-transactievolume waarop de omvang van de zekerstelling is gebaseerd, verleent de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet op schriftelijk verzoek van de BRP toestemming tot verlaging van de zekerstelling, waarbij de nieuwe omvang zal worden gebaseerd op het gemiddelde van de hoogste dagelijkse nettotransactievolumes in de zes voorafgaande weken, met een ondergrens van 50 MW.

  • 7. Indien een BRP balanceringsverantwoordelijkheid voor aansluitingen van grootverbruikers draagt, heeft het in het vijfde en zesde lid bepaalde zowel betrekking op de transactievolumes van de BRP als op de transportcapaciteit van de aansluitingen waarvoor hij balanceringsverantwoordelijkheid draagt, terwijl bovendien geldt dat indien in enige maand de totale capaciteit van de aansluitingen waarvoor de balanceringsverantwoordelijkheid bestaat met meer dan 50 MW wordt uitgebreid, de BRP gehouden is daarvan onverwijld mededeling te doen aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.

  • 8. De transportcapaciteit, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, wordt bepaald aan de hand van de opgave door de andere netbeheerders aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, waarbij de andere netbeheerders per BRP eens per maand aangeven hoeveel aansluitingen vallen in de klasse:

    • a. 2–10 MW;

    • b. 11–25 MW;

    • c. 26–50 MW;

    • d. groter dan 50 MW, met vermelding van de capaciteit per aansluiting in deze klasse.

  • 9. Per BRP wordt voor de in het achtste lid, onderdelen a tot en met c, genoemde klassen per klasse het aantal aansluitingen in die klasse vermenigvuldigd met de laagste capaciteit van die klasse.

  • 10. Voor de in het achtste lid, onderdeel d, genoemde klasse wordt uitgegaan van het totaal van de feitelijke capaciteit van de aansluitingen in die klasse.

  • 11. Het in het tweede lid, onderdeel b, bedoelde element voor de bepaling van de omvang van de door een BRP te stellen financiële zekerheid is gebaseerd op de overeenkomstig het achtste tot en met tiende lid bepaalde capaciteit voor die BRP, vermenigvuldigd met 24, met een ondergrens van 50 MW.

  • 12. Het in het elfde lid bedoelde product wordt vermenigvuldigd met de gemiddelde marktprijs van energie over een periode van drie maanden voorafgaand aan de bepaling van de omvang van de te stellen financiële zekerheid, met een ondergrens van € 40 per MWh. Het resulterende bedrag wordt in het dertiende lid aangeduid met de letter ‘B’.

  • 13. Het bedrag waarvoor de BRP financiële zekerheid dient te stellen wordt vervolgens aldus bepaald:

    • a. indien geldt (2 x A) > B, bedraagt het bedrag van de te stellen financiële zekerheid: 2 x A;

    • b. indien geldt (2 x A) < B, bedraagt het bedrag van de te stellen financiële zekerheid: A + B.

Artikel 10.9
  • 1. Een BRP oefent balanceringsverantwoordelijkheid uit voor de aansluitingen waarvoor hij in het aansluitingenregister op enig moment als BRP is vermeld.

  • 2. Ten aanzien van de verplichting van een BRP om met betrekking tot een aansluiting balanceringsverantwoordelijkheid uit te oefenen, mag de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet afgaan op hetgeen in het aansluitingenregister omtrent de balanceringsverantwoordelijkheid voor die aansluiting is vermeld, onverminderd het recht van die BRP op correctie van een onjuiste vermelding en onverminderd zijn aanspraak jegens de desbetreffende netbeheerder tot vergoeding van de kosten die door een aan die netbeheerder toe te rekenen onjuiste vermelding zijn veroorzaakt.

Artikel 10.10
  • 1. De erkenning van een BRP wordt ingetrokken met ingang van de datum waarop de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet hiertoe besluit overeenkomstig artikel 10.35, eerste en tweede lid, ongeacht of zijn inschrijving in het BRP-register op die datum is doorgehaald en de intrekking van zijn erkenning is gepubliceerd, een en ander als bedoeld in het tweede en derde lid.

  • 2. Wanneer de erkenning van een BRP is ingetrokken, stelt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de andere netbeheerders en BRP's daarvan onverwijld in kennis en haalt hij de desbetreffende inschrijving in het BRP-register door.

  • 3. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet publiceert de intrekking van een erkenning van een BRP zo spoedig mogelijk in de Staatscourant, onder vermelding van naam, adres en woonplaats van de betrokken natuurlijke of rechtspersoon alsmede van de datum waarop de erkenning is ingetrokken en van de datum waarop zijn inschrijving in het BRP-register is doorgehaald.

§ 10.3 Energieprogramma’s
Artikel 10.11
  • 1. Een BRP dient dagelijks vóór 09:00 uur of een door de gezamenlijke netbeheerders in onderling overleg te bepalen ander tijdstip bij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet een extern commercieel handelsprogramma voor de volgende dag in dat voortvloeit uit eerder verkregen toestemming van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet voor importen, exporten en transits voor meer dan één dag.

  • 2. Uiterlijk twee uur en 15 minuten na het tijdstip waarop het in het eerste lid bedoelde extern commercieel handelsprogramma moet zijn ingediend, bericht de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet aan de BRP welke in het extern commercieel handelsprogramma opgenomen importen, exporten en transits hij, rekening houdend met de beschikbare capaciteit van de landsgrensoverschrijdende verbindingen voor de volgende dag heeft toegewezen en welke ruimte ten behoeve van de spotmarkt voor de volgende dag beschikbaar is op de landsgrensoverschrijdende verbindingen.

  • 3. Indien de toewijzing, bedoeld in het tweede lid, niet overeenstemt met het extern commercieel handelsprogramma, bedoeld in het eerste lid, dient de BRP bij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet vóór 14:00 uur op dezelfde dag een bijgesteld extern commercieel handelsprogramma in.

  • 4. Indien het extern commercieel handelsprogramma of bijgesteld extern commercieel handelsprogramma voor de volgende dag niet vóór het in het eerste lid onderscheidenlijk het derde lid bedoelde tijdstip is ingediend, wijst de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet geen capaciteit op landsgrensoverschrijdende verbindingen ten behoeve van de in dat extern commercieel handelsprogramma opgenomen transporten toe.

Artikel 10.12
  • 1. Een BRP dient dagelijks vóór 14:00 uur bij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet een energieprogramma in.

Artikel 10.13
  • 1. Voor zover in de in artikel 10.12 bedoelde energieprogramma’s andere externe commerciële handelsprogramma's zijn opgenomen dan de externe commerciële handelsprogramma's die overeenkomstig artikel 10.11 zijn toegewezen, bericht de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet uiterlijk een half uur na het in artikel 10.12 genoemde tijdstip welke van die externe commerciële handelsprogramma's hij, rekening houdend met de beschikbare capaciteit van de landsgrensoverschrijdende verbindingen, heeft toegewezen.

  • 2. In geval de toewijzing, bedoeld in het eerste lid, niet overeenstemt met het in artikel 10.12 bedoelde energieprogramma, dient de BRP bij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet vóór 16:00 uur een met betrekking tot het extern commercieel handelsprogramma bijgesteld energieprogramma in.

  • 3. Artikel 10.11, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de in het eerste en tweede lid bedoelde externe commerciële handelsprogramma's.

  • 4. Indien een toewijzing van transportcapaciteit als bedoeld in artikel 10.11, tweede lid, of artikel 10.13, eerste lid, niet vóór 17:30 uur op dezelfde dag wordt bevestigd door de beheerder van dat deel van de desbetreffende landsgrensoverschrijdende verbinding dat niet in Nederland is gelegen, vervalt de toewijzing.

  • 5. Zo spoedig mogelijk nadat de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de BRP die het aangaat heeft ingelicht dat zich het in het vierde lid bedoelde geval heeft voorgedaan, dient deze BRP een wijziging van het energieprogramma in waarin het vervallen van de toewijzing is verwerkt en waarbij het bepaalde in artikel 10.14, vijfde lid, in acht is genomen.

  • 6. Voor het geval een BRP in zijn energieprogramma een energietransactie heeft opgenomen die niet strookt met hetgeen omtrent die transactie is opgenomen in het energieprogramma van een andere BRP en deze inconsistentie niet vóór het tijdstip van ingang van dat energieprogramma is weggenomen, wordt het aldus niet-verantwoorde deel van de energietransactie door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet bij beide betrokken BRP's in rekening gebracht tegen de onbalansprijs die behoort bij de van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet afgenomen en geleverde elektrische energie.

Artikel 10.14
  • 1. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet onthoudt zijn goedkeuring aan een energieprogramma, indien dat energieprogramma niet voldoet aan de volgende eisen van consistentie:

    • a. dat hetgeen in het intern commercieel handelsprogramma per onbalansverrekeningsperiode omtrent een energietransactie is vermeld, strookt met hetgeen omtrent diezelfde transactie is vermeld in het intern commercieel handelsprogramma van enige andere BRP;

    • b. dat hetgeen in het extern commercieel handelsprogramma per onbalansverrekeningsperiode omtrent een landgrensoverschrijdende energietransactie is vermeld, strookt met hetgeen over diezelfde transactie is vermeld in het extern commercieel handelsprogramma overeen gekomen met de buitenlandse instelling die op grond van nationale wettelijke regels belast is met beheer van het transmissiesysteem aan de andere kant van de landsgrens.

  • 2. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet onthoudt voorts zijn goedkeuring aan een energieprogramma, indien dat programma, gelet op de bij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet ingediende transportprognoses, de verwachting wettigt dat zich transportproblemen op de aankoppelingspunten met het landelijk hoogspanningsnet zullen voordoen.

  • 3. Aanstonds nadat hij van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet bericht heeft ontvangen dat goedkeuring aan zijn energieprogramma is onthouden, dient de BRP een verbeterd energieprogramma in, dat opnieuw de goedkeuring van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet behoeft.

  • 4. Een goedgekeurd energieprogramma gaat in op 0:00 uur van de dag waarop het betrekking heeft.

  • 5. In het in artikel 10.13, vijfde lid, bedoelde geval, of in geval van een aanpassing van het extern commercieel handelsprogramma dient een BRP een wijziging op het energieprogramma in die zodanig is dat daardoor het evenwicht wordt hersteld dat door aanpassing van het extern commercieel handelsprogramma verloren is gegaan.

  • 6. In de volgende gevallen leidt een door een BRP ingediende wijziging op een goedgekeurd energieprogramma, dan wel door conform de regeling betreffende meer dan één NEMO in een biedzone namens de programmaverantwoordelijke ingediende wijziging van de in het goedgekeurde energieprogramma opgenomen extern commercieel handelsprogramma, tot goedkeuring daarvan door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet:

    • a. indien de wijziging een transactie met een andere BRP betreft: hetgeen in de ingediende wijziging per onbalansverrekeningsperiode omtrent een energietransactie is vermeld, strookt met hetgeen omtrent diezelfde transactie is vermeld in een door enige andere erkende BRP ingediende wijziging op een goedgekeurd energieprogramma;

    • b. indien de wijziging de in het goedgekeurde energieprogramma opgenomen extern commercieel handelsprogramma betreft: de betreffende netbeheerder van het in het buitenland gelegen deel van de desbetreffende landsgrensoverschrijdende verbinding, bevestigt de wijziging.

  • 7. Wijzigingen op een goedgekeurd energieprogramma kunnen ingediend worden tot uiterlijk 10:00 uur op de dag die volgt op de dag waar het energieprogramma betrekking op heeft.

§ 10.4 Uitwisseling van meetgegevens in het kader van balancering
Artikel 10.15
  • 1. Een meetverantwoordelijke rapporteert, uiterlijk 20 werkdagen na het einde van de kalendermaand, aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet een maandelijks overzicht met daarin:

    • a. Het aantal aansluitingen dat op enig moment in de desbetreffende maand telemetriegrootverbruikaansluiting is geweest;

    • b. De met het net uitgewisselde hoeveelheid energie, die is verwerkt in de dagelijkse berichten met meetgegevens overeenkomstig artikel 6.2.2.4 van de Informatiecode elektriciteit en gas;

    • c. De met het net uitgewisselde hoeveelheid energie, die is verwerkt in de maandelijkse berichten met meetgegevens;

    • d. Voor aansluitingen waar een afwijking is geconstateerd:

      • Het aantal aansluitingen

      • De met het net uitgewisselde hoeveelheid energie, die is verwerkt in de dagelijkse berichten met meetgegevens overeenkomstig artikel 6.2.2.3 van de Informatiecode elektriciteit en gas;

      • De met het net uitgewisselde hoeveelheid energie, die is verwerkt in de maandelijkse berichten met meetgegevens overeenkomstig artikel 6.2.2.6 van de Informatiecode elektriciteit en gas;

      • Het aantal aansluitingen met een aansluitcapaciteit groter dan 1 MVA waarvoor aan de meetgegevens op grond van artikel 6.2.2.3 van de Informatiecode elektriciteit en gas in de dagelijkse berichten met meetgegevens een andere status is gegeven dan ‘gemeten en gevalideerd’;

    • e. Het aantal gebeurtenissen, dat een meetverantwoordelijke aan de aangeslotene, netbeheerder, BRP of leverancier kenbaar heeft gemaakt, overeenkomstig artikel 6.2.2.15 van de Informatiecode elektriciteit en gas;

    • f. Het aantal gebeurtenissen, dat een meetverantwoordelijke aan de aangeslotene, netbeheerder, BRP of leverancier kenbaar heeft gemaakt, overeenkomstig artikel 6.2.2.16 van de Informatiecode elektriciteit en gas.

  • 2. De beheerder van het landelijk hoogspanningsnet publiceert maandelijks de gecumuleerde landelijke gegevens zoals deze op basis van het eerste lid gerapporteerd zijn.

  • 3. Voor de in het eerste lid beschreven rapportage gebruikt de meetverantwoordelijke het format dat door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, na overleg met de meetverantwoordelijke, is verstrekt.

Artikel 10.16
  • 1. De door de netbeheerder, op basis van artikel 10.26, derde lid, van een BRP ontvangen verzoeken tot aanpassing van de hem eerder op basis van artikel 10.18, vierde lid, en 10.19, derde lid, toegezonden meetgegevens zullen door de netbeheerder worden afgehandeld voor de termijn waarop artikel 10.19 respectievelijk 10.20 van toepassing is.

  • 2. Verzoeken op basis van artikel 10.26, derde lid, neemt de netbeheerder aan wie het verzoek is gericht niet in behandeling wanneer meer dan vijf werkdagen zijn verstreken na de dag waarop hij overeenkomstig artikel 10.18, vierde lid, of 10.19, derde lid, de meetgegevens aan die BRP heeft verzonden, tenzij de BRP de fout waarvan hij correctie verzoekt redelijkerwijs niet binnen die termijn heeft kunnen opmerken.

  • 3. Voor zover het in het eerste lid genoemde verzoek geen betrekking heeft op onjuiste toerekening van meetgegevens aan de desbetreffende BRP, stelt de netbeheerder de desbetreffende meetverantwoordelijke vóór 10:00 uur van de eerstvolgende werkdag na de dag van ontvangst van het verzoek, op de hoogte van het verzoek van de BRP. Daarbij worden de door de BRP voorgestelde meetgegevens meegezonden.

  • 4. Indien de netbeheerder van een BRP een verzoek op basis van artikel 10.26, vijfde lid, heeft ontvangen dan voert hij artikel 10.21 onverwijld uit.

Artikel 10.17
  • 1. De netbeheerder gaat voor het samenstellen van de meetgegevens ten behoeve van balanceringsverantwoordelijkheid uit van de meetgegevens die hij overeenkomstig paragraaf 6.2 van de Informatiecode elektriciteit en gas ontvangen heeft. Daarbij is artikel 6.3.1.2 van de Informatiecode elektriciteit en gas van overeenkomstige toepassing.

  • 2. In afwijking van het eerste lid gaat de netbeheerder voor het samenstellen van de meetgegevens ten behoeve van balanceringsverantwoordelijkheid van grootverbruikers die beschikken over een profielgrootverbruikmeetinrichting, uit van het verbruiksprofiel dat overeenkomstig de systematiek beschreven in bijlage 1 van de Informatiecode elektriciteit en gas is vastgesteld.

  • 3. In afwijking van het eerste lid gaat de netbeheerder voor het samenstellen van de meetgegevens ten behoeve van balanceringsverantwoordelijkheid van grootverbruikers die op grond van artikel 2.30 en 2.31 niet beschikken over een meetinrichting, uit van:

    • a. het belastingprofiel dat overeenkomstig de systematiek beschreven in bijlage 2 van de Informatiecode elektriciteit en gas is vastgesteld voor zover het een installatie voor openbare verlichting of een verkeersregelinstallatie betreft;

    • b. het verbruiksprofiel dat overeenkomstig de systematiek beschreven in bijlage 1 van de Informatiecode elektriciteit en gas is vastgesteld voor zover het een andere installatie dan een installatie voor openbare verlichting of een verkeersregelinstallatie betreft.

  • 4. Op de in het tweede en derde lid bedoelde meetgegevens zijn de artikelen 6.3.1.1 en 6.3.1.2 van de Informatiecode elektriciteit en gas van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in artikel 6.3.1.1 van de Informatiecode elektriciteit en gas in plaats van ‘geregistreerd door meetinrichtingen op aansluitingen’ moet worden gelezen ‘bepaald op grond van artikel 10.17, tweede en derde lid, voor de gezamenlijke aansluitingen per profielcategorie met elk een gecontracteerd transportvermogen kleiner dan 0,1 MW’.

  • 5. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet en de andere netbeheerders leggen de in het eerste tot en met derde lid bedoelde meetgegevens met betrekking tot de aansluitingen op hun netten per BRP, per leverancier en per profielcategorie per onbalansverrekeningsperiode vast in dagrapporten.

  • 6. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet en de andere netbeheerders, ieder voor het eigen net, leggen de in het eerste lid bedoelde meetgegevens met betrekking tot de aansluitingen als bedoeld in artikel 9.11, tweede lid, per onbalansverrekeningsperiode vast in separate dagrapporten.

  • 7. De netbeheerder verzamelt ten behoeve van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de hoeveelheid met zijn net uitgewisselde energie per onbalansverrekeningsperiode voor iedere BRP.

  • 8. De netbeheerder verzamelt ten behoeve van iedere BRP de hoeveelheid met zijn net uitgewisselde energie per onbalansverrekeningsperiode:

    • a. voor de aansluitingen waarvoor de desbetreffende BRP balanceringsverantwoordelijkheid draagt en waarvan de allocatiemethode van de aansluiting, bedoeld in 2.1.3 onderdeel s, van de Informatiecode elektriciteit en gas de waarde ‘telemetrie’ heeft: per aansluiting;

    • b. voor de aansluitingen waarvoor de desbetreffende BRP balanceringsverantwoordelijkheid draagt en waarvan de allocatiemethode van de aansluiting bedoeld in 2.1.3, onderdeel s, van de Informatiecode elektriciteit en gas de waarde ‘profielallocatie’ heeft: per profielcategorie en per leverancier;

    • c. voor de aansluitingen waarvoor de desbetreffende BRP balanceringsverantwoordelijkheid draagt en waarvan de allocatiemethode van de aansluiting, bedoeld in 2.1.3 onderdeel s, van de Informatiecode elektriciteit en gas de waarde ‘slimme-meter-allocatie’ heeft: per leverancier.

  • 9. Waar in het tiende tot en met twaalfde lid BRP staat, moet, ten behoeve van congestiemanagement zoals bedoeld in paragraaf 9.2, ook CG-aangeslotene worden gelezen.

  • 10. Wanneer de in het zevende en achtste lid bedoelde meetgegevens een voorlopig karakter hebben, wordt daarvan bij de verstrekking melding gemaakt. In dat geval worden de definitieve meetgegevens overeenkomstig artikel 10.20 verwerkt.

  • 11. Wanneer in het geval, bedoeld in het zevende en achtste lid, een netbeheerder niet in staat is definitieve gegevens aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet en de BRP te verstrekken, treft hij met de desbetreffende meetverantwoordelijke en de BRP die het aangaat een regeling omtrent de te gebruiken meetgegevens. Onverminderd hetgeen uit de aansluit- en transportovereenkomst voortvloeit, worden deze meetgegevens geacht definitief te zijn en worden deze aan de desbetreffende BRP en aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet verstrekt.

  • 12. De netbeheerder geeft aan iedere BRP per grootverbruikaansluiting waarvoor de balanceringsverantwoordelijkheid bestaat jaarlijks of zoveel vaker als met de aangeslotene overeengekomen de tellerstanden voor de hoeveelheid met het net uitgewisselde energie en voor zover van toepassing de daarbij behorende vermenigvuldigingsfactor(en) door.

Artikel 10.18
  • 1. De netbeheerder stuurt de op grond van artikel 10.17, zevende lid, verzamelde meetgegevens inzake alle aansluitingen op zijn net aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet voor 16:00 uur van de eerste werkdag na afloop van het desbetreffende etmaal.

  • 2. In de op grond van het eerste lid aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet toe te zenden meetgegevens zijn tevens de meetcorrectiefactoren opgenomen.

  • 3. Netbeheerders van netten met een spanningsniveau gelijk aan of hoger dan 110 kV verstrekken tevens de meetgegevens met betrekking tot de hoeveelheden met andere netten uitgewisselde energie, op vijftienminutenbasis, aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, voor zover deze hoeveelheden niet gemeten worden door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.

  • 4. De netbeheerder stuurt de op grond van artikel 10.17, achtste lid, verzamelde meetgegevens aan de desbetreffende BRP voor 16:00 uur van de eerste werkdag na afloop van het desbetreffende etmaal.

  • 5. De netbeheerder die aansluitingen in een congestiegebied beheert, stuurt aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet voor iedere CG-aangeslotene in dat gebied de hoeveelheid op de desbetreffende aansluitingen met het net uitgewisselde energie per onbalansverrekeningsperiode voor 16:00 uur van de eerste werkdag na afloop van het desbetreffende etmaal.

  • 6. De netbeheerder die aansluitingen in een congestiegebied beheert, stuurt aan iedere CG-aangeslotene de hoeveelheid op zijn aansluitingen met het net uitgewisselde energie per onbalansverrekeningsperiode voor 16:00 uur van de eerste werkdag na afloop van het desbetreffende etmaal.

Artikel 10.19
  • 1. De netbeheerder vervangt indien van toepassing voor de desbetreffende aansluitingen de op basis van artikel 6.2.2.2 van de Informatiecode elektriciteit en gas van de meetverantwoordelijke ontvangen meetgegevens door de herziene meetgegevens die hem op basis van artikel 6.2.2.3 van de Informatiecode elektriciteit en gas door de desbetreffende meetverantwoordelijke voor 10:00 uur van de vijfde werkdag na afloop van het desbetreffende etmaal zijn toegestuurd.

  • 2. De netbeheerder voert opnieuw de in artikel 10.17, zevende en achtste lid, beschreven acties uit.

  • 3. De netbeheerder stuurt de op grond van het tweede lid jo. artikel 10.17, zevende lid, opnieuw verzamelde meetgegevens inzake al zijn aansluitingen aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet voor 16:00 uur van de vijfde werkdag na afloop van het desbetreffende etmaal.

  • 4. De netbeheerder stuurt de op grond van het tweede lid jo. artikel 10.17, achtste lid, opnieuw verzamelde meetgegevens aan de desbetreffende BRP's voor 16:00 uur van de vijfde werkdag na afloop van het desbetreffende etmaal.

Artikel 10.20
  • 1. De netbeheerder voert de in artikel 10.17, zevende en achtste lid, beschreven acties uit op de op grond van artikel 6.2.2.4 van de Informatiecode elektriciteit en gas van de meetverantwoordelijken ontvangen definitieve meetgegevens.

  • 2. De netbeheerder stuurt de op grond van het eerste lid jo. artikel 10.17, zevende lid, opnieuw verzamelde meetgegevens inzake al zijn aansluitingen aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet voor 12:00 uur van de tiende werkdag na afloop van het desbetreffende etmaal.

  • 3. De netbeheerder stuurt de op grond van het eerste lid jo. artikel 10.17, achtste lid, opnieuw verzamelde meetgegevens aan de desbetreffende BRP's voor 12:00 uur van de tiende werkdag na afloop van het desbetreffende etmaal.

  • 4. Indien de netbeheerder tussen 12:00 en 16:00 uur van de tiende werkdag na de dag van collectie van de meetgegevens van de BRP een verzoek zoals bedoeld in artikel 10.26, vijfde lid, heeft ontvangen, zal de netbeheerder zo mogelijk en nodig de op grond van artikel 10.17, zevende en achtste lid, verzamelde meetgegevens aanpassen. Vervolgens worden deze meetgegevens als definitieve meetgegevens diezelfde dag voor 24:00 uur verzonden aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet en aan de desbetreffende BRP.

Artikel 10.21
  • 1. De netbeheerder voert de in artikel 10.17, zevende en achtste lid, beschreven acties uit op de opnieuw vastgestelde definitieve meetgegevens.

  • 2. De netbeheerder stuurt onverwijld de naar aanleiding van het eerste lid jo. artikel 10.17, zevende lid, verzamelde gegevens inzake al zijn aansluitingen aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.

  • 3. De netbeheerder stuurt onverwijld de naar aanleiding van het eerste lid jo. artikel 10.17, achtste lid, verzamelde meetgegevens aan de desbetreffende BRP.

Artikel 10.22
  • 1. De netbeheerder geeft dagelijks aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet per deelnet de som van alle, via dat net uitgewisselde energie door.

  • 2. De netbeheerder geeft dagelijks aan de andere met hem gekoppelde netbeheerders per aansluiting tussen de desbetreffende netten per meetperiode de tussen hem en die netbeheerders uitgewisselde energie door.

  • 3. Voor zover overeengekomen, geeft een netbeheerder aan een andere met hem gekoppelde netbeheerder per aansluiting tussen de desbetreffende netten per meetperiode de tussen hem en die andere netbeheerder uitgewisselde blindenergie door.

  • 4. De netbeheerder geeft aan andere, op zijn net aangesloten, netbeheerders de meetgegevens ten behoeve van de verrekening van de transportdiensten door.

  • 5. De netbeheerder geeft jaarlijks of zoveel vaker als overeengekomen aan grootverbruikers de tellerstanden voor de hoeveelheid met het net uitgewisselde energie en voor zover van toepassing de daarbij behorende vermenigvuldigingsfactor(en) door.

Artikel 10.23
  • 1. Iedere werkdag publiceert de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet op haar website per onbalansverrekeningsperiode de som van de door aangeslotenen met een opgesteld vermogen van 10 MW of meer op het net ingevoede elektriciteit, vermeerderd met de som van de uitgewisselde energie op de landgrensoverschrijdende netten. Publicatie vindt plaats de werkdag volgend op de daadwerkelijke meting.

  • 2. Iedere werkdag geven de netbeheerders ten behoeve van de publicatie op grond van het eerste lid de meetgegevens per aangeslotene met een opgesteld vermogen van 10 MW of meer per onbalansverrekeningsperiode door aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.

  • 3. Artikel 10.17, achtste en tiende lid, zijn op overeenkomstige wijze van toepassing op het tweede lid.

  • 4. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet geeft bij de op grond van het eerste lid gepubliceerde gegevens aan wat de sommatie is van de geprogrammeerde importen respectievelijk de geprogrammeerde exporten.

  • 5. Binnen elf werkdagen na de eerste publicatie maakt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de in het eerste en vierde lid genoemde data definitief.

Artikel 10.24
  • 1. Op basis van de volgens artikel 10.17, zevende lid, en 10.18, derde lid, ontvangen gegevens vergelijkt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de som van de invoedingen in elk deelnet, waarvan het spanningsniveau gelijk is aan of hoger is dan 110 kV, met de som van het verbruik in dat deelnet. Bij een geconstateerde afwijking groter dan 1000 kWh per dag wordt een melding gemaakt naar de desbetreffende netbeheerder en wordt deze netbeheerder verzocht de gegevens te (doen) corrigeren.

  • 2. Elk kwartaal zal de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de overige netbeheerders berichten over de trends in de meetcorrectiefactoren die de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet op grond van artikel 10.18, tweede lid, ontvangt.

§ 10.5 Reconciliatie
Artikel 10.25
  • 1. Iedere werkdag stelt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet per BRP een overzicht samen van diens prestaties met betrekking tot het direct voorafgaande etmaal. Dit overzicht bevat per etmaal de volgende gegevens:

    • a. het door de BRP bij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet ingediende en door hem goedgekeurde energieprogramma, met inbegrip van eventuele goedgekeurde wijzigingen daarvan;

    • b. de door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet op basis van artikel 10.18, eerste lid, van netbeheerders ontvangen meetgegevens;

    • c. de onbalans;

    • d. de in artikel 10.30 bedoelde onbalansprijs voor elke onbalansverrekeningsperiode;

    • e. het totaalbedrag ter zake van de onbalans.

  • 2. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet stuurt het op grond van het eerste lid samengestelde overzicht aan de desbetreffende BRP voor 17:00 uur van de eerste werkdag na het etmaal waarop dat overzicht betrekking heeft.

  • 3. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet stuurt het op grond van het eerste lid samengestelde overzicht aan de desbetreffende BRP voor 17:00 uur van de vijfde werkdag na het etmaal waarop dat overzicht betrekking heeft. Daarbij dient in het eerste lid, onderdeel b, ‘artikel 10.19, derde lid’ in plaats van ‘artikel 10.18, eerste lid’ gelezen te worden.

  • 4. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet stuurt het op grond van het eerste lid samengestelde overzicht, aan de desbetreffende BRP voor 15:00 uur van de tiende werkdag na het etmaal waarop dat overzicht betrekking heeft. Daarbij dient in het eerste lid, onderdeel b, ‘artikel 10.20, derde lid’ in plaats van ‘artikel 10.18, eerste lid’ gelezen te worden.

  • 5. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet stuurt, indien van toepassing, direct na de op basis van artikel 10.21, derde lid, van een netbeheerder ontvangen meetgegevens van een bepaald etmaal, het op grond van het eerste lid samengestelde overzicht onverwijld aan de desbetreffende BRP. Daarbij dient in het eerste lid, onderdeel b, ‘artikel 10.21, derde lid’ in plaats van ‘artikel 10.18, eerste lid’ gelezen te worden.

  • 6. Wanneer de in het eerste lid bedoelde werkdag volgt op een weekeinde of een algemeen erkende feestdag, betreft de in het eerste lid bedoelde gegevensverstrekking dat weekeinde onderscheidenlijk die feestdag of -dagen en het etmaal dat daaraan is voorafgegaan.

  • 7. Bij de vaststelling van de in artikel het eerste lid, onderdeel c, bedoelde afwijking houdt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet rekening met de hoeveelheid energie die meer of minder is geleverd ingeval het gaat om:

    • a. de balanceringsverantwoordelijkheid voor de aansluiting of aansluitingen van een producent met wie de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet een overeenkomst met betrekking tot de terbeschikkingstelling van regelvermogen heeft gesloten en het meer of minder leveren heeft plaatsgevonden onder die overeenkomst,

    • b. de balanceringsverantwoordelijkheid voor de aansluiting of aansluitingen van een aangeslotene die minder heeft afgenomen of, ingeval van een producent, meer of minder heeft geproduceerd volgens artikel 9.20, tweede lid, onderdeel a,

    • c. het meer of minder leveren volgens een transactie tussen de BRP en een andere BRP en deze transactie tot stand is gekomen volgens een door de netbeheerder van landelijk hoogspanningsnet vastgestelde en openbaar gemaakte procedure.

Artikel 10.26
  • 1. De BRP kan bij controle op grond van het tweede en vijfde lid gebruik maken van de gegevens die hij ingevolge artikel 10.25, tweede tot en met vierde lid, van de netbeheerder heeft ontvangen.

  • 2. De BRP controleert de meetgegevens die hij op grond van artikel 10.18, vierde lid, en 10.19, vierde lid, van de netbeheerders ontvangen heeft voor de hem aangaande aansluitingen tenminste op de volgende criteria:

    • a. De netbeheerder heeft de volumes toegerekend overeenkomstig de gegevens in zijn aansluitingenregister;

    • b. De door de netbeheerder aangeleverde meetgegevens zijn in lijn met de verwachtingen van de BRP.

  • 3. Indien uit de controle in het tweede lid van de meetgegevens die de BRP op grond van artikel 10.19, vierde lid, van de netbeheerder heeft ontvangen, voor één of meer meetwaarden blijkt dat deze niet voldoet, dient de BRP een herzieningsverzoek in bij de desbetreffende netbeheerder. Daarbij wordt aangegeven om welk van de volgende redenen de meetwaarde is afgekeurd.

    • a. De meetgegevens worden betwist;

    • b. De meetgegevens werden verwacht, maar zijn niet ontvangen;

    • c. De meetwaarden zijn over een te lange periode (meer dan vijf dagen) geschat;

    • d. De meetwaarden zijn ontvangen maar werden niet verwacht.

  • 4. In het geval onderdeel a van het derde lid van toepassing is, doet de BRP zelf een voorstel voor de te gebruiken meetgegevens.

  • 5. De BRP kan tot 16:00 uur van de dag waarop hij op grond van artikel 10.20, derde lid, meetgegevens heeft ontvangen bij de desbetreffende netbeheerder reclameren over deze meetgegevens.

Artikel 10.27
  • 1. De netbeheerders voeren de reconciliatie uit over maand M aan de hand van meterstanden die betrekking hebben op maand M en die uiterlijk op de laatste dag van maand M+3 zijn vastgesteld.

  • 2. De netbeheerders, niet zijnde de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, zenden uiterlijk de laatste werkdag van maand M+4 het aan een programmaverantwoordelijke toe te rekenen totale reconciliatievolume voor de reconciliatieperiode zoals bedoeld in bijlage 2 aan de desbetreffende programmaverantwoordelijke en deze totalen van alle betrokken BRP's aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.

  • 3. Uiterlijk op de tiende werkdag van maand M+5 ontvangt de BRP van de netbeheerders, niet zijnde de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, ter specificatie van de volgens het vierde lid te ontvangen gegevens de volgende gegevens per gereconcilieerde aansluiting en per kalendermaand:

    • a. De kalendermaand waarin de reconciliatierun heeft plaatsgevonden

    • b. De kalendermaand waarover het gereconcilieerde volume is vastgesteld

    • c. De EAN-code van de aansluiting

    • d. De bedrijfs EAN-code van de BRP

    • e. De bedrijfs EAN-code van de leverancier

    • f. De EAN-code van het netgebied waartoe de aansluiting behoort

    • g. Het standaardjaarverbruik voor normaaluren

    • h. Het standaardjaarverbruik voor laaguren

    • i. Het op basis van artikel 10.20, tweede lid, toegerekende volume tijdens normaaluren

    • j. Het op basis van artikel 10.20, tweede lid, toegerekende volume tijdens laaguren

    • k. Het op basis van meterstanden berekende volume tijdens normaaluren

    • l. Het op basis van meterstanden berekende volume tijdens laaguren

  • 4. Uiterlijk op de tiende werkdag van maand M+5 ontvangt de BRP van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de volgende gegevens:

    • a. Het totaal van de in het tweede lid bedoelde verzamelde gegevens;

    • b. De reconciliatieprijs, zijnde de gewogen gemiddelde day-ahead-clearingprijs voor de normaaluren en de laaguren periode. De wijze waarop deze prijs wordt bepaald is vermeld in bijlage 3;

    • c. Het totaal nog te betalen of te ontvangen bedrag.

  • 5. De BRP's die per saldo moeten betalen, dragen er zorg voor dat de te betalen bedragen op de eerste dinsdag na de in het vierde lid bedoelde moment zijn gestort op een door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet speciaal daarvoor geopende bankrekening, tenzij tussen bedoelde moment en de eerste dinsdag niet meer dan drie werkdagen zijn gelegen. In dat geval dragen de BRP's er zorg voor dat de te betalen bedragen op de daaropvolgende dinsdag zijn gestort op de speciale bankrekening van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.

  • 6. Op de woensdag volgende op die in het vijfde lid bedoelde dinsdag stort de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de op grond van het vierde lid uit te keren bedragen op een daartoe door hen bekend gemaakt bankrekeningnummer van de BRP's die per saldo ontvangen. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet is niet gehouden meer uit te keren dan door de BRP's aan hem is overgedragen.

  • 7. Indien een BRP zijn erkenning heeft verloren op grond van artikel 10.35, eerste lid, onderdeel i, en aannemelijk is dat deze BRP niet meer zal betalen, zullen de in de reconciliatie met deze BRP te verrekenen bedragen naar evenredigheid over alle andere bij de reconciliatie betrokken BRP's worden verdeeld. Eventuele nagekomen ontvangsten van BRP's met betrekking tot aldus naar evenredigheid verdeelde bedragen, worden in een nadere verrekening ingebracht ten gunste van alle andere bij de reconciliatie betrokken BRP's.

  • 8. Indien de in het vijfde en zesde lid bedoelde dinsdag of woensdag niet op een werkdag valt, schuiven de termijnen op tot de eerstvolgende werkdag.

  • 9. De formules en de rekenmodellen die de netbeheerders hanteren bij het bepalen van de te reconciliëren volumes zijn vermeld in bijlage 3.

  • 10. De netbeheerders leggen ten behoeve van het reconciliatieproces de gegevens vast volgens bijlage 2.

Artikel 10.28
  • 1. Verschillen tussen de historische allocatie en de herberekende allocatie worden tussen desbetreffende netbeheerder en BRP verrekend tegen de reconciliatieprijs, zoals genoemd in artikel 10.27, vierde lid, onderdeel b.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kunnen partijen overeenkomen om verrekening achterwege te laten indien de kosten van het verrekenen substantieel zijn ten opzichte van het te verrekenen bedrag.

  • 3. Netbeheerders en BRP's melden uiterlijk op 31 oktober van het tweede kalenderjaar na een verbruiksjaar, onderbouwd, aan een wederpartij welke verschillen zij wensen te verrekenen.

  • 4. De wederpartij in een verzoek als bedoeld in het derde lid heeft tot uiterlijk 31 december van dat jaar de tijd te reageren op het desbetreffende verzoek.

§ 10.6 Prijs van onbalans
Artikel 10.29

De regeltoestand gedurende een onbalansverrekeningsperiode wordt door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet als volgt vastgesteld:

Indien de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet gedurende een onbalansverrekeningsperiode

  • a. opregelt noch afregelt bedraagt de regeltoestand 0,

  • b. uitsluitend heeft opgeregeld bedraagt de regeltoestand +1,

  • c. uitsluitend heeft afgeregeld bedraagt de regeltoestand –1,

  • d. zowel heeft opgeregeld als afgeregeld en de balans-delta vormt uitsluitend een continue niet dalende reeks bedraagt de regeltoestand +1,

  • e. zowel heeft opgeregeld als afgeregeld en de balans-delta vormt uitsluitend een continue niet stijgende reeks bedraagt de regeltoestand –1,

  • f. zowel heeft opgeregeld als afgeregeld en de balans-delta vormt noch een continue niet stijgende reeks noch een continue niet dalende reeks bedraagt de regeltoestand 2,

  • g. zowel heeft opgeregeld als afgeregeld en de balans-delta vormt zowel een continue niet stijgende reeks als een continue niet dalende reeks bedraagt de regeltoestand 2.

Artikel 10.30
  • 1. De in artikel 10.25, eerste lid, onderdeel c, bedoelde onbalans wordt met de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet verrekend tegen een prijs per kWh, hierna te noemen de onbalansprijs.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde onbalansprijs bedraagt in een onbalansverrekeningsperiode waarin de regeltoestand –1 is:

    • a. Indien de in artikel 10.25, eerste lid, genoemde afwijking het karakter heeft van afnemen van elektrische energie wordt de onbalansprijs voor de desbetreffende BRP gelijk aan de prijs voor afregelen vermeerderd met de prikkelcomponent. In dit geval betaalt de BRP aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet;

    • b. Indien de in artikel 10.25, eerste lid, genoemde afwijking het karakter heeft van invoeden van elektrische energie wordt de onbalansprijs voor de desbetreffende BRP gelijk aan de prijs voor afregelen verminderd met de prikkelcomponent. In dit geval betaalt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet aan de BRP.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde onbalansprijs bedraagt in een onbalansverrekeningsperiode waarin de regeltoestand +1 is:

    • a. Indien de in artikel 10.25, eerste lid, genoemde afwijking het karakter heeft van afnemen van elektrische energie wordt de onbalansprijs voor de desbetreffende BRP gelijk aan de prijs voor opregelen vermeerderd met de prikkelcomponent. In dit geval betaalt de BRP aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet;

    • b. Indien de in artikel 10.25, eerste lid, genoemde afwijking het karakter heeft van invoeden van elektrische energie wordt de onbalansprijs voor de desbetreffende BRP gelijk aan de prijs voor opregelen verminderd met de prikkelcomponent. In dit geval betaalt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet aan de BRP.

  • 4. De in het eerste lid bedoelde onbalansprijs bedraagt in een onbalansverrekeningsperiode waarin de regeltoestand 2 is:

    • a. Indien de in artikel 10.25, eerste lid, genoemde afwijking het karakter heeft van afnemen van elektrische energie en de middenprijs hoger is dan de prijs voor opregelen, wordt de onbalansprijs voor de desbetreffende BRP gelijk aan de middenprijs vermeerderd met de prikkelcomponent. In dit geval betaalt de BRP aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet;

    • b. Indien de in artikel 10.25, eerste lid, genoemde afwijking het karakter heeft van invoeden van elektrische energie en de middenprijs lager is dan de prijs voor afregelen, wordt de onbalansprijs voor de desbetreffende BRP gelijk aan de middenprijs verminderd met de prikkelcomponent. In dit geval betaalt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet aan de BRP;

    • c. Indien de in artikel 10.25, eerste lid, genoemde afwijking het karakter heeft van afnemen van elektrische energie en de middenprijs niet hoger is dan de prijs voor opregelen, wordt de onbalansprijs voor de desbetreffende BRP gelijk aan de prijs voor opregelen vermeerderd met de prikkelcomponent. In dit geval betaalt de BRP aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet;

    • d. Indien de in artikel 10.25, eerste lid, genoemde afwijking het karakter heeft van invoeden van elektrische energie en de middenprijs niet lager is dan de prijs voor afregelen, wordt de onbalansprijs voor de desbetreffende BRP gelijk aan de prijs voor afregelen verminderd met de prikkelcomponent. In dit geval betaalt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet aan de BRP.

  • 5. De in het eerste lid bedoelde onbalansprijs voor een BRP bedraagt in een onbalansverrekeningsperiode waarin de regeltoestand 0 is:

    • a. Indien de in artikel 10.25, eerste lid, genoemde afwijking het karakter heeft van afnemen van elektrische energie wordt de onbalansprijs voor de desbetreffende BRP de middenprijs vermeerderd met de prikkelcomponent. In dit geval betaalt de BRP aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet;

    • b. Indien de in artikel 10.25, eerste lid, genoemde afwijking het karakter heeft van invoeden van elektrische energie wordt de onbalansprijs voor de desbetreffende BRP de middenprijs verminderd met de prikkelcomponent. In dit geval betaalt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet aan de BRP.

Artikel 10.31
  • 1. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet publiceert de actuele hoogte van de prikkelcomponent op zijn website.

  • 2. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet past de hoogte van de prikkelcomponent iedere woensdag om 00:00 uur aan op de volgende wijze:

    • a. indien het prestatieniveau van de referentieperiode, zijnde 1 juli 1999 tot en met 31 december 2000, behaald is in de voorgaande week, lopend van 00:00 uur op maandag tot 23:59 uur op zondag, stelt hij de prikkelcomponent gelijk aan € 0 per MWh;

    • b. indien het prestatieniveau van de referentieperiode niet behaald is in de voorgaande week, lopend van 00:00 uur op maandag tot 23:59 uur op zondag, verhoogt hij de prikkelcomponent met € 1,– per MWh indien de prikkelcomponent in de voorgaande week gelijk was aan € 0 per MWh, en met € 2 per MWh indien de prikkelcomponent in de voorgaande week groter was dan € 0 per MWh.

  • 3. Het in het tweede lid bedoelde prestatieniveau is behaald indien aan de volgende condities is voldaan:

    • a. het aantal niet-beoogde energie-uitwisselingen over 5 minuten dat per week, omgerekend naar MW, groter dan 300 MW respectievelijk kleiner dan -/-300 MW is, bedraagt minder dan 40;

    • b. de gemiddelde niet-beoogde energie-uitwisseling over 5 minuten per week, omgerekend naar MW, groter is dan -/- 20 MW én kleiner is dan 20 MW.

  • 4. Indien het prestatieniveau niet is gehaald ten gevolge van aantoonbare externe invloeden, past de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet geen prikkelcomponent toe.

  • 5. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet verrekent, via zijn transportafhankelijk verbruikerstarief als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Tarievencode elektriciteit, in het jaar volgend op het jaar van verrekening van het in een kalenderjaar voor de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet resulterende saldo van de verrekeningen van:

    • a. onbalans met BRP's;

    • b. de kosten met BSPs voor de geactiveerde middelen als bedoeld in artikel 9.20, eerste lid, onderdeel a, met uitzondering van de kosten voor regel-, reserve- en noodvermogen als bedoeld in artikel 3.2.2a onderdeel a van de Tarievencode elektriciteit;

    • c. het onbalansnettingproces.

  • 6. Indien onbalans het gevolg is van een gebeurtenis in het net of van ingrijpen van een netbeheerder, zullen BRP's gecompenseerd worden voor de betaalde prikkelcomponent.

    Enkele voorbeelden van dergelijke gebeurtenissen zijn:

    • a. automatische afschakeling van belasting als bedoeld in artikel 9.20, eerste lid, of handmatige afschakeling in opdracht van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet als bedoeld in artikel 9.22, eerste tot en met zesde lid;

    • b. wijziging van de afname of invoeding op verzoek van een netbeheerder als bedoeld in de artikelen artikel 9.2, derde lid;

    • c. (gedeeltelijke) onderbreking van de transportdienst.

  • 7. De in het zesde lid bedoelde compensatie wordt verstrekt door de netbeheerder:

    • a. die voor de afschakeling verantwoordelijk is

    • b. die een wijziging van de afname of invoeding heeft verzocht; of

    • c. in wiens net de onderbreking plaatsvindt.

  • 8. De compensatie vindt slechts plaats voor dat deel van de onbalans dat door de afschakeling of de onderbreking is veroorzaakt en indien de hierdoor veroorzaakte onbalans voor alle BRP's gezamenlijk tenminste 1.000 MWh bedraagt.

§ 10.7 Niet-naleving van de balanceringsvoorwaarden
Artikel 10.32
  • 1. Een BRP is aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet een onmiddellijk opeisbare boete van € 1.000,– verschuldigd voor iedere keer dat zij haar energieprogramma niet vóór de daarvoor in de artikel 10.11, eerste lid en artikel 10.12 bepaalde tijdstippen via het in paragraaf 13.5 bedoelde centrale communicatiesysteem heeft ingediend, te verhogen met € 200,– voor ieder vol uur na die tijdstippen waarin indiening van het energieprogramma uitblijft.

  • 2. Een BRP is aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet een onmiddellijk opeisbare boete van € 1.000,– verschuldigd voor iedere keer dat zij een energieprogramma indient dat niet voldoet aan de eis van consistentie als bedoeld in artikel 10.14, eerste lid, onderdeel a.

  • 3. Een BRP is aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet een onmiddellijk opeisbare boete van € 1.000,– verschuldigd voor iedere keer dat zij een energieprogramma indient dat niet voldoet aan de eis van consistentie als bedoeld in artikel 10.14, eerste lid, onderdeel b.

  • 4. In het in het derde lid bedoelde geval is de BRP aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet bovendien een onmiddellijk opeisbare additionele boete van € 1.000,– verschuldigd wanneer zij niet uiterlijk om 24:00 uur op dezelfde dag een gewijzigd energieprogramma heeft ingediend dat voldoet aan de eis van consistentie.

  • 5. De in het vierde lid bedoelde additionele boete bedraagt € 4.000,– voor iedere volgende keer dat zich binnen hetzelfde kalenderjaar voordoet dat de BRP niet uiterlijk om 24:00 uur op dezelfde dag een gewijzigd energieprogramma heeft ingediend.

  • 6. De in het eerste tot en met vierde lid genoemde boetes worden in voorkomend geval gecumuleerd. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet restitueert aan de BRP zonder vergoeding van rente de op grond van de in het derde tot en met vijfde lid geïnde boetes indien en nadat de BRP ten opzichte van wiens energieprogramma de externe inconsistentie bestond schriftelijk jegens de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet heeft verklaard dat de desbetreffende energietransactie(s) door de BRP juist was (waren) verantwoord.

Artikel 10.33
  • 1. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet is een boete verschuldigd van € 5.000,– voor iedere keer dat hij niet binnen de in artikel 10.11, tweede lid, of artikel 10.13, eerste lid, daartoe bepaalde tijdspanne aan één of meer BRP's heeft bericht als in die bepalingen aangegeven.

  • 2. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet is een boete verschuldigd van € 5.000,– voor iedere keer dat hij één of meer BRP's niet binnen 30 minuten na indiening van het energieprogramma heeft bericht omtrent de in artikel 10.14, eerste lid, onderdeel a, bedoelde consistentie respectievelijk niet binnen 30 minuten na de sluitingstijd voor inzending van energieprogramma's respectievelijk programmawijzigingen heeft bericht omtrent de in artikel 10.14, eerste lid, onderdeel a, bedoelde consistentie van het door een BRP ingediende energieprogramma.

  • 3. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet is een boete verschuldigd van € 5.000,– voor iedere keer dat hij één of meer BRP's niet vóór 24:00 uur van een werkdag een opgave verstrekt van de onbalansen van een BRP gedurende het daaraan voorafgaande etmaal of, als de eerstbedoelde werkdag volgt op een weekeinde of een algemeen erkende feestdag, de onbalansen gedurende dat weekeinde onderscheidenlijk die feestdag of -dagen en het etmaal dat daaraan vooraf is gegaan.

Artikel 10.34
  • 1. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet maakt van iedere door zichzelf en van iedere door een BRP betaalde boete een aantekening in een register, dat voor iedere BRP op zijn hoofdkantoor ter inzage ligt en waarvan iedere BRP desgewenst een afschrift zal worden gezonden.

  • 2. Uiterlijk de vijftiende van een maand keert de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet aan BRP's een bedrag uit ter grootte van de door de BRP's betaalde boetes overeenkomstig artikel 10.32 en de door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet betaalde boetes overeenkomstig artikel 10.33 in de daaraan voorafgaande kalendermaand, gedeeld door het totaal aantal erkende BRP's in die voorafgaande maand, vermeerderd met 1, zijnde de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet als mede-restitutiegerechtigde.

Artikel 10.35
  • 1. In de navolgende gevallen kan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de balanceringsverantwoordelijkheid van een BRP met onmiddellijke ingang of tegen een te bepalen datum intrekken. Voor zover het niet voldoen aan een hierna gesteld geval tevens op grond van artikel 10.32 leidt tot de verschuldigdheid van een boete, wordt een niet voldoen hierna in ieder geval slechts in aanmerking genomen als de verschuldigdheid van de boete onherroepelijk is geworden:

    • a. de BRP voldoet niet langer aan de bij of krachtens de wet- en regelgeving gestelde voorwaarden voor erkenning als BRP;

    • b. de BRP heeft op een kalenderdag niet vóór de daartoe in artikel 10.11, eerste lid en artikel 10.12, bepaalde tijdstippen een energieprogramma voor de daaropvolgende kalenderdag ingediend, en heeft zulks evenmin onverwijld gedaan na daarop door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet te zijn gewezen, of is tenminste tweemaal in zeven dagen of driemaal in 30 dagen in gebreke gebleven als in de aanhef van dit lid bedoeld;

    • c. de BRP heeft een energieprogramma ingediend waarin de per onbalansverrekeningsperiode op een tot zijn balanceringsverantwoordelijkheid behorend(e) aansluiting(en) in te voeden of af te nemen netto-hoeveelheid energie niet is gedekt door transacties die zijn opgenomen in de energieprogramma’s van andere BRP's of door bij of krachtens de Elektriciteitswet 1998 en deze code toegestane import- of exporttransacties waarvoor door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet transportcapaciteit is toegekend, en

      • zij heeft niet onverwijld na daarop door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet te zijn gewezen een nieuw energieprogramma ingediend, waarin de in de aanhef van dit onderdeel bedoelde dekking wel is voorzien, of;

      • zij is ten minste tweemaal in een periode van zeven dagen of driemaal in een periode van 30 dagen in gebreke gebleven als in de aanhef van dit onderdeel bedoeld;

    • d. de BRP houdt met opzet onbalans in stand, waarbij evenwel geldt dat de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de erkenning niet kan intrekken dan nadat zij de BRP in de gelegenheid heeft gesteld zich uit te laten over de gronden waarop de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet baseert dat deze intrekkingsgrond aanwezig is;

    • e. de BRP heeft gedurende een etmaal meer transacties, uitgedrukt in aantal MW, in haar energieprogramma’s verantwoord dan de omvang die ten grondslag ligt aan de met toepassing van artikel 10.7, vierde lid, onderdeel, b en artikel 10.8 vastgestelde hoogte van de verstrekte financiële zekerheden en zij verstrekt niet op eerste verzoek van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet aanvullende financiële zekerheid;

    • f. de BRP oefent voor een grotere totale aansluitcapaciteit, uitgedrukt in MW, balanceringsverantwoordelijkheid uit, dan de capaciteit waarvan is uitgegaan bij de bepaling van de hoogte van de verstrekte financiële zekerheden en zij verstrekt niet op eerste verzoek van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet aanvullende financiële zekerheid;

    • g. de BRP voldoet in andere gevallen dan in onderdeel e en f bedoeld niet aan een gemotiveerd en op deze code gebaseerd verzoek van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet om binnen redelijke termijn aanvullende financiële zekerheid te verstrekken;

    • h. de BRP betaalt niet een krachtens deze code verschuldigd bedrag, ondanks ingebrekestelling door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, voor zover die is vereist, of blijft in gebreke ten aanzien van enige andere verplichting die ingevolge deze code op haar rust;

    • i. de BRP wordt ontbonden, verdwijnt door fusie of wordt geliquideerd, surséance van betaling wordt verleend of failliet wordt verklaard, dan wel wanneer toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op een BRP wordt uitgesproken.

  • 2. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet kan de balanceringsverantwoordelijkheid van een BRP voorts intrekken ingeval haar aanwijzing als beheerder van het landelijk hoogspanningsnet op grond van de Elektriciteitswet 1998 wordt ingetrokken of niet wordt vernieuwd. Intrekking vindt in dat geval plaats met inachtneming van een termijn van dertig dagen vóór de beoogde datum waarop de intrekking van kracht wordt.

§ 10.8 Balanceringsdiensten
Artikel 10.36
  • 1. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet verkrijgt balanceringsdiensten door de volgende producten aan te kopen:

    • a. balanceringscapaciteit FCR voor het FCP overeenkomstig ten minste de in artikel 154 van de Verordening (EU) 2017/1485 (GL SO) bepaalde technische minimumeisen;

    • b. balanceringscapaciteit en balanceringsenergie regelvermogen voor het aFRP overeenkomstig het in bijlage 8 bepaalde;

    • c. balanceringsenergie reservevermogen voor het mFRP overeenkomstig het in bijlage 9 bepaalde;

    • d. balanceringscapaciteit noodvermogen voor het mFRP overeenkomstig het in bijlage 10 bepaalde.

  • 2. Bijlagen 8, 9 en 10 beschrijven de onder het tweede lid genoemde producten met de kenmerken voor standaardproducten zoals uiteengezet in artikel 25 van de Verordening (EU) 2017/2195 (GL EB) waar deze relevant zijn. Het volledige overzicht van specificaties voor de producten wordt uiteengezet in door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet vast te stellen procedures en specificaties.

  • 3. De specificaties voor reservevermogen in bijlage 9 hebben alleen betrekking op het gebruik van reservevermogen door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet voor balancering.

Artikel 10.37
  • 1. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet kan aan een natuurlijk persoon, rechtspersoon of vennootschap, niet zijnde een netbeheerder, op aanvraag een erkenning als BSP verlenen. Een natuurlijke persoon, rechtspersoon dan wel vennootschap kan slechts voor één erkenning als BSP in aanmerking komen.

  • 2. De BSP heeft het recht:

    • a. balanceringscapaciteit beschikbaar te stellen aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet;

    • b. balanceringsenergie beschikbaar te stellen aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet;

    • c. [gereserveerd]

    • d. balanceringsdiensten aan te bieden met een reserveleverende eenheid en een reserveleverende groep.

  • 3. De aanvraag om een erkenning als BSP wordt schriftelijk en ondertekend door een bevoegd persoon ingediend bij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet volgens een door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet uit te geven model.

  • 4. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet beslist of de aanvrager voor erkenning als BSP in aanmerking komt, binnen 14 dagen na het laatste tijdstip van ontvangst van het aanvraagformulier, of het voltooien van het relevante FCR-prekwalificatieproces of FRR-prekwalificatieproces.

  • 5. Een erkenning als BSP wordt verleend, nadat:

    • a. de aanvrager met succes het prekwalificatieproces van reserveleverende eenheden of reserveleverende groepen heeft doorlopen voor het leveren van tenminste één van de in artikel 10.36, eerste lid, genoemde producten;

    • b. de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet zich ervan heeft vergewist dat de aanvrager beschikt over de deskundigheid en over de technische, administratieve en organisatorische faciliteiten die vereist zijn om als BSP te kunnen optreden.

Artikel 10.38
  • 1. De overeenkomstig artikel 9.19, eerste lid, onderdeel a, aangewezen BSP's, en BSP's met een biedplicht op grond van een overeenkomst voor balanceringscapaciteit, sturen dagelijks, vóór 14:45 uur, biedingen balanceringsenergie in.

  • 2. Alle BSP's kunnen op vrijwillige basis biedingen balanceringsenergie indienen tot een half uur voorafgaand aan de onbalansverrekeningsperiode waarop de aanpassing betrekking heeft, zijnde de BE-GCT. De BSP kan zowel de omvang als de prijs van een ingediende bieding aanpassen, als ook een bieding intrekken, tot de BE-GCT, tenzij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de bieding al geactiveerd heeft.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde BSP's kunnen zowel de omvang als de prijs van een bieding aanpassen vanaf het moment dat de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet zijn goedkeuring heeft verleend aan alle energieprogramma's voor de volgende dag tot de BE-GCT, tenzij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de bieding al geactiveerd heeft.

  • 4. Alle BSP's dienen biedingen balanceringsenergie in conform door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet vast te stellen procedures en specificaties.

  • 5. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet stelt de BSP op de hoogte van ontvangst van de bieding.

  • 6. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet informeert een BRP over de opname van een aansluiting, waarover hij balanceringsverantwoordelijkheid uitoefent, in een portfolio waarmee een BSP een bieding balanceringsenergie kan indienen.

Artikel 10.39
  • 1. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet activeert en deactiveert biedingen voor regelvermogen automatisch om de FRCE binnen de frequentiehersteltijd tot nul te regelen en om de geactiveerde FCR progressief te vervangen.

  • 2. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet activeert biedingen voor reservevermogen om geactiveerde biedingen regelvermogen beschikbaar te maken in het geval dat het aanbod van biedingen regelvermogen verzadigt.

  • 3. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet activeert een bieding balanceringsenergie door een vermogensrichtwaarde uit te sturen aan een BSP. Hierdoor is de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet gehouden tot:

    • a. het bepalen van het volume dat de BSP gedurende de betreffende onbalansverrekeningsperiode levert;

    • b. het verrekenen van het in onderdeel a bedoelde volume met de BSP;

    • c. het aanpassen van de onbalans van de relevante BRP's voor de geactiveerde aansluiting(en) of allocatiepunt(en) met de onbalansaanpassing, bestaande uit de som van alle aan hem toegerekende volumes bepaald op grond van het zesde lid.

  • 4. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet stelt de BSP en de bij de balanceringsenergiebieding aangewezen BRP's op de hoogte van activering van de bieding.

  • 5. Om het volume aan balanceringsenergie dat met de BSP moet worden verrekend te bepalen, stelt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet per BSP vast hoeveel balanceringsenergie per programmatijdseenheid per richting is geactiveerd. Daartoe telt hij het volgende bij elkaar op:

    • a. voor een bieding regelvermogen: de som van de tijdens een onbalansverrekeningsperiode aan de BSP toegekende vermogensrichtwaardes;

    • b. voor een bieding reservevermogen: het door de BSP aangeboden vermogen vermenigvuldigd met de leveringsperiode;

    • c. voor noodvermogen: het verschil tussen door de BSP geleverde energie op basis van gemeten 5-minutenwaarden gedurende de volledige activeringstijd, leveringsperiode en deactiveringsperiode,en de waarde van de energie die BSP uitwisselt op het leveringspunt in de 5-minutenperiode onmiddellijk voorafgaand aan de 5-minutenperiode waarin de afroep plaats vindt.

  • 6. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet verrekent het per BSP bepaalde volume aan balanceringsenergie per onbalansverrekeningsperiode per richting:

    • a. voor opregelen met de prijs voor opregelen;

    • b. voor afregelen met de prijs voor afregelen.

  • 7. Indien er voor een onbalansverrekeningsperiode geen prijs voor opregelen of prijs voor afregelen is vastgesteld, verrekent de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet het per BSP bepaalde volume in die onbalansverrekeningsperiode met de prijs voor opregelen, respectievelijk de prijs van afregelen vastgesteld voor de voorgaande onbalansverrekeningsperiode.

  • 8. Indien er tijdens een onbalansverrekeningsperiode noodvermogen voor opregelen is ingezet is de prijs voor ingezet noodvermogen:

    • a. tijdens de volledige activeringstijd en de leveringsperiode gelijk aan de hoogste biedprijs van het ingezette regel- en reservevermogen voor opregelen voor de betreffende onbalansverekeningsperiode vermeerderd met 10% dan wel de day-ahead-clearingprijs voor het betreffende klokuur plus € 200 per MWh indien deze hoger is.

    • b. tijdens de deactiveringsperiode gelijk aan de inzetprijs voor opregelen voor de betreffende onbalansverekeningsperiode dan wel de day-ahead-clearingprijs voor het betreffende klokuur vermeerderd met € 200 per MWh indien deze hoger is.

    • c. minimaal € 200 per MWh.

  • 9. Indien er tijdens een onbalansverrekeningsperiode noodvermogen voor afregelen is ingezet is de prijs voor ingezet noodvermogen:

    • a. tijden s de volledige activeringstijd en de leveringsperiode gelijk aan de laagste biedprijs van het ingezette regel- en reservevermogen voor afregelen voor de betreffende onbalansverekeningsperiode verminderd met € 100 per MWh dan wel de day-ahead-clearingprijs voor het betreffende klokuur verminderd met € 250 per MWh indien deze lager is.

    • b. tijdens de deactiveringsperiode gelijk aan de inzetprijs voor afregelen voor de betreffende onbalansverekeningsperiode dan wel de day-ahead-clearingprijs voor het betreffende klokuur verminderd met € 250 per MWh indien deze lager is.

    • c. Gelijk aan € 0 per MWh indien de afzonderlijke prijscomponenten in lid a en b beide positief zijn.

Artikel 10.40
  • 1. Iedere dag stelt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet per BSP een overzicht samen van diens geactiveerde biedingen met betrekking tot het direct voorafgaande etmaal. Dit overzicht bevat per onbalansverrekeningsperiode de volgende gegevens:

    • a. de bedrijfs EAN-code van de aangewezen BRP's;

    • b. het bepaalde volume aan balanceringsenergie per richting;

    • c. de prijs voor opregelen;

    • d. de prijs voor afregelen;

    • e. het te verrekenen bedrag.

  • 2. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet stuurt het op grond van het eerste lid samengestelde overzicht aan de desbetreffende BSP voor 17:00 uur van de eerste werkdag na het etmaal waarop dat overzicht betrekking heeft.

  • 3. De BSP stuurt iedere woensdag een factuur voor diens geactiveerde biedingen balanceringsenergie van de voorafgaande week, lopend van 00:00 uur op zaterdag tot 00:00 uur op de eerstvolgende zaterdag, aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet. Deze factuur kan zowel voor een positief als een negatief bedrag zijn, en bevat ten minste de volgende gegevens:

    • a. bedrijfsnaam BSP;

    • b. datum waarop de bieding is geactiveerd;

    • c. de bepaalde volumes aan balanceringsenergie per richting per onbalansverrekeningsperiode;

    • d. het totaalbedrag.

  • 4. Indien de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet akkoord is met de in het derde lid, onderdelen a tot en met d, genoemde gegevens, betaalt hij, in het geval van een positief bedrag, het in het derde lid, onderdeel d, genoemde totaalbedrag aan de BSP binnen twee weken na ontvangst van de factuur.

Artikel 10.41
  • 1. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet stelt per onbalansverrekeningsperiode een lijst op met biedingen balanceringsenergie, gerangschikt in volgorde van hun biedprijzen en publiceert, vanaf het moment dat hij zijn goedkeuring heeft verleend aan alle energieprogramma's voor de volgende dag, op deze basis, voor elke onbalansverrekeningsperiode van de volgende dag, de verwachte prijs voor opregelen en de verwachte prijs voor afregelen in elk van de volgende situaties:

    • a. een totaal geactiveerd vermogen van 0 MW;

    • b. een totaal geactiveerd vermogen voor opregelen van 100 MW;

    • c. een totaal geactiveerd vermogen voor opregelen van 300 MW;

    • d. een totaal geactiveerd vermogen voor opregelen van 600 MW;

    • e. een totaal geactiveerd vermogen voor afregelen van 100 MW;

    • f. een totaal geactiveerd vermogen voor afregelen van 300 MW;

    • g. een totaal geactiveerd vermogen voor afregelen van 600 MW;

    • h. een totaal geactiveerd vermogen voor opregelen bij activatie van alle biedingen;

    • i. een totaal geactiveerd vermogen voor afregelen bij activatie van alle biedingen.

  • 2. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet herziet de in het eerste lid genoemde lijst iedere onbalansverrekeningsperiode, en past de in de onderdelen a tot en met i genoemde verwachte prijzen voor opregelen en afregelen op deze basis aan.

L

Hoofdstuk 11 komt te vervallen en komt te luiden:

Hoofdstuk 11 Leveringszekerheid

Artikel 11.1

Op het moment dat de erkenning van een BRP wordt ingetrokken, stelt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet onverwijld de overige netbeheerders, BRP's en de Autoriteit Consument en Markt daarvan in kennis. Vanaf dat moment treedt de in artikel 11.3 genoemde regeling in werking voor de aansluitingen waarvoor de natuurlijke of rechtspersoon die niet meer als BRP in het aansluitingenregister staat vermeld. De overige netbeheerders stellen in dat geval de betreffende leveranciers, indien deze bepaaldelijk zijn gemachtigd, en de betreffende aangeslotenen voor zover die geen leverancier hebben gemachtigd, onverwijld in kennis over de intrekking. Grootverbruikers die wel een leverancier hebben gemachtigd worden in kennis gebracht door de gemachtigde leverancier.

Artikel 11.2
  • 1. Indien de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet voorziet dat een BRP niet langer in staat zal zijn, zijn verplichtingen na te komen of voor een BRP de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling is uitgesproken, surséance van betaling is verleend, respectievelijk faillissement is uitgesproken, pleegt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet overleg met de Autoriteit Consument en Markt. In dit overleg wordt bepaald of en zo ja onder welke voorwaarden de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet (de curator of de bewindvoerder van) de BRP kan respectievelijk moet aanbieden de intrekking van de erkenning als BRP op te schorten, en voor zover dat redelijkerwijs noodzakelijk is voor het borgen van de economische stabiliteit van het systeem garant te staan voor de kosten van inkoop van de elektriciteit en balancering en eventuele andere aan deze opschorting gerelateerde kosten tegen de door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet te stellen voorwaarden voor de garantstelling tijdens deze tijdelijke voortzetting. Afhankelijk van het resultaat van dit overleg treedt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet in overleg met de betreffende (curator of bewindvoerder van) de BRP en kan hij een aanbod tot het afgeven van een garantie in laatstbedoelde zin doen voor ten hoogste tien werkdagen.

  • 2. Indien en voor zover op grond van dit artikel of van artikel 11.3 de balanceringsverantwoordelijkheid van groepen aangeslotenen wijzigt als gevolg van de intrekking van de erkenning van de aanvankelijke BRP, verkoop of doorstart van de onderneming van de aanvankelijke BRP of anderszins, zorgt de netbeheerder die het aangaat ervoor dat de wisseling van balanceringsverantwoordelijkheid binnen één werkdag in het aansluitingenregister is verwerkt.

  • 3. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet neemt de te zijnen laste blijvende kosten, gemaakt ter uitvoering van zijn taak bedoeld in het eerste lid, op in zijn tarieven.

Artikel 11.3
  • 1. In de gevallen bedoeld in artikel 11.1 wordt de balanceringsverantwoordelijkheid voor de in dat artikel bedoelde aansluitingen door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet over de andere BRP's als volgt verdeeld:

    • a. de aansluitingen waarvoor de leverancier, daartoe bepaaldelijk gemachtigd, de balanceringsverantwoordelijkheid heeft geregeld en heeft ondergebracht bij een andere rechtspersoon dan hijzelf, zullen worden verdeeld aan de BRP die de leverancier onverwijld schriftelijk aan de netbeheerder die het aangaat opgeeft. Deze schriftelijke mededeling bevat tevens een bevestiging van die BRP dat hij de balanceringsverantwoordelijkheid op zich neemt;

    • b. de aansluitingen van kleinverbruikers waarop de balanceringsverantwoordelijkheid niet is geregeld, zullen worden verdeeld naar rato van het aantal aangesloten kleinverbruikers waarvoor een BRP balanceringsverantwoordelijkheid draagt. De verdeling zal worden uitgevoerd in tienden van procenten;

    • c. de aansluitingen van grootverbruikers die zelf een BRP hebben geregeld, dienen schriftelijk aan de betreffende netbeheerder op te geven wie de balanceringsverantwoordelijkheid over gaat nemen. Deze schriftelijke mededeling bevat tevens een bevestiging van die BRP dat hij de balanceringsverantwoordelijkheid op zich neemt;

    • d. de aansluitingen van grootverbruikers waarvoor de balanceringsverantwoordelijkheid niet tijdig is geregeld, zullen worden verdeeld naar rato van het totaal van de gecontracteerde transportvermogens in deze categorie waarvoor een BRP balanceringsverantwoordelijkheid draagt. De verdeling zal worden uitgedrukt in tienden van procenten. Bij verdeling van grootverbruikers met een gecontracteerd transportvermogen boven de 10 MW of bij substantiële hoeveelheden kan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet vooraf in contact treden met betrokken BRP's ten aanzien van het aanpassen van de verdeling.

  • 2. De BRP's die op grond van onderdeel b of d van het eerste lid aansluitingen toegewezen hebben gekregen, informeren zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen drie werkdagen na de verdeling de betrokken aangeslotenen respectievelijk hun leverancier, indien deze bepaaldelijk is gemachtigd de balanceringsverantwoordelijkheid te regelen, over deze toewijzing, en over de bij hen geldende voorwaarden en de opzeggingsmogelijkheden. Grootverbruikers die een leverancier hebben gemachtigd worden in kennis gebracht door de gemachtigde leverancier.

  • 3. De aangeslotene die voor zijn aansluiting via de in dit artikel bedoelde verdeling een andere BRP heeft gekregen, heeft gedurende twee maanden het recht zonder opzegtermijn van BRP te wisselen.

  • 4. Een BRP die op grond van dit artikel de balanceringsverantwoordelijkheid voor aansluitingen toegewezen heeft gekregen, mag de toewijzing niet weigeren, tenzij hij voordat toewijzing plaatsvindt schriftelijk de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet heeft verzocht niet voor deze toewijzing in aanmerking te willen komen en daarbij tevens tijdig gezamenlijk met een ontvangende BRP heeft aangegeven dat die ontvangende BRP alsdan zijn aandeel overneemt. De verwerkingstermijn van een dergelijk verzoek bedraagt maximaal twee weken. Wel kan deze ontvangende BRP met toepassing van artikel 10.3, eerste lid, opzeggen.

Artikel 11.4
  • 1. Indien de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet geïnformeerd wordt dat of voorziet dat een leverancier niet langer in staat zal zijn, zijn leveringsplicht na te komen of voor de leverancier de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling is uitgesproken, surséance van betaling is verleend respectievelijk faillissement is uitgesproken, pleegt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet overleg met de Autoriteit Consument en Markt. In dit overleg wordt onder andere bepaald of en zo ja onder welke voorwaarden invulling aan het Besluit leveringszekerheid Elektriciteitswet 1998 wordt gegeven. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet kan respectievelijk moet (de curator of de bewindvoerder van) de vergunninghouder of de BRP voor betreffende aansluitingen van de leverancier aanbieden de tijdelijke voortzetting van de levering van ten hoogste tien werkdagen te ondersteunen, wanneer dit redelijkerwijs noodzakelijk is voor het borgen van de economische stabiliteit van het systeem. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet doet dit door garant te staan voor de kosten van inkoop van de elektriciteit, balancering en andere bijkomende kosten tegen de door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet te stellen voorwaarden voor de garantstelling tijdens deze tijdelijke voortzetting. Afhankelijk van het resultaat van dit overleg pleegt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet overleg met (de curator of de bewindvoerder van) de vergunninghouder of de BRP voor betreffende aansluitingen van de leverancier, en kan hij een aanbod tot het afgeven van een garantie in laatstbedoelde zin doen.

  • 2. Voor de levering van grootverbruikers van de leverancier, treedt de BRP die de balanceringsverantwoordelijkheid voor die aangeslotenen draagt, in de plaats van de leverancier tot het moment waarop de grootverbruiker een nieuwe leveringsovereenkomst heeft gesloten dan wel de levering aan die grootverbruiker is beëindigd. De betreffende BRP wordt onverwijld van deze situatie door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet op de hoogte gesteld. De betrokken aangeslotenen worden zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen drie werkdagen na de in de plaatstreding schriftelijk door de betreffende BRP van de ontstane situatie en de thans geldende voorwaarden (daaronder begrepen de opzeggingsmogelijkheden) op de hoogte gesteld.

  • 3. Een vergunninghouder meldt, voor het geval hem, op grond van artikel 2, zesde lid, van het Besluit leveringszekerheid Elektriciteitswet 1998, de levering aan kleinverbruikers wordt toegewezen, aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet welke BRP voor de desbetreffende kleinverbruikers balanceringsverantwoordelijk dient te worden. De verwerkingstermijn van een dergelijk verzoek bedraagt maximaal twee weken.

  • 4. In de in het tweede lid bedoelde situatie wordt de aangeslotene geacht een leveringscontract te hebben met de BRP die in de plaats van de leverancier treedt. De grootverbruiker heeft twee maanden het recht het leveringscontract zonder opzegtermijn te beëindigen. Tevens kan de BRP, voor zover niet reeds overeengekomen, redelijke afspraken maken ten aanzien van balanceringsverantwoordelijkheid voor de aansluiting.

  • 5. De in het tweede lid bedoelde BRP die in de plaats van de leverancier treedt, mag aan de aangeslotene, niet zijnde een kleinverbruiker, een tarief voor de geleverde energie in rekening brengen dat overeenkomt met de uurlijkse day-ahead-prijs op de dag zelf tot stand gekomen op de aangewezen beurs, tenzij de aangeslotene met deze BRP anders is overeengekomen.

  • 6. Indien en voor zover op grond van dit artikel (daaronder begrepen op grond van verkoop of doorstart van de onderneming van de aanvankelijke leverancier) de leverancier van groepen aangeslotenen wijzigt, zorgt de netbeheerder die het aangaat ervoor dat de wisseling van leverancier binnen één werkdag in het aansluitingenregister is verwerkt.

Artikel 11.5

In geval van samenloop van het dreigen weg te vallen dan wel wegvallen van een leverancier en een BRP voor aansluitingen die door beide partijen bediend worden, gelden de volgende aanvullende bepalingen:

  • a. Bij het gelijktijdig nemen van het besluit om een vergunning en een erkenning in te trekken, geldt de aanvullende bepaling dat het besluit dat de vergunning wordt ingetrokken eerder geacht wordt te zijn genomen dan de beslissing tot het intrekken van de erkenning als BRP.

  • b. Als binnen de opschortingsperiode van de intrekking van de erkenning van de BRP de vergunning van de leverancier bij besluit ingetrokken wordt, kan, indien noodzakelijk, de opschortingsperiode van de BRP verlengd worden. Deze verlenging loopt ten hoogste tot het einde van de tijdelijke voortzettingsperiode die geldt voor de betreffende leverancier en geldt alleen voor de aansluitingen die onder deze vergunninghouder vallen.

Artikel 11.6
  • 1. In de situatie als bedoeld in artikel 10.3, vierde lid, treedt de BRP die de balanceringsverantwoordelijkheid voor die aangeslotenen draagt, in de plaats van de leverancier tot het moment waarop de grootverbruiker een nieuwe leveringsovereenkomst heeft gesloten dan wel de levering aan die grootverbruiker is beëindigd. De betreffende BRP switcht daartoe de betreffende aangeslotenen overeenkomstig paragraaf 4.1 van de Informatiecode elektriciteit en gas naar zich toe. De betrokken aangeslotenen worden zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen drie werkdagen na de effectuering van de switch schriftelijk door de betreffende BRP van de ontstane situatie en de thans geldende voorwaarden (daaronder begrepen de opzeggingsmogelijkheden) op de hoogte gesteld.

  • 2. In de in het eerste lid bedoelde situatie wordt de aangeslotene geacht een leveringscontract te hebben met de BRP die in de plaats van de leverancier treedt. De grootverbruiker, heeft twee maanden het recht het leveringscontract zonder opzegtermijn te beëindigen. Tevens kan de BRP, voor zover niet reeds overeengekomen, redelijke afspraken maken ten aanzien van balanceringsverantwoordelijkheid voor de aansluiting.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde BRP die in de plaats van de leverancier treedt, mag aan de aangeslotene, niet zijnde kleinverbruikers, een tarief voor de geleverde energie in rekening brengen dat overeenkomt met de uurlijkse day-ahead prijs op de dag zelf tot stand gekomen op de aangewezen beurs, tenzij de aangeslotene met deze BRP anders is overeengekomen.

M

Artikel 12.7 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het tweede lid wordt ‘programmaverantwoordelijke’ vervangen door: ‘BRP’.

2. In het tweede lid wordt ‘artikel 10.13, eerste lid’ vervangen door: ‘artikel 10.11, eerste lid’.

3. In het derde lid wordt ‘programmaverantwoordelijke’ vervangen door: ‘BRP’.

4. In het derde lid onderdeel a wordt ‘artikel 10.16, zesde lid’ vervangen door ‘artikel 10.14, zesde lid’.

N

In artikel 12.13, negende lid, wordt ‘artikel 10.13, derde lid en 10.14 “ vervangen door: ‘artikel 10.11, derde lid en 10.12’.

O

In artikel 12.16, derde lid, wordt ‘programmaverantwoordelijke’ vervangen door: ‘BRP’.

P

In artikel 12.16, vierde lid, wordt ‘artikel 10.13, derde lid en 10.14 “ vervangen door: ‘artikel 10.11, derde lid en 10.12’.

Q

In artikel 13.16, eerste lid, wordt voor ‘dit hoofdstuk’ toegevoegd: ‘de artikelen 10.11 tot en met 10.28 en’.

R

In artikel 13.16, eerste lid, wordt ‘programmaverantwoordelijken’ vervangen door: ‘BRP's’.

S

In artikel 13.16, vierde lid, wordt ‘programmaverantwoordelijke’ vervangen door: ‘BRP’.

T

Bijlage 2 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de titel van bijlage twee wordt ‘10.23’ vervangen door ‘10.27’.

2. ‘programmatijdseenheid’ wordt telkens vervangen door: ‘onbalansverrekeningsperiode’.

3. ‘programmaverantwoordelijke’ wordt telkens vervangen door: ‘BRP’.

4. ‘programmaverantwoordelijken’ wordt telkens vervangen door: ‘BRP’s’.

5. ‘10.23, eerste lid’ wordt vervangen door: ‘artikel 10.27, eerste lid’.

U

Bijlage 3 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de titel van bijlage drie wordt ‘10.23’ vervangen door ‘10.27’.

2. ‘programmaverantwoordelijke’ wordt telkens vervangen door: ‘BRP’.

3. ‘PV’ wordt telkens vervangen door ‘BRP’.

V

Na bijlage 5 worden bijlages 6, 7, 8, 9 en 10 ingevoegd:

Bijlage 6

[Gereserveerd]

Bijlage 7

[Gereserveerd]

Bijlage 8 Specificaties regelvermogen

  • 1. Een bieding balanceringsenergie regelvermogen moet ten minste voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a. minimumhoeveelheid: 1 MW;

    • b. maximumhoeveelheid: 999 MW;

    • c. deactiveringsperiode: gelijk aan de op- of afregelperiode;

    • d. minimumduur van de leveringsperiode: één onbalansverrekeningsperiode;

    • e. maximumduur van de leveringsperiode: één onbalansverrekeningsperiode;

    • f. de geldigheidsduur: één onbalansverrekeningsperiode;

    • g. wijze van activering: automatisch;

    • h. leveringsperiode: één onbalansverrekeningsperiode;

    • i. ramping rate: minimaal 7% per minuut;

  • 2. Een bieding balanceringsenergie voor regelvermogen is verdeelbaar en kan door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet ook gedeeltelijk ingezet worden.

  • 3. De BSP kan met een bieding balanceringsenergie regelvermogen geen minimumduur tussen het einde van de deactiveringsperiode en de volgende activering vereisen.

  • 4. De BSP moet in de bieding balanceringsenergie regelvermogen uitdrukking geven aan ten minste de volgende variabele kenmerken:

    • a. prijs van de bieding: €/MWh;

    • b. Locatie: EAN-code;

    • c. vermogen: MW;

    • d. Ramping rate: % per minuut.

  • 5. Een BSP kan balanceringscapaciteit voor regelvermogen aanbieden met een contract voor de duur van tenminste een week of maand, of voor een kortere duur indien dit bij de aanbesteding wordt gevraagd door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet

  • 6. Een BSP kan balanceringscapaciteit voor regelvermogen aanbieden met een contract voor:

    • a. opregelen;

    • b. afregelen;

    • c. zowel opregelen als afregelen.

  • 7. Contracten balanceringscapaciteit voor regelvermogen specificeren een plicht voor de BSP om voor de duur van het contract dagelijks biedingen balanceringsenergie in te dienen voor een met de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet overeengekomen vermogen.

Bijlage 9 Specificaties reservevermogen

  • 1. Met een bieding balanceringsenergie reservevermogen voor balancering biedt de BSP aan om balanceringsenergie te leveren binnen een onbalansverrekeningsperiode. Er wordt geen vermogensprofiel verlangd van de BSP.

  • 2. Een bieding balanceringsenergie reservevermogen moet ten minste voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a. voorbereidingsperiode: één onbalansverrekeningsperiode;

    • b. minimumhoeveelheid: 1 MW;

    • c. maximumhoeveelheid: 999 MW;

    • d. minimumduur van de leveringsperiode: één onbalansverrekeningsperiode;

    • e. maximumduur van de leveringsperiode: één onbalansverrekeningsperiode;

    • f. de geldigheidsduur: één onbalansverrekeningsperiode;

    • g. wijze van activering: manueel, conform programma geleverd;

    • h. leveringsperiode: één onbalansverrekeningsperiode.

  • 3. De BSP moet in de bieding balanceringsenergie reservevermogen uitdrukking geven aan de ten minste volgende variabele kenmerken:

    • a. de prijs van de bieding: €/MWh;

    • b. de verdeelbaarheid: ja/nee;

    • c. de locatie: EAN-code;

    • d. het vermogen: MW.

  • 4. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet koopt geen balanceringscapaciteit in voor reservevermogen.

Bijlage 10 Specificaties noodvermogen

  • 1. Een BSP kan balanceringscapaciteit noodvermogen aanbieden met een contract voor de duur van tenminste een maand of kwartaal.

  • 2. Contracten balanceringscapaciteit noodvermogen specificeren een plicht voor de BSP om balanceringsenergie gedurende een maand of kwartaal beschikbaar te houden voor levering overeenkomstig ten minste de volgende voorwaarden:

    • a. volledige activeringstijd voor opregelen: 15 minuten;

    • b. volledige activeringstijd voor afregelen: 10 minuten;

    • c. minimumhoeveelheid: 20 MW;

    • d. minimumduur van de leveringsperiode: drie maal 5 minuten;

    • e. maximumduur van de leveringsperiode: twaalf maal 5 minuten;

    • f. de geldigheidsduur: gelijk aan de contractduur;

    • g. wijze van activering: manueel, direct telefonisch geactiveerd of elektronisch berichtenverkeer en manuele deactivering of elektronisch berichtenverkeer.

  • 3. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet kan de onder 2, onderdeel c, genoemde minimumhoeveelheid naar beneden aanpassen

  • 4. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet kan minder vermogen afroepen dan gespecificeerd in het contract voor balanceringscapaciteit.

  • 5. Het contract kan een minimumduur tussen het einde van de deactiveringsperiode en de volgende activering bepalen.

ARTIKEL II

De Netcode elektriciteit wordt op de in artikel X van dit besluit bepaalde datum als volgt gewijzigd:

A

In artikel 10.2, eerste lid, wordt na het woord ‘rechtspersoon’ ingevoegd: ‘,niet zijnde een netbeheerder,’.

B

Na artikel 10.12, eerste lid wordt een tweede lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Indien de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet op het in het eerste lid bedoelde tijdstip geen energieprogramma ontvangt van een BRP, dan hanteert de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet voor de betreffende BRP voor elke onbalansverrekeningsperiode van het volgende etmaal de waarde van 0 MWh in het interne commerciële handelsprogramma. De betreffende BRP wordt hiervan onverwijld geïnformeerd.

C

Artikel 10.13, zesde lid komt te vervallen.

D

Artikel 10.14, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet onthoudt zijn goedkeuring aan een energieprogramma, indien hetgeen in het extern commercieel handelsprogramma per onbalansverrekeningsperiode omtrent een landgrensoverschrijdende energietransactie is vermeld niet strookt met hetgeen over diezelfde transactie is vermeld in het extern commercieel handelsprogramma overeen gekomen met de buitenlandse instelling die op grond van nationale wettelijke regels belast is met beheer van het transmissiesysteem aan de andere kant van de landsgrens.

E

Na Artikel 10.14, vierde lid wordt een vijfde lid ingevoegd, luidende:

  • 5. Indien hetgeen in het intern commercieel handelsprogramma per onbalansverrekeningsperiode omtrent een energie-transactie is vermeld niet strookt met hetgeen omtrent diezelfde transactie is vermeld in het intern commercieel handelsprogramma van enige andere BRP, dan hanteert de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet voor beide BRP's in de betreffende onbalansverrekeningsperiode 0 waardes. De betreffende BRP wordt hiervan onverwijld geïnformeerd.

F

De nummering van de overige leden van artikel 10.14 wordt vervolgens aangepast.

E

Artikel 10.32 komt te luiden:

  • 1. Een BRP is aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet een onmiddellijk opeisbare boete van € 1.000,– verschuldigd voor iedere keer dat zij haar energieprogramma niet vóór het daarvoor in artikel 10.11, eerste lid bepaalde tijdstip via het in paragraaf 13.5 bedoelde centrale communicatiesysteem heeft ingediend, te verhogen met € 200,– voor ieder vol uur na dat tijdstip waarin indiening van het energieprogramma uitblijft.

  • 2. Een BRP is aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet een onmiddellijk opeisbare boete van € 1.000,– verschuldigd voor iedere keer dat een energieprogramma wordt afgekeurd overeenkomstig artikel 10.14, eerste lid.

  • 3. In het in het tweede lid bedoelde geval is de BRP aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet bovendien een onmiddellijk opeisbare additionele boete van € 1.000,– verschuldigd wanneer zij niet uiterlijk om 24:00 uur op dezelfde dag een gewijzigd energieprogramma heeft ingediend dat kan worden goedgekeurd overeenkomstig artikel 10.14, eerste lid.

  • 4. De in het vierde lid bedoelde additionele boete bedraagt € 4.000,– voor iedere volgende keer dat zich binnen hetzelfde kalenderjaar voordoet dat de BRP niet uiterlijk om 24:00 uur op dezelfde dag een gewijzigd energieprogramma heeft ingediend.

  • 5. De in het eerste tot en met derde lid genoemde boetes worden in voorkomend geval gecumuleerd. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet restitueert aan de BRP zonder vergoeding van rente de op grond van de in het tweede tot en met vierde lid geïnde boetes indien en nadat de BRP schriftelijk jegens de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet heeft verklaard dat de desbetreffende energietransactie(s) door de BRP juist was (waren) verantwoord.

F

Artikel 10.33, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet is een boete verschuldigd van € 5.000,– voor iedere keer dat hij één of meer BRP's niet voor 14:30 heeft bericht omtrent het hanteren van de in artikel 10.14, vierde lid respectievelijk de in artikel 10.12 tweede lid bedoelde waardes in de interne commerciële handelsprogramma’s.

ARTIKEL III

De Netcode elektriciteit wordt op de in artikel X van dit besluit bepaalde datum als volgt gewijzigd:

Artikel 10.37, tweede lid, onderdeel c, komt te luiden:

  • ‘c. een verplichting tot het beschikbaar stellen van balanceringscapaciteit over te dragen aan een andere BSP;'.

ARTIKEL IV

De Netcode elektriciteit wordt op de in artikel X van dit besluit bepaalde datum als volgt gewijzigd:

In artikel 10.39 derde lid onder c wordt ‘BRP’ vervangen door: ‘BRP’s’.

ARTIKEL V

De Tarievencode elektriciteit wordt op de in artikel X van dit besluit bepaalde datum als volgt gewijzigd:

Artikel 3.2.2a wordt gewijzigd als volgt:

In onderdeel a wordt ‘kosten regel- en reservevermogen en primaire reserve’ vervangen door: ‘kosten regel-, reserve- en noodvermogen en primaire reserve’;

In onderdeel g wordt ‘10.5’ vervangen door: ‘11.2’.

ARTIKEL VI

De Meetcode elektriciteit wordt op de in artikel X van dit besluit bepaalde datum als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.2.5.5 wordt ‘programmaverantwoordelijkheid’ vervangen door: ‘balanceringsverantwoordelijkheid’.

B

In artikel 1.2.5.7 wordt ‘programmaverantwoordelijken’ vervangen door: ‘BRP’s’.

C

In artikel 1.2.5.8 wordt ‘programmaverantwoordelijke’ vervangen door: ‘BRP’.

D

In artikel 1.2.5.11 wordt ‘6.3.5.10 van de Informatiecode elektriciteit en gas’ vervangen door: ‘artikel 10.17, elfde lid, van de Netcode elektriciteit’.

E

In artikel 5.5.1 wordt:

1. ‘of 6.3.3.3’ verwijderd.

2. tussen ‘Informatiecode elektriciteit en gas’ en ‘van een netbeheerder’ ingevoegd: ‘of artikel 10.16, derde lid, van de Netcode elektriciteit’.

F

In bijlage 5 B.5.1. wordt:

1. ‘programmatijdseenheid’ telkens vervangen door: ‘onbalansverrekeningsperiode’;

2. ‘(PTE: 15 minuten)’ verwijderd;

3. ‘PTE’ telkens vervangen door: ‘ISP’;

4. onder onder B.a ‘Voorbeeld per PTE’ vervangen door: ‘Voorbeeld per onbalansverrekeningsperiode (ISP)’.

ARTIKEL VII

De Samenwerkingscode elektriciteit wordt op de in artikel X van dit besluit bepaalde datum als volgt gewijzigd:

Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:

1. ‘programmaverantwoordelijken’ wordt vervangen door: ‘BRP’s’.

2. ‘Systeemcode’ wordt vervangen door: ‘Netcode’.

3. ‘programmaverantwoordelijkheid’ wordt vervangen door: ‘balanceringsverantwoordelijkheid’.

ARTIKEL VIII

De Begrippencode elektriciteit wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1.1 wordt op de in artikel X van dit besluit bepaalde datum als volgt gewijzigd:

1. In de begrippen

  • Switch

  • Tariefcorrectiefactor (TCF)

  • Transportprognose

  • Verliesbericht

  • Verondersteld geprofileerd verbruik (VGV)

  • Verwervingsbericht

  • Verzamelpunt

wordt ‘programmaverantwoordelijke’ telkens vervangen door: ‘BRP’.

2. In het begrip ‘Verzamelpunt’ wordt ‘programmaverantwoordelijken’ vervangen door ‘BRP’s’.

3. Het begrip ‘Aansluitingenregister’ komt te luiden:

Aansluitingenregister:

Een register, ingericht en beheerd door de netbeheerder voor de aansluitingen op zijn net, waarin per aansluiting die gegevens zijn vastgelegd die nodig zijn voor de communicatie tussen netbeheerders en marktpartijen aangaande balanceringsverantwoordelijkheid, de facilitering van de mutatieprocessen, de uitvoering van het leveranciersmodel en de productie van duurzame elektriciteit;

4. Het begrip ‘Actuele [leverancier / programmaverantwoordelijke / meetverantwoordelijke]’ komt te luiden:

Actuele [leverancier / BRP / meetverantwoordelijke]:

De [leverancier / BRP / meetverantwoordelijke] die voor een bepaalde aansluiting de rechten en plichten van een [leverancier / BRP / meetverantwoordelijke] uitoefent en als zodanig in het aansluitingenregister staat geregistreerd;

5. Het begrip ‘Programmaverantwoordelijkenregister’ komt te luiden:

BRP-register:

Een door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet ingericht en beheerd register, waarin de namen, adressen, telefoon- en faxnummers alsmede de gegevens ten behoeve van computermatige communicatie vermeld staan van de (rechts)personen die door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet als BRP zijn erkend;

6. Het begrip ‘Energieprogramma’ komt te luiden:

Energieprogramma:

Een door een BRP opgesteld en bij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet ingediend programma dat voor elke onbalansverrekeningsperiode in een etmaal bevat:

  • (i) de positie;

  • (ii) het intern commercieel handelsprogramma;

  • (iii) het extern commercieel handelsprogramma;

7. Het begrip ‘Nieuwe [leverancier / programmaverantwoordelijke / meetverantwoordelijke]’ komt te luiden:

Nieuwe [leverancier / BRP / meetverantwoordelijke]:

De [leverancier / BRP / meetverantwoordelijke] die voor een bepaalde aansluiting de rechten en plichten van een [leverancier / BRP / meetverantwoordelijke] zal gaan uitoefenen en die zich als zodanig in het aansluitingenregister heeft aangemeld of zal gaan aanmelden;

8. Het begrip ‘onbalans’ wordt verwijderd.

9. Het begrip ‘Oude [leverancier / programmaverantwoordelijke / meetverantwoordelijke]’ komt te luiden:

Oude [leverancier / BRP / meetverantwoordelijke]:

De [leverancier / BRP / meetverantwoordelijke] die voor een bepaalde aansluiting de rechten en plichten zal gaan verliezen of heeft verloren en als gevolg daarvan uit het aansluitingenregister is verwijderd of zal worden verwijderd;

10. Het begrip ‘Programmaverantwoordelijke (PV)’ wordt verwijderd.

11. Het begrip ‘Transactiepartij’ komt te luiden:

Transactiepartij:

Een natuurlijke of rechtspersoon die in het energieprogramma van een BRP als bedoeld in artikel 10.2 van de Netcode elektriciteit als partij is vermeld op de grond dat die BRP in dat programma een energietransactie met die natuurlijke of rechtspersoon verantwoordt;

B

Aan artikel 1.1 wordt op alfabetische volgorde ingevoegd:

Biedzone Nederland:

Het gebied als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Verordening (EU) 543/2013 voor Nederland, omvattende het geografische gebied van Nederland en de Nederlandse exclusieve economische zone;

Onbalansprijszone Nederland:

Het gebied als bedoeld in artikel 2, dertiende lid, van de Verordening (EU) 2017/2195 (GL EB) voor Nederland, omvattende het geografische gebied van Nederland en de Nederlandse exclusieve economische zone (en valt dus samen met de biedzone Nederland);

Onbalanszone Nederland:

Het gebied als bedoeld in artikel 2, elfde lid, van de Verordening (EU) 2017/2195 (GL EB) voor Nederland, omvattende het geografische gebied van Nederland en de Nederlandse exclusieve economische zone (en valt dus samen met de biedzone Nederland);

Programmeringszone Nederland:

Het gebied als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel 91, van de Verordening (EU) 2017/1485 (GL SO) voor Nederland, omvattende het geografische gebied van Nederland en de Nederlandse exclusieve economische zone (en valt dus samen met de biedzone Nederland);

Regelzone Maasvlakte – Groot-Brittannië:

Het gebied als bedoeld in artikel 2, zesde lid, van de Verordening (EU) 543/2013 voor de verbinding Maasvlakte – Groot-Brittannië, omvattende de landsgrensoverschrijdende gelijksstroomverbinding met Groot-Brittannië voor zover deze wordt beheerd door de daarvoor aangewezen interconnector-beheerder overeenkomstig haar wettelijke taken;

Regelzone Nederland:

Het gebied als bedoeld in artikel 2, zesde lid, van de Verordening (EU) 543/2013 voor Nederland, omvattende het landelijk hoogspanningsnet, het net op zee en de landsgrensoverschrijdende netten voor zover deze worden beheerd door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet;

ARTIKEL IX

De Informatiecode elektriciteit en gas wordt op de in artikel X van dit besluit bepaalde datum als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1.11 komt te luiden:

  • 1.1.11 Daar waar in deze code sprake is van een programmaverantwoordelijke, wordt de BRP bedoeld voor elektriciteit en de erkende programmaverantwoordelijke voor gas.

B

Na artikel 1.1.15 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

  • 1.1.16 Daar waar in deze code sprake is van het programmaverantwoordelijkenregister, wordt in geval van elektriciteit het BRP-register bedoeld.

C

In artikel 2.1.11 wordt ‘10.13’ vervangen door: ‘10.3’.

D

Paragraaf 6.2.3 vervalt.

E

In artikel 6.3.1.2 wordt ‘overeenkomstig de in 6.3.5.10’ vervangen door: ‘overeenkomstig artikel 10.17, elfde lid, van de Netcode elektriciteit’ en wordt ‘overeenkomstig 6.3.5.10’ vervangen door: ‘overeenkomstig artikel 10.17, elfde lid, van de Netcode elektriciteit’.

F

In artikel 6.3.1.4 wordt ‘6.3.5 tot en met’ vervangen door: ‘6.3.11 en’.

G

Paragrafen 6.3.3 tot en met 6.3.10 vervallen.

H

In de artikelen 6.3.12.1, 6.3.12.2, 6.3.12.3, B1.0.1 en B1.1.3 wordt ‘programmaverantwoordelijkheid’ telkens vervangen door ‘balanceringsverantwoordelijkheid’.

I

Paragraaf 6.3.13 vervalt.

J

In artikel B2.1.7 wordt ‘bepalingen 6.3.5 en 6.3.10 van deze code’ vervangen door: ‘artikelen 10.17 en 10.22 van de Netcode elektriciteit’.

K

In artikel B2.2.6 wordt ‘6.3.5 en 6.3.10’ vervangen door: ‘artikelen 10.17 en 10.22 van de Netcode elektriciteit’.

ARTIKEL X

Voor de inwerkingtreding geldt:

  • Artikel I, V, VI, VII, VIII en IX treden op 1 februari 2019 in werking;

  • Artikel II, III en IV treden 12 maanden na de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst in werking.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 december 2018

Autoriteit Consument en Markt, namens deze: F.J.H. Don bestuurslid

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, postbus 20021, 2500 EA, 's-Gravenhage.

TOELICHTING

1 Samenvatting

  • 1. Met dit besluit wijzigt de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) de Netcode elektriciteit, de Informatiecode elektriciteit en gas, de Meetcode elektriciteit, de Tarievencode elektriciteit, de Samenwerkingscode elektriciteit en de Begrippencode elektriciteit. Door deze wijzigingen worden de voorwaarden voor balancering opgenomen in de technische codes. De wijzigingen zijn voornamelijk het gevolg van artikel 18 van de Verordening (EU) 2017/2195 van de Commissie van 23 november 2017 tot vaststelling van richtsnoeren voor elektriciteitsbalancering (hierna: EB Verordening). Op basis van dit artikel is TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT) verplicht om binnen zes maanden na inwerkingtreding van de EB Verordening een voorstel op te stellen betreffende de voorwaarden voor balancing service providers (BSP's) en voor balancing responsible parties (BRP's). Dit houdt in dat TenneT een volledige beschrijving van het nationale balanceringsysteem moet opnemen in de technische codes.

  • 2. Het codewijzigingsbesluit is gebaseerd op het voorstel van Netbeheer Nederland, TenneT en de Vereniging Nederlandse EnergieDataUitwisseling (NEDU) dat de ACM op 12 juli 2018 heeft ontvangen.

  • 3. Als onderdeel van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure heeft de ACM het ontwerpbesluit en de daarop betrekking hebbende stukken ter inzage gelegd en gepubliceerd op haar website. Van de terinzagelegging is kennis gegeven in de Staatscourant nr. 60183 van 26 oktober 2018. De ACM heeft belanghebbenden in de gelegenheid gesteld binnen zes weken hun zienswijzen op het ontwerp kenbaar te maken.

  • 4. De ACM heeft binnen de gestelde termijn vier zienswijzen ontvangen. Op 27 november 2018 heeft de ACM een schriftelijke zienswijze ontvangen van TenneT, op 28 november 2018 een schriftelijke zienswijze van Netbeheer Nederland, op 6 december 2018 een schriftelijke zienswijze van Energie-Nederland en op 7 december 2018 een schriftelijke zienswijze van de Vereniging Energie, Milieu en Water (hierna: VEMW). De zienswijzen worden onder IV behandeld.

  • 5. Grotendeels betreft deze codewijziging bestaande regelgeving, die nu in de Netcode elektriciteit wordt opgenomen. Daarnaast zijn er aanvullende wijzigingen en beschrijvingen van de huidige werkwijze opgenomen. Naast de verplichte onderdelen uit artikel 18 van de EB Verordening bevat het besluit ook een drietal optionele wijzigingen: hierbij gaat het om de eis dat BSP’s ongebruikte opwekcapaciteit aanbieden na sluiting van de day-ahead-markt, een verzoek tot vrijstelling van publicatie-eisen en een aanvraag voor het gebruik van dubbele prijsstelling voor alle onbalansen.

  • 6. Tot slot gaat het besluit in op de verplichting tot asymmetrische inkoop van balanceringscapaciteit voor op- en afregelen voor het product regelvermogen. Hiertoe heeft TenneT op 27 september 2018 om een vrijstelling verzocht.1

  • 7. Dit besluit houdt voornamelijk in dat er een nieuw hoofdstuk 10 wordt ingevoegd in de Netcode elektriciteit. De bepalingen uit het voormalige hoofdstuk 10 die geen relatie hebben met artikel 18 van de EB Verordening, zijn in een apart hoofdstuk 11 ondergebracht. Daarnaast worden er nog kleine wijzigingen doorgevoerd in andere hoofdstukken van de Netcode elektriciteit en hierboven genoemde codes.

  • 8. Dit besluit bouwt voort op het besluit betreffende het samenvoegen van de Netcode elektriciteit en de Systeemcode elektriciteit.2

2 Aanleiding en gevolgde procedure

2.1 Aanleiding

  • 9. De ACM stelt op grond van artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet) regelgeving vast voor de energiemarkt. Op 18 december 2017 is de EB Verordening in werking getreden. Deze verordening heeft als doel om de Europese balanceringsmarkten te harmoniseren en te integreren. Hiervoor wordt een reeks technische, operationele en marktregels vastgesteld voor het beheer van de werking van balanceringsmarkten.

  • 10. Op grond van de EB Verordening moeten de transmissiesysteembeheerders binnen (delen van) de Europese Unie diverse voorstellen ontwikkelen en ter goedkeuring voorleggen aan hun eigen regulerende instantie. In Nederland is dit de ACM.

  • 11. Dit besluit betreft wijzigingen van alle elektriciteitscodes ter implementatie van de EB verordening. Dit besluit is tot stand gekomen op basis van een voorstel van Netbeheer Nederland, TenneT en NEDU dat de ACM op 12 juli 2018 heeft ontvangen. De directe aanleiding van dit voorstel is de bepaling in artikel 5, vierde lid, onderdeel c van de EB Verordening die voorschrijft dat TenneT het voorstel voor de nationale voorwaarden voor balancing service providers (BSP's) en voorwaarden voor balancing responsible parties (BRP's) overeenkomstig artikel 18 van de EB Verordening moet voorleggen aan de ACM. Volgens artikel 18, eerste lid, van de EB Verordening moet TenneT het voorstel binnen zes maanden na inwerkingtreding van de EB verordening indienen, d.w.z. uiterlijk op 18 juni 2018.

  • 12. Dit voorstel betreft grotendeels een consolidatie van al bestaande regelgeving. Daarnaast zijn beschrijvingen van de huidige werkwijze opgenomen in de Netcode elektriciteit conform artikel 18 van de EB Verordening. Naast verplichte onderdelen uit artikel 18 van de EB verordening bevat het voorstel ook drie optionele punten zoals bedoeld in artikel 18, zevende lid, onderdeel b, e, en g van de EB Verordening. Hierbij gaat het om de eis dat BSP’s ongebruikte opwekcapaciteit aanbieden na sluiting van de day-ahead markt, een verzoek tot vrijstelling van publicatievereisten en een aanvraag voor het gebruik van dubbele prijsstelling voor alle onbalansen.

2.2 Gevolgde procedure

  • 13. De ACM stelt op grond van artikel 36 van de E-wet regelgeving vast voor de energiemarkt. Dit besluit is tot stand gekomen op basis van een voorstel van Netbeheer Nederland, TenneT en NEDU dat de ACM op 12 juli 2018 heeft ontvangen.

  • 14. Teneinde een zorgvuldige besluitvorming te waarborgen heeft de ACM het voorstel van TenneT, Netbeheer Nederland en NEDU op 26 juli 2018 gepubliceerd op haar internetpagina. Er zijn geen zienswijzen ingediend.

  • 15. De ACM is van mening dat het voorstel geen technische voorschriften bevat zoals bedoeld in de Notificatierichtlijn. Om die reden zijn de voorwaarden in dit besluit niet in ontwerp ter notificatie aangeboden.

3 Inhoudelijke toelichting voorstel

  • 16. Het belangrijkste doel van dit voorstel is om aan de verplichting te voldoen om een voorstel voor de voorwaarden voor balancering zoals bedoeld in artikel 18 van de EB Verordening op te stellen. Dit artikel vereist een volledige beschrijving van het nationale balanceringsysteem en is uitgesplitst in voorwaarden voor BRP's en voorwaarden voor BSP's. Het voorstel als gevolg van artikel 18 van de EB Verordening is uitgewerkt in hoofdstuk 10 van de Netcode elektriciteit.

  • 17. Het voorstel bevat een invulling van een aantal optionele onderdelen van artikel 18 van de EB Verordening. Het gaat daarbij om artikel 18, zevende lid, onderdeel b, van de EB Verordening dat vereist dat opwekcapaciteit na sluiting van de day-ahead-markt wordt ingeboden op de balancing energy markt, om onderdeel e, dat het verzoek tot afwijking van publicatie betreft en om onderdeel g, namelijk een aanvraag voor het gebruik van dubbele prijsstelling. Deze optionele delen worden hieronder kort toegelicht.

  • 18. TenneT stelt voor om aanbieders met een gecontracteerd en beschikbaar gesteld trans-portvermogen van meer dan 60 MW te verplichten om vermogen na sluiting van de day-ahead-markt aan te bieden.

  • 19. TenneT stelt voor om de huidige praktijk te handhaven en de biedladder te publiceren voorafgaand aan real-time. Met dit voorstel wordt invulling gegeven aan het optionele artikel 18, zevende lid, onderdeel e, van de EB Verordening en wordt tevens vrijstelling gevraagd op de publicatievereisten in artikel 12 van de EB Verordening.

  • 20. Daarnaast betreft het optionele onderdeel een aanvraag voor het gebruik van dubbele prijsstelling. Hiervoor heeft TenneT verschillende alternatieven bekeken, die bestaan uit het afschaffen van de dubbele prijsstelling, het handhaven van de huidige praktijk en het aanpassen van de dubbele prijsstelling om meer overeen te komen met de behoeften van het huidige systeem en markt. Redenen hiervoor zijn dat er onafhankelijk van de keuze voor behoud van de dubbele prijsstelling of het afschaffen ervan er een goede inhoudelijke keuze gemaakt moet worden over het bepalen van de regeltoestand. Deze discussie wordt gedeeltelijk ook internationaal gevoerd.

  • 21. Artikel 18 van de EB Verordening vereist een beschrijving van de voorwaarden voor BRP's. Het grootste deel van deze bepalingen was al in de voormalige Systeemcode elektriciteit opgenomen. Daarnaast maken enkele bepalingen op dit moment deel uit van de model PV-overeenkomst, de uitvoeringsregels of de Informatiecode elektriciteit en gas. Het voorstel is wat betreft de voorwaarden voor BRP’s met name een herstructurering van het bestaande materiaal.

  • 22. Een van de wijzigingen betreft het voorstel om de handelserkenning voor BRP’s te laten vervallen. De reden is dat het onderscheid tussen een volledige erkenning en een handelserkenning volgens TenneT kunstmatig is. Het onderscheid zou de vraag moeten inhouden of een BRP al dan niet verantwoordelijk is voor aansluitingen. Echter wordt deze keuze in te praktijk niet gemaakt, en vragen ook partijen zonder aansluiting een volledige erkenning aan. Als gevolg zijn de twee verschillende vormen van erkenning niet meer nodig.

  • 23. In aansluiting hierop is een wijziging te vinden in artikel 10.14, eerste lid. Dit artikel ziet op de door TenneT uitgevoerde consistentiecheck. Aan de interne consistentiecheck zoals beschreven in de voormalige Systeemcode elektriciteit geeft TenneT invulling door een controle te doen op de positie van BRP's met een handelserkenning. Voor deze partijen wordt momenteel gecontroleerd of de som van de interne en externe handelsprogramma's samen tot nul optellen. In het voorstel is opgenomen om deze check in de toekomst te laten vervallen en enkel te kijken of handelsprogramma's overeenkomen met die van de tegenpartij.

  • 24. Ten slotte is in de beschrijving van het BRP-erkenningsproces in het voorstel opgenomen dat netbeheerders expliciet uitgesloten worden van het verkrijgen van een erkenning.

  • 25. De EB Verordening definieert naast de BRP- ook de BSP-rol. De BSP heeft het recht balanceringsdiensten aan te leveren vanuit geprekwalificeerde bronnen waar hij toegang toe heeft. De BSP-rol is in Nederland tot op heden niet expliciet gedefinieerd. Op basis van de EB Verordening moet in de toekomst een expliciete erkenning van BSP's plaatsvinden, waarmee de BSP-rol wordt losgekoppeld van het prekwalificatieproces zoals dat in Verordening (EU) 2017/1485 (GL SO) gedefinieerd is.

  • 26. Om de BSP-rol mogelijk te maken dient TenneT een erkenningsproces in te richten voor BSP’s. Het invoeren van de BSP-rol leidt tot enige wijzigingen in de Netcode elektriciteit. Daarnaast zijn ook zaken als beprijzing en volumebepaling van balanceringsenergie onderdeel gemaakt van de Netcode elektriciteit om de voorwaarden voor BSP's compleet te maken.

  • 27. Er worden twee inhoudelijke wijzigingen aan het huidige systeem voorgesteld: ten eerste zal er een secundaire markt gefaciliteerd worden voor balanceringscapaciteit vanuit regelvermogen, reservevermogen en noodvermogen (frequency restoration reserves of FRR). Hiervoor worden BSP's in staat gesteld om hun balanceringscapaciteit over te dragen aan anderen. Ten tweede wordt de mogelijkheid gecreëerd om balanceringsbiedingen in te dienen waarvoor meerdere BRP's worden aangewezen (met behoud van het principe van één BRP per allocatiepunt). Voor beide is een implementatietermijn benodigd.

  • 28. Voor wat betreft het activeren van biedingen voor balanceringsenergie voor overige doeleinden, d.w.z. voor het oplossen van fysieke congestie, geeft TenneT in haar toelichting aan dat dit uit de scope van dit voorstel is geplaatst omdat de behandeling hiervan niet wijzigt ten opzichte van de reeds geldende codebepalingen.

  • 29. Voor een aanzienlijk deel van de inhoudelijke concepten die vallen binnen de scope van artikel 18 van de EB Verordening geldt dat ze niet beschreven staan in de voormalige Systeemcode elektriciteit, maar elders. Het relevante materiaal vanuit deze verschillende bronnen is bij elkaar gevoegd in hoofdstuk 10 en in sommige gevallen explicieter opgenomen dan het geval was. Hierbij is ook de terminologie aangepast naar aanleiding van de EB Verordening. Het betreft hier materiaal uit de Informatiecode elektriciteit en gas, de uitvoeringsregels van TenneT, en de productspecificaties van TenneT.

  • 30. Er zijn twee aandachtspunten bij de aanpassingen van de terminologie. Ten eerste wordt er niet gesproken over kwalificatie maar over erkenning. Ten tweede is er ter verduidelijking voor alle gebruikte geografische gebieden in de Begrippencode elektriciteit aangegeven wat hiermee in de nationale context wordt bedoeld.

4 Beoordeling

4.1 Procedurele beoordeling

  • 31. Dit codewijzigingsvoorstel dient te voldoen aan de procedurele eisen uit artikel 18, derde lid, van de EB Verordening en artikel 33 en artikel 54 van de E-wet.

  • 32. Artikel 18, derde lid, van de EB Verordening vereist dat TenneT overleg pleegt met netbeheerders die gevolgen kunnen ondervinden van de voorwaarden, het kader voor de oprichting van Europese platforms voor de uitwisseling van balanceringsenergie en voor onbalansnetting in acht neemt en regionale netbeheerders en belanghebbenden betrekt bij het opstellen van het voorstel en rekening houdt met hun standpunten. Tot slot moeten de gezamenlijke netbeheerders het voorstel gedurende een maand ter consultatie voorleggen.

  • 33. Artikel 33 van de E-wet vereist dat de gezamenlijke netbeheerders overleg voeren met representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt over de voorstellen met betrekking tot de tariefstructuren en de voorwaarden. In hun voorstel dienen de gezamenlijke netbeheerders ook aan te geven welke gevolgtrekking zij hebben verbonden aan de zienswijzen die die organisaties naar voren hebben gebracht.

  • 34. Volgens artikel 54 van de E-wet moet het voorstel voor zover het gaat om met de administratieve processen samenhangende gegevens voorgesteld worden door een representatief deel van partijen dat zich bezighoudt met levering, transport en meting van elektriciteit en gas zoals bedoeld in artikel 54, eerste lid, van de E-wet.

  • 35. Voor dit voorstel is gedurende een maand een openbare raadpleging gehouden, zoals vereist in artikel 18, derde lid, van de EB Verordening. Deze openbare raadpleging heeft geen reactie opgeleverd.

  • 36. ACM constateert op grond van het voorstel dat er een reeks van overleggen met representatieve organisaties heeft plaatsgevonden. Het complete voorstel is met het Gebruikersplatform Elektriciteits- en Gastransportnetten (GEN) besproken. In het voorstel is een bijlage opgenomen met de op dit voorstel betrekking hebbende delen van het verslag. Dit is conform artikel 33 van de E-wet.

  • 37. Daarnaast constateert de ACM dat het voorstel, voor zover het betrekking heeft op de Informatiecode elektriciteit en gas, is vastgesteld als voorstel van een representatief deel van partijen dat zich bezighoudt met levering, transport en meting van elektriciteit en gas zoals bedoeld in artikel 54, eerste lid, van de E-wet in een bijeenkomst van de ALV NEDU op 9 maart 2016.

  • 38. Naar het oordeel van de ACM voldoet de gevolgde procedure van het voorstel van Netbeheer Nederland, TenneT en NEDU daarmee aan het vereiste uit artikel 18, derde lid, van de EB Verordening en artikel 33 en artikel 54 van de E-wet.

4.2 Afwijkende implementatietermijn

  • 39. TenneT geeft aan dat zij voor een aantal bepalingen, namelijk artikel 10.37, 10.38, 10.39, achtste lid, artikel 10.37, tweede lid, onderdeel c, artikel 10.e, eerste lid, van de Netcode elektriciteit, graag een latere inwerkingtreding ziet dan per direct. De reden is dat TenneT tijd nodig heeft om processen in te richten en enkele systeemwijzigingen door te voeren.

  • 40. De ACM beschouwt de voorgestelde implementatietermijn voor de introductie van de erkenning van de BSP, de mogelijkheid van overdracht van balanceringscapaciteit en die van meerdere BRP’s per BSP bieding als redelijk. Hiertoe overweegt de ACM het volgende.

  • 41. De EB Verordening geeft de ACM op basis van artikel 5(5) de mogelijkheid om een voorgesteld tijdschema voor de implementatie van het voorstel op te nemen. Een dergelijk tijdschema zal niet langer dan 12 maanden zijn na de goedkeuring door de ACM. De voorgestelde implementatietermijnen voldoen aan dit vereiste uit de EB Verordening

  • 42. De EB Verordening vereist daarnaast op basis van artikel 34 dat TenneT de BSP’s de mogelijkheid moet bieden om de verplichtingen om balanceringscapaciteit te leveren over te dragen binnen het gebied waar de inkoop van balanceringscapaciteit plaatsvindt. Voor deze verplichting kan enkel een ontheffing worden gevraagd als de contracteringstermijn korter is dan een week. Aangezien TenneT op dit moment al haar balanceringscapaciteit inkoopt met termijnen gelijk of langer dan een week is het aanbieden van de mogelijkheid tot overdracht een vereiste. Na het besluit van de ACM geldt de toegestane 12 maanden als de nieuwe wettelijke termijn voor deze introductie en vervangt deze de direct geldende bepaling van artikel 32 van de EB Verordening.

  • 43. In afwijking van het ontwerpbesluit heeft de ACM dus besloten om het besluit op 1 februari 2019 in werking te laten treden. Enkel voor de bepalingen voor de overdracht van balanceringscapaciteit en de mogelijkheid van meerdere BRP’s per BSP bieding geldt een termijn van inwerkingtreding van 12 maanden na publicatie van het besluit.

4.3 Inhoudelijke beoordeling

4.3.1 Beoordeling van wijzigingen die volgen uit artikel 18 van de EB Verordening
  • 44. De ACM beschouwt het voorstel voor het grootste deel als zijnde in lijn met de vereisten van artikel 18, vierde, vijfde en zesde lid, van de EB Verordening. In het voorstel hebben Netbeheer Nederland, TenneT en NEDU uiteengezet dat het voorstel alle vereiste onderdelen bevat en omschrijft. De ACM heeft echter besloten om in afwijking van het voorstel en het ontwerpbesluit ook de bepalingen van volume en prijs voor ingezet noodvermogen op te nemen in de Netcode elektriciteit.

Prijs voor balanceringsenergie voor opregelen en afregelen

  • 45. De ACM constateert dat Netbeheer Nederland, TenneT en NEDU in het voorstel een gewijzigde wijze van berekening van de prijs voor geleverde balanceringsenergie voorstellen. In artikel 10.1, onderdeel c en d, wordt de prijs voor opregelen en de prijs voor afregelen gedefinieerd. Deze definities beschrijven dat de prijs voor opregelen (of afregelen) de hoogste (of laagste) biedprijs van het ingezette regel- en reserve vermogen betreft of, indien deze hoger (of lager) is de prijs voor het ingezette noodvermogen voor opregelen (of afregelen). Kortgezegd betekent dit dat de prijs voor opregelen (of afregelen) altijd gelijk is aan de hoogste (of laagste) prijs van geleverde balanceringsenergie die in een onbalansverrekeningsperiode is ingezet.

  • 46. Met de opname van de voorwaarden voor BSP’s in de Netcode elektriciteit wordt nu ook beschreven hoe de partijen die balanceringsenergie aan TenneT leveren voor deze diensten worden vergoed. Dit is in detail beschreven in artikel 10.8. In artikel 10.39, vijfde en zesde lid, is bepaald welke volumes partijen tegen welke prijs krijgen vergoed. In combinatie met de hierboven gegeven definitie is daarmee bepaald dat ook voor biedingen regel- en reservevermogen dit de prijs voor opregelen of de prijs voor afregelen is. Dit betekent een wijziging van de huidige praktijk waarin de prijs van het ingezette noodvermogen niet de vergoeding van het regel- en reservevermogen bepaalt maar enkel de onbalansprijs.

  • 47. De ACM beschouwt de voorgestelde wijziging van de prijsstelling voor de vergoeding van biedingen voor balanceringsenergie voor regel- en reservevermogen als wenselijk. Hiertoe overweegt de ACM het volgende.

  • 48. De EB Verordening stelt in artikel 44 eisen aan de algemene beginselen van verrekening in de balanceringsmarkt. Deze beginselen stellen dat passende economische signalen worden gegeven die een weerspiegeling vormen van de onbalans, ervoor wordt gezorgd dat onbalansen worden verrekend tegen een prijs die een weergave vormt van de realtime energiewaarde, prikkels gegeven worden aan BRP's om in balans te zijn dan wel het evenwicht van het systeem te behouden of te helpen herstellen, de harmonisering van mechanismen voor de verrekening van onbalansen wordt vergemakkelijkt, wordt vermeden dat verstorende prikkels worden gegeven aan BRP's, BSP's en transmissiesysteembeheerders, en de concurrentie onder marktdeelnemers wordt vergroot.

  • 49. De inrichting van de onbalansmarkt in Nederland voor BRP’s en BSP’s voldeed op hoofdlijnen altijd al aan deze algemene beginselen. Een belangrijk kenmerk van het ontwerp is dat de onbalansprijs gemiddeld gezien minder aantrekkelijk is dan de groothandelsmarktprijzen. Dit zorgt ervoor dat er een prikkel voor marktpartijen is om hun onbalans zelf te beheersen en als gevolg daarvan zal TenneT minder grote volumes voor balanceringsenergie hoeven te activeren. Tegelijkertijd zorgt het ontwerp ervoor dat de markt voor de levering van balanceringsenergie aantrekkelijker is dan deelname aan de groothandelsmarkt omdat op deze markt hogere vergoedingen worden gegeven voor de geleverde energie. Met de wijziging wordt de prikkel voor marktpartijen om balanceringsenergie te leveren verder versterkt en wordt de balanceringsenergieprijs het merendeel van de tijd gelijk aan de onbalansprijs. Dit laatste komt de transparantie en gelijke behandeling van partijen ten goede.

  • 50. Bij nadere analyse van het voorstel ten aanzien van de EB Verordening en de ontvangen zienswijzen heeft de ACM tevens in afwijking van het ontwerpbesluit besloten tot het opnemen van prijs- en volumebepalingen voor ingezet noodvermogen. Hiertoe overweegt de ACM als volgt. Op basis van artikel 18, vijfde lid, onder i van de EB Verordening dienen de voorwaarden voor balancering de regels voor verrekening van balanceringsenergie overeenkomstig hoofdstuk 2 van titel V van de EB Verordening te bevatten. In dit hoofdstuk zijn de eisen omschreven aan volume en prijsbepaling voor door BSP’s geleverde balanceringsenergie.

  • 51. Op basis van door TenneT verstrekte informatie3 is de ACM tot de conclusie gekomen dat de prijs voor noodvermogen niet tot stand komt op basis van biedingen van BSP's maar op basis van een vaste berekeningsmethode. Deze berekeningsmethode is voornamelijk afhankelijk van een met opslagen verhoogde prijs voor ingezet regel- en reservevermogen ofwel de day-ahead-clearingprijs. Omdat deze prijsregel vanaf nu tijdens inzet van noodvermogen zowel de vergoeding van BSP's die regel- en reservevermogen leveren als de vergoeding voor onbalans door BRP’ zal bepalen is het vanuit het oogpunt van transparantie en non-discriminatie gewenst dat deze prijsregel wordt vastgelegd in de Netcode elektriciteit.

  • 52. Op basis van informatie verstrekt door TenneT heeft de ACM daarnaast vastgesteld wat de huidige wijze van volumebepaling voor ingezet noodvermogen is en dat deze niet was opgenomen in het voorstel. Het volume van ingezet noodvermogen wordt op dit moment bepaald door het verschil te nemen tussen de gemeten waarde en de referentiewaarde vlak voor activatie van noodvermogen.

  • 53. De ACM heeft met deze aanpassing de intentie om de huidige situatie vast te leggen in de voorwaarden en geen wijziging in de huidige praktijk van TenneT door te voeren. In artikel 10.39 vijfde lid onderdeel c is de beschrijving van de volume bepaling opgenomen. In artikel 10.39 achtste en negende lid is de berekeningsmethode van de prijs van ingezet noodvermogen opgenomen.

Saldo onbalans

  • 54. Voor wat betreft de wijze van bepaling van het saldo onbalans in artikel 10.31, vijfde lid, onder b, van de Netcode elektriciteit heeft de ACM de tekst aangepast om duidelijk te maken dat de kosten voor inkoop van balanceringscapaciteit van regel-, reserve- en noodvermogen geen onderdeel uitmaken van het saldo onbalans. Dit is een wijziging ten aanzien van het ontwerpbesluit. De EB Verordening vereist in artikel 44, tweede lid, onderdeel i, en derde lid expliciet dat de financiële neutraliteit van de transmissiesysteembeheerder ten opzichte van verrekeningen met BRP's, BSP's en met andere transmissiesysteembeheerders moet worden gegarandeerd en dat financiële resultaten als gevolg van deze verrekeningen moeten worden doorgegeven aan de netgebruikers overeenkomstig nationale regels. Met de tekstuele verbetering en de aangebracht expliciete uitzondering van de inkoopkosten voor balanceringscapaciteit is deze financiële neutraliteit naar het oordeel van ACM gegarandeerd door vastlegging in de Netcode elektriciteit.

4.3.2 Beoordeling vrijstellingen

Vrijstelling publicatieplicht biedingen balanceringsenergie (artikel 18, lid zeven, onder e, van de EB Verordening)

  • 55. De ACM beschouwt de voorgestelde voortzetting van de wijze van publicatie van volumes en prijzen voor balanceringsenergie en het niet publiceren van afzonderlijke biedingen als redelijk. Hiertoe overweegt de ACM het volgende.

  • 56. Het publiceren van de prijs van balanceringsenergie enkel voor een aantal vooraf vastgestelde volumes op basis van de werkelijke biedingen ondersteunt gelijk het principe van transparantie geven over de diepte en prijs in de balanceringsenergiemarkt en voorkomt strategisch biedgedrag. Een dergelijke publicatie geeft marktpartijen gelegenheid het risico van onbalans te beoordelen en prikkelt marktpartijen tot toetreding in geval van schaarste. Echter door niet alle biedingen te publiceren wordt strategisch biedgedrag voorkomen en worden marktpartijen aangezet om biedingen te doen op basis van eigen marginale kosten. Omdat TenneT, naast deze transparantie vooraf, achteraf vrijwel direct de (marginale) prijs voor op- en afregelen per onbalansverrekenperiode publiceert is het wat de ACM betreft niet nodig om daarnaast achteraf ook nog biedingen individueel te publiceren.

Vrijstelling voor asymmetrisch inkopen balanceringscapaciteit regelvermogen

  • 57. In de EB Verordening is in artikel 32, derde lid, bepaald dat de inkoop van balanceringscapaciteit voor op- en afregelen voor frequentieherstelreserves afzonderlijk plaats dient te vinden. Dit wordt ook wel asymmetrisch inkopen van balanceringscapaciteit genoemd. Het artikel uit de EB Verordening geeft echter ook de mogelijkheid voor het aanvragen van een vrijstelling van deze eis. TenneT heeft op 27 september 2018 om een vrijstelling verzocht van deze eis voor wat betreft het productregelvermogen.

  • 58. In de aanvraag is TenneT, zoals vereist in artikel 32, derde lid, van de EB Verordening, ingegaan op (a) de vermelding van het tijdsbestek waarvoor vrijstelling wordt gevraagd; (b) de vermelding van het volume balanceringscapaciteit waarvoor vrijstelling wordt gevraagd; (c) een analyse van de gevolgen van een dergelijke vrijstelling voor de deelname van balanceringshulpbronnen overeenkomstig artikel 25, zesde lid, onder b en d, een rechtvaardiging van de vrijstelling, waarin wordt aangetoond dat een dergelijke vrijstelling tot een grotere economische efficiëntie zou leiden. TenneT vraagt voor de periode tot eind 2021 ontheffing voor het gehele in te kopen volume regelvermogen, geeft aan dat er geen gevolgen zullen zijn voor deelname aan de markt voor Europese standaardproducten omdat deze gepland is per eind 2021 te starten. Als laatste geeft TenneT aan dat op dit moment de kosten voor het asymmetrisch inkopen tot een verdubbeling van de inkoopkosten zouden leiden.

  • 59. Op basis van het verzoek tot vrijstelling en de ontvangen zienswijzen is de ACM tot de conclusie gekomen om TenneT slechts tot eind 2020 vrijstelling te verlenen van het verplicht asymmetrisch inkopen van balanceringscapaciteit voor regelvermogen. Hiertoe overweegt de ACM als volgt. Op basis van de in het huidige besluit opgenomen tekst is het voor aanbieders mogelijk om te kiezen voor zowel symmetrisch als asymmetrisch bieden. TenneT geeft aan dat op dit moment asymmetrische biedingen niet competitief zijn maar dat reeds ingezette aanpassingen in de operationele processen daar de komende twee jaar verbetering in moet brengen. Het verbeteren van de markt voor regelvermogen op nationaal niveau wordt door de ACM als een belangrijke voorwaarde gezien voor de start van de grensoverschrijdende uitwisseling via Europese balanceringsplatforms. Daarom verstrekt de ACM TenneT de vrijstelling in beginsel slechts tot eind 2020.

4.3.3 Beoordeling optionele onderdelen

Inbiedplicht biedingen balanceringsenergie (artikel 18, lid zeven, onder b, van de EB Verordening)

  • 60. De ACM beschouwt de voorgestelde voortzetting van de inbiedplicht voor aangeslotenen met een gecontracteerd en beschikbaar transportvermogen van meer dan 60 MW als redelijk. Hiertoe overweegt de ACM het volgende.

  • 61. Het voornaamste doel van de inbiedplicht voor aangeslotenen van meer dan 60 MW na de sluiting van de day-ahead-markt is om TenneT tijdig inzicht te verschaffen in de resterende beschikbaarheid van vermogen in het hoogspanningsnet. Het aanleveren van biedingen verplicht deze partijen enkel tot het ook daadwerkelijk leveren van de geboden elektriciteit in het geval dat TenneT de bieding afroept en vergoedt. De gegeven biedingen kunnen overeenkomstig artikel 10.38, tweede lid, in omvang en prijs worden aangepast tot 30 minuten voor de betreffende onbalansverrekeningsperiode. De inbiedplicht in combinatie met een late sluitingstijd geeft marktpartijen daarmee alle ruimte om in te spelen op veranderende marktomstandigheden terwijl het TenneT de beschikking geeft over de benodigde informatie voor de operationele planning.

Aanvraag behoud dubbele prijsstelling (artikel 18, lid zeven, onder g, van de EB Verordening)

  • 62. De ACM beschouwt de voorgestelde voortzetting van de dubbele prijsstelling als redelijk. Hiertoe overweegt de ACM het volgende.

  • 63. In het voorstel van Netbeheer Nederland, TenneT en NEDU is omschreven dat onbalansprijzen enkel een dubbele prijsstelling hebben ten tijde van tweezijdig regelen als TenneT binnen een onbalansverrekeningsperiode zowel op- als afregelt. Omdat het op dat moment niet gewenst is dat marktpartijen meeregelen om de systeembalans te ondersteunen, beperkt de dubbele prijsstelling in die periode het risico op een onbalans in de tegenovergestelde richting. Hoewel de dubbele prijsstelling alle BRP’s voor hun onbalans laat betalen in de betreffende periode ziet de ACM op dit moment geen reden om het systeem van dubbele prijsstelling in regeltoestand 2 te verlaten. Pas na de goedkeuring van het Europese voorstel tot harmonisering van de belangrijkste kenmerken van de verrekening van onbalansen overeenkomstig artikel 52 van de EB Verordening zal er mogelijk aanleiding zijn om aanpassingen door te voeren in het systeem van dubbele prijsstelling. Dergelijke wijzigingen moeten uiterlijk 18 maanden na de goedkeuring van het Europese voorstel door alle Europese toezichthouders in de nationale voorwaarden worden doorgevoerd.

5 Zienswijzen

  • 64. De ACM heeft vier zienswijzen ontvangen, van TenneT, van Energie-Nederland, van VEMW en van Netbeheer Nederland. Hieronder vat de ACM de zienswijzen kort samen en reageert zij op deze zienswijzen. Hierbij geeft de ACM duidelijk aan of een zienswijze wel of niet tot wijziging van het besluit heeft geleid.

5.1 Zienswijze TenneT

  • 65. De zienswijze van TenneT ziet op een verduidelijking van eerder voorgestelde bepalingen, inhoudelijke verbeteringen en tekstuele wijzigingen. Door de TenneT voorgestelde inhoudelijke verbeteringen is om goedkeuring van energieprogramma's niet meer afhankelijk te maken van de eis van consistentie. In plaats daarvan wordt voorgesteld dat in het geval dat de waardes in de interne handelsprogramma's van BRP's niet overeenstemmen, TenneT waardes van 0 MWh hanteert. De relevante BRP's worden hierover onverwijld geïnformeerd na 14:00 uur, het tijdstip waarop energieprogramma's moeten worden ingediend. Door goedkeuring van energieprogramma's niet meer afhankelijk te laten zijn van de eis van consistentie kan de day-ahead-markt eerder vrijgegeven worden.

5.2 Zienswijze Energie-Nederland

  • 66. De zienswijze van Energie-Nederland ziet inhoudelijk op de introductie van de rol van BSP en BRP. Door de introductie van de nieuwe BSP-rol vraagt zij bij de ACM aandacht voor de consistente definitie van rechten en plichten in deze voorwaarden.

  • 67. Energie-Nederland gaat in haar zienswijze verder in op de mogelijkheid van asymmetrisch inkopen van balanceringscapaciteit. Energie-Nederland benadrukt dat asymmetrische inkoop, dus het apart kunnen aanbieden van opregel- en afregelvermogen, een belangrijke ontwikkeling is voor productie-installaties van duurzame energie zoals wind- en zonneparken. Het aandeel duurzame energie in de elektriciteitsmarkt zal de komende jaren snel toenemen. Voor deze eenheden is asymmetrisch inkopen waardevol, omdat deze eenheden veel sneller vermogen kunnen afregelen dan conventionele eenheden en tegelijk meer moeite hebben om vermogen op te regelen. Daarnaast is het voor aanbieders eenvoudiger om een enkelzijdige portefeuille samen te stellen dan een tweezijdige. Het mogelijk maken van asymmetrisch inkopen kan zorgen voor een meer liquide markt en daarmee de totale capaciteitskosten helpen te reduceren. Energie-Nederland vindt het daarom belangrijk dat asymmetrische inkoop (in de nabije toekomst) wel mogelijk gemaakt wordt. Maar wel naast de mogelijkheid van symmetrische inkoop.

5.3 Zienswijze VEMW

  • 68. De zienswijze van VEMW ziet inhoudelijk op de introductie van de rol van BSP. Door de introductie van de nieuwe BSP-rol vraag VEMW aan ACM om aandacht te geven aan de consistente definitie van rechten en plichten in deze voorwaarden voor balancering en verzoekt om verduidelijking van de ACM met betrekking tot de noodzaak vanuit juridische zekerheid voor het vaststellen in een Nederlandse definitie van de BSP. Daarnaast acht VEMW een verduidelijking van de interpretatie van de ACM wenselijk in verhouding tot het takenpakket van de BSP en met name de vereisten voor de BSP met betrekking uiteengezet in artikel 18, vijfde lid, onder c van de EB Verordening over de aggregatie van productie en verbruikseenheden.

5.4 Zienswijze Netbeheer Nederland

  • 69. Netbeheer Nederland benadrukt in zijn zienswijze dat het codewijzigingsvoorstel een inhoudelijke samenhang kent met het op 15 oktober 2015 ingediende voorstel BR-15-1072 met betrekking tot de uitfasering van het E3 profiel voor grootverbruikaansluitingen kleiner dan 100 kW (hierna: voorstel uitfaseren E3). Het voorstel uitfaseren E3 leidt volgens Netbeheer Nederland tot aanmerkelijke verbeteringen van de onbalansbepaling. Uit oogpunt van doelmatige toepassing van de balanceringsvoorwaarden dient het besluit dan ook uiterlijk gelijktijdig met dit onderhavig besluit worden genomen. Netbeheer Nederland wijst erop dat in het ontwerpbesluit geen aandacht wordt besteed aan deze samenhang.

5.5 Reactie van de ACM op de zienswijzen

  • 70. Met betrekking tot de zienswijze van TenneT concludeert de ACM dat de voorgestelde verduidelijkingen, inhoudelijke verbeteringen en tekstuele wijzigingen de voorgestelde bepalingen verder verbeteren en verduidelijken. Deze wijzigingen zijn overgenomen in het definitieve besluit, met uitzondering van de regels voor verrekening van noodvermogen, de informatievoorziening richting de BRP over de ontvangst van een balanceringsenergiebieding en de wijze van bepaling van het saldo onbalans.

  • 71. Bij het afwijzen van het voorstel van TenneT om de BRP niet vooraf op de hoogte te stellen van de ontvangen bieding overweegt de ACM het volgende. Voor het goed functioneren van de balanceringsmarkt is het belangrijk dat een BRP weet dat een aangeslotene waarvoor hij balanceringsverantwoordelijkheid draagt, als een BSP een bieding bij TenneT heeft ingediend. Immers bij activatie van deze bieding door TenneT zal de onbalans van de BRP achteraf worden aangepast. Omdat de EBGL vereist dat balanceringsverantwoordelijkheid op alle aansluitingen zonder hiaten of overlappingen wordt gedefinieerd en dat elke bieding van een BSP aan één (of meerdere) BRP(‘s) wordt toegewezen voor de berekening van de onbalans is informatie dat TenneT een bieding heeft ontvangen voor beide partijen van belang. de ACM heeft daarom in artikel 10.38 een zesde lid opgenomen waarin wordt bepaald dat TenneT een BRP dient te informeren indien aansluitingen waarover zij balanceringsverantwoordelijkheid uitoefent zijn opgenomen in een portfolio waarmee een BSP balanceringsenergiebiedingen kan indienen.

  • 72. Op basis van de zienswijze van TenneT en nadere analyse van de bepalingen uit de EB Verordening heeft de ACM besloten tot het opnemen van prijs- en volumebepalingen voor ingezet noodvermogen.

  • 73. Met betrekking tot de zienswijze van Energie-Nederland en VEMW zijn met betrekking tot de introductie van de BSP-rol en de interactie met de BRP op basis van de zienswijze van TenneT een aantal verbeteringen aangebracht in de voorwaarden.

  • 74. Op basis van de zienswijzen van Energie-Nederland en VEMW op het punt van de asymmetrische inkoop heeft ACM besloten om het voorstel goed te keuren en TenneT de vrijstelling voor symmetrisch inkopen te verlenen. In de voorwaarden wordt BSP’s de mogelijkheid gegeven om zowel asymmetrisch als symmetrisch te bieden. Dit komt tegemoet aan de wensen van marktpartijen maar vereist ook dat TenneT de vrijstelling dient te krijgen voor symmetrisch inkopen.

  • 75. Op basis van de ontvangen zienswijze van Energie-Nederland is de ACM tot de conclusie gekomen om TenneT slechts tot eind 2020 vrijstelling te verlenen voor het verplicht asymmetrisch inkopen van balanceringscapaciteit voor regelvermogen.

  • 76. De ontvangen zienswijze van Netbeheer Nederland heeft niet tot wijziging van dit besluit geleidt. Het voorstel uitfaseren E3 is een apart codewijzigingsbesluit wat door ACM na dit besluit zal worden behandeld.

  • 77. Verder zijn geen wijzigingen doorgevoerd naar aanleiding van de zienswijzen.

6 Conclusie

  • 78. De voorgestelde wijzigingen van de artikelen in de verschillende netcodes zijn volgens de ACM allemaal een direct gevolg van de Europese vereisten voor de nationale voorwaarden voor balancering. De ACM beschouwt de wijzigingen als een juiste uitwerking van de vereisten uit de EB Verordening.

  • 79. De ACM is verder van oordeel dat de wijzigingen die Netbeheer Nederland, TenneT en NEDU voorstellen niet in strijd zijn met de belangen, regels en eisen bedoeld in artikel 36, eerste en tweede lid, van de E-wet.

  • 80. De ACM heeft grammatica, spelling en interpunctie in het codevoorstel van de gezamenlijke netbeheerders waar nodig gecorrigeerd.

  • 81. De ACM verleent TenneT de gevraagde vrijstelling van de afzonderlijke inkoop van balanceringscapaciteit voor op- en afregeling overeenkomstig artikel 32, derde lid, van de EB Verordening op grond van artikel 5, vierde lid, onder f, van de EB Verordening.

  • 82. De ACM verleent TenneT de gevraagde vrijstelling van de verplichting om informatie bekend te maken over de prijzen in balanceringsenergiebiedingen of balanceringscapaciteitsbiedingen zoals bepaald in artikel 12, vierde lid, van de EB Verordening op grond van artikel 5, vierde lid, onder a, van de EB Verordening.

Autoriteit Consument en Markt, namens deze: F.J.H. Don bestuurslid


X Noot
1

Brief van 25 september 2018 met kenmerk REC-N 18-046.

X Noot
2

Besluit met kenmerk ACM/UIT/503723 in zaak ACM/18/032994.

X Noot
3

Productinformatie mFRRda (Incident Reserve / Noodvermogen) op website TenneT.

Naar boven