Besluit van de Autoriteit Consument en Markt van 12 april 2018, kenmerk ACM/UIT/421626 tot wijziging van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet betreffende de aanpassing van de aansluitvoorwaarden voor regionale netten

De Autoriteit Consument en Markt,

Gelet op artikel 12f, eerste lid van de Gaswet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Aansluit- en transportcode gas RNB wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1.1.1 wordt na ‘en het uitvoeren’ ingevoegd: van transport

B

In artikel 2.1.1.4 wordt de zin ‘De aangeslotene bepaalt na overleg met de regionale netbeheerder de ligging van de aansluitleiding’ vervangen door: De aangeslotene bepaalt na overleg met de netbeheerder de locatie waar de aansluitleiding wordt aangesloten op de gasinstallatie.

C

In artikel 2.1.2.3a wordt na ‘onttrokken’ ingevoegd: of ingevoed.

D

Na artikel 2.1.4.3 wordt een nieuwe paragraaf 2.1.5 toegevoegd, luidende:

2.1.5 De aansluitleiding

  • 2.1.5.1 Indien de netbeheerder alleen het aansluitpunt aanlegt, is de aangeslotene verantwoordelijk voor het onderhoud en de instandhouding van de aansluitleiding.

  • 2.1.5.2 Indien de netbeheerder alleen het aansluitpunt aanlegt, dient de aangeslotene ervoor te zorgen dat de aansluitleiding voldoet aan de bij of krachtens de wet gestelde voorwaarden op het gebied van veiligheid.

  • 2.1.5.3 Indien de netbeheerder alleen het aansluitpunt aanlegt, zijn de bepalingen over de gasinstallatie in artikelen 2.1.4.1 tot en met 2.1.4.3 van overeenkomstige toepassing op de aansluitleiding.

E

Na artikel 2.1.2.3a worden twee nieuwe artikelen 2.1.2.3b en 2.1.2.3c ingevoegd, luidende:

  • 2.1.2.3b De netbeheerder is bevoegd de meetinrichting te onderzoeken om te beoordelen of de meetinrichting aan de Meetcode gas RNB voldoet. Indien blijkt dat de meetinrichting niet voldoet aan de Meetcode gas RNB, is de aangeslotene verplicht de gebreken voor zijn rekening te herstellen binnen een door de netbeheerder opgegeven termijn en conform de eisen zoals vastgelegd in deze Aansluit- en transportcode gas RNB.

  • 2.1.2.3c Voor de periode waarvan vaststaat dat de meetinrichting niet voldoet aan de Meetcode gas RNB, mag de netbeheerder meetwaarden vaststellen. De hoogte van de vast te stellen meetwaarden moet redelijk zijn en de netbeheerder dient te onderbouwen hoe hij de hoogte van de meetwaarden heeft bepaald.

ARTIKEL II

De Meetcode gas RNB wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 2.1.1 komt als volgt te luiden:

  • 2.1.1 De bepalingen van hoofdstuk 2 zijn van toepassing op meetinrichtingen die verbonden zijn met netkoppelingen en de aansluiting van aangeslotenen.

B

De titel van paragraaf 2.3 komt als volgt te luiden:

2.3 Meetinrichting verbonden met een aansluiting met een totale maximale capaciteit groter dan 40 m3(n) per uur.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 april 2018

Autoriteit Consument en Markt, namens deze: F.J.H. Don bestuurslid

Tegen het besluit kunnen degenen, wier belang bij het besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag waarop het besluit ter inzage is gelegd beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA ’s-Gravenhage.

TOELICHTING

I Samenvatting

  • 1. Met dit codebesluit neemt de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) bepalingen op in de codes over de veiligheid van aansluitleidingen in het geval de netbeheerder alleen het aansluitpunt aanlegt. Met deze nieuwe artikelen wordt expliciet duidelijk gemaakt dat de aangeslotene moet zorgen voor de veiligheid van de aansluitleiding als hij deze zelf aanlegt. Tevens voegt de ACM codebepalingen toe die de netbeheerder de bevoegdheid geeft de meetinrichting te controleren. Dit is van belang als de meetinrichting zich niet op dezelfde locatie bevindt als het overdrachtspunt. Tot slot verduidelijkt de ACM met dit codebesluit enkele bepalingen.

II Aanleiding en gevolgde procedure

  • 2. De ACM stelt op grond van artikel 12f van de Gaswet regelgeving vast voor de energiemarkt. ACM heeft op grond van artikel 12c, tweede lid van de Gaswet de bevoegdheid om de tariefstructuren en voorwaarden ambtshalve te wijzigen, indien zij dat noodzakelijk vindt.

  • 3. Op 3 oktober 2017 heeft de ACM de Aansluit- en transportcode gas RNB en de Meetcode gas RNB gewijzigd (hierna: codebesluit aansluitpunt RNB).1 Netbeheer Nederland heeft bij het College van beroep voor het bedrijfsleven beroep aangetekend tegen dit codebesluit. Naar aanleiding hiervan is de ACM in gesprek gegaan met Netbeheer Nederland. Hieruit kwam naar voren dat volgens Netbeheer Nederland enkele onderwerpen en codebepalingen na wijziging door het codebesluit aansluitpunt RNB niet voldoende duidelijk zijn. De ACM vindt de opmerkingen van Netbeheer Nederland grotendeels terecht. Om een langdurige juridische procedure te voorkomen, besluit de ACM de codes aan te passen met dit besluit.

  • 4. ACM heeft op 22 december 2017 een ontwerp van het besluit ter inzage gelegd en gepubliceerd op haar internetpagina. Tevens heeft ACM het ontwerpbesluit gezonden aan Netbeheer Nederland en de representatieve organisaties van netgebruikers.

  • 5. De ACM is van mening dat het voorstel geen technische voorschriften bevat bedoeld in de Notificatierichtlijn. Om die reden zijn de voorwaarden in dit besluit niet in ontwerp ter notificatie aangeboden.

III Inhoudelijke toelichting

  • 6. Netbeheer Nederland heeft op de eerste plaats bezwaar tegen het ontbreken van duidelijkheid over de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van het gastransport in het geval de netbeheerder alleen het aansluitpunt aanlegt. In dat geval legt de aangeslotene de aansluitleiding aan, en moet het duidelijk zijn wie er verantwoordelijk is voor de veiligheid van het gastransport over de aansluitleiding. Dit is momenteel niet expliciet in de codes opgenomen. Hierdoor is ook niet duidelijk welke bevoegdheid de netbeheerder heeft wanneer de veiligheid van het gastransportnet of de netintegriteit in het geding is.

  • 7. Netbeheer Nederland heeft daarnaast bezwaren tegen het ontbreken van een bepaling over de controle van de meetinrichting. Als de netbeheerder alleen het aansluitpunt aanlegt, ligt de meetinrichting niet op dezelfde locatie als het overdrachtspunt. Volgens Netbeheer Nederland ontbreekt voor die gevallen een bepaling die de netbeheerder de bevoegdheid geeft de meetinrichting te controleren op overeenstemming met de Meetcode gas RNB en te handelen indien de meetinrichting niet voldoet. Deze bevoegdheid is wel opgenomen in de Aansluitcode gas LNB – aansluitpunt, waarin voorwaarden staan voor de netbeheerder van het landelijk gastransportnet. Maar voor de regionale netbeheerders ontbreekt deze.

  • 8. De ACM komt tot de conclusie dat een wijziging van de Aansluit- en transportcode gas RNB wenselijk is om dit aan te passen. De ACM wijzigt daarnaast nog enkele codebepalingen in de Aansluit- en transportcode gas RNB en in de Meetcode gas RNB waar zij verduidelijking of herstel nodig achtte.

  • 9. Bij het opstellen van dit besluit heeft ACM zich ervan vergewist dat de voorwaarden in overeenstemming zijn met de belangen, regels en eisen als bedoeld in artikel 12f, eerste en tweede lid, van de Gaswet.

IV Artikelsgewijze toelichting

  • 10. Met artikel I, onderdeel A van dit codebesluit voegt de ACM het tekstdeel ‘van transport’ toe. In het codebesluit aansluitpunt RNB had de ACM deze zin aangepast en daarbij zijn de woorden ‘van transport‘ weggevallen. Dat wordt in dit codebesluit hersteld.

  • 11. Met artikel I onderdeel B van dit codebesluit past de ACM artikel 2.1.1.4 van de Aansluit- en transportcode gas RNB aan. Met het codebesluit aansluitpunt RNB heeft de ACM dit artikel gewijzigd zodat de aangeslotene de ligging van de aansluitleiding bepaalt. Na vragen van Netbeheer Nederland constateert de ACM dat dit niet de bedoeling is. De aangeslotene moet wel bepalen waar de aansluitleiding wordt verbonden met de gasinstallatie, maar moet geen zeggenschap hebben over het tracé van de aansluitleiding zelf, indien het de netbeheerder is die deze aansluitleiding aanlegt. Dat wordt in dit codebesluit aangepast.

  • 12. Met artikel I onderdeel C van dit codebesluit wijzigt de ACM artikel 2.1.2.3a van de Aansluit- en transportcode gas RNB. Met het codebesluit aansluitpunt RNB is dit artikel gewijzigd zodat in het geval de netbeheerder alleen een aansluitpunt aanlegt, de aangeslotene verantwoordelijk is dat tussen het overdrachtspunt en de meetinrichting geen gas wordt onttrokken. Het overdrachtspunt en de meetinrichting liggen dan niet op dezelfde locatie. Met deze wijziging wordt daar ‘of ingevoed’ aan toegevoegd, zodat duidelijk is dat er ook geen gas mag worden ingevoed tussen overdrachtspunt en meetinrichting.

  • 13. Met artikel I onderdelen D van dit codebesluit voegt de ACM een nieuwe paragraaf toe aan de Aansluit- en transportcode gas RNB. In deze paragraaf wordt in drie artikelen geregeld dat indien de netbeheerder alleen het aansluitpunt aanlegt, de aangeslotene de aansluitleiding in stand moet houden en verantwoordelijk is voor het onderhoud en de veiligheid. Daarnaast wordt bepaald dat de bepalingen over de gasinstallatie in de voorgaande paragraaf ook van toepassing zijn op de aansluitleiding. Dat betekent onder meer dat de netbeheerder mag ingrijpen indien de aansluitleiding niet aan de voorwaarden voldoet en daarmee de systeemintegriteit of de veiligheid in gevaar brengt. De ACM vindt het noodzakelijk dat dit wordt toegevoegd aan de code zodat duidelijk is dat de aangeslotene verantwoordelijk is voor de veiligheid indien de aangeslotene de aansluitleiding zelf aanlegt. Met dit codebesluit wordt dat expliciet in de code opgenomen.

  • 14. Met artikel I onderdeel E van dit codebesluit voegt de ACM twee nieuwe artikelen toe aan de Aansluit- en transportcode gas RNB. In deze artikelen wordt bepaald dat de netbeheerder de meetinrichting mag controleren. Deze bepaling geldt voor alle situaties, maar is met name belangrijk wanneer de netbeheerder alleen het aansluitpunt aanlegt. In die gevallen bevindt de plaats van de meetinrichting zich immers niet op het overdrachtspunt, terwijl wel wordt verondersteld dat de hoeveelheid gemeten gas overeenkomt met het gas dat over het overdrachtspunt stroomt. Indien de netbeheerder gerede twijfel heeft over de juistheid van de meting, kan hij met deze bevoegdheid de meetinrichting controleren. Indien de meetinrichting niet voldoet aan de gestelde eisen, mag de netbeheerder een termijn stellen waar binnen de meetinrichting moet worden hersteld. Daarnaast mag de netbeheerder meetwaarden vaststellen voor de periode waarvoor vaststaat dat de meetinrichting niet naar behoren functioneerde.

  • 15. Met artikel II, onderdeel A wijzigt de ACM artikel 2.1.1. In het codebesluit aansluitpunt RNB was dit artikel gewijzigd, en daarbij verwijderd dat het ook gaat om verbindingen met netkoppelingen. Hierdoor was dit artikel alleen van toepassing op meetinrichtingen verbonden met de aansluiting van aangeslotenen, en niet meer op meetinrichtingen verbonden met netkoppelingen. Naar aanleiding van vragen die de ACM hierover heeft ontvangen van Netbeheer Nederland, wordt dat in dit codebesluit hersteld.

  • 16. Met artikel II, onderdeel B wijzigt de ACM de titel van paragraaf 2.3. In het codebesluit aansluitpunt RNB was de titel van deze paragraaf ook reeds aangepast naar: ‘Meetinrichting bij een aansluiting met een totale maximale capaciteit groter dan 40 m3(n) per uur.’ Naar aanleiding van vragen die de ACM hierover heeft ontvangen wordt deze titel nu gewijzigd in: ‘Meetinrichting verbonden met een aansluiting met een totale maximale capaciteit groter dan 40 m3(n) per uur.’ Naar mening van de ACM is het hierdoor duidelijker wat er bedoeld wordt.

Autoriteit Consument en Markt, namens deze: F.J.H. Don bestuurslid


X Noot
1

Besluit met kenmerk ACM/DE/2017/204527.

Naar boven