Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken 8 februari 2017, nr. 17020610, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bescherming van de teelt van de biologische teelt van appel tegen appelbloesemkever (Anthonomus pomorum). (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de biologische teelt van appel tegen appelbloesemkever (Anthonomus pomorum), 2017)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van de Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309);

BESLUIT:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt verleend voor het gebruik van Raptol (koolzaadolie: 825,3 g/L en pyrethrinen: 4,59 g/L) ter bescherming van de biologische teelt van appel tegen appelbloesemkever (Anthonomus pomorum).

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de gebruiksvoorschriften in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2017 en vervalt op 15 april 2017.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de biologische teelt van appel tegen appelbloesemkever (Anthonomus pomorum) 2017.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze, R.P. van Brouwershaven directeur Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit

Bezwaar

Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na dagtekening van dit besluit digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen.

Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via ‘mijn.rvo.nl’. Om in te loggen heeft u uw gebruikerscode en wachtwoord nodig, voor de ondertekening een TAN-code. Bij een digitaal bezwaarschrift stuurt u een kopie van dit besluit mee als pdf-bestand of u stuurt een kopie per post na.

Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij een schriftelijk bezwaar stuurt u een kopie van dit besluit mee met uw bezwaarschrift.

Op mijn.rvo.nl/bezwaar vindt u meer belangrijke informatie over het digitaal en schriftelijk indienen van een bezwaarschrift.

Meer informatie

Heeft u nog vragen over uw bezwaarschrift, kijk dan op de website: mijn.rvo.nl. of bel: 088 042 42 42 (lokaal tarief).

BIJLAGE: WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT RAPTOL (WERKZAME STOF KOOLZAADOLIE, 825,3 G/L, EN PYRETHRINEN 4,59 G/L)

Wettelijk Gebruiksvoorschrift

Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als insecticide door middel van een gewasbehandeling in de volgende toepassingsgebieden (volgens Definitielijst toepassingsgebieden versie 2.0, Ctgb juni 2011) onder de vermelde toepassingsvoorwaarden.

Toepassings-

gebied

Type

toepassing

Te bestrijden organisme

Dosering (middel) per toepassing

Maximale dosering (middel) per toepassing

Maximaal aantal toepassingen per 12 maanden

Maximaal aantal liter/kg middel per ha per 12 maanden

Minimum interval tussen toepassingen in dagen

Veiligheidstermijn in dagen of uiterst gewasstadium waarop toegepast mag worden

Appel (biologische teelt)

gewasbehandeling

Appel bloesem kever*

0,46%

4,6 l/ha

2

9,2 l/ha

7

Alleen toepassen in het voorjaar voor de bloei

*Anthonomus pomorum

Toepassingsvoorwaarden

Draag beschermende kleding tijdens het toepassen van het middel.

Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing van het middel uitsluitend toegestaan wanneer in perceelsstroken die grenzen aan oppervlaktewater in de eerste 20 m vanaf de insteek van de sloot gebruik wordt gemaakt van een KWH k1500-3R2 VLOS 3-rijenspuit met variabele luchtondersteuning en minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen en lage ventilatorstand (400 rpm) in combinatie met een gesloten windhaag op de rand van het rijpad met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 4,5 meter.

Om bijen en andere bestuivers te beschermen is toepassing van het middel uitsluitend toegestaan wanneer in perceelsstroken die niet grenzen aan oppervlaktewater in de eerste 20 m van het gewas, gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij, gebruik wordt gemaakt van één van de volgende maatregelen:

  • Wannerspuit met reflectieschermen en venturidoppen (minimaal 90% driftreducerend) (Lechler ID 90-015C) met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter;

  • Tunnelspuit met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 4,5 meter;

  • Venturidoppen (minimaal 90% driftreducerend) in combinatie met éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel en een lage ventilatorstand, met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 4,5 meter;

  • KWH k1500-3R2 VLOS 3-rijenspuit met variabele luchtondersteuning en minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 4,5 meter.

Het middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen of op niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen en hommels. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid. Verwijder onkruid voordat het bloeit.

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg uw leverancier van natuurlijke vijanden over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

TOELICHTING

1 Algemeen

Artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en nr. 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: Verordening (EG) nr. 1107/2009) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden tijdelijke vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Tijdelijke vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een noodsituatie die op geen enkele andere redelijke manier te bestrijden is.

2 Adviezen

2.1 Noodsituatie

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van een noodsituatie.

Gevaar

Op ongeveer 25% van het areaal biologische appels wordt jaarlijks ingegrepen tegen

Appelbloesemkever. In 2016 was de populatie erg groot. Door de grootte van de populatie verwacht men komende seizoen veel schade. Wanneer de populatie niet verlaagd kan worden als de omstandigheden dit vereisen, wordt de biologische teelt van appel onrendabel waardoor dit insect teeltbedreigend is.

Alternatieven

Niet-chemisch

Twee inheemse sluipwespsoorten zijn in staat de populatiegroei van de appelbloesemkever af te remmen. Het is niet mogelijk om deze sluipwespen te kweken of de natuurlijke populatie te bevorderen. Gerichte inzet van deze sluipwespen is daarom niet mogelijk. De koolmees is ook een natuurlijke vijand van de appelbloesemkever. Het ophangen van koolmeeskasten wordt op biologische bedrijven veel gedaan. De effectiviteit van deze maatregel is echter onvoldoende om de populatie appelbloesemkevers te onderdrukken.

Met geen van deze maatregelen kan appelbloesemkever afdoende bestreden worden.

Chemisch

In de biologische teelt van appel zijn geen middelen toegelaten ter bestrijding van de appelbloesemkever.

Bijzondere omstandigheden

In de jaren 2009 – 2014 is in de biologische teelt het middel op basis van koolzaadolie en pyrethrinen in vloeibare vorm ingezet. Deze toelating als Dringend Vereist Gewasbeschermingsmiddel (DVG) liep 31 december 2014 af.

De toelatinghouder levert inspanningen om te komen tot een oplossing. Er is perspectief voor de toelating van een middel op basis van koolzaadolie en pyrethrinen in de biologische teelt van appel waardoor een kortstondig noodverband gerechtvaardigd is. Voor de gevraagde vrijstellingsperiode is het middel niet beschikbaar.

Conclusie

De NVWA komt tot volgende conclusies:

  • Een landbouwtechnisch doelmatige biologische teelt van appel in Nederland wordt bedreigd door onvoldoende bestrijding van appelbloesemkever.

  • Een landbouwtechnisch doelmatige biologische teelt van appel is met het beschikbare pakket aan maatregelen en middelen niet mogelijk.

  • Er is perspectief voor de toelating van een middel op basis van koolzaadolie en pyrethrinen in de biologische teelt van appel waardoor een kortstondig noodverband gerechtvaardigd is

De tijdelijke vrijstelling van Raptol voor het bestrijden van appelbloesemkever (Anthonomus pomorum) in de biologische teelt van appel voldoet aan de criteria voor een noodsituatie.

2.2 Risicobeoordeling

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van aanvaardbare risico’s.

Humane toxiciteit

Voldoet aan de eisen.

Volksgezondheid

Voldoet aan de eisen.

Gedrag in het milieu

Voldoet aan de eisen.

Ecotoxiciteit

Voldoet aan de eisen met inachtneming van risicoreducerende maatregelen. Er wordt voor de toepassing in appel een acceptabel risico verwacht voor vogels, zoogdieren, niet-doelwitarthropoden (met waarschuwingszin), regenwormen, bodemmicro-organismen, actief slib en niet-doelwit planten.

Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing van het middel uitsluitend toegestaan wanneer in perceelsstroken die grenzen aan oppervlaktewater in de eerste 20 m vanaf de insteek van de sloot gebruik wordt gemaakt van een KWH k1500-3R2 VLOS 3-rijenspuit met variabele luchtondersteuning en minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen en lage ventilatorstand (400 rpm) in combinatie met een gesloten windhaag op de rand van het rijpad met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 4,5 meter.

Om bijen en andere bestuivers te beschermen is toepassing van het middel uitsluitend toegestaan wanneer in perceelsstroken die niet grenzen aan oppervlaktewater in de eerste 20 m van het gewas, gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij, gebruik wordt gemaakt van één van de volgende maatregelen:

  • Wannerspuit met reflectieschermen en venturidoppen (minimaal 90% driftreducerend) (Lechler ID 90-015C) met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter;

  • Tunnelspuit met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 4,5 meter;

  • Venturidoppen (minimaal 90% driftreducerend) in combinatie met éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel en een lage ventilatorstand, met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 4,5 meter;

  • KWH k1500-3R2 VLOS 3-rijenspuit met variabele luchtondersteuning en minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 4,5 meter.

Conclusie

Het College constateert dat er na het nemen van risicoreducerende maatregelen / het inachtnemen van restrictiezinnen geen risico verbonden is aan de vrijstelling.

Advies

Gezien het risico adviseert het College een vrijstelling ex artikel 38 Wgb van het gewasbeschermingsmiddel Raptol in de biologische teelt van appel te verlenen onder vermelding van de volgende risicoreducerende maatregelen/restrictiezinnen:

Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing van het middel uitsluitend toegestaan wanneer in perceelsstroken die grenzen aan oppervlaktewater in de eerste 20 m vanaf de insteek van de sloot gebruik wordt gemaakt van een KWH k1500-3R2 VLOS 3-rijenspuit met variabele luchtondersteuning en minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen en lage ventilatorstand (400 rpm) in combinatie met een gesloten windhaag op de rand van het rijpad met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 4,5 meter.

Om bijen en andere bestuivers te beschermen is toepassing van het middel uitsluitend toegestaan wanneer in perceelsstroken die niet grenzen aan oppervlaktewater in de eerste 20 m van het gewas, gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij, gebruik wordt gemaakt van één van de volgende maatregelen:

  • Wannerspuit met reflectieschermen en venturidoppen (minimaal 90% driftreducerend) (Lechler ID 90-015C) met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 3 meter;

  • Tunnelspuit met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 4,5 meter;

  • Venturidoppen (minimaal 90% driftreducerend) in combinatie met éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel en een lage ventilatorstand, met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 4,5 meter;

  • KWH k1500-3R2 VLOS 3-rijenspuit met variabele luchtondersteuning en minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 4,5 meter.

Het middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen of op niet-bloeiende gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen en hommels. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid. Verwijder onkruid voordat het bloeit.

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg uw leverancier van natuurlijke vijanden over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

3 Overwegingen

Een hernieuwde tijdelijke vrijstelling van het gewasbeschermingsmiddel Raptol is gewenst, omdat zonder deze vrijstelling de biologische teelt van appel op geen enkele andere redelijke wijze te beschermen is tegen appelbloesemkever (Anthonomus pomorum). Hierdoor wordt de doelmatige biologische teelt van appel bedreigd. Belanghebbenden spannen zich in om op korte termijn te beschikken over een regulier toegelaten gewasbeschermingsmiddel.

In het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (zie bijlage bij dit besluit) zijn de risico reducerende maatregelen overgenomen die door het Ctgb zijn voorgesteld.

Op 25 maart 2016 (Staatscourant van 30 maart 2016, nr. 14500) is eerder vrijstelling verleend voor het gebruik van Raptol in de teelt van appel.

4 Besluit

De adviezen van de NVWA en het Ctgb overnemend, heb ik in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, besloten om op grond van artikel 38 van de Wgb tijdelijke vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Raptol ter bescherming van de biologische teelt van appel tegen appelbloesemkeverAnthonomus pomorum).

Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2017 en vervalt op 15 april 2017.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze, R.P. van Brouwershaven directeur Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit

Naar boven