Vennootschapsbelasting. Innovatiebox. Wijziging van het besluit van 1 september 2014, nr. BLKB 2014/1054M, Staatscourant 2014, nr. 25141

21 november 2017

nr. BLKB 2017-19826

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit wijzigt het besluit van 1 september 2014, nr. BLKB 2014/1054M, Staatscourant 2014, nr. 25141. Met de wijziging wordt buiten twijfel gesteld dat het laatstgenoemde besluit ziet op de innovatiebox van artikel 12b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, zoals dit gold tot en met 31 december 2016. Omdat de innovatiebox van de artikelen 12b tot en met 12bg van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, zoals deze gelden vanaf 1 januari 2017, op wezenlijke onderdelen – zoals de toegangseisen, het te hanteren aggregatieniveau en de nexusbreuk – verschilt van de innovatiebox van artikel 12b (oud) van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, kan dit laatstgenoemde besluit daarop niet van overeenkomstige toepassing worden verklaard. Dit betekent overigens niet dat de uitgangspunten die ten grondslag liggen aan het besluit van 1 september 2014, nr. BLKB 2014/1054M, Staatscourant 2014, nr. 25141, niet ook kunnen gelden voor de innovatiebox van de artikelen 12b tot en met 12bg van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, zoals deze gelden vanaf 1 januari 2017.

ARTIKEL I

Onderdeel 1, tweede alinea, van het besluit van 1 september 2014, nr. BLKB 2014/1054M, Staatscourant 2014, nr. 25141, wordt vervangen door:

Dit besluit bevat een beschrijving van, een nadere toelichting op en waar nodig een verdere invulling van verschillende elementen voor de toepassing van de innovatiebox van artikel 12b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, zoals dit gold tot en met 31 december 2016. Omdat de innovatiebox van de artikelen 12b tot en met 12bg van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, zoals deze gelden vanaf 1 januari 2017, op wezenlijke onderdelen – zoals de toegangseisen, het te hanteren aggregatieniveau en de nexusbreuk – verschilt van de innovatiebox van artikel 12b (oud) van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, kan dit besluit daarop niet van overeenkomstige toepassing worden verklaard. Dit betekent overigens niet dat de uitgangspunten die ten grondslag liggen aan dit besluit, niet ook kunnen gelden voor de innovatiebox van de artikelen 12b tot en met 12bg van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, zoals deze gelden vanaf 1 januari 2017. Waar in dit besluit aan artikel 12b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt gerefereerd, wordt bedoeld artikel 12b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, zoals dit gold tot en met 31 december 2016.

In artikel 12b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 is bepaald dat als de belastingplichtige daarvoor kiest, de voordelen uit hoofde van octrooi- en S&O-activa voor de toepassing van de innovatiebox in aanmerking komen. Het toerekenen van deze voordelen aan de innovatiebox moet worden onderscheiden van de toepassing van het arm’s-lengthbeginsel in gelieerde verhoudingen. Pas nadat de arm’s-lengthbeloning is bepaald, kan worden bepaald welk deel van deze beloning als een voordeel voor de toepassing van de innovatiebox in aanmerking komt. Dat laat echter onverlet, dat de gehanteerde toerekeningsmethode voor het bepalen van het innovatieboxvoordeel niet los kan worden gezien van artikel 8b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de daaruit voortvloeiende regelgeving.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2017.

Dit besluit wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

Den Haag, 21 november 2017

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, J. de Blieck Lid van het managementteam Belastingdienst.

TOELICHTING

Artikel I

Artikel I stelt buiten twijfel dat het besluit van 1 september 2014, nr. BLKB 2014/1054M, Staatscourant 2014, nr. 25141, ziet op de innovatiebox van artikel 12b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, zoals dit gold tot en met 31 december 2016. De reden hiervoor is dat de innovatiebox van de artikelen 12b tot en met 12bg van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, zoals deze gelden vanaf 1 januari 2017, op wezenlijke onderdelen – zoals de toegangseisen, het te hanteren aggregatieniveau en de nexusbreuk – verschilt van de innovatiebox van artikel 12b (oud) van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Dit betekent overigens niet dat de uitgangspunten die ten grondslag liggen aan het besluit van 1 september 2014, nr. BLKB 2014/1054M, Staatscourant 2014, nr. 25141, niet ook kunnen gelden voor de innovatiebox van de artikelen 12b tot en met 12bg van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, zoals deze gelden vanaf 1 januari 2017.

Artikel II

In artikel II is de datum van inwerkingtreding van de onderhavige wijziging opgenomen. Deze datum is gesteld op 1 januari 2017. Dit besluit is na de inwerkingtreding terstond uitgewerkt en bevat daarom geen vervalbepaling.

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, J. de Blieck Lid van het managementteam Belastingdienst

Naar boven