Beveiliging, Particuliere Fondsen cao 2016/2020

Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 januari 2016 tot wijziging van het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Fondsen cao Particuliere Beveiliging

UAW Nr. 11719

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen het verzoek van het Sociaal Fonds Particuliere Beveiliging namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Partij(en) ter ener zijde: Nederlandse Veiligheidsbranche;

Partij(en) ter andere zijde: De Unie, FNV en CNV Dienstenbond.

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

Dictum I

Het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Fondsen cao Particuliere Beveiliging1 wordt met inachtneming van dictum II als volgt gewijzigd:

A

De onder dictum I opgenomen bepalingen worden als volgt gewijzigd:

Artikel 4 lid 3 komt te luiden:

‘Artikel 4 Stichting Sociaal fonds Particuliere Beveiliging

  • 3. Bijdrage aan SFPB

    • a. De werkgever is per kalenderjaar aan SFPB een financiële bijdrage verschuldigd van 0,245% van de loonsom per jaar. De grondslag voor de heffing is de loonsom WW.

    • b. Van de genoemde bijdrage zal 0,06125% door de werknemer worden bijgedragen. De werkgever is verplicht dit aandeel van de werknemer te vorderen door inhouding per loonperiode op diens loon.

    • c. De hoogte van de bijdrage kan jaarlijks door cao-partijen overeenkomstig het bepaalde in het reglement van SFPB worden gewijzigd. Voor de vaststelling van de loonsom waarover de bijdrage is verschuldigd worden alle werknemers die in dienst zijn van de werkgever en vallen onder de fondsen-cao meegenomen.

    • d. De administrateur van SFPB stelt jaarlijks de verschuldigde bijdrage vast aan de hand van de loonsomopgave van het voorgaande jaar.

    • e. De bestemming van de in sub a bedoelde bijdrage aan SFPB wordt vastgesteld door het bestuur, zoals is uitgewerkt in de artikel 8 van het Reglement Stichting Sociaal Fonds Particuliere Beveiliging (bijlage 2).’

BIJLAGE 2 FONDSEN-CAO

Reglement Stichting Sociaal Fonds Particuliere Beveiliging

Artikel 3 komt te luiden:

‘Artikel 3 Aanleveren gegevens door werkgever

  • 1. De werkgever is verplicht op de tijdstippen, op de wijze en over de tijdvakken als door de administrateur van SFPB bepaald, de gegevens te verstrekken die de administrateur nodig heeft om de door de werkgever verschuldigde bijdrage vast te stellen.

  • 2. De werkgever is verplicht om uiterlijk voor 1 februari van het jaar volgend op die waarop de loonsomopgave betrekking heeft aan het SFPB of de door het SFPB aangewezen administrateur, opgave te doen van de loonsom over de periode van 1 januari tot en met 31 december van het voorafgaande jaar.

  • 3. Indien de werkgever niet voldoet aan de hiervoor genoemde verplichtingen is hij in verzuim, zonder dat er sprake is van opzet of grove schuld.

    Indien de werkgever niet voldoet aan de hiervoor genoemde verplichtingen en dit aan zijn opzet of grove schuld is te wijten, is er sprake van een vergrijp.

  • 4. De werkgever is verplicht om verder de inlichtingen te verschaffen die SFPB noodzakelijk acht voor een goede uitvoering van de regeling. Indien de werkgever, ook na aanmaning niet aan deze verplichting voldoet, zal het SFPB deze gegevens naar beste weten vaststellen.’

Artikel 4 komt te luiden:

‘Artikel 4 Betaling en invordering van de bijdragen

  • 1. De administrateur stelt op basis van de loonsomopgave als bedoeld in artikel 3 lid 2 van dit reglement de over dat jaar verschuldigde bijdrage vast.

  • 2. De werkgever is verplicht de verschuldigde bijdrage over de periode waarover die aan SFPB is verschuldigd te voldoen. Omdat voor de vaststelling van de bijdrage wordt uitgegaan van de gegevens van het voorafgaande jaar, is het mogelijk dat in enig jaar de verschuldigde bijdrage betaald moet worden voor werknemers die niet meer in dienst zijn van de werkgever.

  • 3. In het eerste kwartaal ontvangt de werkgever een nota voor de door de werkgever over dat kalenderjaar te betalen bijdrage.

  • 4. De werkgever is verplicht de nota’s te voldoen binnen veertien dagen na de dagtekening van de desbetreffende nota.

  • 5. Bij niet tijdige betaling van de verschuldigde bijdrage is de werkgever door het enkele verloop van de termijn in verzuim en wordt het bedrag van de nota direct opeisbaar. SFPB dan wel de administrateur is dan bevoegd te vorderen:

    • rente over het verschuldigde bedrag vanaf de dag volgend op de dag dat het verschuldigde bedrag betaald had moeten zijn;

    • vergoeding van de buitengerechtelijke invorderingskosten.

  • 6. De rente wordt berekend naar het percentage van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 juncto artikel 6:120 BW, dat geldt op de datum waarop de rente door SFPB wordt gevorderd. De buitengerechtelijke invorderingskosten worden gesteld op 15% van het verschuldigde bedrag, met een minimum van € 50,–.

  • 7. De hoogte van de bijdrage alsmede de verdeling ervan tussen werkgever en werknemer zoals bedoeld in artikel 4 lid 3 sub a van de fondsen-cao wordt jaarlijks vastgesteld door cao-partijen.

  • 8. De werkgever is bevoegd een deel van het bedrag dat hij per werknemer aan SFPB verschuldigd is, bij de werknemer op het loon in mindering brengen.

  • 9. De verdeling van de op grond van artikel 4 lid 3 sub a van de fondsen-cao ontvangen gelden wordt door het bestuur bepaald aan de hand van de begroting van de activiteiten van SFPB welke zijn opgenomen in artikel 2 van dit reglement.’

Artikel 6 komt te luiden:

‘Artikel 6 Boete in geval van niet nakoming van de verplichtingen

  • 1. In geval van niet nakoming door de werkgever van de verplichting(en), kan SFPB een boete opleggen. Met niet nakoming wordt bedoeld: het niet indienen van de (jaar)loonsomopgave, het niet tijdig indienen van de (jaar)loonsomopgave en het doen van een inhoudelijk niet juiste en/of niet volledige (jaar)loonsomopgave.

  • 2. Het SFPB is bevoegd om bij verzuim een boete op te leggen aan de werkgever van 5% van het verschuldigde of het alsnog verschuldigde bedrag aan premie of voorschotpremie met inachtname van de maxima zoals weergegeven in lid 5 van dit artikel. Na de 1e overtreding gelden hogere percentages.

  • 3. Het SFPB is bevoegd om bij vergrijp een boete op te leggen aan de werkgever van 25% van het verschuldigde bedrag aan premie met inachtname van de maxima zoals weergegeven lid 5 van dit artikel. Na de 1e overtreding gelden hogere percentages.

  • 4. SFPB deelt bij het opleggen van een boete schriftelijk de gronden mede alsook de duur van de op te leggen maatregel. SFPB stemt de boete af op de ernst van de gedraging, de mate waarin de werkgever de gedraging verweten kan worden en de omstandigheden waarin de werkgever verkeert.

  • 5. De afstemming is weergegeven in de navolgende schema’s;

    I. Niet indienen van de (jaar)loonsomopgave
     

    1e overtreding

    2e overtreding

    3e e.v. overtreding

    Verzuimboete

    5%, max € 5.000,– geen boete indien geen premienadeel

    7,5%, max € 5.000,–

    7,5%, max € 5.000,–

    Vergrijpboete

    25%, geen maximum bedrag

    37,5%, geen maximum bedrag

    37,5%, geen maximum bedrag

    De boete die in dit geval wordt opgelegd komt bovenop de ambthalve aanslag als bedoeld in artikel 5 van dit reglement.

    II. Niet tijdig indienen van de (jaar)loonsomopgave
     

    1e overtreding

    2e overtreding

    3e e.v. overtreding

    Verzuimboete

    5%, max € 500,– geen boete indien geen premienadeel

    7,5%, max € 1.500,–

    7,5%, max € 5.000,–

    Vergrijpboete

    25%, max. € 2.500,–

    37,5%, max € 5.000,–

    37,5%, geen maximum bedrag

    III. Doen van een inhoudenlijk niet juiste en/of niet volledige loonsomopgave
     

    1e overtreding

    2e overtreding

    3e e.v. overtreding

    Verzuimboete

    5%, max. € 1.500,– geen boete indien geen premienadeel

    7,5%, max € 2.500,–

    7,5%, max € 5.000,–

    Vergrijpboete

    25%, geen maximum bedrag

    37,5%, geen maximum bedrag

    37,5%, geen maximum bedrag’

Artikel 8 komt te luiden:

‘Artikel 8 Begroting

Het bestuur van SFPB stelt voorafgaand aan ieder boekjaar een begroting van inkomsten en uitgaven van de SFPB vast, die is ingericht en gespecificeerd overeenkomstig de in artikel 4 van de fondsen-cao genoemde bestedingsdoelen respectievelijk activiteiten en welke voor de bij SFPB betrokken werkgevers en werknemers beschikbaar moet zijn. De begroting omvat:

  • de inkomsten als bedoeld in artikel 4 van de statuten;

  • financiering en subsidiëring van activiteiten als bedoeld in artikel 3 van de statuten;

  • de kosten van administratie, secretariaat en bestuur.’

Dictum II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht.

’s-Gravenhage, 18 januari 2016

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, De directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, M.H.M. van der Goes

Naar boven