Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 maart 2015, nr. PO/686365 tot wijziging van de Subsidieregeling pilots startgroepen voor peuters in verband met de verlenging van de looptijd

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 70 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 4 van de Wet overige OCW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING SUBSIDIEREGELING PILOTS STARTGROEPEN VOOR PEUTERS

De subsidieregeling pilots startgroepen voor peuters wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 7 wordt na het tweede lid, een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het subsidiebedrag voor het schooljaar 2015–2016 bedraagt per school € 51.128,–.

B

In artikel 8, tweede lid, wordt ‘schooljaren 2012–2013, 2013–2014 en 2014–2015’ vervangen door ‘schooljaren 2012–2013 tot en met 2015–2016 ‘ en wordt ‘het schooljaar 2014–2015’ vervangen door: de schooljaren 2014–2015 en 2015–2016.

C

In het opschrift en de tekst van artikel 11 wordt telkens ‘schooljaren 2012–2013, 2013–2014 en 2014–2015’ vervangen door: schooljaren 2012–2013 tot en met 2015–2016.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

TOELICHTING

De pilot startgroepen voor peuters zou per 1 augustus 2015 eindigen. Aan deze pilot is een effectonderzoek gekoppeld, waarin in kaart wordt gebracht wat het effect van de startgroep is op de ontwikkeling van kinderen in vergelijking met reguliere voorschoolse educatie. Dit effectonderzoek bestrijkt de gehele oorspronkelijke looptijd van de pilot om voldoende informatie te kunnen vergaren teneinde betrouwbare uitspraken over de effecten van de startgroep te kunnen doen. De eindrapportage wordt eind 2015 opgeleverd.

Aangezien de eindrapportage een belangrijke rol speelt bij de beslissing over al dan niet doorgaan met startgroepen en de daaraan te verbinden voorwaarden, viel er een gat tussen het oorspronkelijke einde van de pilot en de eventuele start van een nieuwe regeling voor startgroepen. Om te voorkomen dat de deelnemers aan de pilot per 1 augustus 2015 door het einde van de pilot stoppen terwijl mogelijk per 1 augustus 2016 weer met startgroepen aan de slag kan worden gegaan, wordt de subsidie voor deelnemers aan de pilot ook nog verstrekt voor het schooljaar 2015–2016. In deze regeling wordt de in artikel 4, tweede lid, genoemde periode waarvoor de subsidie kan worden aangevraagd niet gewijzigd aangezien die aanvragen indertijd al voor de genoemde periode hebben plaatsgevonden en er nu geen aanvragen plaatsvinden.

Administratieve lasten

De verlenging van de regeling leidt niet tot vermeerdering van de administratieve last. Het effectonderzoek loopt tot en met het schooljaar 2014-2015 en daarvoor worden de deelnemers in het schooljaar 2015–2016 dus niet meer bevraagd.

Uitvoeringsgevolgen

De ministeriële regeling is voor een uitvoeringstoets voorgelegd aan DUO, de Auditdienst Rijk en de Inspectie van het onderwijs. De regeling is door hen uitvoerbaar verklaard.

Vaste verandermomenten

Er wordt in deze regeling afgeweken van de vaste verandermomenten van regelgeving en de minimale invoeringstermijn van twee maanden. Dit is begunstigend voor de huidige subsidieontvangers. De subsidieverlening op grond van deze regeling geschiedt in april 2015, gelijktijdig met de vaststelling van de bedragen voor het schooljaar 2015–2016 conform artikel 18 van het Besluit bekostiging WPO. In verband hiermee is het noodzakelijk dat de datum inwerkingtreding van de onderhavige regeling voor de in dat artikel genoemde datum van 15 april 2015 ligt.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Naar boven