De Minister van Economische Zaken deelt het volgende mee:
Op 1 juni 2003 heeft Stichting Commerciële Omroep Exploitatie Zuidholland (hierna:
Scoezh) een vergunning verworven voor het gebruik van frequentieruimte ten behoeve
van niet-landelijke commerciële omroep, kavel B05. Bij besluit van 22 juli 2011 is
aan Scoezh een vergunning verleend voor digitale radioomroep voor het gebruik van
1/18 deel van de capaciteit van de frequentieruimte binnen het frequentiebereik 195,168
MHz – 196,704 MHz (allotment 8A). Vanwege het vigerende Nationaal Frequentieplan is
de vergunning voor digitale radioomroep gekoppeld met de verworven vergunning van
1 juni 2003.
Bij besluit van 1 augustus 2013 is vastgesteld dat niet wordt voldaan aan de neergelegde
verplichting van artikel 20, eerste lid, van de Regeling aanvraag en vergelijkende
toets vergunningen commerciële radioomroep 2003.
Gelet op het voorgaande trek ik de vergunning voor het gebruik van frequentieruimte
ten behoeve van niet-landelijke commerciële omroep, kavel B05 van Scoezh op grond
van artikel 3.19, tweede lid, onder a en e, van de Telecommunicatiewet in, met inachtneming
van een begunstigingstermijn van drie maanden. De radiouitzendingen dienen per 1 december
2013 te zijn beëindigd.
Op basis van het vigerende Nationaal Frequentieplan (HOL006) trek ik eveneens de vergunning
van Scoezh voor digitale radioomroep, voor het gebruik van 1/18 deel van de capaciteit
van de frequentieruimte binnen het frequentiebereik 195,168 MHz – 196,704 MHz (allotment
8A), op grond van artikel 3.19, tweede lid onder a en e, van de Telecommunicatiewet
in. Ik neem hierbij ook een begunstigingstermijn van drie maanden in acht.
Bezwaarclausule
Ingevolge het bepaalde in artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden
tegen deze beschikking binnen zes weken na de dag waarop zij is verzonden (1 augustus
2013), een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de afdeling Juridische Zaken van
Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken, Postbus 450, 9700 AL
Groningen. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste de naam en het
adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van de beschikking waartegen
het is gericht, en de gronden van het bezwaar te bevatten.
De Minister van Economische Zaken,
namens deze,
J.M. Sardjoe wnd. Hoofd Hoofdafdeling Toezicht Agentschap Telecom