Besluit Uitwijklijst Wbtv

Gelet op:

  • artikel 2, derde lid, van de Wet beëdigde tolken en vertalers (Stb. 2007, 375, hierna: de Wbtv);

  • de Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 13 januari 2011 tot wijziging van de Regeling houdende aanwijzing tot bewerker en verlening van mandaat en machtiging van de Minister van Veiligheid en Justitie aan de Raad voor de Rechtsbijstand te ’s-Hertogenbosch betreffende het Register beëdigde tolken en vertalers, (Stcrt. 19 januari 2011, 1030);

  • het advies van het Kwaliteitsinstituut beëdigde tolken en vertalers van 27 maart 2013;

Stelt de Raad voor Rechtsbijstand het volgende Besluit Uitwijklijst Wbtv (hierna: het Besluit Uitwijklijst) vast:

Begrippen en definities

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Wbtv:

Wet beëdigde tolken en vertalers;

b. Rbtv:

Register beëdigde tolken en vertalers;

c. Besluit btv:

Besluit beëdigde tolken en vertalers;

d. Uitwijklijst:

een lijst van tolken en vertalers, zoals bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Wbtv;

e. Besluit PE:

Besluit permanente educatie Wbtv;

f. ALTE:

The Association of Language Testers in Europe;

g. toetsbaar:

een taal is toetsbaar als:

  • in Nederland een geaccrediteerde opleiding aanwezig is op ten minste hbo-niveau waarbij de onderwijstaal de desbetreffende taal is;

  • in Nederland een geaccrediteerde opleiding aanwezig is op ten minste hbo-niveau waarbij de desbetreffende taal aangeboden wordt en het eindniveau van de bron- of doeltaal na toetsing ten minste C1-niveau is;

  • de Minister onafhankelijke deskundige(n) heeft aangewezen die de kennis van de desbetreffende taal kan (kunnen) toetsen, mits zij gevestigd zijn binnen de Europese Unie1;

  • de desbetreffende taal bij één van de ALTE-leden te toetsen is op ten minste C1-niveau.

h. C1-niveau:

C1-niveau van het Europees Referentiekader voor de Talen;

i. onderwijstaal:

de taal waarin het onderwijs grotendeels wordt aangeboden;

j. scholing:

onderwijs waarbij middels een afsluitende toets wordt vastgesteld dat de gedoceerde kennis en vaardigheden beheerst worden;

k. beroepstolk:

een tolk die per jaar ten minste 200 uur tolkt, waarbij geen rekening wordt gehouden met scholing, reistijd, wachttijd en overige omstandigheden;

l. beroepsvertaler:

een vertaler die per jaar ten minste 100.000 woorden vertaalt;

m. professionele opdracht als tolk:

een in opdracht van een opdrachtgever verrichte tolkopdracht op basis van een afgesproken geldelijke vergoeding;

n. professionele opdracht als vertaler:

een in opdracht van een opdrachtgever verrichte vertaling op basis van een afgesproken geldelijke vergoeding.

De Uitwijklijst

Artikel 2

De Uitwijklijst bevat ten aanzien van iedere geplaatste tolk en/of vertaler in elk geval de volgende gegevens:

  • a. de personalia;

  • b. de aanduiding of betrokkene tolk en/of vertaler is;

  • c. de bron- en doeltaal dan wel bron- en doeltalen waarin de tolk en/of vertaler zijn werkzaamheden verricht.

Het verzoek tot plaatsing

Artikel 3

Het verzoek tot plaatsing op de Uitwijklijst wordt ingediend door middel van het daarvoor bestemde inschrijfformulier, te vinden op www.bureaubtv.nl . Binnen zes weken na ontvangst wordt een beslissing genomen op het verzoek tot plaatsing.

Artikel 4

Bij het verzoek tot plaatsing worden ten minste de volgende stukken overgelegd:

  • a. de verklaringen, zoals bedoeld in artikel 4, tweede tot en met vierde lid, van de Wbtv;

  • b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

  • c. een document waaruit blijkt dat de tolk of vertaler, voor zover relevant, in Nederland mag verblijven en werken;

  • d. een document waaruit blijkt dat de tolk of vertaler de bron- of doeltaal, voor zover toetsbaar, op ten minste C1-niveau beheerst;

Artikel 5

Voor het behandelen van een verzoek tot plaatsing op de Uitwijklijst wordt een bedrag van€ 125,– in rekening gebracht.

De voorwaarden

Artikel 6

Een tolk of vertaler kan op de Uitwijklijst worden geplaatst als hij wegens het ontbreken van opleidingen en het ontbreken van onafhankelijke deskundigen die de kennis kunnen toetsen, niet kan aantonen te beschikken over de vereiste competenties taalvaardigheid in de bron- of doeltaal en kennis van de cultuur van het land of gebied van de bron- of doeltaal.

  • a. Een tolk wordt op de Uitwijklijst geplaatst als hij aantoont te beschikken over:

    • 1. integriteit;

    • 2. taalvaardigheid van de te toetsen taal op ten minste C1-niveau;

    • 3. ten minste 420 uur scholing om tolkvaardigheid en -attitude op ten minste de onderdelen geheugen, tekstanalyse, parafraseren, notatietechnieken en tolkhouding te ontwikkelen;

    • 4. tenminste vijf jaar werkervaring als beroepstolk in de betreffende talencombinaties direct voorafgaand aan het verzoek tot plaatsing op de Uitwijklijst.

  • b. Een vertaler wordt op de Uitwijklijst geplaatst als hij aantoont te beschikken over:

    • 1. integriteit;

    • 2. taalvaardigheid van de te toetsen taal op ten minste C1-niveau;

    • 3. ten minste 420 uur scholing om vertaalvaardigheid en -attitude op ten minste de onderdelen tekst en tekstbegrip, tekst en cultuur, technische aspecten van het vertalen en vertaalhouding te ontwikkelen;

    • 4. ten minste vijf jaar werkervaring als beroepsvertaler in de betreffende vertaalrichting direct voorafgaand aan het verzoek tot plaatsing op de Uitwijklijst.

Artikel 7

De Raad voor Rechtsbijstand kan, in de door haar nader te bepalen gevallen, een verzoek tot plaatsing op de Uitwijklijst ter advisering voorleggen aan de Commissie beëdigde tolken en vertalers.

Artikel 8

Het verzoek tot plaatsing op de Uitwijklijst, alsmede het verzoek tot verlenging van de plaatsing op de Uitwijklijst en het verzoek tot hernieuwde plaatsing wordt afgewezen indien:

  • a. in Nederland een opleiding dan wel toets beschikbaar is waarmee inschrijving in het Rbtv in de betrokken talencombinatie c.q. vertaalrichting mogelijk is;

  • b. de aanvrager niet voldoet aan de in artikel 6 bedoelde eisen;

  • c. de aanvrager vreemdeling is en geen rechtmatig verblijf heeft in Nederland in de zin van artikel 8, aanhef en onder a tot en met e, dan wel l, van de Vreemdelingenwet 2000, of niet gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten;

  • d. de aanvrager ingevolge een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld wegens zijn lichamelijke of geestelijke toestand;

  • e. een op grond van artikel 9 van de Wbtv jegens de aanvrager genomen maatregel van doorhaling van de inschrijving in het Rbtv en/of plaatsing op de Uitwijklijst zich daartegen verzet.

Duur van de plaatsing

Artikel 9

De plaatsing op de Uitwijklijst geschiedt voor een periode van vijf jaar en eindigt van rechtswege.

Verlenging

Het verzoek tot verlenging van de plaatsing

Artikel 10

Een verzoek tot verlenging van de plaatsing op de Uitwijklijst wordt ingediend door middel van het daarvoor bestemde formulier, te vinden op www.bureaubtv.nl . Binnen vier weken na ontvangst wordt een beslissing genomen op het verzoek tot verlenging.

Artikel 11

Bij het verzoek tot verlenging worden de verklaringen, zoals bedoeld in artikel 4, tweede tot en met vierde lid, van de Wbtv overgelegd.

Artikel 12
  • a. Een verzoek tot verlenging dient tijdig, dat wil zeggen voor het verlopen van de termijn van plaatsing, te worden ingediend.

  • b. Indien het verzoek tot verlenging niet tijdig is ingediend, komt de plaatsing op de Uitwijklijst van rechtswege te vervallen op het moment dat de termijn van plaatsing is verlopen.

  • c. Het verzoek tot verlenging wordt afgewezen indien niet objectief wordt aangetoond dat aan de daarvoor geldende voorwaarden wordt voldaan.

Artikel 13

Voor het behandelen van een verzoek tot verlenging van de plaatsing op de Uitwijklijst wordt een bedrag van€ 75,– in rekening gebracht.

De voorwaarden

Artikel 14

Een tolk of vertaler kan op aanvraag voor een periode van nogmaals vijf jaar op de Uitwijklijst worden geplaatst indien:

  • a. hij wegens het ontbreken van opleidingen en het ontbreken van onafhankelijke deskundigen die de kennis kunnen toetsen, niet kan aantonen te beschikken over de vereiste competenties taalvaardigheid in de bron- of doeltaal en kennis van de cultuur van het land of gebied van de bron- of doeltaal;

  • b. gedurende zijn plaatsing geen opleidingen of toetsen zijn aangeboden, waarmee inschrijving in het Rbtv mogelijk was;

  • c. hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 6 voldoet, dan wel de voorwaarden zoals die gelden ten tijde van het indienen van het verzoek tot verlenging;

  • d. hij ten minste tien professionele opdrachten als tolk of vertaler in de betrokken talencombinatie of vertaalrichting heeft verricht; én

  • e. hij gedurende zijn plaatsing op de Uitwijklijst aan zijn bijscholingsverplichting, zoals bedoeld in het Besluit PE, heeft voldaan.

Verzoek tot hernieuwde plaatsing

Artikel 15

  • a. Van een verzoek tot hernieuwde plaatsing is sprake indien een tolk of vertaler het verzoek tot verlenging van de plaatsing indient binnen vijf jaar na het verlopen van de termijn van die plaatsing op de Uitwijklijst, na uitschrijving van de Uitwijklijst op eigen verzoek of na doorhaling op grond van artikel 9 van de Wbtv.

  • b. Een verzoek tot hernieuwde plaatsing wordt gehonoreerd indien aangetoond wordt dat:

    • 1. voldaan is aan de voorwaarden genoemd in artikel 14;

    • 2. alsnog voldaan is aan de bijscholingsverplichting zoals genoemd in het Besluit PE die gold tijdens de periode van plaatsing waarop het verzoek tot hernieuwde plaatsing betrekking heeft.

Artikel 16

Voor het behandelen van een verzoek tot hernieuwde plaatsing op de Uitwijklijst wordt een bedrag van€ 125,– in rekening gebracht.

Schakelbepaling Register beëdigde tolken en vertalers

Artikel 17

De artikelen 2, vierde lid, 4, eerste tot en met vierde lid, 9, 10, 11, 16 tot en met 27, van de Wbtv en de artikelen 9, 12, 15 tot en met 19, van het Besluit btv zijn van overeenkomstige toepassing op de plaatsing op de Uitwijklijst.

De Gedragscode voor tolken en vertalers in het kader van de Wbtv

Artikel 18

De Gedragscode voor tolken en vertalers in het kader van de Wbtv van 22 september 2009 (Stcrt. 15 oktober 2009, 15358, hierna: de Gedragscode) is van toepassing op een tolk of vertaler die op de Uitwijklijst is geplaatst.

Overgangsbepalingen

Artikel 19

  • 1. Een tolk of vertaler, die ten tijde van de inwerkingtreding van dit besluit geplaatst is op de Uitwijklijst kan, in tegenstelling tot de artikelen 14 en 15, tot 1 juli 2016 op de Uitwijklijst worden geplaatst in de betrokken talencombinaties als hij aantoont dat:

    • a. hij aan zijn bijscholingsverplichting, zoals bedoeld in het Besluit PE heeft voldaan;

    • b. het verzoek tot plaatsing op de Uitwijklijst is ingediend voordat zijn plaatsing in de betrokken talencombinaties en/of vertaalrichtingen van rechtswege is geëindigd; en

    • c. er geen sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 8, aanhef en onder c, d en/of e.

  • 2. Indien het verzoek, als bedoeld in lid 1, na inwerkingtreding van dit besluit wordt ingediend dan worden ten minste de verklaringen, zoals bedoeld in artikel 4, tweede tot en met vierde lid, van de Wbtv overgelegd

  • 3. Een verzoek tot plaatsing op de Uitwijklijst, dat is ingediend voor inwerkingtreding van het Besluit Uitwijklijst, wordt getoetst aan het Besluit Uitwijklijst zoals dat gold ten tijde van het indienen van het verzoek.

Slotbepalingen

Artikel 20

Het Besluit Uitwijklijst Wbtv van 22 december 2011 (Stcrt. 30 december 2011, nr. 23.956) wordt ingetrokken.

Artikel 21

Dit besluit wordt aangehaald als Besluit Uitwijklijst.

Artikel 22

Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2013.

11 juni 2013

De Raad voor Rechtsbijstand, P.J.M. van den Biggelaar, Directeur stelsel.

J. Wijkstra, Directeur Bedrijfsvoering.

TOELICHTING

Algemeen

In artikel 2, derde lid, van de Wbtv is neergelegd dat de minister van Veiligheid en Justitie (hierna: de Minister) een lijst kan bijhouden waarop de gegevens worden opgenomen van tolken en vertalers die beschikken over een recente Verklaring omtrent het Gedrag en die wegens het ontbreken van opleidingen of toetsen, niet kunnen aantonen te beschikken over de vereiste competenties taalvaardigheid in de bron- of doeltaal en kennis van de cultuur van het land of gebied van de bron- of doeltaal.

Het Besluit Uitwijklijst is op 10 juni 2009 in werking getreden. Op 19 juni 2009 is het Besluit Uitwijklijst gerectificeerd. Op 22 december 2011 is het Besluit Uitwijklijst gewijzigd. Hierna is het Besluit Uitwijklijst niet meer gewijzigd.

Aanleiding

Sinds de inwerkingtreding van het Besluit Uitwijklijst is er op verschillende niveaus getoetst of het door de Minister gevoerde beleid redelijk is. Tot aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) wordt dit bevestigd, het gevoerde beleid is redelijk. De Afdeling heeft op 17 en 24 oktober 2012 een tweetal belangrijke uitspraken gedaan die grote gevolgen hebben voor het Besluit Uitwijklijst zoals dat tot aan dat moment werd gehanteerd en uitgevoerd. De Afdeling komt tot het volgende oordeel:

(...) Conform artikel 2 lid 3 van de Wbtv kan de minister een lijst bijhouden. Nu de minister toepassing heeft gegeven aan deze bepaling door het hanteren van de Uitwijklijst, moet het in elk geval voor tolken en vertalers daadwerkelijk mogelijk zijn om op die lijst te worden geplaatst. Gezien het doel van de Wbtv, namelijk het waarborgen van de kwaliteit en integriteit van tolken en vertalers, is het op zichzelf niet kennelijk onredelijk dat de minister ook voor deze categorie tolken en vertalers eisen stelt aan de beheersing van bron- en doeltaal. Voor zover opleidingen in de betrokken bron- of doeltaal ontbreken en geen onafhankelijke deskundigen voorhanden zijn die het niveau van taalcompetenties in die taal kunnen toetsen, is het voor tolken of vertalers niet mogelijk om te voldoen aan de eis dat men moet aantonen te beschikken over taalcompetenties op niveau B2 van het ERK.

Door ook in deze gevallen vast te houden aan dit vereiste, is plaatsing op de Uitwijklijst in deze gevallen niet mogelijk. Voor zover het Besluit Uitwijklijst voor deze gevallen niet voorziet in de mogelijkheid om op andere wijze aannemelijk te maken dat men de bron- of doeltaal beheerst, is het dan ook kennelijk onredelijk. (...)

Door deze uitspraak is een gat ontstaan in het gewenste niveau dat door de Uitwijklijst gegarandeerd zou moeten worden. Aangezien hier geen beleidsoverweging aan ten grondslag heeft gelegen, is dit een onwenselijke situatie.

Taaltoetskader

De Minister kan op basis van artikel 8, tweede lid, van het Besluit beëdigde tolken en vertalers (hierna: het Besluit btv) deskundigen aanwijzen die taaltoetsen kunnen afnemen.

In juli 2012 is het taaltoetskader vastgesteld, waarin de criteria en de procedure voor aanwijzing van deskundigen staan. Inmiddels zijn de eerste deskundigen die een taaltoets mogen afnemen door de Minister aangewezen.

Het met goed gevolg afsluiten van de taaltoets leidt ertoe dat de betrokken tolk of vertaler hiermee aantoont de getoetste taal op ten minste C1-niveau te beheersen. De Minister verwacht dat er steeds meer deskundigen zullen worden aangewezen. Hiermee wordt ook steeds duidelijker voor welke talen er geen deskundigen zijn en welke talen niet-toetsbaar zijn.

Kader voor tolk- en vertaaltoetsen

Op grond van artikel 3 van de Wbtv, artikel 8, lid 1 sub b van het Besluit btv en het advies van het Kwaliteitsinstituut beëdigde tolken en vertalers van 9 februari 2009, heeft de Raad voor Rechtsbijstand beleid vastgesteld voor inschrijving in het Rbtv. Artikel 2 van het Besluit inschrijving Rbtv luidt: Indien een tolk of vertaler niet beschikt over een diploma van een tolk- of vertaalopleiding op minimaal bachelorniveau, kan hij worden ingeschreven in het Rbtv na overlegging van een getuigschrift waaruit blijkt dat de tolk of vertaler in de betreffende talencombinatie, c.q. vertaalrichtingen een tolk- of vertaaltoets heeft afgelegd, die voldoet aan het door de Raad voor Rechtsbijstand vast te stellen/vastgestelde kader voor toetsen."

Op 17 november 2011 is het Kader voor tolk- en vertaaltoetsen vastgesteld, waarin de criteria staan vermeld waaraan een tolk- of vertaaltoets moet voldoen. Bij een tolk- of vertaaltoets wordt vastgesteld of de tolk of vertaler aan alle competenties uit artikel 3 van de Wbtv, met uitzondering van de integriteit, voldoet.

Opleidings- en toetsmogelijkheden

Ook de mogelijkheden om opleidingen te volgen zijn de afgelopen jaren langzaam maar gestaag gegroeid. Hetzelfde geldt voor de toetsmogelijkheden. Inmiddels zijn er meerdere Rbtv-praktijktoetsen in diverse talencombinaties en vertaalrichtingen beschikbaar, zodat in steeds meer talencombinaties en vertaalrichtingen kan worden vastgesteld of de tolk of vertaler aan de wettelijke competenties voldoet.

Gevolgen

Gelet op het tot op heden gevoerde beleid en de hierboven genoemde ontwikkelingen, waaronder de uitspraken van de Afdeling, heeft de Minister zich genoodzaakt gezien om het Besluit Uitwijklijst volledig te heroverwegen. Hierbij wordt artikel 2, derde lid van de Wbtv in combinatie met artikel 3 van de Wbtv als vertrekpunt gehanteerd. Het Besluit Uitwijklijst sluit hierdoor volledig aan op de wettelijke competenties die voor inschrijving in het Rbtv gelden, behoudens de niet-toetsbare competenties, te weten taalvaardigheid in de bron- en doeltaal (hierna: taalvaardigheid) en kennis van de cultuur van het land of gebied van de bron- en doeltaal (hierna: cultuur). Hiermee wordt voorkomen dat de competenties van de tolk of vertaler afhangen van de taal waarin men werkzaam is. De toetsbare competenties zijn hiermee voor alle tolken en vertalers gelijk getrokken. Het gevolg zal zijn dat het Besluit Uitwijklijst niet meer als eis zal stellen dat de tolk of vertaler de competenties op ten minste havo-/mbo 4-niveau bezit, maar dat de competenties die aangetoond kunnen worden, op hbo-niveau moeten worden aangetoond.

Voor taalvaardigheid en cultuur zal aannemelijk gemaakt moeten worden dat een tolk of vertaler deze competenties op een adequaat niveau beheerst om in de desbetreffende talencombinatie als tolk of vertaler werkzaam te zijn. Daarbij komt dat tolken of vertalers die werkzaam zijn in talen waarvoor de taalvaardigheid en cultuur wel te toetsen zijn per definitie niet meer in aanmerking komen voor plaatsing op de Uitwijklijst. In het Rbtv staan beëdigde tolken en -vertalers ingeschreven die voldoen aan de wettelijke competenties, behoudens zij die door middel van de overgangsregeling in het Rbtv zijn ingeschreven.

Op de Uitwijklijst zijn tolken of vertalers geplaatst die werkzaam zijn in talencombinaties en vertaalrichtingen waarvan een deel van de wettelijke competenties niet door de betrokken tolken of vertalers kunnen worden aangetoond. Zodra er toetsen of opleidingen aanwezig zijn op basis waarvan een tolk of vertaler alle wettelijke competenties kan aantonen, dan komt die tolk of vertaler niet meer voor verlenging van zijn plaatsing op de Uitwijklijst in aanmerking. De desbetreffende tolk of vertaler zal dan gebruik moeten maken van de mogelijkheid die geboden wordt om ingeschreven te worden in het Rbtv. Talencombinaties waarbij beide talen toetsbaar zijn, zullen na 1 juli 2016 niet meer op de Uitwijklijst aanwezig zijn. Hiervoor is een duidelijke en ruime overgangsregeling opgenomen in het Besluit Uitwijklijst.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Dit artikel bevat de begripsbepalingen.

Artikel 2

In dit verband wordt ook gewezen op artikel 10, eerste lid, van het Besluit btv. Daarin worden de gegevens vermeld die worden opgenomen in het Rbtv. Voor de Uitwijklijst gaat het om dezelfde gegevens.

Nadrukkelijk wordt opgemerkt dat de artikelen 2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wbtv en 10, tweede lid, van het Besluit btv niet van toepassing zijn. Dat wil zeggen dat overige specifieke bekwaamheden van een tolk of vertaler die op de Uitwijklijst is geplaatst niet kunnen worden vermeld. Met die bekwaamheden wordt immers gedoeld op bekwaamheden in aanvulling op de basiscompetenties die gelden voor inschrijving in het Rbtv. Hierbij spelen met name de kennis van de taal en cultuur een belangrijk aspect. Als onder andere deze basiscompetenties beheerst worden, kan de tolk of vertaler zich in zijn bekwaamheden specialiseren. Een tolk of vertaler die op de Uitwijklijst is geplaatst beschikt niet aantoonbaar over alle competenties. Hierdoor is het niet wenselijk om specifieke bekwaamheden te vermelden.

Artikel 3

De Uitwijklijst dient als voorportaal voor het Rbtv. In tegenstelling tot het Rbtv geldt voor de Uitwijklijst geen afnameplicht. Tolken of vertalers die werken in een talencombinatie of vertaalrichting waarbij de taalvaardigheid en de cultuur niet kan worden getoetst, kunnen per definitie niet worden ingeschreven in het Rbtv. Om voor deze talencombinaties toch een kwalitatief goed alternatief te bieden, kunnen deze tolken en vertalers worden geplaatst op de Uitwijklijst, mits zij voldoen aan de voorwaarden die voor plaatsing gelden. Met de Uitwijklijst wordt hiermee in een belangrijke behoefte voorzien bij zowel afnemers als tolken en vertalers.

Om op de Uitwijklijst geplaatst te worden dient de tolk of vertaler te voldoen aan de in het Besluit Uitwijklijst genoemde voorwaarden. Om te kunnen beoordelen of een tolk of vertaler aan de voorwaarden voldoet, dient deze een verzoek om plaatsing op de Uitwijklijst in te dienen, waarbij de in artikel 4 genoemde bescheiden dienen te worden overgelegd.

Het inschrijfformulier moet volledig ingevuld en ondertekend worden opgestuurd alvorens het verzoek in behandeling wordt genomen.

De beslistermijn van een verzoek tot plaatsing op de Uitwijklijst bedraagt zes weken gerekend vanaf de datum van ontvangst van het verzoek tot plaatsing.

Artikel 4

Integriteit

De genoemde verklaringen, in de regel zal het gaan om de Verklaring Omtrent het Gedrag (hierna: de VOG), mogen niet ouder dan drie maanden zijn, te rekenen vanaf de dag waarop het verzoek tot plaatsing wordt ingediend. Met het overleggen van een dergelijke verklaring toont de tolk of vertaler aan te beschikken over de competentie integriteit.

In het geval van verzoeken tot verlenging c.q. plaatsing na doorhaling zal naast de VOG ook beoordeeld worden in hoeverre, gedurende de plaatsing, een gegronde klacht is ingediend tegen de betrokken tolk of vertaler. Indien dit het geval is, zal beoordeeld moeten worden in hoeverre de integriteit van de tolk of vertaler in het geding is.

Taalvaardigheid

De taalvaardigheid op ten minste C1-niveau kan:

  • 1. voor het Nederlands worden aangetoond door het overleggen van:

    • een getuigschrift van een afgeronde geaccrediteerde opleiding op ten minste hbo-niveau waarbij de onderwijstaal het Nederlands is. Indien het een opleiding buiten Nederland betreft dan dient het getuigschrift/diploma door de Nuffic op ten minste hbo-niveau te worden gewaardeerd volgens de IDW-structuur. De onderwijstaal dient te worden aangetoond middels een verklaring van de betrokken onderwijsinstelling;

    • een getuigschrift van een afgeronde geaccrediteerde opleiding op ten minste hbo-niveau waarbij het Nederlands als vak gedoceerd werd en het behaalde eindniveau van het Nederlands na toetsing ten minste C1-niveau is.

    • een certificaat van de module Algemene Tolktechnieken voor Gevorderden van ITV Hogeschool;

    • een toets van een aangewezen deskundige;

    • een certificaat, verklaring of getuigschrift van een toets Nederlands waaruit taalbeheersing op ten minste C1-niveau blijkt, waarbij de toets voldoet aan het vastgestelde taaltoetskader;

    • een certificaat, verklaring of getuigschrift van een toets Nederlands van een lid van ALTE waaruit taalbeheersing op ten minste C1-niveau blijkt;

    • het certificaat Nederlands als vreemde taal (CNaVT) uitgebreid niveau (vóór 2003);

    • MO-A akte (2e graads docent), bevoegd voor onderbouw havo/vwo en mbo;

    • MO-B akte (1e graads docent), bevoegd voor het gehele onderwijs, inclusief hbo.

  • 2. voor de vreemde taal worden aangetoond door het overleggen van:

    • een getuigschrift van een afgeronde geaccrediteerde opleiding op ten minste hbo-niveau, waarbij de onderwijstaal de desbetreffende vreemde taal is. Indien het een opleiding buiten Nederland betreft dan dient het getuigschrift/diploma door de Nuffic op ten minste hbo-niveau te worden gewaardeerd volgens de IDW-structuur. De onderwijstaal dient te worden aangetoond middels een verklaring van de betrokken onderwijsinstelling;

    • een getuigschrift van een afgeronde geaccrediteerde opleiding op ten minste hbo-niveau waarbij de vreemde taal als vak gedoceerd werd en het behaalde eindniveau van de vreemde taal na toetsing ten minste C1-niveau is. Indien het een opleiding buiten Nederland betreft dan dient het getuigschrift/diploma door de Nuffic op ten minste hbo-niveau te worden gewaardeerd volgens de IDW-structuur;

    • een toets van een aangewezen deskundige;

    • een certificaat, verklaring of getuigschrift van een toets van de vreemde taal van een lid van ALTE waaruit taalbeheersing op ten minste C1-niveau blijkt;

    • een certificaat, verklaring of getuigschrift van een toets van de desbetreffende vreemde taal waaruit taalbeheersing op ten minste C1-niveau blijkt, waarbij de toets voldoet aan het vastgestelde taaltoetskader.

Ten minste één van bovenstaande documenten met betrekking tot de taalvaardigheid dient te worden overgelegd bij de aanvraag.

Indien de stukken die in dit artikel worden genoemd niet worden overgelegd, wordt het verzoek tot plaatsing niet in behandeling genomen. Hierbij wordt de tolk of vertaler uiteraard conform artikel 4:5 van de Awb in de gelegenheid gesteld om zijn verzoek te completeren. Als een tolk of vertaler al staat ingeschreven in het Rbtv of is geplaatst op de Uitwijklijst hoeven de genoemde documenten niet te worden overgelegd, mits de documenten reeds zijn overgelegd en voor wat betreft de verklaringen nog geldig zijn.

Artikel 5

In het Besluit btv is neergelegd dat een tolk of vertaler voor de behandeling van een verzoek tot inschrijving in het Rbtv een bedrag van€ 125,– verschuldigd is.

Voor het indienen van één verzoek dat strekt tot plaatsing op de Uitwijklijst als tolk en/of vertaler voor één enkele of voor meerdere talencombinaties en/of vertaalrichtingen wordt één keer een bedrag van€ 125,– verlangd. Het moet dan gaan om één verzoek. Daarvan is sprake als gelijktijdig, dat wil zeggen op eenzelfde formulier, om plaatsing op de Uitwijklijst als tolk en/of vertaler voor één enkele of voor meerdere talencombinaties en/of vertaalrichtingen, wordt gevraagd.

Het in rekening brengen van het bedrag van € 125,– moet een deel van de administratieve kosten dekken, die voortvloeien uit het in behandeling nemen en beoordelen van een verzoek en het in dat verband beheren van de Uitwijklijst. Voor de behandeling van een verzoek tot plaatsing op de Uitwijklijst worden vergelijkbare kosten gemaakt als voor de behandeling van een verzoek tot inschrijving in het Rbtv.

Ten overvloede wordt vermeld dat het hierboven genoemde bedrag verschuldigd blijft als het verzoek niet in behandeling wordt genomen doordat niet voldaan wordt aan de indieningsvereisten voorvloeiende uit artikel 4 van dit besluit of als het verzoek wordt afgewezen.

Artikel 6

Een tolk of vertaler kan alleen op de Uitwijklijst geplaatst worden als ten minste één van de talen van de talencombinatie en/of vertaalrichting waarin de tolk of vertaler werkzaam is een niet-toetsbare taal is.

Indien namens de Minister wordt vastgesteld dat een opleiding of een onafhankelijke deskundige binnen de reikwijdte van artikel 1 niet beschikbaar is, waardoor men niet kan aantonen te beschikken over de vereiste competenties taalvaardigheid en cultuur, spreekt de Minister over een niet-toetsbare taal en komt de desbetreffende tolk of vertaler in aanmerking voor plaatsing op de lijst, genoemd in artikel 2, derde lid, van de wet, te weten de Uitwijklijst.

Ook ten aanzien van de Uitwijklijst moeten garanties worden geboden over de kwaliteit van een tolk of vertaler die daarop is geplaatst. Dit standpunt is inmiddels meerdere malen in de jurisprudentie bevestigd (bijvoorbeeld de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 10 april 2012, LJN: BW4894).

De tolk

Om als tolk op de Uitwijklijst geplaatst te worden, dient de betrokken tolk aan te tonen te beschikken over:

  • integriteit

    De integriteit van ingeschakelde tolken en vertalers valt niet los te zien van het begrip kwaliteit. Bij partijdigheid van een tolk of vertaler of zelfs al bij de schijn daarvan is ook de integriteit van de betrokken tolk/vertaler onmiddellijk in het geding. Omdat dit een belangrijke competentie is, zoals omschreven in artikel 3 van de Wbtv, vormt het integriteitsaspect een belangrijk facet van de tolk- en vertaalopleidingen. De Wbtv kent voor tolken en vertalers een integriteitsborging waarbij gebruik wordt gemaakt van de verklaring omtrent het gedrag. Het Besluit Uitwijklijst sluit hier op aan. De verklaring omtrent het gedrag dient, conform artikel 4, te worden overgelegd door de tolk of vertaler en vormt de basis van de beoordeling. Daarnaast wordt bij de aanvraag alle informatie die bij de Minister bekend is over de tolk of vertaler betrokken bij de beoordeling van de integriteit.

  • taalvaardigheid van de te toetsen taal op ten minste C1-niveau;

Opleidingen

Om de competenties taalvaardigheid en cultuur aan te tonen, dient een tolk of vertaler een getuigschrift van een geaccrediteerde opleiding op ten minste hbo-niveau te overleggen waarbij de onderwijstaal de desbetreffende bron- of doeltaal is2. Indien het een opleiding buiten Nederland betreft, dan dient het getuigschrift/ diploma door de Nuffic op ten minste hbo-niveau te worden gewaardeerd volgens de IDW-structuur.

Als een opleiding, waarbij de betrokken bron- of doeltaal de onderwijstaal is, niet in Nederland aanwezig is, maar wel in het buitenland, dan gaat de Minister ervan uit dat de taalvaardigheid en cultuur redelijkerwijs niet kunnen worden aangetoond. Hierdoor kan de desbetreffende tolk of vertaler niet in het Rbtv ingeschreven worden, maar alleen op de Uitwijklijst geplaatst worden als hij aan de overige voorwaarden wel voldoet. Dit laat overigens de mogelijkheid open voor de tolk of vertaler om een opleiding in het buitenland te gaan volgen en het getuigschrift op een later moment te overleggen. De Minister vindt het onredelijk om de toetsbaarheid van competenties afhankelijk te stellen van meerjarige opleidingsmogelijkheden buiten Nederland.

Onafhankelijke deskundigen

Op grond van artikel 8, tweede lid, van het Besluit btv kunnen namens de Minister, deskundigen worden aangewezen die een taaltoets kunnen afnemen. Met die taaltoets kan een tolk of vertaler aantonen te beschikken over de competentie taalvaardigheid. Per 1 juli 2012 dienen dergelijke toetsen, voor wat betreft de competentie taalvaardigheid, te voldoen aan het Taaltoetskader. Als een taaltoets bij een aangewezen deskundige niet in Nederland aanwezig is, maar wel in een lidstaat van de Europese Unie3, dan is er in beginsel een onafhankelijke deskundige aanwezig waarmee de competentie taalvaardigheid kan worden aangetoond.

Voor een aantal talen kan een tolk of vertaler ook een toets afleggen bij één van de leden van ALTE. Dit is een associatie van Europese instituten die taaltoetsen ontwikkelt voor hun eigen taal als vreemde of tweede taal. ALTE treedt op als adviesorgaan van de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties en is in 1989 opgericht om een hoge kwaliteitsstandaard voor taaltoetsen te ontwikkelen. Het lidmaatschap van ALTE waarborgt dat een toets aan die standaard voldoet en daarmee dus ook aan het door de Minister gehanteerde taaltoetskader. Indien deze mogelijkheid bestaat, dan is er in beginsel een onafhankelijke deskundige aanwezig waarmee de competentie taalvaardigheid kan worden aangetoond.

In tegenstelling tot opleidingsmogelijkheden in het buitenland acht de Minister het redelijk dat een tolk of vertaler gebruik maakt van de mogelijkheden binnen de lidstaten van de Europese Unie om de taalvaardigheid in een bepaalde taal aan te tonen. Het betreft hier immers een toets, waarvoor het niet noodzakelijk is om langdurig in het buitenland te verblijven. De Minister constateert dat vele tolken en vertalers in het kader van hun permanente educatie met regelmaat cursussen, bijeenkomsten etc. bijwonen in het buitenland. Dit toont aan dat de tolken en vertalers bereid zijn om over de grenzen te zoeken naar mogelijkheden om te investeren in hun eigen kwaliteit. Een taaltoets binnen de Europese Unie sluit wat dat betreft aan bij deze ontwikkeling en wordt gelet op het doel van de Wbtv niet als een onredelijke toetsmogelijkheid geacht.

Indien is vastgesteld dat voor een taal geen opleidingen en onafhankelijke deskundigen beschikbaar zijn, komt de tolk of vertaler in aanmerking voor plaatsing op de Uitwijklijst. Hiervoor dient dan wel te worden voldaan aan de in artikel 6 genoemde voorwaarden.

  • ten minste 420 uur scholing om tolkvaardigheid en -attitude op ten minste de onderdelen geheugentraining, tekstanalyse en parafraseren, notatietechnieken en tolkhouding te ontwikkelen;

    Tolkvaardigheid en -attitude zijn bij uitstek vaardigheden die moeten worden aangeleerd. De beheersing van deze competenties moet blijken uit een met goed gevolg afgeronde vakopleiding.

    In dit verband wijst de Minister op het bestaan van zogenaamde taalonafhankelijke opleidingen die zich specifiek op de training van deze competenties richten. Voor de invulling van deze competenties wordt aangesloten bij het landelijk profiel van eindcompetenties van tolken op hbo-niveau. Hierbij is inhoudelijk beoordeeld welke onderdelen op zijn minst onderdeel moeten uitmaken van de opleiding, zodat een toets met goed gevolg kan worden afgelegd en de vaardigheden tolkvaardigheid en -attitude op het vereiste niveau worden beheerst. De onderdelen zijn:

    • geheugen: een tolk moet beschikken over een goed getraind geheugen (zowel lange als korte termijn) om in staat te zijn de boodschap volledig en begrijpelijk over te brengen, zonder daarbij de spreker te vaak te hoeven onderbreken;

    • tekstanalyse en parafraseren: een tolk moet een goed analytisch vermogen hebben om de boodschap tot op het meest gedetailleerde niveau te kunnen doorgronden en weer te geven;

    • Notatietechnieken: ter ondersteuning van het geheugen maakt een tolk gebruik van aantekeningen tijdens het tolk proces. Een tolk moet dus over een efficiënt en werkbaar persoonlijk notatiesysteem beschikken;

    • tolkhouding: een tolk moet zichzelf op professionele en juiste wijze weten te presenteren, zowel in de rol van openbaar spreker als in de rol van tolk wanneer het gaat om contact en communicatie met alle deelnemende partijen.

    In het onderwijsveld zijn er mogelijkheden om taalonafhankelijke cursussen te volgen. Zo biedt ITV Hogeschool voor Tolken en Vertalers de module ‘Algemene tolktechnieken voor gevorderden’ aan, waarbij de studiebelasting 15 EC’s (420 uur) is. De Minister sluit met betrekking tot de omvang van de scholing aan op het bestaande aanbod. Hierbij acht de Minister doorslaggevend dat de module die door ITV Hogeschool wordt aangeboden onderdeel uitmaakt van het geaccrediteerde onderwijs, zodat hiermee voldoende waarborgen zijn met betrekking tot de studiebelasting van de module.

  • tenminste vijf jaar werkervaring als beroepstolk in de betreffende talencombinaties direct voorafgaand aan het verzoek tot plaatsing op de Uitwijklijst.

    De Minister heeft medio 2011 de Commissie btv gevraagd te specificeren4 wanneer sprake is van een beroepstolk:

    De Commissie btv heeft de volgende specificatie gegeven:

    • van een ervaren tolk mag worden verwacht dat hij gemiddeld 5 uur per week tolkt (Dit is exclusief reistijd, wachttijd en uren voor permanente educatie). Uitgangspunt is een werkweek van 5 dagen en 40 werkweken per jaar.

    • Dit betekent per jaar 5 uur x 40 weken = 200 uur per jaar.

    Aangezien de vereiste scholing niet gebonden is aan de combinatie waarvoor de tolk plaatsing wenst, wordt in samenhang met de totale werkervaring, de tolkvaardigheid en -attitude in de betrokken talencombinatie voldoende gewaarborgd.

De vertaler

Om als vertaler op de Uitwijklijst geplaatst te worden dient de betrokken vertaler aan te tonen te beschikken over:

  • integriteit;

    Met betrekking tot de integriteit verwijst de Minister naar de toelichting zoals hierboven is aangegeven onder het kopje ‘De tolk’.

  • taalvaardigheid van de te toetsen taal op ten minste C1-niveau;

    Met betrekking tot de taalvaardigheid verwijst de Minister naar de toelichting zoals hierboven is aangegeven onder het kopje ‘De tolk’.

  • ten minste 420 uur scholing om vertaalvaardigheid en -attitude op ten minste de onderdelen tekst en tekstbegrip, tekst en cultuur, technische aspecten van het vertalen en vertaalhouding te ontwikkelen;

    Vertaalvaardigheid en -attitude zijn bij uitstek vaardigheden die moeten worden aangeleerd. De beheersing van deze competenties moet blijken uit een met goed gevolg afgeronde vakopleiding. In dit verband wijst de Minister op het bestaan van zogenaamde taalonafhankelijke opleidingen die zich specifiek op de training van deze competenties richten. Voor de invulling van deze competenties wordt aangesloten bij het landelijk profiel van eindcompetenties van vertalers op hbo-niveau. Hierbij is inhoudelijk beoordeeld welke onderdelen op zijn minst onderdeel moeten uitmaken van de opleiding, zodat een toets met goed gevolg kan worden afgelegd en de vertaalvaardigheid en -attitude op het vereiste niveau worden beheerst. De onderdelen zijn:

    • tekst en tekstbegrip: een vertaler moet begrijpen wat voor soort tekst het is, wie de gebruikers van een tekst zijn, wat het doel van de tekst is, wat de conventies van een teksttype zijn, hoe je een tekst in enkele kernzinnen kunt samenvatten, etc.;

    • tekst en cultuur: een vertaler dient rekening te houden met de specifieke eigenschappen van de Nederlandse cultuur bij het vertalen: wat wordt wel vertaald en wat wordt gehandhaafd in de tekst en waarom;

    • technische aspecten van het vertalen: een vertaler moet weten waar terminologie en achtergrondinformatie gevonden kan worden: hoe zoekt men efficiënt op het internet, welke vertaalhulpmiddelen zijn er, etc.;

    • vertaalhouding: een vertaler moet zichzelf op professionele en juiste wijze weten te presenteren ten opzichte van de opdrachtgever.

    In het onderwijsveld zijn er mogelijkheden om taalonafhankelijke cursussen te volgen. Zo gaat ITV Hogeschool voor Tolken en Vertalers de module ‘Algemene vertaaltechnieken’ aanbieden, waarbij de studiebelasting 15 EC’s (420 uur) is. De Minister sluit met betrekking tot de omvang van de scholing aan op het bestaande aanbod. Hierbij acht de Minister doorslaggevend dat de module die door ITV Hogeschool wordt aangeboden onderdeel uitmaakt van het geaccrediteerde onderwijs, zodat hiermee voldoende waarborgen zijn met betrekking tot de studiebelasting van de module.

  • ten minste vijf jaar werkervaring als beroepsvertaler in de betreffende vertaalrichting direct voorafgaand aan het verzoek tot plaatsing op de Uitwijklijst.

    De Minister heeft medio 2011 de Commissie btv gevraagd te specificeren5 wanneer sprake is van een beroepsvertaler:

    De Commissie btv heeft de volgende specificatie gegeven:

    • van een ervaren vertaler mag worden verwacht dat hij gemiddeld 2500 woorden per week vertaalt. Uitgangspunt is een werkweek van 5 dagen en 40 werkweken per jaar.

    • Dit betekent per jaar 2.500 woorden x 40 weken = 100.000 woorden per jaar.

    Aangezien de vereiste scholing niet gebonden is aan de combinatie waarvoor de vertaler plaatsing wenst, wordt in samenhang met de totale werkervaring, de vertaalvaardigheid en -attitude in de betrokken vertaalrichting voldoende gewaarborgd.

Zodra een toets beschikbaar is waarmee de taalvaardigheid en cultuur aangetoond kunnen worden, is verlenging van de plaatsing op de Uitwijklijst uitgesloten. Door de werkervaringseis als instapcriterium te hanteren voor de Uitwijklijst kan, zodra toetsing mogelijk is en met goed gevolg is afgerond, in beginsel inschrijving in het Rbtv volgen. Hiermee sluit de Uitwijklijst bijna naadloos aan op het Rbtv.

In de ‘Voorwaarden plaatsing Uitwijklijst’, te vinden op www.bureaubtv.nl , worden de voorwaarden uitgebreid toegelicht.

Artikel 7

Indien een tolk of vertaler niet heeft aangetoond te voldoen aan de voorwaarden voor plaatsing op de Uitwijklijst, dan volgt in beginsel een afwijzing van het verzoek. De Raad voor Rechtsbijstand kan in door haar nader te bepalen gevallen een verzoek ter advisering voorleggen aan de Commissie beëdigde tolken en vertalers. Welke gevallen dit betreft zal in een aparte beleidsregel worden omschreven.

Artikel 8

Dit artikel bevat de gronden waarop plaatsing geweigerd wordt. Allereerst wordt plaatsing op de Uitwijklijst geweigerd als er een opleiding of toets beschikbaar is waarmee directe inschrijving in het Rbtv mogelijk is in de betrokken talencombinatie c.q. vertaalrichting. De eisen als opgenomen in de onderdelen b en d, voorkomen plaatsing van de tolk of vertaler die niet aan de kwaliteits- en integriteitscriteria voldoet. Indien een tolk of vertaler onder curatele is gesteld wegens zijn lichamelijke of geestelijke toestand is het ongewenst dat hij op de Uitwijklijst wordt geplaatst. Het behoeft geen betoog dat indien de ondercuratelestelling eindigt, de tolk of vertaler voor plaatsing in aanmerking komt. De plaatsing op de Uitwijklijst staat op grond van onderdeel c enkel open voor personen die op grond van artikel 8, onder a tot en met e, dan wel l, van de Vreemdelingenwet 2000 rechtmatig in Nederland verblijven en gerechtigd zijn arbeid te verrichten. Met arbeid wordt in dit verband niet enkel op arbeid als zelfstandige, maar ook op arbeid in loondienst gedoeld. De maatregel waarop onderdeel e doelt, is de doorhaling van de inschrijving en/ of plaatsing op grond van de Wbtv dan wel Uitwijklijst. Op deze wijze wordt voorkomen dat een tolk of vertaler wiens inschrijving/ plaatsing is doorgehaald zich weer direct kan aanmelden voor plaatsing op de Uitwijklijst.

Artikel 9

De plaatsing op de Uitwijklijst vangt aan op de datum van het besluit tot plaatsing op de Uitwijklijst en eindigt van rechtswege, tenzij door de tolk of vertaler om het beëindigen van de plaatsing wordt gevraagd of de tolk of vertaler op grond van artikel 9 van de Wbtv is doorgehaald, vijf jaren na die datum. Als voorbeeld: een plaatsing vanaf 1 januari 2014 loopt tot en met 31 december 2018. Dit betekent dat de tolk of vertaler vanaf 1 januari 2019 niet meer op de Uitwijklijst is geplaatst en dus ook niet meer op die lijst kan worden gevonden. Het indienen van een verzoek tot verlenging maakt dat niet anders. Met andere woorden: het indienen van een verzoek tot verlenging schort de beëindiging van de plaatsing niet op. Gekozen is voor een termijn van vijf jaar, omdat gedurende deze periode mogelijk toetsen beschikbaar zijn gekomen, waarmee de ontbrekende competenties kunnen worden aangetoond. Tevens is hiervoor gekozen zodat de termijn gelijkgetrokken wordt met de termijn van inschrijving in het Rbtv en de VOG een zelfde periode dekt. Indien na vijf jaar nog steeds geen toetsen beschikbaar zijn, dan dient een nieuwe VOG overgelegd te worden. Mocht een tolk of vertaler gedurende zijn plaatsing op de Uitwijklijst alsnog zijn taalvaardigheid kunnen aantonen, dan staat het hem vrij om een verzoek tot inschrijving het Rbtv in te dienen. Als inschrijving in het Rbtv volgt, dan wordt zijn plaatsing op de Uitwijklijst beëindigd.

Artikel 10

Het formulier ‘verlenging plaatsing Uitwijklijst’ moet volledig ingevuld en ondertekend worden opgestuurd voordat het verzoek in behandeling wordt genomen.

De beslistermijn van een verzoek tot verlenging van de plaatsing op de Uitwijklijst bedraagt vier weken gerekend vanaf de datum van ontvangst van het verzoek tot plaatsing. Deze termijn is gelijk gesteld aan de beslistermijn van een verzoek tot verlenging van een inschrijving in het Rbtv.

Artikel 11

De genoemde verklaringen mogen niet ouder dan drie maanden zijn, te rekenen vanaf de dag waarop het verzoek tot plaatsing wordt ingediend. Indien de verklaringen die in dit artikel worden genoemd niet worden overgelegd, wordt het verzoek tot plaatsing niet in behandeling genomen. Hierbij wordt de tolk of vertaler uiteraard conform artikel 4:5 van de Awb in de gelegenheid gesteld om zijn verzoek te completeren.

Artikel 12

Uit artikel 9 van dit besluit vloeit voort dat een plaatsing op de Uitwijklijst van rechtswege na een periode van vijf jaar vervalt. Daarna kan geen verzoek tot verlenging meer worden ingediend, omdat er geen sprake meer is van plaatsing op de Uitwijklijst. Een verzoek tot verlenging van de plaatsing op de Uitwijklijst dat na het vervallen van de plaatsing op de Uitwijklijst toch wordt ingediend, kan dus niet meer leiden tot verlenging. De tolk of vertaler is op dat moment feitelijk niet meer geplaatst op de Uitwijklijst.

Met het tijdig indienen van een verzoek tot verlenging wordt niet voorkomen dat de periode van plaatsing eindigt. Het is daarom van groot belang dat een tolk of vertaler tijdig een verzoek tot verlenging indient. In dit besluit wordt gesteld dat op een verlengingsverzoek binnen vier weken moet worden beslist. Uiteraard wordt er naar gestreefd zo snel mogelijk een besluit op een dergelijk verzoek te nemen. Daaraan kan de tolk of vertaler een bijdrage leveren, namelijk door kennis te nemen van de voorwaarden die gelden voor (het indienen van) een verzoek tot verlenging en de wijze waarop kan worden aangetoond dat aan die voorwaarden wordt voldaan. Bijvoorbeeld het niet op tijd betalen van de leges of het niet indienen van stukken waaruit onomstotelijk blijkt dat aan de voorwaarden wordt voldaan, leidt tot vertraging in de besluitvorming. Bij het niet betalen van de leges moet immers een betalingsherinnering worden verstuurd en bij het niet indienen van stukken waaruit blijkt dat aan die voorwaarden wordt voldaan, zal een brief moeten worden gestuurd waarin aanvullende stukken worden opgevraagd. Voorts moet een verzoek tot verlenging weliswaar tijdig worden ingediend, maar moet een dergelijk verzoek ook niet te vroeg worden ingediend. Daarmee wordt voorkomen dat een verzoek tot verlenging wordt afgewezen omdat (nog) niet aan de voorwaarden, bijvoorbeeld de bijscholingsverplichting, wordt voldaan. Bovendien vindt de verlenging niet eerder plaats dan op de dag na de dag waarop de periode van plaatsing eindigt. In het geval dat een verzoek tot verlenging tijdig is ingediend maar waar niet voor het einde van de termijn van plaatsing wordt besloten, vervalt de plaatsing op de Uitwijklijst van rechtswege, maar volgt desalniettemin een beoordeling van het verzoek. Het is dus niet zo dat een verzoek tot verlenging dat tijdig wordt ingediend, wordt afgewezen als de periode van plaatsing verloopt. Als het verzoek tot verlenging aan de geldende voorwaarden voldoet en dus gehonoreerd kan worden, zal de plaatsing op de Uitwijklijst met ingang van de datum van het besluit als het ware worden ‘verlengd’. Hierbij is expliciet niet gekozen voor plaatsing met terugwerkende kracht tot aan de datum van het van rechtswege vervallen van de plaatsing. Plaatsing op de Uitwijklijst brengt namelijk verplichtingen met zich mee, zoals bijvoorbeeld de verplichte bijscholing. Met het plaatsen met terugwerkende kracht wordt de tolk of vertaler in een ongunstige situatie gebracht, omdat hij minder tijd krijgt om te voldoen aan zijn verplichtingen. Dit wordt onredelijk geacht.

Artikel 13

Net als bij het indienen van een verzoek tot plaatsing op de Uitwijklijst is aansluiting gezocht bij het Rbtv.

Het in rekening brengen van het bedrag van€ 75,– moet een deel van de administratieve kosten dekken, die voortvloeien uit het in behandeling nemen en beoordelen van een verzoek tot verlenging en het in dat verband beheren van de Uitwijklijst. Voor de behandeling van een verzoek tot verlenging van de plaatsing op de Uitwijklijst worden vergelijkbare kosten gemaakt als bij de behandeling van een verzoek tot verlenging van de inschrijving in het Rbtv.

Voor het indienen van één verzoek dat strekt tot verlenging van de plaatsing op de Uitwijklijst als tolk en/of vertaler voor één enkele of voor meerdere talencombinaties en/of vertaalrichtingen of inschrijving in het Rbtv en plaatsing op de Uitwijklijst als tolk en/of vertaler voor één enkele of voor meerdere talencombinaties en/of vertaalrichtingen wordt één keer een bedrag van€ 75,– verlangd. Het moet dan gaan om één verzoek. Daarvan is sprake als gelijktijdig, dat wil zeggen op eenzelfde formulier, om verlenging van een plaatsing op de Uitwijklijst als tolk en/of vertaler voor één enkele of voor meerdere talencombinaties en/of vertaalrichtingen wordt gevraagd.

Er zal echter niet altijd sprake kunnen zijn van één verzoek. Inschrijvingen in het Rbtv of plaatsingen op de Uitwijklijst zullen lang niet altijd op dezelfde datum hebben plaatsgevonden. Dat betekent dat de periode van de inschrijvingen en plaatsingen verschilt en de datum waarop die perioden eindigen eveneens afwijkt. Gelijktijdige verlenging van inschrijvingen en plaatsingen van verschillende talencombinaties en/of vertaalrichtingen kan dus slechts plaatsvinden als de perioden van inschrijving en plaatsing van die talencombinaties en/of vertaalrichtingen gelijk is.

Als voorbeeld: een tolk is op 1 januari 2014 op de Uitwijklijst geplaatst als tolk Nederlands ↔ Swahili. De plaatsing van die talencombinatie eindigt op 31 december 2018. Daarnaast is de tolk op 1 januari 2015 vertaler Nederlands → Swahili geplaatst op de Uitwijklijst. Een verzoek tot verlenging van de plaatsing als tolk Nederlands ↔ Swahili moet in ieder geval voor het einde van die plaatsing op 31 december 2018 ingediend worden. Op dat moment kan weliswaar ook reeds om verlenging van de plaatsing als vertaler Nederlands → Swahili worden verzocht, maar dat is niet altijd in het belang van de tolk of vertaler. Het verzoek tot verlenging van de plaatsing wordt dan beoordeeld na slechts 3,5 jaar plaatsing op de Uitwijklijst. Het is mogelijk dat op dat moment nog niet aan alle voorwaarden voor verlenging wordt voldaan. De verlenging van die plaatsing vindt bovendien niet eerder plaats dan op 1 januari 2020. In dit verband wordt ook verwezen naar de toelichting op artikel 14 van dit besluit.

Een plaatsing die voortijdig wordt beëindigd, bijvoorbeeld op verzoek van een tolk of vertaler, leidt niet tot teruggave van het bedrag dat voor het indienen van het verzoek in rekening wordt gebracht.

Ook in geval een tolk of een vertaler voor een bepaalde plaatsing van de Uitwijklijst wordt ingeschreven in het Rbtv vindt geen teruggave van het bedrag dat voor het indienen van het verzoek in rekening wordt gebracht, plaats.

Artikel 14

Om in aanmerking te komen voor verlenging moet vast komen te staan dat één van de talen van de talencombinatie waarin de tolk of vertaler werkzaam is een niet-toetsbare taal is. Als er geen sprake is van een niet-toetsbare taal en dus beide talen toetsbaar zijn, dan kan de plaatsing op de Uitwijklijst per definitie niet verlengd worden. Daarnaast wordt van een tolk of vertaler verwacht dat hij gebruik maakt van de mogelijkheid tot het volgen van opleidingen of het deelnemen aan toetsen waarmee de taalvaardigheid kan worden aangetoond of inschrijving in het Rbtv mogelijk is. Indien een tolk of vertaler een dergelijke mogelijkheid, die zich voordoet gedurende zijn plaatsing op de Uitwijklijst, ongebruikt laat verstrijken, dan komt hij niet voor verlenging van zijn plaatsing in aanmerking. Indien een opleiding of toets niet doorgaat vanwege onvoldoende animo, dient de tolk of vertaler aan te tonen dat hij zich formeel heeft aangemeld en dat buiten zijn schuld om de opleiding of toets niet is doorgegaan. Hiermee heeft de tolk of vertaler het maximale gedaan wat binnen zijn mogelijkheden ligt, en zal dit niet aan hem worden tegengeworpen. Een tolk of vertaler die niet kan aantonen zich te hebben aangemeld voor een aangeboden opleiding of toets heeft zich niet maximaal ingespannen om zijn taalvaardigheid aan te tonen of ingeschreven te worden in het Rbtv en komt niet voor verlenging van zijn plaatsing op de Uitwijklijst in aanmerking. Hiermee wordt benadrukt dat de Uitwijklijst een voorportaal is van het Rbtv en geen doel op zich.

Tevens dient te worden voldaan aan de ten tijde van het indienen van het verzoek geldende voorwaarden voor plaatsing op de Uitwijklijst. Die voorwaarden zijn allereerst neergelegd in artikel 6 (voor de verlenging in artikel 14, aanhef en onder b, van dit besluit). Daarnaast dient een tolk of vertaler aan te tonen dat hij tien professionele werkopdrachten als tolk of vertaler in de betrokken talencombinatie of vertaalrichting heeft verricht, waarmee dit criterium is gelijk getrokken met één van de voorwaarden voor verlenging van de inschrijving in het Rbtv. Als laatste voorwaarde dient de tolk of vertaler te hebben voldaan aan zijn bijscholingsverplichting. Om de vrijheid te behouden om het Besluit PE daar waar nodig, aan te passen is volstaan met een verwijzing naar het Besluit PE. Voor een toelichting die betrekking heeft op de bijscholingsverplichting wordt dan ook verwezen naar het Besluit PE. Vast moet komen te staan dat voldaan wordt aan de verplichtingen die voortvloeien uit het Besluit PE.

Bij professionele opdrachten, als bedoeld in dit artikel en artikel 1, moet het gaan om een professionele relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer (de tolk of vertaler). De tolk of vertaler wordt ingehuurd om zijn diensten te verrichten tegen een geldelijke vergoeding. Opdrachten die verricht worden voor degene met wie de tolk of vertaler in een persoonlijke relatie staat, zoals een familie- of vriendschapsrelatie, opdrachten tegen een vergoeding in natura of opdrachten op vrijwillige basis, zijn in dit kader niet voldoende. Het moet gaan om opdrachten die in het kader van een zakelijke verhouding plaatsvinden. De vertaalopdrachten moeten zijn verricht in de vertaalrichting waarvoor de vertaler als zodanig op de Uitwijklijst is geplaatst en waarop het verzoek tot verlenging betrekking heeft. De tolkopdrachten moeten zijn verricht in de talencombinatie waarvoor de tolk als zodanig op de Uitwijklijst is geplaatst en waarop het verzoek tot verlenging betrekking heeft.

Artikel 15

Een verzoek tot verlenging dat na afloop van de plaatsing op de Uitwijklijst wordt ingediend, kan niet meer leiden tot verlenging. De inschrijving is immers van rechtswege na vijf jaar vervallen. In een dergelijk geval wordt dit verzoek aangemerkt als een verzoek tot hernieuwde plaatsing om verwarring met een regulier verzoek tot plaatsing te voorkomen. Een verzoek tot hernieuwde plaatsing wordt gehonoreerd indien de tolk of vertaler aantoont aan de voorwaarden van artikel 14 van dit besluit te voldoen. Daarnaast brengt het gegeven dat men eerder geplaatst was, maar dat deze plaatsing om welke reden dan ook niet geleid heeft tot verlenging, een bijscholingsverplichting met zich mee. Dit geldt voor elk verzoek tot plaatsing dat wordt ingediend binnen vijf jaar nadat een plaatsing van rechtswege is vervallen. Een verzoek tot plaatsing dat binnen vijf jaar na afloop van de periode van plaatsing, na uitschrijving op eigen verzoek of na doorhaling op grond van artikel 17 van dit besluit in samenhang met artikel 9 Wbtv, wordt ingediend door een tolk of vertaler die op enig moment geplaatst stond, wordt dus aangemerkt als een verzoek tot hernieuwde plaatsing. Het is van groot belang dat een tolk of vertaler die op de Uitwijklijst geplaatst is, zijn kennis en vakbekwaamheid door middel van bijscholing in de vorm van permanente educatie en het opdoen van werkervaring op peil houdt en in de praktijk brengt. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling geweest om de voorwaarden die gelden voor verlenging te kunnen ontlopen door de plaatsingstermijn te laten verlopen en vervolgens een nieuwe plaatsing te bewerkstellingen, doordat men kan aantonen aan voorwaarden van artikel 6 van dit besluit te voldoen. Om die reden is dan ook als eis opgenomen dat een tolk of vertaler met zijn verzoek tot hernieuwde plaatsing op de Uitwijklijst stukken indient waaruit blijkt dat hij aan de voorwaarden voor plaatsing, te weten de bijscholingsverplichting, die hij tijdens de eerdere periode van plaatsing op de Uitwijklijst opgelegd heeft gekregen en de werkervaringseis heeft voldaan. Dit geldt ook voor een uitschrijving op eigen verzoek of een doorhaling op grond van artikel 17 van dit besluit in samenhang met artikel 9 Wbtv. Voor de wijze waarop aan de bijscholingsverplichting kan worden voldaan, wordt verwezen naar het Besluit PE.

Artikel 16

Het in rekening brengen van het bedrag van€ 125,– moet een deel van de administratieve kosten dekken, die voortvloeien uit het in behandeling nemen en beoordelen van een verzoek en het in dat verband beheren van de Uitwijklijst. Voor de behandeling van een verzoek tot hernieuwde plaatsing op de Uitwijklijst worden vergelijkbare kosten gemaakt als voor de behandeling van een verzoek tot plaatsing op de Uitwijklijst zoals besproken in de toelichting van artikel 5.

Artikel 17

De Uitwijklijst is het voorportaal van het Rbtv. De voorwaarden en de procedures zijn zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. In veel opzichten is de Uitwijllijst vergelijkbaar met het Rbtv. Dit geldt bijvoorbeeld voor de gegevens van de tolk of vertaler die worden opgenomen, het overleggen van een verklaring omtrent het gedrag en de behandeling van klachten. Waar mogelijk zijn artikelen zoals neergelegd in de Wbtv en het Besluit btv van toepassing op de Uitwijklijst. Waar daarin dan ook wordt gesproken over ‘het register’ of ‘het Rbtv’ moet voor zover mogelijk worden gelezen ‘de Uitwijklijst’.

Artikel 18

De Gedragscode is ook van toepassing op een tolk of vertaler die op de Uitwijklijst is geplaatst. De aard van de werkzaamheden van een tolk of vertaler verandert daarmee niet en derhalve moeten de kwaliteitsaspecten die voor het Rbtv gelden ook op de Uitwijklijst betrekking hebben. Het gaat dan met name om aspecten als houding en gedrag van een tolk of vertaler.

Artikel 19

Het Besluit Uitwijklijst wordt op cruciale onderdelen gewijzigd. Tolken en vertalers die ten tijde van de inwerkingtreding van dit besluit geplaatst zijn op de Uitwijklijst, die gedurende hun plaatsing investeringen, zowel financieel als in tijd, hebben gedaan om aan hun verplichtingen te voldoen, mogen erop vertrouwen dat deze investeringen beloond worden met een verlenging van hun plaatsing als vast komt te staan dat ze aan de voorwaarden voldoen. Het is echter ook de bedoeling om de Uitwijklijst beter te laten aansluiten op het Rbtv, waarmee de kwaliteit van de tolken of vertalers naar een hoger niveau wordt gebracht. Om op termijn te komen tot een kwalitatief hoger niveau op de Uitwijklijst en het recht om verlenging van reeds geplaatste tolken of vertalers te eerbiedigen is gekozen voor een ruime overgangsregeling, ter hoogte van maximaal drie jaar gerekend vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit. Deze ruime overgangsregeling geldt voor een ieder die op het moment van inwerkingtreding van dit besluit geplaatst is, danwel een verzoek tot plaatsing heeft ingediend.

Een tolk of vertaler, die ten tijde van de inwerkingtreding van dit besluit geplaatst is op de Uitwijklijst, kan zijn plaatsing eenmalig verlengen tot 1 juli 2016. Hierin wordt geen onderscheid gemaakt tussen tolken of vertalers die bijvoorbeeld al sinds 1 januari 2011 geplaatst zijn of tolken of vertalers die op 1 februari 2013 geplaatst zijn. Voor beiden geldt dat zij, vanaf het moment dat dit besluit inwerking treedt, verzekerd zijn van een plaatsing op de Uitwijklijst, eventueel met een verlenging, van ten minste drie jaar. Na 1 juli 2016 komen deze plaatsingen van rechtswege te vervallen en dienen deze tolken en vertalers te voldoen aan de geldende criteria. Zij hebben dan ten minste drie jaar de tijd gehad om te kunnen voldoen aan deze criteria.

Een verzoek tot plaatsing dat is ingediend voor inwerkingtreding van dit besluit wordt getoetst aan het Besluit Uitwijklijst zoals dat gold ten tijde van het indienen van het verzoek. Aangezien de periode van plaatsing onder het ‘oude’ Besluit Uitwijklijst drie jaar bedroeg, komen deze plaatsingen in dezelfde periode te vervallen als de plaatsingen die hierboven beschreven worden. Vanaf dat moment staan op de Uitwijklijst enkel tolken of vertalers die voldoen aan de criteria van dit besluit.

Vanzelfsprekend geldt dat verzoeken tot plaatsing op de Uitwijklijst die worden ingediend na inwerkingtreding van dit besluit, getoetst worden aan dit besluit en de tolk of vertaler geen aanspraak kan maken op de overgangsregeling zoals uitgewerkt in artikel 19. Dit geldt ook voor verzoeken tot plaatsing van tolken en vertalers die geplaatst waren op de Uitwijklijst waarvan de plaatsing van rechtswege is geëindigd of op eigen verzoek is beëindigd of waarvan de plaatsing op grond van artikel 9 van de Wbtv is doorgehaald en die een verzoek indienen nadat dit besluit inwerking is getreden. Ook zij zijn uitgesloten van de bescherming van de overgangsbepalingen, omdat zij ten tijde van de inwerkingtreding van dit besluit niet geplaatst waren op de Uitwijklijst.


X Noot
1

Hieronder wordt ook verstaan: andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en Zwitserland.

X Noot
2

Een tolk- of vertaalopleiding op ten minste hbo-niveau leidt tot inschrijving in het Rbtv en is om die reden hier buiten beschouwing gelaten.

X Noot
3

Hieronder wordt ook verstaan: andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en Zwitserland.

X Noot
4

In verband met artikel 3 van het Besluit inschrijving Rbtv.

X Noot
5

In verband met artikel 3 van het Besluit inschrijving Rbtv.

Naar boven