Vergunning recreatief burgermedegebruik militaire luchthaven Leeuwarden ten behoeve van Dutch Hawker Hunter Foundation

12 juni 2013

Nr. MLA/157/2013

De Minister van Defensie,

Gelezen het verzoek van de Dutch Hawker Hunter Foundation van 2 mei 2013;

Na overleg met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 10.27 van de Wet luchtvaart;

Besluit:

Artikel 1

Aan de Dutch Hawker Hunter Foundation wordt ten behoeve van het uitvoeren van trainings- en demonstratievluchten vergunning verleend om in afwijking van de verbodsbepaling van artikel 10.13, eerste lid, van de Wet luchtvaart onder haar verantwoordelijkheid historische burgerluchtvaartuigen op te doen stijgen van of te doen landen op de militaire luchthaven Leeuwarden.

Artikel 2

De vergunning geldt voor maximaal 40 vliegtuigbewegingen per jaar met burgerluchtvaartuigen, waarbij de vlucht een recreatief karakter heeft.

Artikel 3

De Dutch Hawker Hunter Foundation registreert en verstrekt de gegevens inzake feitelijk uitgevoerde vliegtuigbewegingen door het verkeer onder haar verantwoordelijkheid op de in de Regeling registratie en verstrekking gegevens militaire luchthavens voorgeschreven wijze.

Artikel 4

  • 1. Deze beschikking treedt in werking met ingang van 17 juni 2013 en vervalt met ingang van 1 januari 2017.

  • 2. Artikel 2 vindt voor het jaar 2013 naar rato toepassing.

Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Defensie, voor deze: De Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit, S.H.P.M. Pellemans Kolonel-vlieger

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, DienstenCentrum Juridische Dienst-verlening, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, Postbus 90004, 3509 AA Utrecht. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht; de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

TOELICHTING

Onder het in de Luchtvaartwet geldende ontheffingensysteem is het uitvoeren van vliegtuigbewegingen met burgerluchtvaartuigen van en naar een voor de militaire luchtvaart aangewezen luchtvaartterrein, in strijd met de aanwijzing en derhalve verboden, tenzij de gezagvoerder, eigenaar of houder van het burgerluchtvaartuig de beschikking heeft over een ontheffing op grond van het inmiddels vervallen artikel 34 van de Luchtvaartwet.

Met ingang van 17 juni 2013 is het luchthavenbesluit Leeuwarden in werking getreden. Met de inwerkingtreding van dit luchthavenbesluit is een einde gekomen aan het burgermedegebruik van deze luchthaven op grond van het hierboven geschetste ontheffingensysteem.

Het ontheffingensysteem van de Luchtvaartwet is in de praktijk ontoereikend gebleken voor de diversiteit waarin burgermedegebruik zich manifesteert. Onder het nieuwe regime van de Wet luchtvaart wordt niet langer gesproken van militaire luchtvaartterreinen, maar van militaire luchthavens. Het starten van of landen op een militaire luchthaven met een burgerluchtvaartuig is desalniettemin op grond van artikel 10.13 van de Wet luchtvaart nog altijd verboden, zonder of in afwijking van een voor dat opstijgen of landen door de Minister van Defensie, na overleg met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, verleende vergunning voor (structureel) burgermedegebruik, vrijstelling (onder andere algemeen maatschappelijk belang) of ontheffing (incidenteel medegebruik).

In onderhavig geval is aan de Dutch Hawker Hunter Foundation een vergunning verleend voor structureel recreatief burgermedegebruik als bedoeld in artikel 10.27 van de Wet luchtvaart. Onder recreatief burgermedegebruik wordt in het gegeven geval tevens het uitvoeren van vluchten met historische luchtvaartuigen verstaan, waaronder het uitvoeren van vluchten met klassieke Hawker Hunter straalvliegtuigen, in beheer bij de Dutch Hawker Hunter Foundation. Daar de Dutch Hawker Hunter Foundation reeds op grond van een ontheffing ex artikel 34 Luchtvaarwet medegebruik van de luchthaven maakte betreft het hier enkel het omzetten van voornoemde ontheffing in een vergunning. Er is geenszins sprake van nieuw gebruik van de militaire luchthaven Leeuwarden.

Kenmerkend voor structureel recreatief burgermedegebruik is dat het medegebruik zich afspeelt door tussenkomst van een rechtspersoon waaraan bepaalde rechten en plichten worden toegedeeld. Zo dient de Dutch Hawker Hunter Foundation, alsook de personen onder diens verantwoordelijkheid, binnen de voorwaarden, gesteld in deze beschikking en het Besluit militaire luchthavens, verplichtingen op het gebied van registratie en handhaving van het burgermedegebruik na te leven.

Ten aanzien van de geluidsbelasting is het volgende van belang. De grenswaarde voor de geluidsbelasting door het recreatieve burgerluchtverkeer dat medegebruik maakt van de militaire luchthaven Leeuwarden krijgt gestalte door een in het luchthavenbesluit vastgelegd maximum aantal vliegtuigbewegingen per gebruiksjaar. Het aantal vliegtuigbewegingen per jaar, met uitzondering van modelvliegen, bedraagt maximaal 6000 per jaar. De limitering van 40 vliegtuigbewegingen in onderhavige beschikking is gebaseerd op de hoeveelheid vliegtuigbewegingen die door de Dutch Hawker Hunter Foundation in de afgelopen jaren is uitgevoerd. Met het jaarlijkse aantal van 40 vliegtuigbewegingen wordt de Dutch Hawker Hunter Foundation in staat geacht hetzelfde vliegprogramma uit te voeren als in de afgelopen jaren. Daar het een omzetting betreft vindt de toepassing van het jaarlijks vastgestelde aantal vliegtuigbewegingen voor het jaar 2013 naar rato plaats.

Naar boven