Circulaire Beleid rechtspositie stagiair en modelstageovereenkomsten

3 februari 2012

Nr. 2012-0000062386

Aan: de Mininsters

Onderwerp: Beleid rechtspositie stagiair en modelstageovereenkomsten

Doelstelling: Bekend maken van beleid

Juridische grondslag: Geen

Relaties met andere circulaires: circulaire 2009-0000749815 van 23 december 2009 vervalt

Geldig tot: Nader bericht

Inleiding

Het onderwerp van deze circulaire is het beleid met betrekking tot de rechtspositie van stagiairs. Bijgevoegd zijn ook twee modelstageovereenkomsten.

Met de circulaire van 2009-0000749815 van 23 december 2009 heb ik u geïnformeerd over de harmonisering van de stagevergoedingen met ingang van 1 maart 2009. Daarna zijn er andere afspraken met betrekking tot de rechtspositie van stagiairs gemaakt. Met deze circulaire worden alle onderwerpen van het beleid over de rechtspositie van stagairs in één circulaire geïntegreerd. Om deze reden wordt de circulaire van 23 december 2009 ingetrokken en is de inhoud van deze circulaire in deze circulatie verwerkt.

De afspraken over de rechtspositie van de stagiairs en de modelstageovereenkomsten zijn gemaakt om tot een uniforme handelswijze binnen de sector Rijk te komen en conform de rijksbrede strategie op het gebied van arbeidsmarktcommunicatie en werving als één organisatie naar buiten toe op te treden.

Modelstageovereenkomsten

Een uniforme handelswijze van de sector Rijk met betrekking tot de rechtspositie van stagiair komt vooral tot uiting door het hanteren van een modelstageovereenkomst. Hiermee wordt ook de herkenbaarheid naar de onderwijsinstellingen en de stagiairs verbeterd.

In de praktijk blijkt dat er twee soorten overeenkomsten worden gesloten. Bij één overeenkomst is er sprake van betrokkenheid van drie partijen, namelijk de stageverlener, de onderwijsinstelling en de stagiair. Aangezien niet bij alle onderwijsprogramma’s een stage verplicht is, is er niet altijd een rol voor de onderwijsinstelling weggelegd. In dat geval sluit de stageverlener een overeenkomst met (uitsluitend) de stagiair. Voor beide situaties is een modelstageovereenkomst opgesteld.

Stagevergoedingen

De stagevergoedingen zijn met ingang van 1 maart 2009 als volgt vastgesteld:

  • 1. Voor wo- en hbo-studenten wordt een vaste stagevergoeding gehanteerd van € 550,00 bruto per maand.

  • 2. Voor stages op mbo-niveau wordt een vaste stagevergoeding gehanteerd van € 400,00 bruto per maand.

De stagevergoedingen zullen overeenkomstig de algemene salarisverhogingen bij de Sector Rijk worden geïndexeerd. Daarbij zal het gewijzigde maandbedrag rekenkundig worden afgerond op hele euro's.

De stagevergoeding is gebaseerd op vijf dagen van acht uur per week, ofwel veertig uur per week. Indien een stage wordt afgesproken met minder uren per week leidt dat tot een naar rato verlaagde vergoeding.

In onderstaande twee voorbeelden is de berekeningswijze van de stagevergoeding nader toegelicht:

Voorbeeld 1: Indien voor een stage op wo-niveau wordt afgesproken dat deze per week drie dagen van acht uur betreft, bedraagt de stagevergoeding

(€ 550/40*24=) € 330,00 per maand.

Voorbeeld 2: Indien voor een stage op mbo-niveau wordt afgesproken dat deze per week vijf dagen van vier uur betreft, bedraagt de stagevergoeding

(€ 400/40*20=) € 200,00 per maand.

De stagevergoeding geldt voor alle stages van één maand of langer. Daarbij is geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende soorten stages, zoals de meeloopstage, de onderzoeksstage en de afstudeerstage.

Alleen in gevallen dat er sprake is van een kortere stage waarbij kennismaken met de organisatie centraal staat, de zogenoemde snuffelstages, hoeft geen stagevergoeding te worden toegekend. Eventueel kan dan een meer symbolische vergoeding worden toegekend, bijvoorbeeld een boekenbon.

Vergoeding overige kosten

Voor zover de stagiair geen gebruik kan maken van een OV-studentenkaart voor het reizen tussen de woning en de stageplek worden de reiskosten vergoed overeenkomstig de reguliere vergoeding voor woon-werkverkeer voor ambtenaren op grond van het Verplaatsingskostenbesluit 1989.

In incidentele situaties komt het voor dat de stagiair te maken krijgt met pensionkosten. Als de situatie daartoe aanleiding geeft, kan een vergoeding voor de pensionkosten worden verstrekt door het bevoegd gezag. Het ligt in de rede daarvoor aan te sluiten op de reguliere vergoeding voor pensionkosten voor ambtenaren op grond van het Verplaatsingskostenbesluit 1989.

Een stagiair op een diplomatieke of consulaire post in het buitenland kan uitsluitend in aanmerking komen voor een pensionkostenvergoeding van € 315,00 per maand. Kosten van de heenreis naar of de terugreis van een post in het buitenland komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Vakantie stagiairs

In de praktijk is naar voren gekomen dat er geen eenduidige handelswijze was in het toekennen van vakantie aan stagiairs. Aangezien er geen sprake is van een ambtelijke aanstelling of een arbeidsovereenkomst, is er geen wettelijke verplichting om een stagiair vakantie toe te kennen. Aan de andere kant ligt het ook om administratieve redenen in de rede dat bij een stage voor een langere periode de stagiair zijn stage kan onderbreken zonder dat dit leidt tot een verlaging van zijn stagevergoeding. Derhalve is de interdepartementale afspraak gemaakt de stagiair vakantie toe te kennen.

De stagiair heeft tijdens zijn stage aanspraak op 160 uur vakantie per jaar bij een volledige omvang van de stage van 40 uur per week. In het geval de stage voor minder dan 40 uur per week is overeengekomen, wordt de aanspraak op vakantie-uren naar evenredigheid vastgesteld. Dit geldt ook voor stages die een gedeelte van het jaar beslaan. In deze gevallen wordt de aanspraak op vakantie in hele (vakantie-)uren vastgesteld door naar boven af te ronden.

Tijdens het gebruik van de vakantie wordt de stagevergoeding doorbetaald. Er bestaat geen recht op uitbetaling van de resterende vakantie-uren, indien de vakantie niet tijdens de stageperiode is gebruikt.

Gelet op de samenhang tussen de toekenning van vakantie en doorbetaling van de stagevergoeding, vindt toekenning van vakantie alleen plaats bij stages van één maand of langer.

In het geval de onderwijsinstelling voorschrijft dat een stagiair geen stage volgt gedurende de door die instelling aangewezen vakantieperioden, is de stagiair verplicht de toegekende vakantie te gebruiken gedurende deze perioden. Indien zijn vakantie-aanspraak daartoe ontoereikend is, wordt zijn stagevergoeding naar evenredigheid verlaagd. Het bevoegd gezag zal in voorkomende situatie daarvan opgave moeten doen aan P-Direkt. Ter voorkoming van terugvordering van stagevergoeding na het beëindigen van de stageperiode is het gewenst die opgave zo spoedig mogelijk te doen.

De vakantie is ook bedoeld voor situaties dat de stagiair verlof wenst voor bijvoorbeeld een verhuizing, familie-omstandigheden of calamiteit. Ook zal de vakantie moeten worden gebruikt voor een eventuele blokdag van het ministerie of bij een stage op een diplomatieke of consulaire post in het buitenland voor een lokale feestdag, tenzij de stagiair de blokdag of lokale feestdag op een andere dag kan compenseren.

Uiteraard heeft de stagiair vrij op de voor rijksambtenaren vastgestelde feestdagen en gaat dit niet ten koste van de vakantie-uren van de stagiair.

In onderstaande drie voorbeelden is de aanspraak op vakantie nader toegelicht:

Voorbeeld 1: Stagiair heeft een overeenkomst van 32 uur per week voor een periode van één jaar (12 maanden). Deze stagiair heeft tijdens zijn stage aanspraak op 128 vakantie-uren, namelijk de uitkomst van 32/40 * 160 vakantie-uren.

Voorbeeld 2: Stagiair heeft een overeenkomst van 40 uur per week voor een periode van vier maanden. Deze stagiair heeft tijdens zijn stage aanspraak op afgerond 54 vakantie-uren (onafgerond 53,33), namelijk de uitkomst van 4/12 * 160 vakantie-uren.

Voorbeeld 3: Stagiair heeft een overeenkomst van 32 uur per week voor een periode van vier maanden. Deze stagiair heeft tijdens zijn stage aanspraak op afgerond 43 vakantie-uren (onafgerond 42,67), namelijk de uitkomst van 32/40 * 4/12 * 160 vakantie-uren.

De stagebegeleider / leidingingevende van de stagiair registreert de vakantie. Het is niet de bedoeling dat registratie van de vakantie van stagiair wordt opgenomen in P-Direkt.

Ziekte

In de praktijk blijkt er onduidelijkheid te zijn op welke wijze met ziekte van een stagiair tijdens de stageperiode moet worden omgegaan. Met name is dit relevant in het geval door ziekte de stage niet (op tijd) kan worden afgerond. Aangezien dit erg afhankelijk is van de omstandigheden is het advies met de stagiair en eventueel de onderwijsinstelling in gesprek te gaan over – eventueel onbetaalde – verlenging van de stage. Aanbevolen wordt de student zo veel mogelijk in staat te stellen zijn stage goed af te ronden.

Verklaring omtrent het gedrag (VOG)

Afhankelijk van de stageplek, dan wel de activiteiten die de stagiair gaat verrichten, kan het noodzakelijk zijn dat voorafgaande aan de stage de stagiair een verklaring omtrent het gedrag (VOG), als bedoeld in de Wet justitiële gegevens, overlegt. De stageverlener dient bij artikel 8 van de modelstageovereenkomsten een keuze te maken of deze verplichting met de stagiair wordt overeengekomen. Dit is vergelijkbaar met de verplichting, die het bevoegd gezag op grond van artikel 9, zesde lid, Algemeen Rijksambtenarenreglement aan rijksambtenaren kan opleggen voorafgaande aan de aanstelling.

In het geval de stageverlener voorafgaande aan de stage van de stagiair een VOG verlangt, worden de kosten voor de aanvraag van deze VOG aan de stagiair vergoed.

Geheimhouding

Met de stagiair en indien van toepassing de onderwijsinstelling dient wel in alle gevallen een geheimhoudingsverplichting overeen te worden gekomen. Zie hiervoor artikel 9 van de modelstageovereenkomsten. De geheimhoudingsverklaring geldt voor de aangelegenheden waarvoor geheimhouding is opgelegd en waarvan het vertrouwelijk karakter redelijkerwijs bekend kan zijn.

De stagiair is ook verplicht de scriptie, het stageverslag of het stagewerkstuk aan de stageverlener vooraf voor te leggen, zodat deze kan beoordelen of er geen gegevens van vertrouwelijke aard in zijn opgenomen.

Aansprakelijkheid en verzekeringsplicht

In de stageovereenkomsten, die de ministeries gebruikten, waren verschillende bepalingen over aansprakelijkheid en af te sluiten verzekeringen tegen aansprakelijkheid opgenomen. Overigens voorzagen deze bepalingen niet in alle gevallen waarbij sprake kan zijn van wederzijdse aansprakelijkheid. Onderstaande situaties van schade en aansprakelijkheid dienen te worden onderscheiden:

  • 1. de mogelijkheid dat de stagiair schade toebrengt aan de stageverlener;

  • 2. de mogelijkheid dat de stagiair schade toebrengt aan derden als gevolg van het verrichten van stageactiviteiten bij de stageverlener;

  • 3. de mogelijkheid dat de stagiair zelf schade lijdt als gevolg van het verrichten van stageactiviteiten bij de stageverlener.

In de eerste twee situaties is er sprake van aansprakelijkheid van de stagiair, waarbij in de tweede situatie de derde in beginsel eerst de stageverlener zal aanspreken. Veel onderwijstellingen hebben een verzekering tegen deze aansprakelijkheid van hun scholieren of studenten tijdens de stage afgesloten. In artikel 10 van de modelstageovereenkomst ‘Staat – onderwijsinstelling – stagiair’ is hierbij aangesloten en wordt derhalve van de onderwijsinstelling verwacht dat deze zich tegen de mogelijke schade verzekert.

In het geval de onderwijsinstelling geen partij is bij de stageovereenkomst, kan de stageverlener op grond van artikel 10 van de modelstageovereenkomst ‘Staat – stagiair’ de schade, die voor zijn rekening komt bij de eerste twee situaties, verhalen op de stagiair voor zover deze aan de stagiair te wijten is.

In de modelstageovereenkomsten is voor wat betreft de derde situatie bepaald dat de stageverlener conform artikel 7:658, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek, aansprakelijk is voor letsel of schade, welke de stagiair lijdt tijdens de uitoefening van de stageactiviteiten.

Reikwijdte circulaire

Voor de duidelijkheid wordt opgemerkt dat deze circulaire geen betrekking heeft ophet aanstellen van stagiaires op een leerwerkplek – zoals dit bijvoorbeeld het geval is bij een mbo-beroepsbegeleidende leerweg (BBL) en HBO-duale opleidingstrajecten – waarbij de student van een onderwijsinstelling een aantal dagen per week werkt op een leerwerkplek en een aantal dagen per week naar school gaat.

Inwerkingtreding, vervangen circulaire 23 december 2009

Het beleid met betrekking tot de geharmoniseerde stagevergoedingen geldt sinds 1 maart 2009 en is -inclusief toelichting op de hoogte daarvan- eerder bekend gemaakt bij circulaire 2009-0000107039 van 27 februari 2009 en bij circulaire 2009-0000749815 van 23 december 2009. De vergoedingen gelden vanaf die datum voor alle nieuwe stagiaires en – tenzij de harmonisatie een verlaging van de vergoeding zou inhouden- voor de reeds aanwezige stagiaires.

Met de circulaire 2009-000-749815 van 23 december 2009 is al bepaald hoe met ingang van 1 januari 2010 moet worden omgegaan met overige kosten, waaronder de vergoeding op een diplomatieke- of consulaire post in het buitenland. Dit blijft verder ongewijzigd.

Voor de overige onderwerpen in deze circulaire geldt, dat zij van toepassing zijn op de stageovereenkomsten, die worden gesloten vanaf 1 maart 2012.

De circulaire van 23 december 2009 vervalt en wordt vervangen door deze circulaire die nader aangeeft welke afspraken er gelden voor het recht op vakantie en de gevolgen van ziekte van stagiairs.

Ik verzoek u uitvoering te geven aan deze circulaire.

De minster van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze: J.J.M. Uijlenbroek, Directeur-generaal Organisatie en Bedrijfsvoering Rijk.

BIJLAGE 1

STAGEOVEREENKOMST

De Staat der Nederlanden, te dezen vertegenwoordigd door de Minister van ... , hierna te noemen de ‘stageverlener’;

en

... (naam onderwijsinstelling) te (plaats onderwijsinstelling),  te deze vertegenwoordigd door ..., hierna te noemen de ‘onderwijsinstelling’;

en

de heer/mevrouw ... geboren op ..., te ..., hierna te noemen de ‘stagiair’

verklaren het volgende te zijn overeengekomen:

Artikel 1

De stageverlener verbindt zich de stagiair in de gelegenheid te stellen, ten behoeve van zijn/haar opleiding c.q. vorming stage te lopen bij de/het ...  (naam onderdeel) van het Ministerie van ... .

Artikel 2

De stageperiode loopt van ... (begindatum stage) tot en met ... (einddatum stage).

Artikel 3

De stage is aangegaan voor ... uur per week, verdeeld over ... dagen per week.

Artikel 4

  • 1. In onderling overleg bepalen de stageverlener, de onderwijsinstelling en de stagiair hoe de stage zal worden ingericht. Het stageprogramma kan in onderling overleg worden gewijzigd.

  • 2. De stageverlener draagt de stagiair slechts werkzaamheden op, waarbij primair onderwijskundige aspecten van belang zijn.

Artikel 5

  • 1. De stageverlener wijst een stagebegeleider aan die belast is met de zorg voor en de begeleiding van de stagiair alsmede met de contacten met de onderwijsinstelling.

  • 2. De onderwijsinstelling wijst een stagedocent aan, die belast is met de begeleiding van de stagiair. De stagedocent kan in het belang van het goede verloop van de stage aanbevelingen geven aan de stageverlener en stagebegeleider.

Artikel 6

De stageverlener verschaft de stagebegeleider toegang tot alle plaatsen waar de stage plaatsvindt, voor zover dat voor de vervulling van de stage noodzakelijk is.

Artikel 7

De stagiair neemt in acht de in het belang van de orde, veiligheid en gezondheid gegeven gedragsregels en aanwijzingen, zoals deze gelden voor het personeel van de dienst of het dienstonderdeel van de stageverlener waar de stage plaatsvindt.

Artikel 8

De stageverlener vereist/vereist niet dat de stagiair voor aanvang van de stage een verklaring omtrent het gedrag (VOG) overlegt.

Artikel 9

  • 1. De onderwijsinstelling en de stagiair verklaren hierbij dat zij verplicht zijn tot geheimhouding van alles wat omtrent het ministerie van ... hen bekend is geworden en waaromtrent geheimhouding is opgelegd, dan wel waarvan het vertrouwelijke karakter hen redelijkerwijs bekend had kunnen zijn.

  • 2. De stagiair legt de scriptie, stageverslag of stagewerkstuk voor wat betreft gegevens van vertrouwelijke aard ter goedkeuring voor aan de stagebegeleider of dienstleiding, voordat deze aan derden ter beschikking worden gesteld.

Artikel 10

  • 1. De onderwijsinstelling draagt ervoor zorg dat de stagiair gedurende de stage is verzekerd voor schade, die de stagiair lijdt ten gevolge van een ongeval en voor schade, die de stagiair aanbrengt of waarvoor de stagiair anderszins aansprakelijk is.

  • 2. De stageverlener is, conform artikel 7:658, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek, aansprakelijk voor letsel of schade, welke de stagiair lijdt tijdens de uitoefening van de stageactiviteiten.

Artikel 111

De stageverlener betaalt de stagiair een vergoeding van € ... per maand (bruto).

Optionele aanvullingen artikel 11, inzake tegemoetkomingen in bijzondere situaties:

Alleen in het geval dat de stageverlener vereist dat de stagiair een verklaring omtrent het gedrag overlegt:

  • 1. De stagiair heeft aanspraak op een vergoeding van de kosten voor de aanvraag van een verklaring omtrent het gedrag.

Alleen in het geval de stagiair geen gebruik kan maken van de OV-studentenkaart:

  • 2. De stagiair heeft voor de reizen tussen de woning en de stageplek aanspraak op een tegemoetkoming in de reiskosten woon-werkverkeer overeenkomstig het Verplaatsingskostenbesluit 1989.

In het incidentele geval de stagiair te maken krijgt met pensionkosten en er aanleiding toe is deze te vergoeden:

  • 3. De stagiair heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de pensionkosten overeenkomstig het Verplaatsingskostenbesluit 1989 voor verblijf in of nabij de plaats van de stageplek.

Voor de stagiair die stage loopt op een diplomatieke of consulaire post in het buitenland:

  • 4. De stagiair heeft aanspraak op tegemoetkoming in de pensionkosten van maximaal € 315,00 per maand voor verblijf in of nabij de plaats van de stageplek bij stage bij een diplomatieke of consulaire post in het buitenland.

Artikel 12

De stagiair heeft recht op ... uur vakantie (160 uur op jaarbasis bij een overeenkomst van 40 uur per week).

Artikel 13

De stagiair dient bij ziekte of ongeval hiervan onmiddellijk hierover zijn stagebegeleider te informeren.

Artikel 14

Uitdrukkelijk wordt vastgesteld dat bij deze overeenkomst geen sprake is van een arbeidsovereenkomst met de stagiair en dat op de stagiair geen rechtspositionele regelingen van de Rijksoverheid van toepassing zijn.

Artikel 15

  • 1. De stage eindigt aan het einde van het onder artikel 2 genoemde tijdvak.

  • 2. De stage eindigt, indien de stagiair zijn/haar opleiding tijdens de stageperiode afbreekt.

  • 3. De stageverlener is gerechtigd de stage terstond te beëindigen, indien de stagiair naar het oordeel van de stagebegeleider of leiding van het dienstonderdeel geldende algemene regels, alsmede de door of namens de leiding gegeven aanwijzingen onvoldoende in acht neemt.

  • 4. De onderwijsinstelling kan de stage beëindigen, gehoord de stagiair en de stageverlener, wanneer de onderwijsinstelling vaststelt dat de stage niet voldoet aan de onderwijsdoelstellingen, dan wel van de stagiair redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat de stagiair de stage voortzet.

... (plaats), ... (datum)

De minister van ...

Namens/voor deze:

de ... (functie),

   

Stageverlener

Onderwijsinstelling

Stagiair

BIJLAGE 2

STAGEOVEREENKOMST

De Staat der Nederlanden, te dezen vertegenwoordigd door de Minister van ..., hierna te noemen de ‘stageverlener’;

en

de heer/mevrouw ... geboren op ..., te ..., hierna te noemen de ‘stagiair’

verklaren het volgende te zijn overeengekomen:

Artikel 1

De stageverlener verbindt zich de stagiair in de gelegenheid te stellen, ten behoeve van zijn/haar opleiding c.q. vorming stage te lopen bij de/het ...  (naam onderdeel) van het Ministerie van ... .

Artikel 2

De stageperiode loopt van ... (begindatum stage) tot en met ... (einddatum stage).

Artikel 3

De stage is aangegaan voor ... uur per week, verdeeld over ... dagen per week.

Artikel 4

  • 1. In onderling overleg bepalen de stageverlener en de stagiair hoe de stage zal worden ingericht. Het stageprogramma kan in onderling overleg worden gewijzigd.

  • 2. De stageverlener draagt de stagiair slechts werkzaamheden op, waarbij primair onderwijskundige aspecten van belang zijn.

Artikel 5

De stageverlener wijst een stagebegeleider aan die belast is met de zorg voor en de begeleiding van de stagiair.

Artikel 6

De stageverlener verschaft de stagiair toegang tot alle plaatsen waar de stage plaatsvindt, voor zover dat voor de vervulling van de stage noodzakelijk is.

Artikel 7

De stagiair neemt in acht de in het belang van de orde, veiligheid en gezondheid gegeven gedragsregels en aanwijzingen, zoals deze gelden voor het personeel van de dienst of het dienstonderdeel van de stageverlener waar de stage plaatsvindt.

Artikel 8

De stageverlener vereist/vereist niet dat de stagiair voor aanvang van de stage een verklaring omtrent het gedrag (VOG) overlegt.

Artikel 9

  • 1. De stagiair verklaart hierbij dat hij / zij tot geheimhouding is verplicht van alles wat omtrent het ministerie van ... hem/haar bekend is geworden en waaromtrent geheimhouding is opgelegd, dan wel waarvan het vertrouwelijke karakter hem/haar redelijkerwijs bekend had kunnen zijn.

  • 2. De stagiair legt de scriptie, stageverslag of stagewerkstuk voor wat betreft gegevens van vertrouwelijke aard ter goedkeuring voor aan de stagebegeleider of dienstleiding, voordat deze aan derden ter beschikking worden gesteld.

Artikel 10

  • 1. De stagiair kan worden verplicht tot gehele of gedeeltelijke vergoeding van de door de stageverlener geleden schade, voor zover deze aan de stagiair is te wijten.

  • 2. De stageverlener is, conform artikel 7:658, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek, aansprakelijk voor letsel of schade, welke de stagiair lijdt tijdens de uitoefening van de stageactiviteiten.

Artikel 111

De stageverlener betaalt de stagiair een vergoeding van € ... per maand (bruto).

Optionele aanvullingen artikel 11, inzake tegemoetkomingen in bijzondere situaties:

Alleen in het geval dat de stageverlener vereist dat de stagiair een verklaring omtrent het gedrag overlegt:

  • 1. De stagiair heeft aanspraak op een vergoeding van de kosten voor de aanvraag van een verklaring omtrent het gedrag.

Alleen in het geval de stagiair geen gebruik kan maken van de OV-studentenkaart:

  • 2. De stagiair heeft voor de reizen tussen de woning en de stageplek aanspraak op een tegemoetkoming in de reiskosten woon-werkverkeer overeenkomstig het Verplaatsingskostenbesluit 1989.

In het incidentele geval de stagiair te maken krijgt met pensionkosten en er aanleiding toe is deze te vergoeden:

  • 3. De stagiair heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de pensionkosten overeenkomstig het Verplaatsingskostenbesluit 1989 voor verblijf in of nabij de plaats van de stageplek.

Voor de stagiair die stage loopt op een diplomatieke of consulaire post in het buitenland:

  • 4. De stagiair heeft aanspraak op tegemoetkoming in de pensionkosten van maximaal € 315,00 per maand voor verblijf in of nabij de plaats van de stageplek bij stage bij een diplomatieke of consulaire post in het buitenland.

Artikel 12

De stagiair heeft recht op ... uur vakantie (160 uur op jaarbasis bij een overeenkomst van 40 uur per week).

Artikel 13

De stagiair dient bij ziekte of ongeval hiervan onmiddellijk hierover zijn stagebegeleider te informeren.

Artikel 14

Uitdrukkelijk wordt vastgesteld dat bij deze overeenkomst geen sprake is van een arbeidsovereenkomst met de stagiair en dat op de stagiair geen rechtspositionele regelingen van de Rijksoverheid van toepassing zijn.

Artikel 15

  • 1. De stage eindigt aan het einde van het onder artikel 2 genoemde tijdvak.

  • 2. De stage eindigt, indien de stagiair zijn/haar opleiding tijdens de stageperiode afbreekt.

  • 3. De stageverlener is gerechtigd de stage terstond te beëindigen, indien de stagiair naar het oordeel van de stagebegeleider of leiding van het dienstonderdeel geldende algemene regels, alsmede de door of namens de leiding gegeven aanwijzingen onvoldoende in acht neemt.

... (plaats), ... (datum)

De minister van ...

Namens/voor deze:

de ... (functie),

   

Stageverlener

Stagiair


X Noot
1

In de circulaire beleid rechtspositie stagiair en modelstageovereenkomsten van P.M. met kenmerk 2012-0000005335 zijn de vergoedingen bij een stage geregeld.

X Noot
1

In de circulaire beleid rechtspositie stagiair en modelstageovereenkomsten van P.M. februari 2012 met kenmerk 2012-0000005335 zijn de vergoedingen bij een stage geregeld.

Naar boven